< TSL 62 – REDACTIONEEL >
We beginnen dit nummer met een nog niet eerder vertaald toneelstuk
van Nikolaj Gogol. Het is altijd weer verrassend als van een belangrijk
auteur, van wie schijnbaar al het belangrijke werk is vertaald, toch weer
een ‘onbekende’ tekst opduikt. Onbekend, omdat die door eerdere vertalers
niet de moeite waard werd geacht en zelfs niet werd opgenomen
in het zogenaamde ‘verzameld werk’. Dat een dergelijke kortzichtigheid
vaak onterecht is bewijst Teatralny razjezd. Posle predstavlenija novoj
komedii (Bij het verlaten van het theater na de opvoering van een nieuwe
komedie), een stuk dat Gogol schreef in 1842 als reactie op de – zeer
gemengde – ontvangst door het publiek van zijn beroemde komedie De
revisor. Teatralny razjezd is weliswaar geen tweede Revisor, ook niet erg
geschikt om te worden opgevoerd, maar wel vermakelijk om te lezen.
Niet erg bekend bij ons, en eveneens ten onrechte, is de humoristischsatirische
schrijver Arkadi Avertsjenko (1881-1925), die in de tsaristische
tijd in zijn blad Satirikon met alles de spot dreef waarmee maar de
spot te drijven viel, maar toen hij daar in de Sovjettijd mee doorging
– Lenin cum suis waren not amused – al snel het veld moest ruimen.
De Russische literatuur is tevens vertegenwoordigd door de al wat
oudere dichteres Lidia Jotkovskaja, een bekend vertaalster van Engelse
poëzie, maar ook zelf een dichter van allure. Beroemder dan zij zijn de
Tsjechische dichter uit de romantiek Karel Jaromir Erben, met zijn kleine,
maar uit de Tsjechische literatuur niet weg te denken bundel Kytice, en
de Poolse dichteres Wisława Szymborska. De laatste, Nobelprijswinnaar
en bijna integraal in het Nederlands vertaald, is dit jaar overleden. Reden
genoeg voor een in memoriam met enkele van haar recente gedichten.
Oktober 2012