< TSL 30 – REDACTIONEEL >
In een groot deel van dit nummer gaan we terug naar de negentiende eeuw en wel
naar de periode van de Romantiek. Voor veel Slavische literaturen geldt dat juist
deze periode zeer belangrijke schrijvers en dichters heeft opgeleverd. In Rusland
hebben we naast Poesjkin, Michail Lermontov, in Polen de nationale dichter Adam
Mickiewicz, in Tsjechië Karel Hynek Mácha. Behalve voor deze grote dichters is
er ook aandacht voor mindere goden uit die tijd en voor meer algemene problemen
die hun wortels hebben in de Romantiek.
Tom Eekman, die vaker aan TSL heeft meegewerkt, publiceert weer een gedeelte
van zijn - bijna voltooide-vertaling van Mickiewicz' Pan Tadeusz. Hij verschijnt
echter ook in een andere gedaante: als geïnterviewde vertelt hij zijn levensloop en
carrière als slavist aan Cees Willemsen.
Petra Couvée is gegrepen door Boris Pasternak en heeft de plaats bezocht waar
de auteur van Dokter Zjivago in zijn jeugd filosofie heeft gestudeerd: de Duitse universiteitsstad
Marburg. Voor Hans Boland doen de verhalen over de kampen van
Stalin van Varlam Sjalamov het werk van Solzjenitsyn erover verbleken.
Tot slot weer enkele besprekingen van recent verschenen vertalingen uit de
Slavische literaturen.
November/December 2001
< TSL 30 >