Jo Govaerts



Strips uit de Balkan



strip turnhout vestigt aandacht op strips uit de balkan



goradze

Dit najaar vindt er in de provincie Antwerpen een Balkanfestival plaats. Bedoeling is de landen van de Balkan (waartoe de organisatoren Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Hongarije, Kosovo, Kroatië, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Roemenië, Servië en Slovenië rekenen) op een positieve manier onder de aandacht te brengen. In het kader hiervan hebben de organisatoren zich onder andere gericht tot Strip Turnhout, een belangrijke striporganisatie die door de provincie Antwerpen wordt gesubsidieerd, met de vraag iets te doen rond strips in de Balkan. Dit idee werd onder andere ingegeven door de strip Sarajevo-Tango van de Belgische striptekenaar Hermann. Deze strip speelt zich niet alleen af tegen de achtergrond van de oorlog in Joegoslavië, maar werd ook opgedragen aan de Joegoslavische stripagent van Hermann, Ervin Rustemagič. In de stripwereld is Ervin Rustemagič bekend als oprichter en directeur van het stripagentschap SAP. Hij groeide uit tot een begrip vanwege zijn vakkundige werk op internationaal niveau en de belangrijke stripkunstenaars die door hem worden vertegenwoordigd. Sinds het verschijnen van Sarajevo-Tango van de Belgische Hermann en Fax from Sarajevo van de Amerikaanse Joe Kubert is Rustemagič zelf haast een stripfiguur geworden. De strip van Kubert is erg aangrijpend door zijn waarheidsgetrouwheid en zin voor detail. Samen met de strips waarin Joe Sacco zijn ervaringen als oorlogscorrespondent in Bosnië verwerkte, zal dit boek voor altijd een belangrijke getuigenis zijn van de Joegoslavische oorlogen van het eind van de twintigste eeuw.

Strip Turnhout wilde echter vooral ook het lokale landschap van strips in de Balkan in kaart brengen. Dat werd een fascinerende ontdekkingsreis, want een van de meest kleurrijke, levendige en gevarieerde werelden ging stap voor stap open.

de negende kunst: een wereld op zich



wostokgrabrowski

Figuurtjes van Wostok en Grabowski

De kunst van het stripverhaal is volgens sommigen zo oud als de mensheid. In de Slavische wereld wordt vooral gewezen op gelijkenissen tussen strips en orthodoxe ikonen, Russiche lioebki, en ook Sloveense traditionele versieringen van bijenkorven. Die traditionele versieringen zijn trouwens het uitgangspunt van een speciaal themanummer van het Sloveense striptijdschrift Stripburger dat in de tweede helft van 2011 zal verschijnen. Verschillende stripkunstenaars hameren op deze lokale ‘strip-prehistorie’ om te onderstrepen dat de stripkunst niet louter import is. Toch is het een feit dat de grote doorbraak van de stripkunst in de jaren dertig vanuit de VS tot stand werd gebracht. Mickey Mouse was, op de voet gevolgd door Tarzan, een van de boegbeelden van de strip uit deze jaren. Algauw werd Mickey Mouse niet alleen in de VS getekend. Ook lokale striptekenaars in de Balkan begonnen hoofdstukken te breien aan de avonturen van Mickey Mouse. Eerst ging het om korte strips die een plaats vonden in gewone dagbladen. Vervolgens ontstonden er speciale striptijdschriften: in 1935 verscheen in Servië Mika Miš, in 1936 Oko in Kroatië, en in 1940 Daga in Bulgarije. Opvallend is het aantal Russische immigranten dat actief was in de stripwereld. Een voorbeeld hiervan is Konstantin Koeznjetsov, die Rusland ten tijde van de Oktoberrevolutie ontvluchtte en in Servië naam maakte als striptekenaar.

istoria

Geschiedenis van de Roemeense strip: de
Roemeense Dodo Nita heeft van de geschiedenis
van de Roemeense strip zijn levenswerk gemaakt.

Na de Tweede Wereldoorlog ging de Balkan tot het Oostblok behoren. Ten tijde van het stalinisme werd de stripkunst beschouwd als een kapitalistische, en dus onaanvaardbare kunstvorm. Na de dood van Stalin konden strips weer. Er werden korte stripverhalen opgenomen in tijdschriftjes voor jongeren, en vooral in Joegoslavië kwam een stripproductie op gang. Maar opnieuw werd een groot deel van het stripaanbod ingenomen door import. De Franse striptijdschriften Le Vaillant en Pif Gadget gingen in het Oostblok als zoete broodjes over de toonbank. Ze waren westers, maar links van inspiratie en bewezen dus dat strips ook communistisch konden zijn. De verkoop van deze tijdschriften achter het IJzeren Gordijn zorgde ervoor dat deze tijdschriften recordoplages bereikten (en de opheffing van het IJzeren Gordijn waren voor hen vervolgens een ramp). In Hongarije zorgde onder andere Ernő Zórád na de Dooi voor de heropleving van de stripkunst dankzij het idee om door het regime goedgekeurde literaire klassiekers in stripvorm te gieten.

regardsfrom serbia

Toch kon men nog altijd niet echt spreken van een bloeiperiode voor de stripkunst. De gretige afname van het selectieve aanbod vanuit het Westen ingevoerde of in Joegoslavië gepubliceerde strips in heel het Oostblok was meer een teken van schaarste dan van hoge kwaliteit. Marko Šunjić, directeur van de Kroatische stripuitgeverij Fibra, bracht de voorbije jaren met succes heruitgaven op de markt van succesvolle strips uit de jaren zeventig en tachtig. Vooral de heruitgave van het werk van de Kroatische tekenaar Kordej en van de Italiaanse serie Ken Parker kan rekenen op een trouw, nostalgisch publiek. Nu hij echter een betere kennis heeft van de internationale stripwereld moet Šunjić niettemin toegeven dat de strips uit zijn jeugd in de meeste gevallen hun glans hebben verloren. Dodo Nita, een Roemeense stripkenner die verschillende historische werken over de Roemeense strip heeft geschreven (onder andere Dictionnaire de la BD en Roumanie), wijst op de moeilijke omstandigheden waarin stripkunstenaars moesten werken, waardoor de meesten van hen de handschoen in de ring wierpen. Het feit dat er in wetenschappelijke kringen zo goed als geen aandacht bestond voor de negende kunst is ook een teken dat strips nog altijd niet veel status hadden. Maar met het einde van het communisme veranderde een en ander.

explosie van de stripwereld aan het eind van de twintigste eeuw



passageendouce

De Kroatische Helena Klakocar werd voor Passage
en douce
bekroond in Angoulême

Toen aan het eind van de twintigste eeuw de Balkan zich samen met de rest van het Oostblok ging openstellen voor alles wat uit het Westen kwam, was er ook een plotse instroom van westerse strips. Algauw bleek echter alleen het lichtere, op het grote publiek afgestemde werk commercieel haalbaar. De nieuwe mogelijkheden op ICT-vlak zitten de jonge generatie stripkunstenaars gelukkig mee: vaak hoogopgeleid als grafisch kunstenaar blijken velen van hen met gemak gebruik te maken van internet, zodat het intussen wemelt van de Facebookprofielen, persoonlijke websites en gespecialiseerde forums met betrekking tot strips. In Hongarije begonnen enkele stripliefhebbers met het archiveren van oude Hongaarse strips op het stripforum http://www.kepregeny.net/ en in Bulgarije werden de oude nummers van het bekende striptijdschrift Daga op internet gezet (http://razkazivkartinki.com). Maar verder is het voor het merendeel nieuw, soms nog ongepubliceerd materiaal dat zich op internet bevindt. Sommige striptekenaars vinden hun plaats in de internationale stripwereld. Belangrijke recente voorbeelden hiervan zijn onder andere de Servische Gradimir Smudja, die met zijn ook in het Nederlands verschenen Vincent en Van Gogh en Het kunstbordeel, waarin hij een eigenzinnige draai geeft aan belangrijke personen en episodes uit de kunstgeschiedenis, recent veel lof oogstte bij de critici in heel Europa; de Sloveense TBC, pseudoniem van stripauteur Tomaž Lavrič, die onder andere de tekenaar is van het vierde deel van De tien geboden van Frank Giroud en van de reeks Evropa, en de Kroatische Zezelj. Speciale aandacht dient bovendien te gaan naar de alternatieve stripscene van ex-Joegoslavië, die zich tijdens de oorlogen van de jaren negentig gevormd heeft in de meest barre omstandigheden. Het boegbeeld van deze scene is Zograf, die tijdens het NAVO-bombardement op Belgrado en op zijn thuishaven Pancevo per e-mail strips de wereld in stuurde waarin hij getuigde van het leven van gewone burgers tijdens de bombardementen. Deze losse strips werden later gebundeld in het boek Greetings from Serbia.

georgebook

The book of George: een originele
bloemlezing van de Roemeense alternatieve strip

Deze generatie voornamelijk Servische en Kroatische striptekenaars wordt prachtig geportretteerd in het boek Stripovi. Bande dessinée indépendante et contemporaine en Serbie et en Croatie, gepubliceerd door de Franse organisatie Le courrier des Balkans (balkans.courriers.info). Interessant is dat deze door oorlog getekende generatie voor een deel veel grimmig werk in zwart-wit heeft voortgebracht waarin de zinloosheid en absurditeit van de oorlogen regelmatig aan de kaak worden gesteld, terwijl er zich in andere werken een fantasierijke, vaak kinderlijk naïeve wereld ontplooit, bijvoorbeeld in het prachtige werk van Maja Veselinović. Eén stripverhaal dat in Nederland en Vlaanderen alle aandacht zou moeten krijgen, maar tot nu toe enkel in het Frans en Kroatisch beschikbaar is, is Passage en douce / Nemirno morje van Helena Klakocar. Klakocar was in de jaren tachtig reeds een niet onbekende kunstenares in Joegoslavië. Toen de oorlog uitbrak, was ze net met haar familie een bootreis aan het maken, zodat hun vakantie veranderde in een zwerftocht van enkele jaren. Uiteindelijk kwam ze in Nederland terecht en werden de tekeningen die ze tijdens de bootreis maakten een ontroerend stripverhaal dat in de bij Freon uitgegeven Franstalige versie op het festival van Angoulême bekroond werd.

Voor wie de hele stripwereld van het voormalige Oostblok op de voet wil volgen, is er de website (www.ljudmila.org/stripcore/burek2/), het tijdschrift Stripburger en het boek Stripburek. Comics from the other Europe, allemaal van dezelfde ploeg. Er zijn reeds twee delen van het boek verschenen en hopelijk volgen er nog meer. In 2001 was Stripburger het eerste tijdschrift dat op het internationaal stripfestival van Angoulême een prijs in ontvangst mocht nemen voor al het werk dat deze reactie heeft verricht om een nog te onbekend gebied in de stripwereld in beeld te brengen.

de toekomst van de strip in de balkan



Enerzijds is de stripwereld in de Balkan zich duidelijk aan het professionaliseren. Wie strips uit de Balkan wil kopen, kan dit vanuit zijn luie stoel via verschillende webwinkels regelen. En voor wie uit is op meer menselijk contact in de sector, heeft elk land (op Moldavië en Albanië na) tegenwoordig een kleiner of groter stripfestival. Toch kent de stripsector in de Balkan net als in de rest van de wereld momenteel ook moeilijke tijden. Strips maken is een tijdrovende en dus dure bezigheid, terwijl het publiek dat vertrouwd is met de betere strip erg beperkt blijft. Spijtig is ook vast te stellen dat hoewel buitenlandse slavisten zich regelmatig over de meest extravagante aspecten van de Slavische culturen hebben gebogen en ook in hun literaire interesses vaak erg persoonlijke voorkeuren aan de dag leggen, zij aan de stripwereld amper aandacht besteden. Het is waar dat er ook voor slavisten geen brood aan te verdienen is, want bijvoorbeeld het vertalen van strips wordt, als het al gebeurt, vaak als de meest banale opdracht aan een vertaalbureau toevertrouwd. Bovendien is de stripwereld in hoge mate internationaal. Stripkunstenaars uit de Balkan die echt succes oogsten, komen bij Italiaanse, Amerikaanse of Franse uitgevers terecht en zijn soms onder andere door naamsveranderingen of het gebruik van bijnamen niet meer gemakkelijk te identificeren. Toch is het nu door alle nieuwe internetmedia mogelijk dat kunstenaars al vroeger in hun carrière hun werk bekendmaken en dat minder commerciële initiatieven een groot publiek bereiken. Een mooi voorbeeld hiervan is The book of George, een originele bloemlezing van Hard Comics, bedoeld als onderhoudende staalkaart van de Roemeense alternatieve strip, die zowel in boekvorm als op internet is verschenen (www.thebookofgeorge.com). In oktober 2011 zal er trouwens in het Stripmuseum van Brussel een tentoonstelling worden gewijd aan Roemeense strips.

De stripkunst is een fascinerende kunst, en verschillende stripkunstenaars uit de Balkan hebben in deze kunsttak voor meesterwerken gezorgd. Vergeet dus niet om de volgende keer dat je in Pristina komt langs te gaan in café Stripdepot of in Zagreb bij boekhandel Libellus.





   <

TSL 59

   >