<       TSL 25 – REDACTIONEEL       >



We beginnen dit nummer met een stuk over de Russische toneelschrijver Aleksander Soechovo-Kobylin (1817-1903), die in zijn zeer lange leven drie toneelstukken heeft geschreven die eigenlijk heel interessant zijn, maar tot op heden nooit in het Nederlands zijn vertaald. Althans: nooit zijn uitgegeven. Anne Pries heeft de vertaling klaar, zoekt nu naar een uitgever en geeft in TSL een klein voorproefje van de stukken.

Nog onbekender dan Soechovo-Kobylin, die in Van het Reve's Geschiedenis van de Russische literatuur ten minste nog een heel hoofdstuk heeft toebedeeld gekregen, is de Russische immigrantenschrijver Ivan Nazjivin (1874-1940). Hij heeft een aantal populaire romans geschreven, verliet na de revolutie zijn land en vestigde zich in België. Daar maakte hij met iedereen ruzie en maakte het zich nagenoeg onmogelijk. Wim Coudenys schreef een boek over hem. Voor TSL laat hij zien hoe Nazjivin Ivan Boenin te pakken neemt.

Tot de emigratie behoort eigenlijk ook Marina Palej, die inmiddels al ruim vier jaar in Nederland (Rotterdam) woont. Haar werk is niet gemakkelijk, maar loont wel erg de moeite - het moet zorgvuldig gelezen worden. Binnenkort verschijnt in Rusland een nieuw boek van haar; daar publiceert ze ook fraaie vertalingen van Nederlandse poëzie (Nijhoff, Marsman).

Genrich Sapgir (1928) is een van de vele Russische dichters die tijdens het Sovjet bewind niet officieel konden publiceren en waren aangewezen op de samizdat. Sinds de perestrojka verschijnt zijn werk, dat tegelijkertijd speels en ernstig is, regelmatig.

Over Hrabal hebben we in TSL al vaker gepubliceerd. De niet lang geleden overleden Tsjechische auteur behoort tot de grote schrijvers van Midden-Europa en is bij ons beschikbaar in fraaie vertalingen van Kees Mercks. Dat geldt ook voor de hier beschreven autobiografische trilogie.

Het Poolse literaire leven is volop in beweging. Het is moeilijk van hier uit de ontwikkelingen te volgen, maar met de introductie van een nieuwe jonge schrijver Adam Wiedemann, licht Karol Lesman een tipje van de sluier op.

Traditioneel, en met dank aan de onvermoeibare samenstellers, de 'Bibliografie van vertalingen en recensies', nu van 1994.

Juni 1999