< TSL 32 – REDACTIONEEL >
De Oudrussische literatuur heeft nog een schat aan (in 2002 nog) nooit in het Nederlands
vertaald materiaal. In TSL23 ( 1998) publiceerden we het beroemde
epos Het lied van de veldtocht van Igor ( daar was overigens al lang geleden
een vertaling van verschenen), nu verschijnt een fragment van Ruslands
bekendste historische kroniek, de Nestorkroniek. De complete vertaling van Hans Thuis is verschenen bij uitgeverij VanTilt.
Ook de rest van het nummer is bijna geheel gewijd aan de Russische
literatuur. We introduceren een van Ruslands beste nog levende dichteressen,
Inna Lisnjanskaja. Ze heeft al een lange carrière achter de rug,
maar heeft pas na de perestrojka en het verdwijnen van de censuur haar
ware stem gevonden.
Jonger dan zij, maar reeds dood, zijn Joseph Brodsky en Sergej Dovlatov.
Beiden zijn in Rusland uitermate populair. Dovlatov, een naar
Amerika uitgeweken prozaschrijver, is bij ons (nog) niet zo bekend. Hij
lijkt, net als bijvoorbeeld de dichter-zanger Vladimir Vysotski, een specifiek
Russische snaar te beroeren.
Ook onbekend bij ons was Vladimir Makanin, maar nu de vertaling
van diens magistrale roman Underground of Een held van onze tijd is
verschenen zal het met die onbekendheid gauw zijn gedaan. De roman
behoort tot het beste wat er sinds de perestrojka in Rusland is geschreven.
Een amusant verhaal over de situatie vóór de perestrojka biedt
Ljoedmila Sjtern. Amusant zijn ook de gedichten van Annie M.G.
Schmidt - in de knappe Russische vertaling van Zinaida Bal behoren ze
nu ook tot de Russische literatuur.
Juni 2002
< TSL 32 >