<       TSL 61 – REDACTIONEEL       >


tsl61vk

We openen dit nummer met een lang en indrukwekkend gedicht van de Poolse dichter en Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz (1911-2004), wiens honderdjarige geboortedag vorig jaar op veel plaatsen in de wereld werd herdacht. Van dit gedicht, Van zonsopgang tot zonsondergang, maakte Arent van Nieukerken een fraaie vertaling.

De grote Russische klassieke schrijvers Dostojevski en Tolstoj blijven boeien en de aandacht vragen. Wat Dostojevski betreft worden dit keer de vele duivels die in zijn romans optreden onder de loep genomen, bij Tolstoj komt het typisch Russische begrip van de joerodivy, de heilige dwaas, aan de orde.

Niet minder interessant dan de klassieke Russische literatuur is die van de avant-garde en neoavant-garde. Een centrale figuur van de Russische neoavant-garde is de tegenwoordig in de Duitse stad Kiel woonachtige Ry Nikonova, dichteres, beeldend kunstenaar, producent van zelfgemaakte boeken en performer. We presenteren hier een aantal van haar vaak ultrakorte toneelstukken.

In de hedendaagse Tsjechische literatuur spelen schrijfsters een belangrijke rol. In dit nummer worden er drie besproken. Tevens is er een verhaal van Zdenĕk Grmolec. Twee bekende Tsjechische schrijvers, Václav Havel en Josef Škvorecký zijn onlangs overleden. Van hen publiceren we korte necrologieën.

 

April 2012



<       TSL 61       >