<       TSL 64 – REDACTIONEEL       >


tsl64vk

Een nummer over ‘brieven’ kan putten uit een overweldigende hoeveelheid materiaal. Er zijn nauwelijks schrijvers die geen correspondentie hebben nagelaten – al gaat dat nu in het emailtijdperk misschien veranderen – er zijn schrijvers die hele brievenboeken of briefromans hebben gepubliceerd, en er zijn bij het literaire bedrijf betrokken auteurs die elkaar berichten of bestoken over literaire aangelegenheden.

We beginnen met een van de allereerste vertalingen uit het Russisch in het Nederlands, Brieven van een Russische reiziger van Nikolaj Karamzin, dat bij ons in het begin van de negentiende eeuw werd gepubliceerd. Een nieuwe uitgave van dit boeiende boek, in uiteraard een nieuwe vertaling, zou zeer op zijn plaats zijn. Als toegift een voor de sentimentalistische, ‘deugdzame’ Karamzin opmerkelijk verhaal.

Vervolgens, ruim een eeuw later, aandacht voor de zusters Kagan, van wie de ene, Lilja Brik, vooral bekend is geworden als de geliefde van Majakovski, de andere, Elza Triolet, trouwde met Louis Aragon en naam maakte als Frans schrijfster. We selecteerden een reeks brieven uit hun uitvoerige correspondentie. Uit diezelfde periode: brieven van de futuristische dichter Velimir Chlebnikov aan zijn moeder.

Vertalers zijn het vaak niet met elkaar eens en willen elkaar graag verbeteren. Dat kan tot pittige briefwisselingen leiden. Martinus Nijhoffprijs winnaar Charles B. Timmer gaat in debat met Martinus Nijhoffprijs winnaar Tom Eekman over de vertalingen van de laatste in de reeks Russische Miniaturen.

Na Rusland Tsjechië. De negentiende-eeuwse schrijfster Božena Němcová, wier roman Babička (‘Grootmoeder’) onlangs in het Nederlands is vertaald (maar nog geen uitgever heeft gevonden) had een bewogen liefdesleven. Een tipje van de sluier wordt in een aantal brieven opgelicht.

Ten slotte Bohumil Hrabal. Zijn brieven aan een Amerikaanse studente zijn meer dagboekachtige notities voor zichzelf bestemd dan teksten waarin rekening wordt gehouden met de geadresseerde. Ze zijn er bepaald niet minder om, integendeel: schitterend proza.

Mei 2013


<       TSL 64       >