<       TSL 27 – REDACTIONEEL       >



Komende herfst zal op de Buchmesse in Frankfurt Polen het zwaartepunt zijn. Reden voor TSL om dit nummer geheel te wijden aan de Poolse literatuur en er zelfs een extra dik nummer van te maken. Polen is een groot land met een grote literatuur, maar voor Nederland en België is die literatuur relatief klein - er is bij ons veel minder uit het Pools vertaald dan uit het Engels, Duits, Frans of Russisch. Zo'n 'kleine' literatuur valt of staat bij een paar goede vertalers en voor Polen zijn die er gelukkig. Heel actief zijn Gerard Rasch, een recent winnaar van de Nijhoff-prijs en Karol Lesman, winnaar van onder andere de Aleida Schot-prijs. Rasch is voor dit nummer geïnterviewd door redacteur Cees Willemsen en in een eigen bijdrage schetst hij hoe hij een anthologie van moderne Poolse literatuur heeft samengesteld. Karol Lesman geeft een proeve van zijn vertaalkunst in onder meer een fragment uit een nieuwe roman van Olga Tokarczuk die binnenkort zal verschijnen bij uitgeverij De Geus. Naast vertalers zijn uitgevers van groot belang voor het bekend maken van een literatuur. Wat de Poolse literatuur betreft neemt De Geus een unieke positie in: ze geeft mischien wel meer Poolse literatuur in vertaling uit dan enige andere West-Europese uitgeverij.

Behalve voor moderne literatuur is er ook aandacht voor de Poolse klassieken. Tom Eekman is begonnen aan de vertaling van Pan Tadeusz, het hoofdwerk van Polens nationale dichter Adam Mickiewicz, vriend en tijdgenoot van Aleksander Poesjkin. Maar de nadruk ligt toch op de twintigste-eeuwse literatuur. Er wordt ruim aandacht besteed aan de poëzie van Jan Lechoń en van Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz. Tevens publiceren we fragmenten van twee boeken die tot nu toe (jammer genoeg) niet in het Nederlands zijn verschenen, Herinneringen aan de opstand van Warschau van Miron Białoszewski en Duisternis bedekt de aarde van Jerzy Andrzejewski. Ten slotte kan de lezer kennis maken met nieuw werk van de dichter Tadeusz Różewicz en de romanschrijfster Hanna Krall.

Juni 2000