Froukje Slofstra ontving in april 2009 de
Aleida Schotprijs voor haar vertaling van
de Russische roman Leven & lot van Vasili
Grossman. De Aleida Schotprijs voor vertalingen
uit de Slavische literatuur wordt elke
twee jaar uitgereikt door de Aleida Schot
Stichting. De stichting is opgericht met een legaat
van Aleida G. Schot, die in 1953 als eerste
de Martinus Nijhoffprijs ontving voor haar
vertalingen uit de Russische literatuur.
Volgens de jury, bestaande uit Willem G.
Weststeijn en Arthur Langeveld, heeft de jonge
vertaalster Froukje Slofstra met Leven &
lot een ideale uitgave gerealiseerd.
Slofstra is er niet alleen in geslaagd een nagenoeg
perfecte vertaling te maken, met volstrekt
natuurlijk klinkende, ‘creatieve’ (ver)-
taalvondsten, maar ze heeft het werk tevens
voorzien van een uitvoerig notenapparaat, een
lijst van personages en een gedegen nawoord,
waarin de geschiedenis van Grossman en zijn
boek uit de doeken wordt gedaan.
De in Berditsjev in Oekraïne geboren
Vasili Semjonovitsj Grossman (1905-1964)
reisde tijdens de Tweede Wereldoorlog als
journalist met het Rode Leger mee en rapporteerde
over de gevechten aan het Oostfront,
waaronder de slag om Stalingrad. Grossman
was een van de eerste journalisten die in de
concentratiekampen Majdanek en Treblinka
door drong, en op indrukwekkende wijze beschreef
wat hij zag. Zijn veelgelezen, niets
verhullende ooggetuigenverslagen bezorgden hem een grote populariteit. Zijn hoofdwerk,
de roman Leven & lot, die zich afspeelt tijdens
de slag om Stalingrad, kwam echter niet door
de censuur. In 1960 nam de KGB het manuscript
van de roman in beslag. Twintig jaar na
Grossmans dood werd een bewaard gebleven
kopie naar het Westen gesmokkeld. Vandaag
de dag wordt Leven & lot, dat inmiddels vertaald
is in alle grote Europese talen, gezien als
een van de belangrijkste romans van de twintigste
eeuw.
Ik ontmoet Froukje Slofstra in café Scheltema,
vlak bij het Slavisch Instituut van de
Universiteit van Amsterdam. Froukje woont
in New York en is voor de prijsuitreiking
van de Aleida Schotprijs naar Nederland gekomen.
Café Scheltema kennen we allebei;
we hebben er allebei onze afstudeerborrel
gehouden. Tijdens onze e-mailcommunicatie
voorafgaand aan de prijsuitreiking is me opgevallen
dat Froukje bijzonder bescheiden is. Ze wil zo min mogelijk aandacht op zichzelf
vestigen. In haar dankwoord voor de Aleida
Schot Prijs gaf ze dan ook aan zich niet gemakkelijk
te voelen bij alle aandacht, zeker
ook omdat Grossman persoonlijk nooit enige
erkenning heeft kunnen krijgen voor Leven
& lot.
Froukje Slofstra is een jonge vertaalster,
geboren in 1977. Ze studeerde Russische
taal- en letterkunde aan de Universiteit van
Amsterdam, met als afstudeeronderwerp het gebruik van de vrije indirecte rede in de verhalen
van Tsjechov en Nabokov. Het schrijven
van de scriptie bezorgde haar buitengewoon
veel genoegen en het eindresultaat werd uiteindelijk
met het cijfer tien beloond door haar
scriptiebegeleiders. Froukje had graag op de
Universiteit van Amsterdam willen blijven,
maar toen haar vriend Stijn Alsteens een baan
in Parijs vond, besloot ze met hem mee te
gaan.
Uit alles wat Froukje tijdens het interview
vertelt, blijkt dat ze een perfectioniste is en er
altijd naar zal streven om het beste uit zichzelf
te halen. Gedurende een jaar werkte ze als
vertaalster bij een Frans bedrijf dat taalcursussen
maakte op cd-rom. Wegens gebrek aan
inhoudelijke bevrediging voelde ze zich echter
in het bedrijfsleven minder thuis. Daarna
deed ze vooral redactiewerk bij uitgeverijen.
Redactiewerk wordt slecht betaald en daardoor
vaak slecht gedaan, maar Froukje leerde
veel. Zo kwam ze uiteindelijk ook aan de opdracht
voor het vertalen van Leven & lot.
Dat Leven & lot werd vertaald blijken we
vooral aan de ondernemingszin van uitgeverij
Balans te danken te hebben. Alhoewel het boek
mede wegens het stevige formaat in Nederland
vooral bekend stond als een onvertaalbare en
overkoopbare pil, zag Balans toch mogelijkheden
voor uitgave. Via een kennis, die haar
redactiewerk kende, werd Froukje gevraagd
de roman te vertalen. Wel was daarbij de voorwaarde
dat het boek in één jaar vertaald zou
worden; dat is niet gelukt.
Froukje vertelt over het risico dat Balans
nam, door niet alleen een roman van dit type
uit te geven, maar ook nog in de vertaling van
een volstrekt onbekend vertaalster. Froukje
zelf legde zich een straf vertaaltempo op: ze
vertaalde volgens strikte planning een halve
bladzijde Russisch per dag, zeven dagen in de week, twee jaar lang. Aan de hand van het paginacijfer
kon ze eenvoudig berekenen welke
datum het was. Toen de vertaling eenmaal
voltooid was, stond Froukje er op dat ook een
notenapparaat en een nawoord zouden worden
toegevoegd, ondanks protesten van de uitgeverij
wegens het al overschrijden van de beschikbare
vertaaltijd.
Maar Froukje wilde alleen perfect werk
uit handen geven. In haar gedrevenheid – ze
woont naast de universiteitsbibliotheek – wist
ze zelfs woorden uit het Kalmuks naar het
Nederlands te vertalen. Het eindresultaat is
een prachtig werk, waarmee ze haar proeve
van bekwaamheid glansrijk heeft afgelegd en
dat de Aleida Schotprijs ten volle verdient.