De jury had zich al uitvoerig beraden over enkele serieuze kanshebbers op de
Aleida Schotprijs 2009, toen in de herfst van 2008 de grote roman Leven & lot
van de Russische schrijver Vasili Grossman verscheen. Zowel de roman zelf als
de vertaling ervan maakten zo’n sterke indruk dat de jury het er al snel over eens
was dat de prijs voor de beste vertaling uit een van de Slavische literaturen die de
afgelopen twee jaar is verschenen toekwam aan Leven & lot.
Leven & lot is een bijzonder boek met een bijzondere geschiedenis. Het is in
feite het tweede deel van een groots epos over de Tweede Wereldoorlog, met als
centraal gegeven de slag om Stalingrad. Net als in Tolstojs Oorlog en vrede wisselen
oorlogsscènes zich af met beschrijvingen
van familieleven. De hoofdpersoon
daarin is de joodse natuurkundige Viktor Pavlovitsj Strum, in wie Grossman veel
van zichzelf heeft gelegd.
Het eerste deel van het epos, Za pravoje delo (‘Voor een rechtvaardige zaak’) is
niet in het Nederlands vertaald. Het boek verscheen in Rusland in 1952, toen Stalin
nog aan de macht was en draagt duidelijk de sporen van de strakke controle die
de communistische partij in die tijd uitoefende op de literatuur. Het is een typisch
socialistisch-realistische roman geworden, waarin de rol van Stalin en de partij
worden geprezen en de personages nogal vlak zijn. Om zijn boek gepubliceerd te
krijgen heeft Grossman zich flink moeten aanpassen. Ondanks al die aanpassingen
werd het boek in de Pravda door een ‘partijcriticus’ de grond in geboord, ook al
was het bij de lezers een succes. Grossman vreesde arrestatie, maar de dood van
Stalin voorkwam dat.
Het tweede deel van zijn epos, Leven & lot, schreef Grossman grotendeels na
de dood van Stalin, tijdens de ‘dooiperiode’ van Chroesjtsjov. De tijden waren
veranderd en hij meende zich nu veel meer te kunnen permitteren, waaronder kritiek
op Stalin en het communistische systeem en het beschrijven van personages
die niet alleen maar heldhaftig waren, maar zorgen en problemen konden hebben.
In 1961 had hij Leven & lot af en stuurde hij het ter beoordeling en publicatie naar
de redactie van een literair tijdschrift. Een paar maanden later – Grossman had nog
niets van de redactie vernomen – stonden er plotseling een paar agenten van de
KGB op zijn stoep die niet hemzelf kwamen arresteren, maar wel zijn roman. Na
een grondige huiszoeking werden alle versies en kopieën van de roman in beslag
genomen en werd Grossman geprest de namen te noemen van hen aan wie hij een
kopie had gegeven. De roman, althans zo meende en hoopte de KGB, was zonder
veel ophef van de aardbodem verdwenen.
Maar, zoals Michail Boelgakov heeft gezegd: ‘Manuscripten branden niet’. Eén
kopie van zijn roman, die Grossman aan een vriend had gegeven, is niet door de
KGB geconfisqueerd. Hiervan werd in de jaren zeventig – Grossman was toen al
overleden – een microfilm gemaakt die naar het Westen werd gesmokkeld. In 1980
verscheen de boekuitgave in het Russisch bij een Zwitserse uitgever.
Leven & lot kreeg toen het eenmaal gepubliceerd was niet de aandacht die het
verdiende. Het westerse lezerspubliek was in de jaren zeventig overstroomd met
literatuur van Russische dissidente schrijvers, in de eerste plaats Solzjenitsyn, wiens
gevecht met de machthebbers in de Sovjet-Unie jarenlang wereldnieuws was en
wiens werk overal vertaald werd en enorme oplagen haalde. Toen Grossmans roman
verscheen was de ‘mode’ voorbij – men had geen zin in nog weer een dik boek over
de uitwassen van de Stalintijd. Er was in elk geval in ons land geen uitgever te vinden
die het risico aandurfde. Nu, bijna dertig jaar later, in een tijd waarin Solzjenitsyn
nauwelijks meer gelezen wordt en een nieuwe lezersgeneratie de dienst uitmaakt, is
het dan toch gelukt en ligt er in een fraaie gebonden editie een Nederlandse vertaling
van Grossmans indrukwekkende roman.
Waarom is die roman zo indrukwekkend? Hij geeft, in de eerste plaats, een
prachtig en overtuigend tijdsbeeld: meeslepende beschrijvingen van de slag om
Stalingrad, waar de Duitsers uiteindelijk het onderspit dolven en die een keerpunt
betekende in de Tweede Wereldoorlog. Uitstekende beschrijvingen ook van het
‘gewone’ leven in de Stalintijd, met hechte, maar ook moeizame persoonlijke relaties
en door opportunisme en angst bepaalde collegiale verhoudingen. Daarbij komen, in
de beste traditie van de Russische roman, generaliserende opmerkingen over grote
thema’s als leven, liefde en dood, de problematiek van goed en kwaad, oprechtheid en
leugen, moed en lafheid. De auteur neemt daarbij geen blad voor de mond en maakt
bijvoorbeeld op verschillende plaatsen in zijn roman een expliciete vergelijking tussen
Hitler en Stalin, het nazisme en het communisme, beide even verderfelijk, beide
geen enkele rekening houdend met vrijheid en menselijke waardigheid.
Een belangrijke roman als Leven & lot verdient een goede vertaling. De jury
heeft, na zorgvuldige controle, tot haar genoegen kunnen constateren dat de vertaling
niet zomaar goed, maar meer dan voortreffelijk is. Dat is des te opmerkelijker daar
de vertaalster, Froukje Slofstra, geen doorgewinterde vertaler is die haar sporen al
ruimschoots heeft verdiend, maar als jonge vertaler nog betrekkelijk aan het begin
van haar carrière staat. Het heeft de jury verbaasd en aangenaam getroffen dat zij
Grossmans roman, waarvan het Russisch bepaald niet gemakkelijk is, zo briljant
heeft weten te vertalen. In de hele roman heeft de jury geen passage kunnen vinden
die gewrongen klinkt, het woordgebruik valt nergens uit de toon, de militaire zowel
als de natuurwetenschappelijke terminologie is vlekkeloos, de soms lange zinnen,
met de voor het Russisch typische participiaconstructies, zijn in vloeiend Nederlands
omgezet. Een willekeurige oorlogspassage:
Een tweede, bijna even willekeurig gekozen passage met een natuurbeschrijving:
Een goede vertaling verraadt zich niet alleen door perfect Nederlands, maar ook
door geslaagde, volstrekt natuurlijk klinkende, ‘creatieve’ vondsten, waarbij het
niet zozeer aankomt op vertalen als wel op het vinden van evenwaardige zaken in
het Nederlands. Als de auteur hooggeplaatsten ten tonele voert, die het Russisch
niet helemaal goed beheersen, lezen we in de vertaling: ‘Hij had altijd gediend
onder mannen die de kalibers van het geschut niet kenden, die niet in staat waren
een door iemand anders voor hen geschreven toespraak foutloos voor te lezen, die
zich vergisten bij het kaartlezen, die “normalíter”, “geeneens” en “u moet zich goed
beseffen” zeiden’. (blz. 340-341)
Behalve voor haar uitstekende vertaling verdient de vertaalster ook veel lof voor
het werk eromheen. De uitgave is voorzien van een uitvoerig notenapparaat, een lijst
van personages, kaartjes van Rusland en Stalingrad en een afgewogen, van kennis
van zaken getuigend nawoord, waarin de geschiedenis van Grossman en zijn boek
uit de doeken wordt gedaan. Er is op deze manier een werkelijk ideale uitgave tot
stand gekomen. De jury draagt Froukje Slofstra dan ook met het grootste genoegen
voor voor de Aleida Schotprijs 2009.
De jury
Arthur Langeveld
Willem G. Weststeijn