Sergej Birjoekov


Gedichten





Sergej Birjoekov (Tambov 1950) is een Russisch dichter en literatuurwetenschapper, en een bekend voordrachtskunstenaar van zijn eigen poëzie, waarin klankeffecten een grote rol spelen. Als literatuurwetenschapper is hij een uitstekend kenner van de Russische experimentele poëzie (van de avant-garde tot op heden), als dichter kan hij worden gezien als een vertegenwoordiger van de neo-avant-garde, die sterk beïnvloed is door het Russische futurisme (in het bijzonder Velimir Chlebnikov) en aanverwante stromingen, zoals Oberioe (Charms, Vvedenski). Birjoekov is in 1998 naar Duitsland geëmigreerd, werkt aan de Universiteit van Halle en treedt geregeld op op poëziefestivals overal in Europa. De hier vertaalde gedichten (de eerste dateren uit het begin van de jaren tachtig) zijn afkomstig uit de bundels Znak beskonetsjnosti (‘Teken van oneindigheid’, 1995), Jaja, Dada (2004, tweetalig: Russisch-Duits) en PoeƩiƩ Poèzis Poesis (2009).



DE HAAN

Pretentieus, met een lange veer,
Een fraaie haan.
Staat daar de boer met een bijl?
Hij wil je kop eraf slaan.

‘Heb ik niet gezongen, niet wakker gemaakt
door het raam,
blij met de zon?’
Bitter lachte de haan,
boog langzaam zijn kop
en sloot zijn ogen op het blok.

En de boer sloeg toe – heel bekwaam.

IN DE BIOSCOOP

De palm van mijn hand
legde ik
op jouw hand,
en voelde een vuur –
daar langs de lijn
van jouw hand
en langs de lijn
van mijn hand
snelde een kleine trein
groot genoeg echter
om het lawaai te horen,
zij die theedronken
en in hun snor bliezen
in de naburige huizen.

DE VLINDER

Stuifmeel vloog van de vleugel.
Vlinder, jouw treurig uiterlijk
Geeft geen hoop
Op betere tijden.

DE HARTSTOCHTEN BETEUGELEN

Daar zaten burgerheren
hun lepels in de glazen
te rouleren.
En op alles
hun aandacht te fixeren.
Boven de tafels
vloog een vlieg,
als een gezant uit hoger sferen.
De heren bleven maar oreren,
konden de steeds hogere prijzen niet waarderen.
De vlieg boven de tafel zoemde
over het andere, het niet benoemde.
Hier bracht een komma
de zin tot staan,
kwam op als een gouden maan
en plotseling dook
een lieve burgeres dronken op in de rook.
Hoe verbaasden zich de burgerheren
toen ze zich met hun spullen naar de uitgang moesten transporteren
Hier zagen ze dat de vlieg
in de thee was beland.
Een lange scheiding wachtte hen naderhand.

Daar zaten de burgerheren.

HET TEKEN VAN DE BIJ

goudachtig zjoezj-zjzj
teken van de niet aflatende bij
de oplettende
zjuzj-zjzj-zjzizz

o Bij alsmaar erop los kletsende Bij
alsof een fijne draad
jou leidde
om boven mij te cirkelen
en te zoemen
je levend te noemen
je ziet om te steken
een plek op mijn schouder
z-zj-zja
glijden maar

TER HERINNERING AAN DADA

Daarachter DA
DA – DA
Breton
Wel-dra

melancholiek muisje
met zijn dunne grijze staart
raakte het het dunwandige ei
daarop volgde de maximumstraf
krakend tussen de tanden van de kat

ACH!

Tver het stadje Samara
een stok met zeven uiteinden
kindergebrabbel
zuivere stroom
onzuivere eeuw die in het kruis trapt
breedgeschouderde kleinhoofdige eeuw
die gaten in de hemel maakt
in de schedeldoos van de planeet
zonder te zien dat al naakt
le-evenden in de kleedkamer staan
wezens elementair
en – inderdaad
daar va-a-alt een ster

o waar ben je
dochterlijke zoonlijke

DA-DA

DE TECHNOLOGIE VAN HET SONNET

het sonnet omgekeerd –
tennos
tennis
no: net
net mis
no: set
net zo net
maar inderdaad
zo is het gewoon
zo-net
zonnet

DAG EN NACHT (een hoorspel)

1) Weer begint een dag.
2) Een dag begint weer.
3) Begint weer een dag.

1) Ik heb gister gezegd.
2) Jij hebt dat gister gezegd.
3) Ik herhaalde dat.

1) Maar jij weet niet
2) Nee-nee-nee
3) Ik zeg weer – ja.

1) Merkt u op hoe de dag beweegt?
2) Deze bewegingen van de dag, ziet u die?
3) Hoe kun je die bemerken?

1) Ik zie slechts dat de schaduw verdwijnt.
2) De schaduw verdwijnt en de dag erachteraan;
interessant dat in het Russisch ten’ en den’ (schaduw en dag) zich slechts onderscheiden door de beginklinkers ‘t’ en ‘d’.
3) Hoe langer de schaduw hoe korter de dag.
Dat is opmerkelijk maar dat moeten we controleren en met stappen
de schaduw meten, dan komen we te weten hoeveel stappen we nog moeten doen vóór de nacht.

1) Daar begint de nacht.
2) En de nacht begint daar.
3) De nacht daar begint.

1) We kunnen hem al niet meer meten.
2) Ja, ’s nachts is er geen schaduw.
3) De nacht is totale schaduw.

1) Daarom begint erna de dag.
2) Dat is omdat de schaduw moet bewegen. Als die alle zichtbare ruimte bedekt, dan is die beweging
absoluut niet zichtbaar.

3) Ja, je kunt niets onderscheiden, we raken weg, verdwijnen in de schaduw.

1) Ja, we zijn er als het ware niet.
2) Maar toch zijn we er innerlijk.
3) Mogelijk, al ben ik daar niet zeker van.

1)In elk geval moeten we
2) Ergens in de buurt
3) Ergens niet ver van onszelf

1) Zoals de schaduw en de nacht
2) Je vergist je, zoals de nacht en de schaduw
3) Jullie hebben allebei ongelijk
zoals de dag en de schaduw.

PERFORMANCE VAN EENZAAMHEID TER HERINNERING AAN VELIMIR (beschrijving)

in totale eenzaamheid
in een lege kamer
een beetje alcohol gieten
op de bodem van een glas
midden in de kamer gaan staan
draaiingen naar vier richtingen
de scherpe vloeistof
in de keel gegoten
het zacht uitspreken van de naam
het portret van Velimir
verschijnt op de muur.

* * *

naar John Cage
keek ik
hij was oud
uit het jaar twaalf
(van de twintigste eeuw)
en lachte
geluidloos
als een pterodactiel
hij zei iets
maar niet zo gemakkelijk
een keten van toevalligheden
voortdurend
de anarchie de moeder van de orde

ONDERWATERGEDICHTEN

* * *

onder water zwemmen
vinnen aanraken
van zwemmende vissen
en luisteren naar
de stomme taal
zien
de beweging van lippen
waarom
treurnis

* * *

onderwatersteen
watersteen
jij bent hier
jij bent daar
glad als schaduw
slechts
schaduw
schaduw
uw

* * *

onder water
zeg je niet
A
het water stroomt
in je mond
en draait
je
om
je weet niet
wat beter is
daar zijn
of hier
jij bent stom
jij bent dom
hier
en daar?
A?

* * *

probeer te rennen
over de scherpe steentjes
van het strand van Anapa1
waar waar
is deze band
waarmee ze parka’s na-apen
in de golven
bedolven
moeder moeder
onze behoeder
mythe
mij
pij
n

* * *

zout zo zout
motief
en huivering
van helm
wees sterk
zonder bedwelm
o wat is daar
nog
wat is daar
nog
aan de horizon
van de dag
de stralen van de zon
die opkomen
die opkomen
uit de zee

* * *

er zijn geen tekens
meer
dat jij
nog kunt leven
jij bent tweemaal verdronken
maar men heeft je gered
dank je wel
waarvoor
pardon

* * *

eenzaamheid
koesteren
weggaan
wanneer
iedereen rechts is
en jij links
dat wil zeggen niet
gelijk hebt
en het lachen
van de aderen

* * *

het blijkt moeilijk
gedichten te schrijven
onder water
zelfs in het zand
spoelen ze weg
er blijft geen regel
van over
bedenk dat niet één
onder water
als je kunt
pruil
huil

* * *

wat is eigenlijk erger
afscheid of ontmoeting
wat is eigenlijk nauwkeuriger
afstand of eeuwigheid

Vertaling Willem G. Weststeijn






Russische badplaats aan de Zwarte Zee.



<

TSL 81

>