Jenny Stelleman
De correspondentie van Lilja Brik (1891-1978) en
Elza Triolet (1896-1970)
Twee zussen die bijna vijftig jaar met elkaar
corresponderen vanaf 1921 tot de dood van
Elza in 1970. De oudste zus, Lilja, blijft in
de Sovjet-Unie en wordt in het algemeen beschouwd
als de weduwe van Majakovskij,
hoewel ze nooit met hem maar wel met drie
andere mannen getrouwd is geweest. Zij behoudt
haar hele leven de achternaam van haar
eerste man, Osip Brik, een jeugdvriend die
lange tijd actief is geweest in de groep LEF. De
vijf jaar jongere zus, Elza, trouwt in 1917 met
een Franse officier (André-Pierre Triolet) en
gaat samen met hem naar Tahiti waar ze twee
jaar woont. Vervolgens komt ze alleen terug
naar West-Europa en besluit daar te blijven,
omdat ze zich vervreemd voelt van haar eigen
land. Ze scheidt in 1930 van haar eerste man,
maar blijft net als haar zus haar hele leven wel
zijn naam houden, ook als zij later trouwt met
de bekende Franse schrijver Louis Aragon.
Elza en Aragon worden in Frankrijk een net
zo beroemd paar als Lilja en Majakovski in
Rusland.
De twee zusjes Kagan
De twee zussen – hun meisjesnaam was
Kagan – kwamen uit een zeer welgestelde
joodse familie: de vader was jurist, de moeder
pianolerares. Van huis uit waren ze gewend
aan veel muziek en bezoek van allerlei kunstenaars
en intellectuelen. Ze werden meertalig
opgevoed en spraken vloeiend Duits
en Frans. Lilja was de oudste en vanaf het
begin een kind dat door haar ouders geadoreerd
werd. Ze had kastanjebruin haar met
grote bruine ogen, was levendig en deed in
alles haar eigen zin. Ze studeerde wiskunde,
vervolgens architectuur, maar maakte niets
af, deed later aan ballet en maakte een paar
films. Elza was haar tegenpool, zij was blond
met blauwe ogen, gehoorzaam en maakte af
waaraan ze begonnen was. Elza heeft zich
haar hele leven overschaduwd gevoeld door
haar oudere zus, die altijd net even mooier,
sprankelender en bijzonderder was dan zij.
Het is niet ondenkbaar dat dit mede een rol
heeft gespeeld bij haar beslissing om Rusland
te verlaten. Nog tot op hoge leeftijd kon zij
zich erover beklagen dat het heel moeilijk is
om de jongere zus te zijn van een zo mooie
vrouw. Tegelijkertijd was ze ook heel dol op
haar, want blijkbaar was het onmogelijk om
dit niet te zijn.
Als vanzelfsprekend verkeerden zij in
het gezelschap van bekende intellectuelen
en kunstenaars. Lilja onderhield dit ook door
haar soirees, die zij samen met Osip Brik wekelijks
in hun appartement hield. Lilja was
in kunstenaarskringen erg geliefd en heeft
meerdere mannen geïnspireerd, maar had ook
de gave om direct een talent te spotten en dit
te stimuleren. Zij wordt wel het vrouwelijke
boegbeeld van de Russische avant-garde genoemd.
Haar beeltenis staat onder andere op
veel foto’s en posters van Rodtsjenko, en uiteraard
is zij voortdurend aanwezig in de gedichten
van Majakovski: zij was en bleef zijn
grote muze. Toch was het Elza die al twee jaar
met Majakovski bevriend was toen ze hem in
1915 voor het eerst naar een soiree van Lilja
meenam. Toen hij zijn nieuwste gedicht Een
wolk in broek voordroeg, bood Osip Brik meteen
aan het te publiceren. Elza moest haar
vriend afstaan aan haar zus, want hij was op slag verliefd op Lilja geworden.
Lilja Brik in Aleksander Rodchenko's poster (Sovjet uitgeverij Gosizdat), 1924
Osip had
blijkbaar geen bezwaar tegen hun relatie, zij
vormden een ménage à trois in hun appartement
in Moskou, Majakovski had hier zijn eigen
kamer en zij reisden vaak gedrieën. Osip
en Majakovski richtten in deze jaren de groep
LEF op, de jongere schrijver Vasili Katanjan
voegde zich later bij hen.
Elza trouwt in het revolutiejaar met de
Franse officier Triolet, die iets later in Tahiti
gestationeerd wordt, zij gaat mee. Na haar
terugkeer naar West-Europa verblijft ze een
jaar in Berlijn, waar ze al haar oude vrienden,
van wie sommigen al definitief zijn geëmigreerd,
weer ontmoet. Ze heeft hier verschillende
verhoudingen; Viktor Sjklovski
en Roman Jakobson1 maken haar het hof,
Jakobson vraagt haar zelfs ten huwelijk, maar
ze wijst beiden af. Gestimuleerd door Gorki
die ze een aantal passages opstuurt en die hij
van commentaar voorziet, schrijft ze hier haar
eerste roman. Deze wordt door Isaak Babel
gecorrigeerd en in 1925 in Moskou uitgegeven.
In datzelfde jaar besluit ze net zoals veel
Russische emigranten in Parijs te gaan wonen,
waar ze in 1928 de schrijver Louis Aragon
ontmoet. Aragon was lid van de Franse communistische
partij en behoorde toen nog bij
de Surrealisten, niet lang daarna brak hij met
hen. In deze periode reist Elza nog vaak heen
en weer naar Moskou waar ze Lilja en haar
moeder ziet en nog twee romans uitgeeft.
Lilja en Elza
De correspondentie tussen de zussen start
in 1921, maar dan slechts mondjesmaat, omdat
ze elkaar nog vaak zien, vanaf 1930 komt
er steeds meer regelmaat. In 1930 pleegt
Majakovski zelfmoord, op dat moment waren
Osip en Lilja niet in Moskou. Lilja maakte
zich later daarover veel verwijten. In de herfst
komen Aragon en Elza naar Moskou. Een jaar
later – inmiddels leven Lilja en Osip gescheiden
– wordt Lilja verliefd op Vitali Primakov
en trouwt met hem in 1931; Osip zou wat later
weer bij hen gaan wonen. Primakov was een
hoge officier in het Rode Leger en was militair
attaché geweest in Afghanistan en Japan. Hij
publiceerde ook gedichten en verhalen, Lilja
was erg dol op hem. Het is niet onwaarschijnlijk
dat Primakov in 1935 de brief van Lilja
aan Stalin heeft bezorgd, waarin zij schreef
dat Majakovski toch een echte revolutionaire
dichter is en waarom hij dan niet als zodanig
geëerd werd en zijn werk niet (meer) gepubliceerd
werd. Stalin vond dat ze gelijk had en
vanaf dat moment werd Majakovski gecanoniseerd,
wat volgens Pasternak zijn tweede
dood betekende. Lilja ging zich met behulp
van Osip bezig houden met de literaire nalatenschap
van Majakovski. Volkomen onverwacht
werd Primakov in 1936 gearresteerd en
valselijk beschuldigd van samenzwering. In
1937, tijdens de verschrikkelijke zuiveringsjaren
(1937/1938), werd hij geëxecuteerd. Het
schijnt dat Lilja ook op de lijst stond, maar dat
Stalin haar zelf van de lijst geschrapt heeft, met
de woorden dat ‘de weduwe van Majakovski
ongemoeid moest worden gelaten’.
Vanaf 1938 tot haar dood woont Lilja samen
met Vasili Katanjan, die voor haar zijn
vrouw in de steek liet. Zoals gezegd, was hij
was al langer verbonden met de Briks, als
voormalig lid van LEF. Hij werd scenarioschrijver
en de biograaf van Majakovski; hij
heeft ook de brieven van de twee zussen voor
de correspondentie bezorgd.
Lilja had voor alles belangstelling zij
volgde de ontwikkeling in de kunsten op de
voet, door haar contacten met Elza wist ze
meer dan welke Sovjetburger ook wat er in
het buitenland gebeurde op dit gebied. Via
Elza kon zij ook aan boeken komen die zij dan
weer doorspeelde om te laten vertalen, onder
andere door hun vriendin Rita Rajt, die veel
van Aragon vertaalde.
Lilja Brik en Vladimir Majakovski, Jalta 1926
De relatie met Majakovski heeft Lilja onsterfelijk
gemaakt, haar een bijzondere status
in de kunstenaarswereld bezorgd en haar bescherming
geboden bij diverse zuiveringen.
Het heeft haar ook heel veel privileges bezorgd:
zij kon naar het Westen reizen, pakketjes
krijgen en buitenlanders ontvangen. Haar
appartement dat volhing met avant-gardistische
kunst, stond altijd open voor iedereen
en met heel veel kunstenaars onderhield ze
nauwe banden. Vooral ten tijde van de Dooi
toen veel schrijvers gerehabiliteerd werden
(ook Primakov werd in 1957 gerehabiliteerd)
kwam er steeds meer interesse in de avant-garde,
een periode waaraan tot dan toe nauwelijks
aandacht kon worden besteed. Lilja had een
grote rol in deze periode gespeeld en genoot
de bijzondere belangstelling van jonge dichters,
zoals bijvoorbeeld Andrej Voznesenski,
die haar hun werk ter beoordeling aanboden.
Nog tot op hoge leeftijd verloor zij haar intuïtieve
inzicht in opkomend talent niet: zo was
ze bevriend met de filmregisseur Paradzjanov,
die zij tegen de aanvallen van de autoriteiten
beschermde.
Hoe vergaat het Elza in deze jaren? Vanaf
1928 woont zij samen met Aragon, en omdat
beiden lid zijn van de communistische partij,
reizen zij vaak naar Moskou, waar zij allerlei
contacten leggen; beiden zijn ook aanwezig
op het grote schrijverscongres in 1934. Vlak
voor de arrestatie van Primakov zijn ze ook
in Moskou. Hoewel ze precies weten wat zich
allemaal in de Sovjet-Unie afspeelt, blijven
zij het communisme trouw. Dit werd hun later
heel kwalijk genomen, maar hier speelt waarschijnlijk
ook de zorg om Lilja.
Elza publiceert haar eerste roman in het
Frans in 1938. Een jaar later trouwt ze met
Aragon. In de Tweede Wereldoorlog moet
Aragon in dienst; na een jaar komt hij terug en
wonen hij en Elza vervolgens in de vrije zone,
in het Zuiden van Frankrijk. Beiden sluiten
zich aan bij het verzet en richten een ondergrondse
uitgeverij op, waar zij ook een aantal
werken van henzelf clandestien publiceren.
In deze periode is er helemaal geen contact
met Lilja mogelijk. Na de oorlog wordt Elza
naast Aragon erkend als schrijfster en worden
zij een beroemd paar, ‘très Tout-Paris’, zowel
door hun rol in het verzet als door hun werk.
Meteen na de oorlog bezoeken zij Lilja en in
1952 nog een keer, op dat moment wordt Lilja
bedreigd door een antisemitische campagne
die de Sovjetautoriteiten voeren. Door de
dood van Stalin loopt dit met een sisser af.
Na de komst van Chroesjtsjov en de afkondiging
van de destalinisatie verandert heel
langzaam de positieve houding van de Franse
intellectuelen ten aanzien van de Sovjet-Unie.
Velen verlaten de communistische partij;
Aragon en Elza blijven de partij echter verdedigen
ook na de Sovjetinterventie in 1956
in Hongarije. In 1957 ontvangt Aragon in
Moskou de Leninprijs. Elza blijft romans
schrijven die ook vaak in het buitenland vertaald
worden; daarnaast stelt ze een verzamelbundel van Russische poëzie samen, vertaalt
de toneelstukken van Tsjechov en schrijft tevens
een biografie van hem. Ook vertaalt ze
veel werk van Majakovski en schrijft haar herinneringen
aan hem.
Pas in de jaren zestig erkennen zij de fouten
van het Sovjetregime. Aragon publiceert
dan in het tijdschrift Les lettres françaises werken van dissidente schrijvers, maar blijft
tot zijn dood in 1982 lid van de partij. Hij
overleeft Elza twaalf jaar.
De correspondentie van Lilja en Elza is in
2000 zowel in Rusland als in Frankrijk uitgegeven.
De Franse samenstellers hebben echter
gebruik gemaakt van het Aragon/Trioletarchief
in Frankrijk, wat verklaart dat in de
Franse uitgave veel meer brieven zijn opgenomen
dan in de Russische (Briks archief mag
pas in 2050 geopend worden).
Selectie is moeilijk, niet alleen omdat
de tijdsspanne groot is, maar ook omdat er
heel veel brieven over en weer zijn gegaan.
Overigens is wat er aan brieven bewaard is
gebleven slechts een derde deel van de werkelijke
correspondentie. Heel veel brieven zijn
verloren gegaan bij verhuizingen, huiszoekingen,
inbeslagnames, of door de zusters zelf
vernietigd. Ik heb ervoor gekozen een aantal
brieven te selecteren die door de tijd heen een
inzicht geven in hun leven, werk en hun relaties
en deze rond belangrijke data gesitueerd, zoals de zelfmoord van Majakovski (1930);
de Tweede Wereldoorlog (1940-1945); het
jaar (1956) van Chroesjtsjovs geheime rede,
die de destalinisatie aankondigt; en tenslotte
de allerlaatste brieven uit 1970.
In dit bestek kan natuurlijk onmogelijk
een compleet beeld van de zusters gegeven
worden, maar hopelijk geeft het wel een inkijkje
in het leven en werk van deze twee intrigerende
vrouwen.2
correspondentie
Als eerste de brieven na de zelfmoord van
Majakovski, die zich op 14 april 1930 door het
hart schoot. Lilja en Osip Brik waren al een
tijdje niet in Moskou, zij hadden de moeder van
Osip in Londen bezocht en waren op 15 april
net in Berlijn op de terugreis naar Moskou. Zij
kwamen op 16 april in Moskou aan en werden
door Vasili Katanjan opgehaald.
* * *
15 april 1930 (Berlijn)
Elik, eenmaal in Moskou zal ik je over dit alles schrijven. Ik begrijp op dit
moment helemaal niets meer. Het is onverdraaglijk! Veel liefs, veel liefs ook
voor Aragon.
* * *
28 april 1930
Mijn lieve Lilitsjka, ik heb je telegram en je korte briefje ontvangen. Bedankt.
Het is nu zestien jaar geleden dat Volodja voor de eerste keer bij ons thuis
kwam, hij droeg toen zijn gele blouse. Dat is iets om je blijvend te herinneren.
Ik droom iedere nacht uitsluitend over hem. Ik heb een wanhopige brief van
Roma3 gekregen. De Erenburgs4 zijn helemaal de kluts kwijt.
Schrijf me nog eens, mijn lieve Lilitsjka. […] Het is vreselijk om niets over
je te weten, vraag anders iemand om voor je te schrijven.
Ik kus je, Lilitsjka, duizend maal, kus Osja van mij,
Elja
P.S. De surrealisten willen over Volodja schrijven.5 Helaas is de vertaling een
onmogelijke zaak, er is alleen maar onzin uitgekomen. Aragons oma is overleden
en zijn moeder blijft maar hysterisch. Die arme Aragon loopt zijn benen uit
zijn lijf voor haar, ook komt dit allemaal heel ongelegen, hij heeft ook vreselijk
om Volodja moeten huilen. En nu is dat afschuwelijke oude mens overleden en
verliezen we een boel tijd.6
* * *
29 april 1930
Mijn lieve Elik, ik houd me alleen maar met Volodja bezig. Vanaf de vroege
ochtend ben ik bezig zijn kamer op te ruimen. Overdag ga ik langs de
Majakovski’s.7 ’s Avonds corrigeer ik de drukproeven. Ik kan aan niets anders
denken. Als wij in Moskou waren geweest, was dit nooit gebeurd. Volodja was
vreselijk oververmoeid en alleen kon hij zichzelf niet in de hand houden. Het
is nu heel moeilijk om alles in detail op te schrijven. Ik zal je ondertussen korte
briefjes schrijven.
Ten aanzien van jou is er niets veranderd, dus blijf gewoon op oude voet
leven.8
Schrijf dat boek over die Franse bohemien, Tichonov9 keurt zo’n thema
helemaal goed.
Ik kus je en houd van je, Lilja
Kus Aragontsjik van me.
* * *
12 mei 1930
Lieve Elza, wat moet ik je schrijven? Ik weet nu precies hoe het gebeurd is,
maar om het te begrijpen moet je Volodja gekend hebben, zoals ik hem kende.
Als Osja en ik in Moskou waren geweest, was Volodja nu nog in leven geweest.
Een textielarbeidster schreef een opmerkelijke brief: Majakovski is gestorven
door een arbeidsongeval, net zoals een elektricien een draad aanraakt en vergeet
hoe dodelijk dit kan zijn.
De versregels in zijn afscheidsbrief zijn al lang geleden geschreven, voor
míj, en waren natuurlijk nooit bedoeld als laatste dichtregels. […] In dat gedicht
staat wij staan quitte en niet ik sta quitte met het leven, zoals in de brief.
Laat deze regels aan niemand zien, ik wil niet dat ze in de buitenlandse pers
verschijnen.
Ik ben gezond, huil zelden, eet, wandel, ik doe alles wat ik vroeger ook
deed, alleen kan ik Volodja geen minuut uit mijn hoofd zetten.
Volodja heeft zichzelf gedood als een speler, met een hele nieuwe revolver
die nog niet één keer geschoten had, hij heeft de patroonhouder eruit gehaald
en één kogel in de loop gelaten, onder deze condities was er dus vijftig procent
kans dat het wapen zou vastlopen. Dat is ook wat dertien jaar geleden gebeurd
is, in Petersburg. Voor de tweede keer heeft hij het lot op de proef gesteld.
Hij heeft zichzelf doodgeschoten toen Nora er was.10 Je kunt haar net zo
goed beschuldigen als de sinaasappelschil waarover je uitglijdt, en een doodsmak
maakt.
De laatste twee jaar was Volodja ontzettend oververmoeid. Bovendien werd
hij voortdurend door griep geplaagd. Hij had zich volkomen uitgeput en maakte
van elke kleinigheid een scène. Ik vervloek onze reis.
Ik heb van Tichonov driehonderd roebel gekregen voor Camouflage.11 Ik
kan turquoise haarlinten voor je kopen, als je dat wilt.
Wanneer willen jullie naar Moskou komen? Zo tegen de herfst lijkt me het
beste. Ik omhels jullie heel stevig en kus jullie allebei.
Lilja
Schrijf me of ik nog tijdschriften moet opsturen of dat heb je ze gelezen hebt.
De foto’s12 zijn besteld, ik stuur ze je toe.
* * *
2 oktober 1930
Lieve, lieve, kleine Lilja, lieverd, ik kan je niet schrijven want je bent steeds op
reis en ik weet van niets!13 Het is voldoende als je me er even op voorbereidt
dat je gaat reizen. Wij zijn de hele zomer in Parijs gebleven en hebben steeds
de kachel aangehad. Een ijzige kou. In de herfst is het weer een beetje warmer
geworden. We denken erover om met de Kerst ergens de zon op te zoeken.
De kettingen worden, godzijdank, buitengewoon goed verkocht, ondanks het
tragische en totale gebrek aan geld bij de mensen. Aragon borrelt van activiteit,
publiceert een boek, heeft een anti-koloniale expositie gemaakt, en verkoopt de
kettingen.14 Roma en Sonja zijn aangekomen en voor het eerst heb ik Aragon
echt dronken gezien. Roma is boos op jullie en als je zijn verklaringen hoort
zijn die heel overtuigend.15
Mijn lieve Lili, dank aan jou en Insha’Allah16 voor het telegram.
Mama heeft me gebak, bloemen en geld gestuurd. Alles bij elkaar heeft dit de
verjaardag gemaakt.
Is Osja al terug? Hoe is het nu in Kislovodsk? Ik wil dat het goed gaat. Gaat
het een beetje met je memoires?17
Wanneer kom je, komen jullie?
Heel, heel veel liefs voor jou en ook voor Insha’Allah.
Elza
Aragon groet jullie.
* * *
9 februari 1931 (Sverdlovsk)
Mijn lieve Elza, ik heb je niet geschreven omdat ik een telegram met een antwoord
van Osja verwachtte. We hebben jouw brief op de dag van mijn vertrek
uit Moskou ontvangen. Wat met Aragon gebeurd is, is iets wat bij ons zó vaak
gebeurt, dat ik het niet als iets tragisch kan zien, hoewel ik het wel erg naar
voor hem vind.18 Hij is natuurlijk helemaal niet goed bezig, om zo moedeloos
te blijven en ook nog, zoals jij zegt, alles zo in de steek te laten. Je moet alles op
alles zetten om weer te integreren! Daar zijn heel veel wegen voor. Aragontsjik
kent die beter dan ik. […]
Over drie weken ben ik weer in Moskou. We zijn nog niet naar ons nieuwe
appartement verhuisd. Het gaat goed met Inch’Allah en mij. Hij is een schat.
Met mijn mentale toestand gaat het een stuk beter.
In Moskou heb ik een maand lang van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat
aan de academische uitgave gewerkt.19 Het eerste deel komt in april uit, voor
zijn sterfdag. De gehele uitgave zal ruim tweeëneenhalf jaar in beslag nemen.
Ik stuur je alle delen.
Ik heb mezelf weer in de hand en ben behoorlijk mager geworden en mijn
benen zwellen niet meer op.
Schrijf me in Moskou. Als ik vaker naar mama schrijf dan is dat alleen opdat
ze zich geen zorgen maakt. Zijn jullie van plan om naar Moskou te komen?
Schrijf me, mijn liefje. Ik omhels jullie allebei stevig. Inch’Allah groet iedereen.
Lili
Osip Brik.
Foto Aleksander Rodtsjenko
Gedurende de moeilijke jaren dertig hield
Lilja zich samen met Osip bezig met de academische
uitgave van Majakovski. De executie
van Primakov heeft haar heel erg aangegrepen,
deze jaren moeten heel moeilijk zijn
geweest. Het laatste contact met Elza is haar
brief van 2 oktober 1940, het jaar daarvoor
is Elza met Aragon getrouwd, vandaar dat ze
over haar ‘man’ spreekt. De eerste brief van
Lilja die Elza na de bevrijding bereikte, is gedateerd
op 21 november 1944.
* * *
2 oktober 1940 (Toulouse)
(brief in het Frans geschreven)
Mijn lieve vrienden, wij zijn gezond en veilig. Mijn man is zonder enig schrammetje
teruggekeerd, terwijl hij toch gevochten heeft in Vlaanderen, inclusief
Duinkerken, en ook in Frankrijk. Omdat we onmogelijk naar ons huis terug
kunnen keren en we zo’n beetje overal werk zoeken, hebben we nu geen vast
adres. Het leven was niet altijd even gemakkelijk, vooral toen ik alleen was en
me voortdurend zorgen maakte. Gelukkig hebben we vrienden die ons ondersteunen,
het zijn altijd dezelfde. We hebben vrienden die trouw zijn net als wij
zelf. Wat heb ik al die tijd veel aan jullie gedacht…
Ik omhels jullie, omhels jullie,
Elja
* * *
21 november 1944
Mijn lieve schatten Elik, Aragosjenka, wanneer zullen we elkaar zien!?
Wanneer krijgen we op zijn minst een brief van jullie!?
Elinka, mama is aan een hartkwaal gestorven in Armavir [Zuid-Rusland] op
12 februari 1942. Zij lag in het beste sanatorium, de bekwaamste professoren
hebben zich om haar bekommerd, tante Ida bracht steeds haar lievelingseten en
zorgde voor haar. Mama is in tantes armen gestorven. Ik heb nooit kunnen denken
dat dit me zo afschuwelijk verdriet kon doen. De Duitsers, die een half jaar
na mama’s dood Armavir hebben bezet, hebben tante Ida en Kiba vermoord.
Ik heb me onuitsprekelijk veel zorgen over jullie gemaakt. Ik wist niet waar
jullie waren en of jullie nog wel in leven waren. Pas toen ik via de radio hoorde
dat jullie beiden (verzets)helden zijn, kwam er weer een sprankje licht in de
duisternis.
Les yeux d’Elsa heb ik nog steeds niet gezien. Le Crève-coeur20 heb ik hier
enkele dagen in huis, dat is echt een hedendaagse klassieker, ik kan me geen
betere gedichten voorstellen! Wat heb jij nog geschreven? Heb je eigenlijk wel
iets geschreven?
Als en wanneer de mogelijkheid zich voordoet, stuur dan boeken op: van
jou, van Aragosja, het maakt niet uit van wie als het maar het beste van het
beste is: gedichten, proza, Frans, Engels. Als er een toneelstuk is dat geschikt is
voor onze theaters, stuur het dan toe, ik heb zin om te vertalen. Stuur dit alleen
via betrouwbare mensen, opdat ze niet in verkeerde handen komen.
Elke dag wacht ik op jullie en stel dat jullie er nu plotseling aankomen!
Waar wonen jullie? Zijn jullie gezond, doorvoed en gekleed? Hebben jullie
verwarming, is er licht? Ik weet helemaal niets over jullie….
In ons huis hebben we verwarming en licht, we hebben te eten en zijn gezond.
Osja is nu redacteur bij TASS en werkt bovendien nog bij de Theaterafdeling,
bij Krokodil et cetera. Ik bereid materiaal voor voor Volodja’s
Woordenboek van de poëtische taal – ik doe dat samen met Osja. […]
God, wat wil ik graag eens met je kletsen…
Ik omhels je, mijn liefste, en ook Aragosjenka, ik kus je en houd van je,
houd van je, houd van je.
Lilja
Elsa reageert met een zeer lange brief waarin
alle wederwaardigheden tijdens de oorlog uit
de doeken worden gedaan. Hieruit volgt een
aantal fragmenten:
* * *
1 februari 1945
Mijn lieve Lilja,
Jean-Richard21 heeft mij je brief en het boek gebracht. Ik wist dat jij nog leefde,
mensen hadden je op straat gezien. Wat afschuwelijk voor mama. Ik was er
eigenlijk al zeker van dat zij niet meer leefde. Het is dus de dood die haar van
de Duitsers verlost heeft, ik dank de dood daarvoor. […]
Tussen onze activiteiten22 door hadden we vrije tijd. We schreven enorm
veel. Als het schrijven er niet was geweest, dan, geloof ik, had ik me van
het leven kunnen beroven, want vaak, zeker op bepaalde momenten, was het
moeilijk en heel zwaar. De passie voor het schrijven heeft me helemaal gepakt,
deze passie verving mijn vrienden, mijn jeugd en heel veel andere dingen
die in mijn leven ontbreken.
Ik heb twee boeken gepubliceerd, Mille regrets, een verzameling novelles,
en Le Cheval blanc, een grote roman; op het moment is ook een tweede
bundel verhalen in druk, Le premier accroc coûte 200 francs, hij komt uit
zodra er weer papier voorhanden is. Ik droom ervan om jullie al mijn boeken
te sturen; bovendien is er nog een klein dingetje uitgekomen, en twee
kleine clandestiene boeken, een daarvan, Les Amants d’Avignon is al gedrukt
in Canada, Algerije en Zwitserland. Van Le Cheval blanc konden we twee
jaar leven, en dat trof heel goed, aangezien de Amerikanen ons niets meer
gestuurd hebben.23 Mijn boeken hebben groot succes en ik wordt nu gerespecteerd
en serieus genomen.
Aragosja is helemaal beroemd geworden, in deze jaren heeft hij twee romans
gepubliceerd en meerdere poëziebundels (zowel legaal als ondergronds).
Verzetshelden worden zeer gerespecteerd en zijn heel geliefd, hij wordt hier en
elders door het publiek onthaald, zoals dat vroeger bij Volodja het geval was.
Hij schrijft steeds beter. […]
Dit was dan onze korte biografie. Maar jij schrijft niets over jezelf, waar
was je na de evacuatie en wie leeft er nog van onze vrienden en bekenden. Ik
heb zo aan jullie gedacht en zo gehuild […]
Zonder mama is het droevig om te leven, ik ben me nu pas ervan bewust
dat ik ook een beetje voor haar leefde: als er iets naars gebeurde dan dacht ik
bij mezelf, gelukkig dat mama het niet weet, en als er iets leuks was, dacht ik,
mama kan tevreden zijn! […]
Ik kus je, kus je, kus je,
Elja
Sorry, maar ik ben het verleerd om Russisch te spreken en te schrijven, blijkbaar
kun je in negen jaar zelfs je moedertaal vergeten! Lilitsjka, jouw suggesties
voor mijn roman zijn echt fantastisch! Ik weet niet of ik nu moet lachen of
me beledigd moet voelen!
Lieve Lilja, (in het Frans)
Ik omhels jullie allemaal heel stevig. Het was erg moeilijk om zo lang van enig
nieuws verstoken te zijn. Jullie weten natuurlijk dat ons hart altijd bij jullie is
gebleven.
Louis
* * *
4 maart 1945
Mijn allerliefste Lili, gisteren ontving ik jouw telegram over het overlijdenvan
Osja.24 Ik kan je onmogelijk troosten, maar ik heb dat kwellende gevoel van
hulpeloosheid omdat we zover weg van elkaar wonen. Hoeveel verdriet hebben
we al die jaren niet gehad, en altijd gescheiden van elkaar. Na de dood van
mama, noch na die van Osja heb ik een traan gelaten, ik ben het huilen verleerd,
het was allemaal zoveel. Om Osja heb ik me om de een of andere reden nooit
zorgen gemaakt, hij leek mij een rots als het land of de stad waarin jij woont.
Hoe gaat het nu met jou zonder hem? […]
Via de redactie heb ik je gisteren een telegram gestuurd. Het is niet toegestaan
om persoonlijke telegrammen te sturen, daarom heb ik hem geplakt
in een andere tekst, die om je de waarheid te zeggen voor dit doel geschreven
was. Ik vertel je dit opdat je niet verbaasd bent als je de woorden die voor jou
bestemd zijn een beetje en passant in de tekst vindt.
Twee weken geleden heb ik je een lange brief gestuurd via het Ministerie
van Buitenlandse Zaken, heb je die gekregen? Ik zal je iedere keer schrijven
zodra de gelegenheid zich voordoet.
Aragosja is gisteren naar Londen gevlogen voor lezingen en dergelijke. Hij
zal daar een week doorbrengen. Het is vreemd als hij er niet is, maar ik ben erg
moe en heb geen zin om zomaar wat te kletsen, als het nu nog voor het werk is,
dan prima, maar zomaar, dat is de moeite niet waard.
Elza
Louis Aragon en Elsa Triolet
In de nu volgende brieven uit 1956 gaan de
zussen niet in op de grote veranderingen die
hebben plaats gevonden, de dood van Stalin,
Chroesjtjovs geheime rede op 25 februari op
het twintigste partijcongres, de destalinisatie,
dit alles komt niet aan de orde. Zij hebben
elkaar wel een paar keer in deze periode
in Moskou ontmoet en het is duidelijk dat
ze in hun brieven niets over politiek durven
te schrijven. Deze brieven geven echter wel
een inzicht in hun werkzame leven, waarin
Majakovski nog steeds een grote rol speelt,
maar waar ook allerlei andere werkzaamheden
spelen. Beide zussen waren ongelofelijk
druk, Elza vertaalde veel uit het Russisch in
het Frans, onder andere een anthologie van
Russische poëzie, maar ook van het Frans
naar het Russisch, zoals Célines Reis naar
het eind van de nacht, schreef haar romans en
artikelen voor diverse tijdschriften. Lilja onderhield
een enorm netwerk van kunstenaars
en dichters, was altijd op de hoogte van de
nieuwste werken, theatervoorstellingen, films,
en berichtte hierover aan Elza. Zij en Vasili
Katanjan waren ook nog steeds bezig met het
werk van Majakovski. Beide zusters houden
elkaar steeds op de hoogte van de nieuwste
culturele ontwikkelingen.
* * *
1 maart 1956
Lieve Lilja,
Ik wilde juist lekker met je aan de telefoon kletsen, toen ze ons hebben afgekapt,
blijkbaar heeft iemand besloten dat het genoeg was! Mijn lieve Lilja
herlees je en corrigeer je echt de proefdrukken? Maar dat is gevangeniswerk!
Laten ze het zelf maar doen!
Een cosy corner is een hoekbank met boekenrekjes en kleine armleuningen,
het staat voor gebrek aan smaak en is ordinair…
Je bent boos op me, Lilja en vindt me een pietje precies. Dat is waar, dat
was ik, en ik ben er trots op. Maar nu ben ik uitgeput en zonder enige energie,
zowel mentaal als fysiek en van alles en nog wat. Ik ben compleet van de kaart,
ik ontvlucht gezelschap, kan geen balans vinden en voel me zelfs zwakker dan
in totale eenzaamheid. Als er een lekenklooster bestond zou ik daarheen rennen
om me helemaal te laten gaan, dat is het enige waartoe ik in staat ben. Op
dit moment van vrijwillige opsluiting, probeer ik niet helemaal te ontsporen
en schrijf ik mijn roman zoals anderen hun tijd verdoen met drinken. Zal het
iets opleveren of niet? Als ik mijn tijd maar doorkom. Zou het Aragosja bevallen?
Alles wat ik schrijf bevalt hem, maar omdat hij mijn man is, kan hij niet
objectief zijn.
Hoe is het met je gezondheid?
Kus, kus… Elza
* * *
9 maart 1956
[…] Rita heeft me gezegd dat jouw boek aan het eind van deze maand uitkomt.
Dezer dagen is de tentoonstelling over Tysjler in Leningrad geopend en in
Moskou een over decorontwerpers in het theater. Als Aragosja zich nog dat album
over Tysjler herinnert, deze heeft gevraagd om dat niet op te nemen zoals
het is, want nu kan hij iets veel interessanters maken.
Ik voel me opnieuw beter, maar ik ga nog steeds niet naar buiten. Hoewel
ik daar wel zin in heb, bij Ochlopkov laten ze De wandluis zien (slecht, zegt
men!); in het Theater Satire loopt Sartre (goed, zegt men!); morgen vindt de
honderdste opvoering van De wandluis plaats. Ik heb zin om dat alles te gaan
zien, maar ik moet er me echt bij de haren heen slepen, ik heb geen enkele
kracht… Maar ik wil niet dat je je zorgen om mij maakt (ik klaag gewoon een beetje), de dokter zegt dat het niet catastrofaal is, het is de tijd, de leeftijd…
Ik wacht op je brief. Vasja omhelst jullie stevig, stevig.
Waarom stuur je me de foto’s van Volodja’s brieven niet? Gisteren was er
een reünie bij Het literair erfdeel, ze oefenen nogal wat druk op ons uit.
Ik neem jullie in mijn armen en omhels jullie vol liefde.
Lilja
* * *
10 maart 1956
Mijn lieve Elza, ik heb je gisteren geschreven en vandaag ontvang ik de foto’s
van de brieven en jouw brief van de negenentwintigste.
Wat doen we met de brieven van Gorki? Aan het Gorki Museum geven?
Schrijf het me.
Ik hoop dat je me al het voorwoord met de correcties gestuurd hebt. Vasja
is op dit moment in het Theater Satire voor de opvoering van Nekrasov. Als
hij terug is zal ik je zeggen hoe hij het vond, ondertussen een kus voor jullie,
Aragosja en jou.
De foto’s van jou bij de Molen zijn prachtig. Vooral diegene waarop je je
naar het water buigt. Hoe is het met je gebroken arm? Doet het geen pijn?
Ik omhels je,
Lilja
Vasja is terug van het theater. Hij zegt dat het geweldig was, beter dan in Parijs.
Wij kussen jullie nogmaals, duizend maal, Lilja
* * *
12 maart 1956
Mijn lieve Liljitsjka, toen Nadja mijn onrust zag, heeft ze jou gebeld en vandaag
ontvang ik je brief waarin je me schrijft dat je naar een balletuitvoering was… Nadja zegt dat je beloofde om woensdag te bellen, voor alle zekerheid,
als het onverwacht niet doorgaat, ‘schrijf ik je een brief’…
Lilja, Zilberstein heeft me namens Literaturnoe nasledstvo (Literair erfdeel)
geschreven met het verzoek om mijn herinneringen aan Majakovski te
schrijven. Ik doe dat… ik heb dat niet eerder willen doen, omdat mijn boek in
het Frans me stoorde – uiteindelijk heb ik dat uit mijn hoofd gezet en schrijf ik
nu alsof het niet bestaat – zonder twijfel zal het me met onbetekenende varianten
hetzelfde vergaan. Vasja’s Kroniek is heel nuttig voor me, anders zou ik alle
verblijven van Majakovski hier in Parijs allemaal door elkaar halen, die toen hij
beroofd is en die toen hij die wereldreis maakte et cetera…
Ik ben er zeker van dat de geschiedenis van Daarover geschreven moet worden…
Ik heb de eerste edities van Volodja’s boeken, die met die oranje kaft,
doorgenomen, maar hier zijn geen enkele interessante opdrachten te vinden,
steeds in de trant van ‘Voor mijn lieve en charmante Elitsjka, de haar toegenegen
VV (bij Een wolk in broek); ‘Aan de lieve beminde Elika – oom Volodja’
(bij Mens); bij Eenvoudig als geloei (1916) staat ‘Voor Elenka, het grijze biggetje,
oom Volodja’, en dergelijke.
Lilitsjka, ik werk me een slag in de rondte… en godzijdank. Voor Théatre
schrijf ik nu niet, ze hebben me helemaal van mijn stuk gebracht. En dan nog
die herinneringen en artikelen voor Lettres Françaises, (trouwens, mijn artikel
over Sjolochov heeft hier heel wat opschudding veroorzaakt), et cetera. Om
nog tijd over te houden voor mijn roman moet je veel energie en een vaste wil
hebben… maar op dit punt ben ik heel gespannen geworden en heb alles laten
vallen, ik moet me weer snel hernemen.
Ik wil nog niet echt iets zeggen over de mogelijkheden om elkaar weer
te zien, hier of bij jullie, want niets is nog zeker. Ik heb mijn gedachten laten
gaan over een datsja in de buurt van Moskou, in juni of juli voor ongeveer drie
weken…. Wat denken jullie daarvan? Jullie kunnen ook hier komen, laten we
zeggen in de herfst, voor het theaterseizoen? Maar dit hangt allemaal af van
onze boeken, van jullie en van de toneelstukken, et cetera. En dan hebben we
het nog niet eens over onze gezondheid…
Ik zou kunnen komen om even een wat rustiger leven te leiden en te werken.
Schrijf hoe dit voor jullie eruit ziet, waar jullie zin in hebben en wat mogelijk
is. Aragosja past zich aan, maar vindt het niet leuk om de Molen te verlaten.
Dank voor de kaviaar, de boeken en de postzegels. […]
Ik kus Vasja en jou een miljoen keer en meer,
Elza
De zusjes op oudere leeftijd
De laatste brieven zijn in 1970 geschreven. Elza
had al sinds 1967 hartproblemen die steeds erger
werden. Blijkbaar hebben Lilja en Katanjan
geprobeerd om haar nog op te zoeken, deze pogingen
zijn op niets uitgelopen, de twee zusters
hebben elkaar niet meer mogen ontmoeten.
* * *
2 juni 1970 (Peredelkino)
Elik, Aragosja, lieve lieverds!
Bedankt voor de poging om iets bij de ambassadeur gedaan te krijgen. (Laten
we er maar het beste van hopen!) Ik heb alles gedaan wat van mij afhing. Nu
moeten we de oproep van de vreemdelingendienst afwachten.
Bedankt, mijn Elik, voor de overhemdblouses (ik heb er nu een aan), alleen
de
mouwen zijn te lang. Ina komt ze vandaag inkorten, tot dan rol ik ze even
op. De pantalons zijn niet te klein, zelfs niet na het wassen, ze zijn zelfs wat
ruimer geworden, helemaal goed.
Nika was hier gisteren met Lvova. Hij komt een dezer dagen ontbijten.
Voor jullie heb ik al een pond kaviaar. Dat zit nu in Lvova’s koelkast. […]
Vraag nummer 1. Schrijf me in detail over Polina. Wat is dat voor een operatie?
Wat heeft ze aan haar hart? En kus beiden van mij. Wat zijn dat voor
‘tranquilizers’? Een soort narcotica? Andrej heeft Tsjoeladze niet gezien, omdat
hij maar een dag in Tbilisi was, hij heeft hem wel gezocht, maar niet getroffen.
Hij (Tsjoeladze) was erg aangeslagen: na de verrukking kwam de melancholie
opzetten, hij ziet bijna niemand. Maar Androesja heeft ons nieuwe en
heel mooie gedichten voorgelezen.
Het stuk voor de televisie is op sterven na dood. Er is iets dat Vasja tegenwerkt
en wat hij ook voorstelt, het past steeds zogenaamd niet. Het is duidelijk
dat iemand hier de hand in heeft. Ik heb nog een beetje geld van Anna.
Ondertussen zullen we verkopen wat we niet nodig hebben zodat we niet zonder
geld komen te zitten. Maar we verliezen de moed niet: we hebben geen
kleine kinderen en als het nodig is, maken we niet alleen wat we niet nodig
hebben te gelde, maar ook datgene wat ons lief is, zoals de botervloten en de
Pirosmani.
Interesseert het je om de brieven van Vasja te lezen?
Hier is het prachtig. De nachtegalen zingen zonder pauze uit volle borst. Er
was er een in onze tuin, maar de laatste dagen, Joost mag weten waarom, zijn
ze stil. […]
Hebben jullie in het derde nummer van Novyj mir de roman Slachthuis nr.
5 of De kruistocht van de kinderen van Vonnegut gelezen (in de vertaling van
Rita)? Lees het, het is erg goed! Het einde verschijnt in het vierde nummer,
maar Rita heeft ons al de drukproeven gegeven. De confiture uit Sakura [Vetka
Sakury] van Ovtsjinnikov over Japan, is ook interessant. Alleen afschuwelijk
lang!
Voor twee(!) roebel heeft de neef van Vasja voor ons een schommel op de
rommelmarkt gekocht. Precies zo een die wij vroeger in onze jeugd hadden. Al
het touw was losgegaan, zowel van de zitting als de rugleuning, maar deze zelfde
neef, Grisja, heeft in plaats van het touw een draad gevlochten van vis-lijn.
Het is leuk en elastisch, en als ik niet lig of wandel ga ik hier zitten lezen. […]
Wanneer komt Matisse van Aragon uit? Krijgen we die? De hoofstukken
die in de Lettres verschenen zijn buitengewoon goed!
In Donetsk in Oekraïne is een Majakovskimuseum opgezet in het Cultuurhuis.
Twee jonge knullen, ondergrondse mijnwerkers, zijn hier gekomen
met hun bandrecorder om ons te zien, en om met ons te overleggen. Het doet
je hart goed om zulke mensen te zien! Zij zijn zo leuk! Ze vertelden ons dat
Ljoedmila zei dat het museum in de Gendrikovstraat met de grond gelijk moet
worden gemaakt! Ze heeft ze niet allemaal meer op een rijtje, dat oude wijf!
Vraag nummer drie. En jij, mijn Elja, schrijf je iets?
Dank voor de foto, Vasja heeft hem al tegen de leuning van de trap geplakt.
Wat zijn dat voor bloemen die je daar ziet? En wat een mooie vaas! En dat
bandje om je pols, Elza, wat is dat?
Ik ga alle dagen schrijven totdat Nika weggaat. Het klopt dat we morgen
naar de stad gaan om de film over Koelesjov, Het effect Koelesjov, te zien. Ze
zeggen en schrijven dat hij heel interessant is. Sjoera is met haar poedels bij
ons gekomen. In juli wordt zij geopereerd aan staar. Ze houdt zich opmerkelijk
goed en haar vrienden en leerlingen laten haar niet alleen.
Weten jullie dat Vera Michajlovna aan een hersenbloeding is gestorven?
Het medicijn dat Nika voor haar had meegenomen heeft niet gewerkt. Het klopt
dat het niet tegen een hersenbloeding was, maar tegen een klaplong. Wat verdrietig!
Ze is overleden op de dag dat zij haar boek met haar memoires had
voltooid. Nou ja, het is niet zo dat ze precies op die dag is overleden, maar die
hersenbloeding was wel op die dag, ze is later in het ziekenhuis overleden.
Ik omhels jullie…
* * *
4 juni
Gisteren waren we in de stad. Voor van alles en nog wat en we hebben de film,
Het effect Koelesjov, in het filminstituut gezien. Het is een ontroerend gezicht:
een heel jonge Koelesjov als acteur in een film van Chanzjonkov en Koelesjov
aan het begin van hun passie en gezamenlijke werk, Koelesjov en de motor…
Fragmenten van zijn films en hij zelf zijn bijna steeds op het witte doek te
zien. En hij wordt steeds ouder en ouder. Die walgelijke Sjklovski is er ook,
en gros plan, hij zegt weinig interessants, bovendien haalt hij alles gruwelijk
door elkaar. Wat moeten we ondernemen om de film ook aan jullie videotheek
te schenken? Ga eens te rade bij Langlois en Mary. Wij zullen ook even nadenken.
Laten we proberen te bellen. […]
Het is heet! Vanaf de vroege ochtend is het hier 28 graden De sering gaat
het niet halen. De nachtegalen zijn stil.
* * *
5 juni
Godzijdank is het vandaag niet zo benauwd. De wei voor het huis is bedekt met
veelkleurige lupines. Gisteravond waren de Ploetsjeks bij ons. Met zijn laatste opvoering heeft hij het recht verdiend om
De revizor op te voeren. Hij zegt dat
hij bezig is om erover na te denken. Chlestakov, de burgemeester en Osip zijn
eersteklas acteurs. En gisteren hadden we Boeritsj overdag bij ons, een heel
goede dichter. Vraag Robel over hem. Hij heeft hem, naar het schijnt, vertaald.
Hij is de laatste echtgenoot van Moeza Pavlova. Zij schrijft kleine stukjes voor
het markttheater, heel amusant. Zij worden zo een beetje overal opgevoerd in
revues en in studententheaters.
Vasja en Lvoski maken een scenario voor kinderen naar het verhaal
Roodkapje van Jevgeni Sjvarts. Lvovski heeft een contract met Mosfilm getekend en
aan Vasja voorgesteld om dit samen te doen. Lvovski […] is een van de redacteurs
van de productiegroep Joenost bij Mosfilm en hij heeft het scenario over
Tsjernysjevski herzien. Daar zijn Vasja en hij bevriend geworden. Net als Vasja
is hij gek op alles wat met techniek te maken heeft, zij zijn onafscheidelijk.
Vanavond gaan we naar het [Film] huis om een serie met twee afleveringen te
zien. Indiaas! De film heet
Goedendag liefde. We gaan aan de zijkant zitten,
dan kunnen we er tussenuit knijpen. Vorige vrijdag zagen we
De zwarte tulp naar Dumas, met Delon en Lisi. Een serie. We hebben hem uitgekeken en niet
zonder genoegen.
* * *
6 juni 1970
Het is nu half twaalf. Nika en Lvova komen voor de lunch om twee uur. We
zullen hen verrassen met jouw voedselpakket…
Gisteren zijn we weggelopen van
Goedendag liefde zonder zelfs maar het
einde van de eerste episode af te wachten. We gaan met Tamara en haar kleinzoon
Petja (de zoon van Misja, en kleinzoon van Babel) naar de film, een leuke
jongen van dertien jaar. We zijn bevriend geraakt en ik speel soms mahjong met
hem en dan is hij tevreden.
Nou, dat is alles.
Ik kus je duizend maal en geef mijn pen door aan Vasja
Jullie Lilja, tot de dood ons scheidt.
* * *
4-6 juni 1970(brief van Elza aan Lilja)
Mijn lieve mensen, er valt eigenlijk niets te schrijven. Barooshian heeft het
boek ontvangen. Hij schrijft dat hij begin maart twee (van de drie) delen van
Chlebnikov heeft gestuurd, inclusief
De Programma’s en
Manifesten van de
Russische futuristen en heel onlangs nog het boek
Mayakovsky van Herbert
Marshall. Hij is van plan om begin volgend jaar bij jullie langs te komen.
Omdat ik geen gesuikerde zuurtjes in huis heb, ik stuur jullie wat chocolade.
Wat betreft het verkeer is het een gekkenhuis in Parijs, je kunt nergens je
auto parkeren. Op onze Linkeroever is het wat rustiger en in de woning is het
zoals altijd stil.
Onlangs is mijn boek
De nachtegaal verschenen, ik stuur het jullie en Nina
Tsjerkasov, ik ben haar helemaal vergeten! Maar ik heb haar steeds al mijn boeken
gestuurd. Vandaag is Andrej Bjely uitgekomen in de vertaling van Arout
(in mijn ‘serie’), ze hebben beloofd het op te sturen, maar ik heb het nog niet
gezien. Ik vrees dat hij er met de pet naar gegooid heeft.
Ik heb Viktor maar een keer gezien, die reist echt overal heen… Ik vermijd
het om mensen op de lunch te vragen, dat vermoeit me echt te veel, daarom
komen de Chagalls nu thee drinken, dat is gemakkelijker en duurt niet zo lang.
Aragosja houdt zich zoals tevoren bezig met Matisse – hij zit er helemaal in en
sleept mij ook mee, het begin van het einde hiervan is duidelijk nog niet in zicht.
Het belangrijkste is de brief over jullie komst. We hebben de ambassade
gebeld om te zeggen dat er geen enkel probleem is (ik geloof dat ik jullie dit
al eerder heb geschreven), meteen daarna heeft Aragon de ambassadeur geschreven:
vanuit ons politbureau hebben ze gezegd dat ze geen moeilijkheden
willen. Wat betreft de Franse visa, schrijf wat ik moet doen (ik vergeet het keer
op keer), ik herinner me alleen dat er ruzies zijn geweest, het zal nu moeilijk
worden om ons een steuntje in de rug te geven. Hoe is jullie relatie met de
nieuwe ambassadeur? Er was ooit een tijd dat men jullie heel leuk vond, daar.
Het is vandaag vrijdag, Jean gaat woensdag weg – maar het is heerlijk dat
het weekend is! We zien hem misschien dinsdag.
Joeri Zjoekov heeft net gebeld!! Hij wilde jullie zien, maar aangezien we
naar de Molen gaan en hij donderdag vertrekt, is er weinig kans op een ontmoeting.
Ze hebben hem ook een bevestiging gegeven over jullie komst. Tegen
mij zijn ze altijd onbeschoft.
* * *
6 juni
Ik heb net jullie brieven gekregen. Wat treurig dat Violet Michajlovna er niet
meer is... ik ben erg verdrietig…
Dank voor de cadeaus!
Wij hebben Zjoekov niet gezien.
Het bandje om mijn pols is gewoon een horloge.
Daar is Jean… Bij ons was het ook een paradijs. Maar nu onweert het al
voor de tweede dag en ik heb last van mijn hart…
Twee exemplaren voor jullie, een gewone editie.
Ik omhels jullie een miljoen keer.
Elza
Lily Brik en Vasili Katanjan
Dit is de laatste brief die Elza aan Lilja
schreef, zij overleed in de Molen op 16 juni
1970 aan haar hart. Zij wilde niet langer als
een plantje leven en nam al een tijdje haar
medicijnen niet meer in. Lilja volgde haar
voorbeeld acht jaar later, toen zij haar heup
gebroken had en niet meer kon staan, nam ze
een overdosis medicijnen. Zij wilde Katanjan
die twintig jaar jonger was, niet tot last zijn.
Zij stierf op 4 augustus 1978 in Peredelkino.
Tot op het laatst namen beide zussen hun leven
in eigen hand.
1 Sjklovski droeg zijn roman in brieven, Zoo
of Brieven niet over de liefde, die in 1923 in
Berlijn verscheen, op aan Elza; de fictieve geliefde
is ook op Elza gebaseerd.
2 Het Russisch kent veel diminutieven van eigennamen,
ik heb deze meestal onvertaald gelaten,
omdat er eigenlijk maar één goed Nederlands
equivalent bestaat: Liljaatje, wat in dit geval
nogal flauw klinkt. In de brieven zien we ook
dat Aragon nooit met de voornaam (Louis)
maar altijd met de achternaam wordt genoemd,
deze wordt vervolgens wel gebruikt alsof het
om een voornaam gaat: Aragosja, Aragontsjik,
et cetera.
3 Roman Jakobson.
4 Ilja Erenburg, schrijver en journalist.
5 André Breton schreef in 1930: ‘La barque de l’amour s’est brisée contre la vie courante’
(Le Surréalisme en service de la révolution).
6 Om naar Rusland af te reizen. Uiteindelijk zouden zij pas in de herfst naar Moskou
komen.
7 Zijn moeder en twee zusters.
8 Lilja en Majakovski stuurden Elza regelmatig geld, dit zou na Majakovski’s dood
dus niet veranderen.
9 Aleksander Nikolajevitsj Tichonov was schrijver en uitgever en werkte nauw
samen met Maksim Gorki, die Elza gestimuleerd had om te gaan schrijven.
Waarschijnlijk wil Lilja haar zo overtuigen dat ze een goed onderwerp te pakken
had.
10 Veronika, actrice. Zij heeft Majakovski vlak voor zijn dood gezien en het schot
gehoord, Majakovski had een verhouding met haar. Polonskaja was ook de hoofdrolspeelster
in Lilja’s film Het oog van glas.
11 Roman van Elza die in 1928 in Moskou was uitgegeven.
12 Van Majakovski.
13 Primakov reisde voor zijn werk vaak in de Kaukasus, Lilja ging met hem mee,
soms reisde ook Osip mee.
14 Elza maakte in deze periode van armoede kettingen, die Aragon aan couture-huizen
verkocht.
15 Boos, omdat de Briks er niet waren toen Majakovski zelfmoord pleegde.
16 Een koosnaam voor Vitali Primakov, die deze uitdrukking (‘Als het Allah behaagt’)
te pas en te onpas gebruikte.
17 Lilja schreef toen aan haar memoires, zij verbrandde deze uit voorzorg na de arrestatie
van Primakov.
18 Lilja refereert hier aan het feit dat Aragon (tijdelijk) uit de partij gezet was, het is een
van de weinige passages waarin ze heel stellig haar mening geeft. De reden is dat ze
als geen ander besefte hoe waardevol het contact met Aragon was, juist omdat hij
partijlid was.
19 De eerste uitgave van Majakovski’s verzameld werk stond onder leiding van Lilja en
werd in de jaren 1934-1938 gepubliceerd in dertien delen.
20 Twee gedichtenbundels van Aragon.
21 Jean-Richard Bloch, criticus en schrijver.
22 Voor het verzet.
23 Voor vertalingen van haar andere boeken.
24 Osip Brik was op 22 februari 1945 onverwacht aan een hartaanval overleden.