< TSL 58 – REDACTIONEEL >
In het eerste nummer van dit jaar veel aandacht voor de Russische absurdist
Daniil Charms. Eerst wordt hij zelf absurdistisch behandeld, vervolgens
publiceren we enkele van zijn gedichten in zowel het Russisch
als in Nederlandse vertaling. Ook van andere dichters van OBERIOE,
de groep waartoe Charms behoorde, zijn een paar gedichten opgenomen.
Minder bekend dan Charms is Georgi Ivanov. Hij behoorde tot de
kring van de acmeïsten (Nikolaj Goemiljov, Anna Achmatova, Osip
Mandelstam), die samen met de futuristen rond 1910 de Russische literatuur
een nieuwe impuls gaven. Ivanov week aan het begin van de jaren
twintig uit naar Frankrijk en werd een van de belangrijke dichters van de
emigratie.
Meer over Rusland in een artikel van Bruno Naarden over een onder
zijn leiding tot stand gekomen prachtuitgave van het belangwekkende
boek Tartarije van Nikolaas Witsen, een zeventiende-eeuwse Amsterdamse
burgemeester met grote belangstelling voor de uitgestrekte binnenlanden
van Siberië. Kees Mercks wijt een beschouwing aan een nog
niet in het Nederlands vertaalde roman van Ilja Ehrenburg, Trust D.E.,
die handelt over de ondergang van Europa.
Eveneens van Mercks een stuk over het onlangs (voor het eerst!) in
het Nederlands vertaalde bekende toneelstuk van Karel Čapek R.U.R.,
dat voor nagenoeg alle talen in de wereld het woord ‘robot’ heeft opgeleverd.
De Poolse literatuur is vertegenwoordigd met proza van de schrijver
van literaire phantasy Andrzej Sapkowski en een kritische bespreking
van een recente biografie van Ryszard Kapuściński, die nogal wat opschudding
had teweeggebracht.
Mei 2011