Erik Vlaeminck




Over de Tsjetsjeense oorlogen, het nationaal-bolsjewisme en het geheim van de Slavische ziel. Een kennismaking met Zachar Prilepin, zijn imago en succes



Toen in 2005 de oorlogsroman Pathologieën (Patologii) over de Russische toonbanken rolde, had niemand zich kunnen voorstellen dat de auteur Zachar Prilepin nauwelijks één decennium later zou gelden als een belangrijke schrijver, laat staan dat hij zou zijn uitgegroeid tot een uiterst populaire mediapersoonlijkheid in Rusland. Hoewel Prilepin op literair vlak geen onbekende meer is bij het internationale lezerspubliek, blijft zijn intrigerende persoonlijkheid en zijn presence in de Russische media nog grotendeels onderbelicht. Dit is merkwaardig aangezien dit twee essentiële elementen zijn om het succes van het fenomeen Prilepin te kunnen begrijpen.

een niet-alledaagse biografie


Jevgeni Nikolajevitsj Prilepin (beter bekend onder het schrijverspseudoniem Zachar Prilepin) werd op 7 juli 1975 geboren in het dorpje Ilinki bij de Russische stad Rjazan. Als enig kind van een veelzijdige geschiedenisleraar en een verpleegster groeide Prilepin tijdens Gorbatsjovs perestrojka-en-glasnost-jaren op in Nizjni Novgorod. Naar eigen zeggen had hij een gelukkige jeugd, waarin hij de ‘idealen van de Sovjet-Unie’ een warm hart leerde toedragen (in contrast tot de woelige jaren negentig die hem een afkeer van het liberalisme opleverden).

Na een handvol kleine banen te hebben gehad (van lader tot uitsmijter), ging Prilepin aan de slag bij de OMON, de beruchte elitetroepen van de Russische oproerpolitie. Hij schopte het tot aanvoerder van een elite-eenheid en in 1996 en 1999 voerde hij, gedurende de Tweede Tsjetsjeense Oorlog (1999-2010), militaire operaties uit op Tsjetsjeens grondgebied (waar hij onder meer deelnam aan de beruchte ‘schoonmaakoperaties’ of zatsjistki). In dezelfde periode begon Prilepin zich politiek te engageren en in 1997 sloot hij zich aan bij de vandaag in Rusland verboden partij van nationaal-bolsjewisten, wier stichter en leider Eduard Limonov (1943) uitgroeide tot Prilepins ‘politieke’ vader.

In 1999 stapte Prilepin, naar eigen zeggen omwille van financiële redenen, op bij de OMON. Hij had ondertussen een deeltijdse opleiding Russische filologie aan de Staatsuniversiteit van Nizjni Novgorod afgerond en ging werken voor de Russische krant De Affaire (Delo). Onder het pseudoniem Jevgeni Lavlinski kreeg hij als (politiek) journalist snel naamsbekendheid.1

Hoewel Prilepin zijn eerste stappen op literair vlak al in 2003 zette (met de publicatie van poëzie) liet het succes op zich wachten tot in 2005, toen zijn eerste roman Pathologieën werd gepubliceerd. De roman sneed het heikele thema van de bloedige Tsjetsjeense oorlogen aan en bracht het verhaal van Igor Tatsjevski, een verweesde elite-soldaat die samen met zijn strijdmakkers naar Grozny wordt gestuurd om er vanuit een verlaten school ‘schoonmaakoperaties’ uit te voeren. Prilepin laat weinig illusie bestaan over de brutaliteit van de oorlog en beschrijft op een bijzonder confronterende wijze hoe de stoere Russische soldaten ten onder gaan aan een oorlog tegen een onzichtbare en onverslaanbare vijand. Mede dankzij het uitgesproken realistisch karakter sloeg de roman in als een bom in de Russische literaire wereld.
De drie jaren die op dit debuut volgden, waren bepalend voor Prilepins literaire doorbraak. Zo wist hij in 2007 zijn literaire naam te versterken met de publicatie van Sankja, opnieuw een confronterende roman, waarin het reilen en zeilen van de Stichters, een bonte groepering van extreem-linkse revolutionairen, uit de doeken wordt gedaan. Opbouwend naar een coup tegen het liberale bourgeoisregime wordt de radicalisering van Sasja Tisjin geschetst. Het portret van Sasja, een hopeloze Russische jongeman die zijn vader aan alcoholisme verloor en weinig tot geen vooruitzichten heeft in het ‘nieuwe’ Rusland, is een harde aanklacht tegen het Poetin-regime.

Hoewel Sankja een absoluut kassucces werd, was het met de publicatie van Zonde (Grech) in 2008 dat Prilepin de naam van volwaardige Russische schrijver kreeg. De roman vertelde het levensverhaal van Prilepins alter ego Zacharka, hij bestond uit acht verschillende verhalen en was beduidend verfijnder dan zijn eerdere proza.

Na het overdonderend succes van Sankja en Zonde legde Prilepin zich enkele jaren toe op het schrijven van onder meer publicistiek en verhalenbundels en bouwde hij een blitzcarrière op in de Russische media. In 2011 leek Prilepin met Zwarte aap (Tsjornaja obezjana), zijn vierde roman, een nieuwe literaire weg te zijn ingeslagen. Provocerende thema’s uit zijn eerdere proza bleven immers achterwege en werden ingeruild voor een dramatisch verhaal over een journalist/schrijver die onderzoek doet naar een duister overheidsexperiment. Het tij keerde echter in 2014, toen Prilepin opnieuw ‘literaire furore’ maakte, ditmaal met de publicatie van zijn meest recente roman Klooster (Obitel), waarin hij de geschiedenis van de Sovjetwerkkampen op de Solovetski eilanden van onder het stof vandaan haalde.

het geheim van de slavische ziel


Prilepins literaire receptie in Rusland is verbluffend. Zijn publicaties worden steevast genomineerd voor diverse nationale prijzen en hij heeft de afgelopen jaren enkele prestigieuze prijzen in ontvangst mogen nemen. Zo won hij bijvoorbeeld in 2007 met Sankja de Russische Jasnaja Poljana-prijs en de Chinese literatuurprijs voor ‘beste buitenlandse roman’. Het grootste succes tot dusver behaalde hij echter met de roman Zonde die hem in 2008 de Russische Natsbest-prijs opleverde en in 2012, als kers op de taart, de zeer prestigieuze Super Natsbest-prijs voor het beste proza van de laatste tien jaar. Ook Prilepins meest recente roman Klooster viel in de prijzen en werd in 2014 uitgeroepen tot Boek van het jaar (Kniga Goda).

Dat de omvang van Prilepins literair succes niet onderschat dient te worden, blijkt onder meer uit het feit dat zijn werk al in zeventien talen vertaald is en dat er een apart hoofdstuk aan hem gewijd is in het door het Russische ministerie van onderwijs aanbevolen leerboek voor Russische literatuur (Istorija Roesskoj literatury XX veka). Daarnaast springen de talrijke lofbetuigingen van bekende (Russische) schrijvers aan Prilepins adres in het oog. Zo stelde de progressieve schrijver en journalist Dmitri Bykov (1967) in het voorwoord van Zonde dat Prilepins werk een nieuwe richting in de Russische literatuur is en sprak de Russische schrijfster Tatjana Tolstaja (1951) op haar beurt over Prilepin als ‘het grootste evenement in de Russische literatuur’. De opvallendste uitspraak kwam echter van de Russische schrijfster Ljoedmila Oelitskaja (1943), die meende dat Prilepin in Sankja ‘het geheim van de Slavische ziel’ heeft beschreven (waarbij ze doelde op een fragment waarin Sasja Tisjin door weer, wind en sneeuw zijn eigen vader ten grave draagt).

Hoewel de steun van gerenommeerde collega-schrijvers ervoor gezorgd heeft dat Prilepins ster als schrijver is gestegen, betekent dit niet dat er geen kritiek op zijn auteurschap wordt geuit. Zo wordt hem bijvoorbeeld geregeld verweten dat er maar weinig ‘spontaan’ en ‘natuurlijk’ uit zijn pen vloeit, een kritiek die steekhoudt, aangezien hij verdacht veel inspiratie lijkt te putten uit succesverhalen van de Russische literatuurgeschiedenis die gaan over ‘oorlog in de Kaukasus’, ‘de gelukkige kindertijd’ of ‘het dorp’.

een held van onze tijd


Prilepins succes in Rusland heeft de afgelopen jaren zodanig grote proporties aangenomen, dat de vraag naar de oorzaak daarvan rijst. Wat maakt van Prilepin, nota bene een tegenstander van het Poetin-regime, zo’n succesvol schrijver?

Het recept van zijn succes lijkt deels te schuilen in het uitgesproken realistisch karakter van zijn proza.2 In combinatie met provocerende thematiek (zoals Tsjetsjenië, de Russische geschiedenis en de Revolutie) speelt Prilepin bovendien in op zowel onverwerkte trauma’s als op actuele vragen. Toch lijkt dit niet voldoende om de omvang van Prilepins succes te verklaren. Een blik op zijn populaire imago en zijn alomtegenwoordige presence in de Russische media kan misschien wel het ontbrekende puzzelstukje aanbrengen.


Prilepins aanwezigheid in de media dateert al van zeer vroeg in zijn literaire carrière. Hoewel hij aanvankelijk in het kader van een of andere publicatie te gast was in verscheidene Russische (culturele) praatprogramma’s, duurde het niet lang voordat Prilepin uitgroeide tot een bekend gezicht met de allures van een ‘held van onze tijd’.3 Dit had hij voornamelijk te danken aan zijn onconventionele stijl (hij zat er niet zelden verveeld bij, kleedde zich nonchalant en deed zijn privéleven uitgebreid uit de doeken), waardoor hij zich wist te onderscheiden van andere collega-schrijvers met een gelijksoortig profiel, zoals Arkadi Babtsjenko (1977) en Aleksandr Karasjov (1971).

Een decennium later geldt Prilepin als een populair mediafiguur in Rusland. Zo presenteerde hij de afgelopen jaren op verschillende tv-kanalen eigen programma’s (vaak culturele (talk)shows met politieke inslag), is hij een veelgevraagd opiniemaker en werkt hij momenteel aan de lancering van een eigen televisiekanaal. Daarenboven is hij erin geslaagd om ook in andere culturele domeinen naam te maken; als zanger/gitarist van de rapgroep Elefoenk en als acteur door te figureren in de Russische verfilming van zijn verhaal ‘De acht’ (Vosmjorka) van filmregisseur A. Oetsjitel (2013). Met de lancering van zijn eigen patriottische kledinglijn ‘Ik ben uit Rusland gekomen’ (Ja prisjol iz Rossii) lijkt een nieuwe etappe in Prilepins carrière te zijn aangebroken.


een echte russische moezjiek


Een plausibele verklaring voor Prilepins succes in de media (en dus bij de Russische bevolking) lijkt te vinden in zijn reputatie van ‘echte’ Russische moezjiek (vent). In dit imago speelt zijn oorlogsverleden weinig verbazend een centrale rol; de wonden van de Tsjetsjeense oorlogen zitten immers nog vers in het Russische collectieve geheugen en als veteraan genoot Prilepin bij voorbaat een vrijwel onbeperkt respect bij een groot deel van de bevolking. Zelf besefte hij dit maar al te goed en hij speelde dit uit door vaak in ambigue termen over zijn oorlogsverleden te spreken als bijna metafysische ervaringen, verbonden met zijn groei tot een ‘echte man’. Prilepins imago van viriele veteraan werd daarenboven versterkt door zijn politiek activisme, waarmee hij nog voor zijn literaire doorbraak berucht werd. Als zogenaamd natsbol (aanhanger van het nationaal-bolsjewisme) houdt hij er een (extreem-)links gedachtegoed op na dat zich uit in een roodbruin discours en een antiliberale kritiek tegenover het (Poetin-)regime.

Hoewel Prilepin in het verleden regelmatig deelnam aan protesten en massademonstraties tegen het Poetin-regime (naar eigen zeggen is hij al meer dan 150 keer opgepakt) begon dit, naargelang Prilepins (literair) succes gestaag steeg, af te nemen.4 Des te meer is hij zich gaan profileren als een rasechte patriot en voorvechter van de nationaal-Russische zaak. Prilepins activisme inzake de Oekraïense crisis is hier een goede illustratie van, zo schaarde hij zich volmondig achter het standpunt van de Russische regering, klaagt hij regelmatig de Oekraïense propaganda aan en bezocht hij al verscheidene malen de woelige Donbass-regio.

Een laatste element van Prilepins populaire imago is zijn reputatie van ideale echtgenoot en vader. Als vader van vier jonge kinderen laat Prilepin zich geregeld in de Russische media (en in het bijzonder de vrouwvriendelijke pers) uit over de verantwoordelijkheden van man en vrouw in het gezin, wat gepaard gaat met een patriarchale en conservatieve kijk op het gezinsleven en het benadrukken van traditionele rollenpatronen. Zo stelde hij in 2014 nog dat:

[…] Het kind in geen geval mag twijfelen aan de kracht, de moed en de standvastigheid van de man, want dat is een vreselijke schok. Als ik er niet ben dan cultiveert mijn vrouw de mythologie van de vaderfiguur en het belang van de vader als gezinshoofd die de belangrijke beslissingen neemt. (…) In het bijzijn van hun mama mogen kinderen zich zwak en kwetsbaar opstellen, bij hun vader moeten ze zich als een man gedragen.



Dergelijke uitspraken geven goed de standaarden van het steeds conservatiever wordende klimaat inzake gender en seksualiteit in Rusland weer en worden bijgevolg gedeeld door een aanzienlijk deel van de Russische bevolking. Als alternatief tegenover enerzijds het beeld van ‘de Russische man in crisis’ (die drinkt en onverantwoordelijk is) en anderzijds het beeld van de decadente ‘nieuwe Rus’ heeft Prilepin zo de reputatie opgebouwd van verantwoordelijke en liefhebbende vader, een imago dat hij graag cultiveert door het belang van literatuur, eenvoud en religie te benadrukken waar het gaat om zijn eigen persoonlijkheid, alsook om de opvoeding van zijn kinderen.

een mens uit atlantis of een tweehoofdige janus?



Prilepins oorlogsverleden, nationalisme en reputatie van ideale echtgenoot en vader hebben hem dus het imago van ideale Russische man opgeleverd. Ter illustratie van dit succes kan opnieuw verwezen worden naar talrijke lofbetuigingen aan zijn adres van gevestigde mediapersoonlijkeden in Rusland. Zo sprak de vermaarde Russische regisseur Nikita Michalkov (1945) over Prilepin als ‘een zeer getalenteerde, gevatte en uiterst aangename persoon die hij ten zeerste respecteert’, omschreef de Russische mediapersoonlijkheid Ivan Ochlobystin (1966) Prilepin als ‘een mens uit het tijdperk van Atlantis’ die hij ten zeerste apprecieert en stelde de beroemde presentatrice Avdotja Smirnova (1969) dat hij een uitzonderlijk getalenteerd persoon is die ‘in alle betekenissen van het woord ‘sterk, hevig en mannelijk is’.

Hoewel Prilepins achterban dus ver over de literaire grenzen heen gaat, moet gewezen worden op het feit dat hij niet door de hele (intellectuele) Russische publieke opinie op handen wordt gedragen. Hij weet immers met zijn persoonlijkheid als geen ander de samenleving te verdelen, wat hem bij de critica Irina Repeva de naam van ‘tweehoofdige Janus’ heeft opgeleverd, die zowel de links-liberale zijde (bijvoorbeeld Dmitri Bykov en Ljoedmila Oelitskaja) als de rechts-conservatieve zijde weet te bespelen (bijvoorbeeld de schrijver Aleksandr Prochanov (1938). De literatuurcriticus M. Bojko ging nog een stap verder en verweet Prilepin behendig de rol te spelen van ‘oprechte Russische schrijver’ en ‘volksheld’, wiens succes ligt in het manipuleren van de politieke voorkeuren van zijn kennissen en op al de mogelijke kampen te spelen.

Hoe het ook zij, ‘mens uit Atlantis’ of ‘tweehoofdige Janus’, Prilepin kan niet meer weggedacht worden uit Rusland anno 2015. Op literair vlak heeft hij, voornamelijk dankzij zijn vroege proza, bewezen geen eendagsvlieg te zijn en ook als mediafiguur heeft hij zijn sporen verdiend.





1 Vandaag is Prilepin nog steeds actief op journalistiek vlak; hij is hoofdredacteur van de liberale krant Nieuw Dagblad (Novaja Gazeta) van Nizjni Novgorod en schrijft columns en artikelen voor verschillende andere bladen.

2 Prilepins stijl wordt doorgaans gerekend tot het ‘nieuwe realisme’, een jonge literaire stroming die in Rusland wordt beschouwd als de opvolger van het postmodernisme. De stroming wordt gekenmerkt door een terugkeer naar een meer realistische weergave van de werkelijkheid en maatschappelijk engagement.

3 Prilepins stijl wordt doorgaans gerekend tot het ‘nieuwe realisme’, een jonge literaire stroming die in Rusland wordt beschouwd als de opvolger van het postmodernisme. De stroming wordt gekenmerkt door een terugkeer naar een meer realistische weergave van de werkelijkheid en maatschappelijk engagement.

4 Prilepin heeft echter nooit zijn linkse achterban verworpen, zo schaart hij zich vandaag openlijk achter Limonovs nieuwe partij Ander Rusland (Droegaja Rossija).



TSL 72