Otto Boele


Sanin, een held voor de toekomst





Michail Artsybasjev. Bron

'[De vereniging] "Darefa" omgeeft haar bijeenkomsten, begrijpelijkerwijs, met de grootste geheimzinnigheid. "Hij die hier naar binnen gaat, keert niet terug" luidt het opschrift op de deur van het appartement. Desalniettemin is bekend, dat alle bijeenkomsten volgens één en hetzelfde programma verlopen: eerst bedrinkt men zich, daarop volgt de "vrije liefde". Het allervreselijkste en schandaligste in de platte activiteiten van "Darefa" is wel gelegen in het feit dat de leden zich niet tevreden stellen met hun eigen val, maar op grote schaal propaganda voeren onder hun studerende kameraden en fanatiek nieuwe aanhangers proberen te werven. Ook meisjes voeren propaganda en houden zich met ledenwerving bezig'.1

Dit soort berichten verscheen vrij regelmatig in de Russische pers tussen 1906 en 1912. Men maakte zich in Rusland blijkbaar grote zorgen. Wat was er aan de hand?

De revolutie van 1905 was mislukt. Volgens de linkse pers en later ook de marxistische historici was de teleurstelling hierover zo groot, dat de intelligentsia ineens haar belangstelling voor maatschappelijke. problemen verloor. Revolutie, socialisme, de strijd tegen de autocratie, het hoefde allemaal niet meer zo nodig. In plaats van zich op te offeren voor het volk, zoals de populisten in de jaren zeventig nog hadden gedaan, streefden de intellectuelen nu egoïstisch hun eigen genot na. Dronkenschap en sexuele losbandigheid zouden schering en inslag zijn.

Deze opvatting is natuurlijk zeer eenzijdig en doet de ongelofelijke rijkdom van het culturele leven uit dit tijd absoluut geen recht, maar door de jaren heen is het beeld van de periode 1907- 1917 als van een tijd van onderdrukking, pessimisme en achteruitgang, min of meer gehandhaafd.

Gorki zou in 1934 dit decennium zelfs het meest schaamteloze in de geschiedenis van de Russische intelligentsia noemen.

Een schrijver die in dit verband altijd wordt genoemd en door sommige van zijn tijdgenoten zelfs ten dele verantwoordelijk werd gesteld voor het zedelijk verval, is Michail Petrovitsj Artsybasjev (1878-1927). Het is niet gemakkelijk omin de Russische literatuurgeschiedenis een tweede auteur aan te wijzen die er zo van langs heeft gekregen in de pers en tegelijkertijd over verkoopcijfers niet te klagen had. Tussen 1907 en 1912 werd Artsybasjev verscheidene malen voor het gerecht gedaagd en in 1910 dreigde de Kerk zelfs de banvloek over hem uit te spreken. Wat had deze Artsybasjev precies op zijn geweten? Hoe had hij de jeugd zover gekregen dat deze zich verenigde in clubs als 'Bier en Vrijheid' en 'Liga voor de Vrije Liefde'?

Tot 1907 verliep Artsybasjevs carrière vrij rustig. Al op zestienjarige leeftijd publiceerde hij in provinciale blaadjes en in 1901 werd zijn eerste volwassen verhaal 'Pasja Toemanov' door het respectabele tijdschrift Roesskoje Bogatstvo geaccepteerd. De censuur zag er echter een aanval op het Russische onderwijssysteem in en verbood aet (scholier lijdt aan examenvrees, schiet zijn leraar dood als hij inderdaad een examen niet haalt). Ander werk mag wel verschijnen en 'De dood van Lande', volgens Artsybasjev zelf het beste wat hij ooit geschreven heeft, betekent in 1904 zijn doorbraak.

Tegen 1906 heeft hij een redelijke reputatie opgebouwd. Soms krijgt hij goede kritieken, soms wat mindere, af en toe is hij aardig op dreef, maar hij slaat de plank ook wel eens mis. Kortom, een verdienstelijk schrijver.





Michail Artsybasjev. Bron

In zijn vroege werk wordt al gauw duidelijk dat Artsybasjev is geobsedeerd door de dood: er wordt gemoord, er wordt verkracht, de een is ongeneeslijk ziek, de ander pleegt zelfmoord en zelfs de gezonde personages sidderen bij de gedachte dat ook zij eens moeten sterven. Door zijn naturalistische beschrijvingen wordt Artsybasjev wel in de neo-realistische hoek geplaatst en inderdaad doet zijn werk aan dat van Gorki, Koeprin, Boenin en Andrejev denken, maar waar met name de laatste suggereert, ontdekt en vragen stelt, heeft Artsybasjev, zo krijg je het idee, zijn antwoorden allang klaar. Toegepast op zijn werk is het banale 'Wat heeft de schrijver willen zeggen?' ineens weer een normale, intelligente vraag. Misschien dat Tolstoj juist om de moralistische toon en de nadrukkelijke aanwezigheid van een 'idee' in Artsybasjevs werk een zwak had voor bepaalde verhalen. Met name 'Bloed' (1903), dat gaat over het plezier dat drie vrienden aan de jacht beleven, sloeg hij hoog aan.

Dan, in 1907, publiceert het tijdschrift Sovremenny mir Artsybasjevs eerste echte roman, 'Sanin'. Het is de aanleiding voor een moralistische discussie die vier jaar lang in de pers zal worden gevoerd. De hoofdpersoon, Vladimir Sanin, is een knappe, zelfverzekerde jongeman die naar zijn geboorteplaats ergens in de provincie terugkeert. Alhoewel hij niet erg actief is in het propageren van zijn denkbeelden en over het algemeen een afwachtende houding aanneemt, heeft zijn verschijning voor sommige personages noodlottige gevolgen. Sanin confronteert hen met een verbijsterende moraal: werken aan een betere toekomst, je opofferen voor het heil van de mensheid, dat is allemaal maar onzin. De mens dient zijn eigen natuurlijke verlangens te bevredigen; doet hij dat niet dan sterven zijn verlangens en tenslotte sterft hij zelf. De kritiek heeft er altijd de nadruk op gelegd dat dit voor Sanin betekent: veel drinken (alhoewel hij nooit dronken is) en vrouwen versieren. Dat hij evenveel plezier beleeft aan een zwempartij of een boswandeling en dus beschikt over het benijdenswaardige vermogen werkelijk van het leven te genieten, is daarbij over het hoofd gezien. Sanin eist niets van het leven en ontvangt daarom des te meer.

Naarmate het verhaal zich ontwikkelt, suggereert Artsybasjev steeds nadrukkelijker dat Sanin wel eens gelijk zou kunnen hebben met zijn egoïstische filosofie. Voor het 'joodje' ('jevrejtsjik') Solovejtsjik is het ontbreken van een hogere zin in het leven zo iets vreselijks, dat hij er na een gesprek met Sanin een eind aan maakt. Lidia, Sanins zuster en de onderwijzeres Karsavina, grootgebracht met het ideaal van kuisheid en eeuwige trouw, overwegen, als ze hiervan zijn afgeweken, eveneens zelfmoord.

Joeri Svarozjitsj, de revolutionair, de intellectueel die graag denkt dat niemand hem begrijpt, schiet zich uit wanhoop over de vergankelijkheid van het leven door het hoofd. Eigenlijk iedereen zoekt iets wat er niet is, verlangt naar iets dat niet bestaat en moet op die manier wel ongelukkig worden. In dit licht moet het citaat uit Prediker dat aan 'Sanin' voorafgaat worden gelezen: 'Alleen, zie toch: ik heb ontdekt, dat God de mensen recht gemaakt heeft, maar zij zoeken vele bedenkselen.3 (Het is interessant dat Artsybasjev zich als de enige vertegenwoordiger van het 'ecclesiastisme' beschouwde).

Sanin verzekert alle personages dat als ze blijven vasthouden aan een tegennatuurlijke moraal, het leven een kwelling voor hen wordt en het zinloos is die kwelling nog langer te rekken. Zelfmoord is dan inderdaad de beste oplossing. Aan het eind van de roman besluit Sanin zijn geboorteplaats weer te verlaten. Eigenlijk niemand heeft zijn boodschap begrepen. Hij trekt verder, vrij en onafhankelijk, een ten dode opgeschreven gemeenschap achter zich latend.

De kritiek reageerde furieus op 'Sanin'. Sommige passages bestempelde men ronduit als pornografie. Dat is voor ons misschien onbegrijpelijk, want behalve het frequente gebruik van het woord 'boezem' of 'borsten' ('grud') is de tekst niet echt aanstootgevend. Maar de Russische literatuur heeft nou eenmaal een vrij preutse traditie en bovendien verscheen 'Sanin' aan het begin van deze eeuw. Maar men nam vooral aanstoot aan de held zelf. Sanin, die zich afkeerde van het klassieke ideaal in de Russische literatuur, namelijk de dienstbaarheid aan de samenleving en een uiterst primitief hedonisme leek te huldigen, was ronduit immoreel. Nu was dat allemaal nog niet zo erg geweest als Artsybasjev zijn held aan het eind van van de roman tot inkeer had laten komen. Maar dat was niet gebeurd. Integendeel, Sanin komt steeds 'toevallig' in die situaties terecht, waar hij zich zo voordelig mogelijk kan manifesteren en waar we zijn waarheid bevestigd zien: of hij heeft het laatste woord in een discussie, of hij overwint zijn tegenstander met fysiek geweld. Het provocatieve element van 'Sanin' school dus hierin, dat de hoofdpersoon niet veranderde en zijn immorele filosofie niet werd gelogenstraft.

Tolstoj was na lezing van 'Sanin' diep geschokt: 'Alhoewel ik de auteur diep in mijn ziel zou willen beklagen, kan ik op geen enkele manier het lelijke gevoel onderdrukken, dat ik tegenover hem koester om het kwaad dat hij veelmensen heeft aangedaan.'3 En Artsybasjev was nog verder gegaan: hij had niet gewoon een egoïstische rokkenjager verheerlijkt, hij had hem zelfs een voorbeeldfunctie toegekend, hij had hem als een 'nieuwe mens' voorgesteld. In heel Europa, maar vooral in Rusland, heerste rond de eeuwwisseling de verwachting dat met het aanbreken van de twintigste eeuw er in de bestaande orde iets fundamenteels zou veranderen: volgens bepaalde christelijke kringen was het laatste oordeel nabij, de socialisten waren er zeker van dat de revolutie spoedig zou uitbreken. De geschiedenis naderde haar ontknoping. Ook 'Sanin' weerspiegelt die apocalyptische sfeer. Sanin, zo zal uit het vertaalde fragment blijken, onderscheidt drie fasen in de ontwikkeling van de mensheid: het stadium van de holenmens, het stadium waarin de mens zich bewust wordt van zichzelf, wat eerst leidt tot een overwaardering van het geestelijke en een onderwaardering van het lichamelijke. In het derde stadium, aan de vooravond waarvan men in de roman staat, zal de mens niet meer bang zijn van zijn eigen lichaam, maar zich ook niet aan barbarij overgeven. Het zal een tijd zijn, waarin 'geen plaats is voor beestachtigheid, noch voor ascetisme.'

Zoals alle overtuigingen van Sanin in de roman op hun deugdelijkheid worden getest en met glans voor dit examen slagen, zien we dat ook deze theorie klopt. Sanin zelf voldoet aan de beschrijving die hij van die nieuwe mens geeft, de revolutionair Joeri Svarozjitsj is in het tweede stadium blijven steken, Sanin noemt hem dan ook 'de laatste der Mohikanen', zijn tijd is voorbij. Voor de linkse kritiek die het natuurlijk niet leuk vond om te moeten lezen, dat haar idealen passé waren, stond derhalve vast, dat 'Sanin' het product was van de maatschappelijke misère en de politieke apathie die na 1905 zo nadrukkelijk aan het licht traden.

De ongunstige reputatie van 'Sanin is op den duur een eigen leven gaan leiden. Het boek wordt niet meer gelezen (nog los van het feit dat het verboden is in de Sovjetunie, maar termen als 'Saninstvo' (algehele losbanigheid, immoraliteit) en 'Artsibasjevsjtsjina' (de kortstondige stroming in de Russische literatuur van 'Saninachtige' romans) kom je nog overal tegen in de naslagwerken. Maar het is niet terecht, dat 'Sanin' is gestygmatiseerd als een 'verdorven werk van reactionaire krachten' die na 1905 vrij spel zouden hebben gekregen. Ten eerste had Artsybasjev de roman al in 1903 aan de redactie van Mir Bozji aangeboden. Koeprin was vóór publikatie, maar het manuscript werd afgewezen, omdat het volgens mederedactielid Bogdanovitsj niet aan de revolutionaire stemming van de samenleving beantwoordde. Ten tweede vormt 'Sanin' allerminst een breuk of een totale ommekeer in Artsybasjevs oeuvre. De sterke, egoistische levensgenieter versus de revolutionair die zich inzet voor het heil van het volk, is een tegenstelling die we ook in zijn vroege werk tegenkomen.

Ook Artsybasjevs gepreoccupeerdheid met de dood is in 'Sanin' duidelijk voelbaar. Dat komt niet alleen tot uitdrukking in het fatale einde van Joeri Svarozjitsj, maar ook in een enkele aanval van doodsangst die Sanin zelf te verwerken krijgt. Evenals de hoofdpersoon in het verhaal 'Vaandrig Golobov' (1902) slaat Sanin deze aanval af door een nog intensere levensvreugde aan de dag te leggen. Juist wanneer het leven absurd is, omdat ons allen uiteindelijk het totale Niets wacht, dienen we de zin van het leven in het leven zelf te zoeken. Ten derde zijn Sanin en zijn gedachten natuurlijk niet uit het totale niets komen vallen. Bazarov uit Toergenjevs Vaders en Zonen laat er al geen misverstand over bestaan, dat er 'geen principes, geen hogere waarden' in het leven zijn. Maar waar zijn houding nog vrij ambivalent is over de gevolgen die zo een constatering kan hebben ('Alles is geoorloofd'), leeft Sanin volstrekt conform zijn levensbeschouwing. Hierdoor is hij als romanpersonage minder aannemelijk dan Bazarov, maar de basis van hun filosofie is dezelfde.

Hoe dit ook zij, 'Sanin' werd gelezen en sprak het publiek dus aan. Maar ook hier moeten we een voorbehoud maken. Uit de kranten van die tijd wordt al gauw duidelijk, dat de disputen en jongeren die bijeenkwamen onder het motto 'Heeft Sanin gelijk?' en de auteur daar veroordeelden, ook werkelijk bestonden. De verslagen van deze bijeenkomsten komen van een daar aanwezige journalist. Dat er door heel Rusland een netwerk van ontuchtige verenigingen zou zijn opgezet, was echter niet meer dan een gerucht, dat bij nader onderzoek onjuist bleek te zijn. Mogelijk, dat er hier en daar een clubje actief was, maar of Artsybasjevs roman daarvoor de aanleiding heeft gevormd lijkt me zeer twijfelachtig.

Tussen 1907 en 1912 verschenen er meerdere romans met Saninachtige helden. Artsybasjev heeft zich nadrukkelijk van deze epigonen gedistantieerd, maar men heeft hem toch met zijn navolgers over één kam geschoren. Na het rumoerige succes van 'Sanin' verdween Artsybasjev langzaam naar de achtergrond. Hij publiceerde nog wel (o.a. de lijvige roman 'De zelfmoordclub', later omgedoopt in 'Bij de laatste grens'), maar de kritiek, die zich nu meer op de artistieke kant van zijn werk concentreerde, was negatief. Het blijft vreemd om te constateren dat Artsybasjev wel degelijk talent had (dit werd over het algemeen ook wel door zijn tijdgenoten erkend ), maar dat hij geslaagde passages afwisselde met al te evidente en paternalistische beschrijvingen van het gedrag van zijn personages: iemand wil iets, maar doet iets heel anders.

Direct na de Oktoberrevolutie emigreerde Artsybasjev naar Polen. Daar gaf hij het fel anti-bolsjewistische blad Za Svobodu uit. Hij stierf in 1927.






1 Birževye vedomosti, 30 april 1908.
2 Prediker7:29.
3 L.N.Tolstoj, Čto takoe iskusstvo? Moskva, 1985. blz. 475.





<

TSL 7

>