Honderdeneen jaar Nabokov





Vladimir Nabokov. Bron

Vladimir Vladimirivitsj Nabokov werd honderdeneen jaar geleden geboren en maakte de extreemste perioden van de afgelopen eeuw mee: hij werd geboren in een welgestelde familie in het tsaristische Rusland en vluchtte in 1918 met achterlating van alles (inclusief een gelukkige jeugd) naar Duitsland waar hij een tijdlang in de kleurrijke groep van Russische emigranten leefde. In Berlijn schreef hij onder het pseudoniem Sirin, want hij wilde niet verward worden met zijn vader, Vladimir Nabokov senior. Zijn verhalen verschenen er in diverse tijdschriften en bundels van de emigranten pers.

In 1922 werd zijn vader per ongeluk vermoord - het dodelijk schot was voor iemand anders bedoeld. In 1937 emigreerde Nabokov, bevreesd voor het Nazi-regiem, naar Frankrijk. Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vertrok hij met zijn joodse vrouw naar de Verenigde Staten. Tijdens zijn leven daar werd hij geconfronteerd met het rabiate anti-communisme van McCarthy. Als je al die ideologieën kunt overleven, moet je daar de rest van je leven wel weerstand tegen voelen.

Na veel geleur met Lolita (1955, de - succesvolle - Amerikaanse uitgave verscheen pas in 1958), gevecht met onbegrip bij uitgeverijen en verschillende docentschappen aan Amerikaanse universiteiten als Cornell en Harvard, kreeg Nabokov uiteindelijk erkenning en kon hij zich louter toeleggen op zijn literaire werk. Op zijn zestigste emigreerde hij voor de zoveelste keer en verhuisde hij naar Montreux in Zwitserland. Daar woonde hij tot aan zijn dood met zijn vrouw in een hotel van herstelde glorie, dat was aanbevolen door Peter Ustinov. Nabokov overleed in 1977.

Aanvankelijk schreef Nabokov in het Russisch, maar na aankomst in de Verenigde Staten besloot hij, om als banneling niet te geïsoleerd te raken, aan een nieuwe toekomst te werken, Sirin dood te verklaren en in het Engels te gaan schrijven, een taal die hem als kind al door gouvernantes was bijgebracht. Als schrijver in het Engels werd hij wereldberoemd.

In het begin van zijn schrijverscarrière vertaalde Nabokov uit het Duits, Frans en Engels naar het Russisch. Later vertaalde hij van het Russisch naar het Engels; Poesjkins Jevgeni Onegin is van deze vertalingen het bekendst. Zijn eigen Engelstalige werk vertaalde hij ook weer naar het Russisch. Hij was uitermate kritisch, veeleisend en streng wat betreft de vertalingen van zijn werk. Dat werk bewaakte hij zorgvuldig, samen met de leden van zijn familiebedrijfje: zijn vrouw Vera typte de manuscripten uit, verzorgde de redactie en nam de zaken waar; zoon Dmitri waakt nog steeds over Nabokovs literaire nalatenschap, overigens niet altijd zonder (verontwaardigde) internationale kritiek. Nabokov redigeerde zelfs de Franse vertalingen van zijn werk en, samen met Vera, de Duitse vertalingen. Ook bereidde hij vraaggesprekken met journalisten heel zorgvuldig voor: hij wilde niet worden verrast.

Bij de vertalingen van zijn eigen werk wijzigde hij meer dan eens hele stukken. Hij schijnt ook, naar goede Russische traditie, sommige delen van zijn eigen verleden weggeretoucheerd te hebben.

Nabokov had nooit verwacht dat hij in de twintigste eeuw eeuw nog officieel zou worden gepubliceerd in Rusland. In de jaren zeventig en tachtig circuleerde zijn werk in de samizdat. Elf jaar na Nabokovs dood gaf Gorbatsjov toestemming om diens werk in vijf delen uit te brengen.



Nabokovs ideologie



Vóór 1958 werd Nabokovs werk geregeld geweigerd, bekritiseerd en soms teruggezonden en heeft hij het, getuige zijn Zuivere brieven, voortdurend aan de stok gehad met uitgeverijen. Nadat Lolita eindelijk werd uitgegeven en Nabokov er, mede door toedoen van Graham Greene die er vol lof over schreef, Amerika mee veroverde, werd de situatie geheel anders. Vanaf nu kon Nabokov zijn visie op de literatuur en de literatuurkritiek geven in de zekerheid dat er naar hem werd geluisterd. Let op de harlekijn is een tirade aan het adres van de Amerikaanse recensenten. In Lectures on Literature bepaalt Nabokov wie een goede schrijver is en wie niet; tevens vindt men er zijn gedragsregels voor de 'goede' lezer (een goede lezer laat zich bijvoorbeeld 'betoveren' door de auteur). In de voorwoorden bij zijn boeken herhaalt hij deze visie geregeld.

Nabokov was wars van elke politieke, ideologische en literaire ideologie. In het voorwoord van Wanhoop stelt hij dat zijn werk geen bepaalde ideologie bevat, 'het dient niet de verheffing van het spiritueel zintuig van de mens, noch wijst het de beschaving de juiste weg. Het bevat veel minder "ideeën" dan al die welgevulde, vulgaire romans die zo hysterisch worden bejubeld in de korte galmgang tussen loftrompet en boegeroep'.

Bij Gebroken schild waarschuwt hij dat hij geen 'types' heeft gecreërd, de personages belichamen geen denkbeelden. Iedereen is slechts zijn 'gril en gram'.

Nabokov was ook bepaald niet gecharmeerd van de literaire hokjesgeest. De kenners van literaire scholen doen er verstandig aan, zegt hij, als ze het over zijn werk hebben, niet aan te komen zetten met 'de invloed van het Duitse expressionisme'. In een voetnoot geeft hij een veeg uit de pan aan het adres van Jean-Paul Sartre, die hij een communistisch recensent noemt die een 'opmerkelijk stompzinnig artikel' wijdde aan een Franse vertaling van een van zijn boeken.

Verder was Nabokov allergisch voor 'vurige Freudianen'. Uitdagend stelde hij: 'Op al mijn boeken zou moeten staan: Verboden voor Freudianen!'

Waar hij wel in geloofde? Nabokov bestudeerde en ving vlinders, werkte zelfs enige tijd als lepidopteroloog aan Harvard University. Op het eerste gezicht lijken vlinders uitsluitend vrolijk rond te dwarrelen en alleen voorde schone schijn te bestaan. Bij nadere bestudering echter blijkt dat dit gedrag aan strenge wetten onderhevig is. In zijn literaire werk liet Nabokov zich inspireren door dit 'vlindergedrag'. In Geheugen, spreek schrijft hij daarover: 'Ik ontdekte in de natuur de non-utilitaristische geneugten die ik zocht in de kunst. Beide waren een vorm van magie, beide waren een spel van ingewikkelde bekoring en bedrog'.



Nabokov in Nederland



In het jaar 1991 verscheen het eerste deel van een nieuwe reeks vertalingen van Nabokovs gehele oeuvre, uitgebracht door De Bezige Bij. Zijn vertalingen waren nooit eerder systematisch in Nederland uitgegeven, maar verschenen druppelsgewijs in de loop van de tijd bij zeker zeven verschillende uitgeverijen: het resultaat van het verkopen van het werk per titel door de Amerikaanse literaire agenten. De Bezige Bij verkreeg de rechten op bijna alle titels van Nabokov (een uitzondering zijn bij voorbeeld de verzamelde brieven; deze zijn in Privé-Domein van de Arbeiderspers uitgegeven als Zuivere kleuren, brieven van Nabokov) en besloot zijn werk systematisch uit te geven en alle vertalingen grondig te herzien omdat men vond dat de bestaande vertalingen 'niet altijd rechtdeden aan de briljante stilistische kwaliteiten van het oorspronkelijke werk'. Het resultaat: vijfentwintig romans en twee verhalenbundels in een gebonden uitgave, uitgegeven tussen 1991 en 1996.

De eerste vertalingen van het werk van Nabokov dateren uit de jaren zestig en waren van de hand van onder meer Maurice en/of Lore Coutinho. Het vertaalwerk werd in deze tijd matig gehonoreerd en dat is ook wel aan de kwaliteit van de vertalingen te merken. Toch verrichtten de eerste vertalers pionierswerk: de Nederlandse vertaling van Lolita was waarschijnlijk de eerste vertaling ter wereld en verscheen vrij kort nadat de roman met veel moeite in Parijs was uitgekomen.

Nederland is een klein land met te weinig lezers om het (goed) vertalen zonder subsidie adequaat te kunnen honoreren. Door de financiële steun van het Fonds voor de Letteren zijn er inmiddels veel betere voorwaarden geschapen voor vertalers, wat er toe heeft bijgedragen dat er een echte beroepsgroep van literaire vertalers is ontstaan. Bij een beroepsgroep neemt het kritische gehalte en de discussie over het product toe; het literair vertalen in Nederland is, vergeleken met enkele decennia geleden, duidelijk op een hoger niveau gekomen. Dat misschien niet iedereen dat oordeel is toegedaan blijkt uit discussies naar aanleiding van nieuwe vertalingen. Rien Verhoef, vertaler van ondermeer Lolita klaagt in het speciaal aan Nabokov gewijde nummer van De Tweede Ronde over de hardnekkigheid waarmee er telkens maar weer naar de oude vertalingen wordt gegrepen (hij noemt als zondaars met name Guus Luijters en Rudy Kousbroek). 'Duistere teksten roepen bij hun exegeten een bevlogenheid op die zich uit in blikvernauwing: hun begrip heeft al zoveel inspanning gekost dat het er bij hen gewoon niet in wil dat ze heel mischien iets verkeerd hebben gezien en al hun moeite vergeefs is geweest'. Dit alles naar aanleiding van een bespreking van Luijters waarin hij kritiek uitte op Verhoefs vertalingen vanwege enkele slordigheden en omdat hij vond dat erin vergelijking met de vertaling van Coutinho 'een zekere poëtische kwaliteit van het boek verloren is gegaan'. Marko Fondse daarentegen is zeer te spreken over de vertaling van Nijhoff-prijswinnaar Peter Verstegen (Bleek Vuur). Fondse vraagt zich af waarom het zolang heeft geduurd dat er er een vertaling uitkwam, '"men" speelt toch ook niet zelf Chopin, daarvoor zoekt men toch een topinterpreet. Dat laat je aan vaklui over. Maar weinigen hebben voldoende Engels in huis om Nabokov, en zeker déze Nabokov, in het Engels te lezen en er wat aan te hebben.'

Van het vertaalde werk van Vladimir Nabokov bestaan er per titel (zie bibliografie) verschillende versies: uit het originele Engels vertaald, uit het originele Russisch vertaald, uit het Russisch via de Engelse vertaling vertaald enzovoorts. En dit wordt nog eens uitgebreid doordat van de diverse gewijzigde originelen ook weer diverse edities bestaan.

Bij de eerste uitgave van De Gave (overigens via het Engels vertaald) was Anneke Brassinga (vertaalde onder andere Wanhoop, De verdediging, De gave, Uitnodiging voor een onthoofding) nog armlastig, ze had slechts een goedkoop woordenboek en bij nader aanzien een heel slecht origineel (pocketboek met veel fouten). Bij de laatste uitgave voor De Bezige Bij gebruikte ze de door Nabokov zelf geprezen Webster en werd het hele manuscript ook nog eens nagekeken door Marja Wiebes en Margriet Berg. Zij hadden de originele Russische versie en bovendien aanwijzingen van Nabokov zelf. Daarmee zijn enkele fouten of onjuistheden toch nog goed gekomen. Het was volgens Brassinga, die ik hierover sprak, een belangrijke fase van het vertaalproces. Omdat Nabokov van de gelegenheid gebruik maakte om de Engelse versie van de in de oorspronkelijk in het Russisch geschreven verhalen hier en daar aan te passen of te herzien, of om zelfs passages toe te voegen, bestaan er van het werk van voor 1940 in feite twee originelen. Alleen de Engelse versies bevatten de revisies van de auteur.

Een goed voorbeeld daarvan is ook Masjenka, vertaald door Jan Pieter van der Sterre. Hij vertaalde uit het Engels, maar beheerst ook de Russische taal en kwam er achter dat er vrij veel verschillen bestaan tussen de orginele Masjenka (Nabokovs eerste in het Russisch geschreven roman uit 1926) en de vertaling in het Engels Mary. Hoewel Nabokov er op stond dat zijn werk zorgvuldig vertaald moest worden en hij de vertaling van Michael Glenny zelf redigeerde, zijn er toch duidelijke verschillen, die soms aan slordigheden zijn te wijten: Jan Pieter van der Sterre is het Russische origineel trouw gebleven en corrigeerde zoveel mogelijk zelf de afwijkingen. Maar soms heeft Nabokov met opzet sommige stukken herschreven, verwijderd of toegevoegd, zoals bijvoorbeeld bij Heer, vrouw, boer. In zijn voorwoord schrijft hij daar over: 'Laat ik alleen opmerken dat mijn hoofddoel daarbij niet was om een lijk op te smukken, maar eerder om een nog ademend lichaam het genot van zekere aangeboren vermogens te gunnen dat het voorheen was onthouden door onervarenheid en onbesuisdheid, denkhaast en woordluiheid.'

Dat er in Nederland een enorme belangstelling voor het werk van Vladimir Nabokov bestaat, blijkt wel uit de vele vertalingen, de hoge scores in de verschillende literaire top-tiens, de vele recensies en artikelen die de afgelopen decennia over Nabokov zijn verschenen en de lovende achterflapteksten bij de nieuwe Bezige Bij-reeks (er werd om 'gevochten' om deze te mogen schrijven). Nabokov wordt in Nederland gelauwerd, zijn werk 'gesavoureerd', zijn stilistische kwaliteiten de hemel in geprezen. Marc Schoorl verzuchtte in de Groene Amsterdammer van 26 maart 1996 zelfs dat 'de hele Nederlandse literatuur is vergeven van de Nabokov- aanbidders', met Karel van het Reve als 'Nabokov-ambassadeur' voorop.



BIBLIOGRAFIE NEDERLANDSE VERTALINGEN VAN HET WERK VAN VLADIMIR NABOKOV

Ada, een familiekroniek (Ada, or, Ardor: a family chronicle, 1969) Meulenhoff, Baarn 1970, 631 p. Vertaling J.F. Kliphuis. De Bezige Bij, Amsterdam 1992. Vertaling René Kurpershoek. Bleek vuur (Pale Fire, 1962) Athenaeum, Polak & Van Gennep, Amsterdam 1972, 286 p. De Bezige Bij, Amsterdam 1995. Vertaling Peter Verstegen.

Doorzichtige dingen (Transparent Things, 1972) Meulenhoff, Baarn 1973. Elsevier-Manteau, Amsterdam 1980, 146 p. Vertaling D.P. Peet. De Bezige Bij, Amsterdam 1994. Vertaling Sjaak Commandeur.

De gave (Dar, 1935/7; The Gift 1963), Athenaeum, Polak & Van Gennep, Amsterdam 1977, 433 p. De Bezige Bij, Amsterdam 1991. Vertaling uit het Engels door Anneke Brassinga. De gebeurtenis: dramatische gebeurtenis in drie bedrijven (Sobytie, 1938). De Plantage/G&S, Leiden 1992, 93 p. Vertaling Petra Couvée.

Gebroken schild (Bend Sinister, 1947) Van Oorschot, Amsterdam 1961, 268 p. Vertaling ('Bastaards') Charles B. Timmer. De Bezige Bij, Amsterdam 1995. Vertaling René Kurpershoek.

Geheugen, spreek (Speak Memory, 1951) De Bezige Bij, Amsterdam 1968, 286 p. Atheaneum, Polak & Van Gennep, Amsterdam 1968. Vertaling M. en L. Coutinho. De Bezige Bij, Amsterdam 1992. Vertaling Rien Verhoef.

Glorie (Podvig, 1932; Glory: a novel, 1971 ), H. Meulenhoff, Baarn 1972, [ 1974], 203 p. Elsevier-Manteau, Amsterdam-Brussel 1981. Vertaling uit het Engels door R. Kliphuis. De Bezige Bij, Amsterdam 1994. Vertaling uit het Engels door Gerrit de Blaauw.

Heer, vrouw, boer (1928) (Korol', dama, valet, 1928; King, Queen, Knave, 1968). A.W. Bruna & Zoon, Utrecht 1963, 192 p. Vertaling uit het Duits door J.W. Staalman. De Bezige Bij, Amsterdam 1970, [ 1971], [ 1977], [ 1979), 341 p. Vertaling uit het Engels door M. en L. Coutinho. De Bezige Bij, Amsterdam 1993. Vertaling uit het Engels door Rien Verhoef.

Een lach in het donker (Kamera obskura, 1932; Laughter in the dark, 1978). 's Gravenhage - Oisterwijk 1960, 272 p., [ 1968], 269 p. Athaenaeum, Polak & Van Gennep, Amsterdam 1988. Vertaling uit het Engels door M. Coutinho. De Bezige Bij, Amsterdam 1995. Vertaling uit het Engels door Peter Bergsma.

Lente in Fialta: verhalen (Vesna v Fialte, 1931-52; Spring in Fialta, 1959). De Bezige Bij, Amsterdam 1966, [ 19741, 1981, [ 1986) 225 p. Vertaling uit het Engels door M. Coutinho. Let op de harlekijn (Look at the Harlequins, 1974) De Boekerij, Baarn 1976, 216 p. Manteau, Amsterdam 1983. Vertaling Louis Perron ('Harlekinade'). De Bezige Bij, Amsterdam 1995. Vertaling Anneke van Huisseling.

Lolita (1955) De wijde horizon, 's Gravenhage-Oisterwijk 1958. Nieuwe Wieken, Amsterdam 1978. Omega Boek, Amsterdam 1985. Vertaling M. Coutinho. De Bezige Bij, Amsterdam 1994. Vertaling Rien Verhoef.

Masjenka (Mašen'ka, 1926, Mary, 1970). H. Meulenhoff, Baarn 1972, 160 p. Elsevier Manteau, Amsterdam-Brussel 1980. Vertaling uit het Engels door J.F. Kliphuis. De Bezige Bij, Amsterdam 1994. Vertaling uit het Engels door Jan Pieter van der Sterre.

Het oog (Sogljadataj, 1930; The eye, 1966) De Bezige Bij, Amsterdam 1966, (1969) 114 p. BZZTöH, 's Gravenhage 1981. Vertaling uit het Engels door M. Coutinho. De Bezige Bij, Amsterdam 1992. Vertaling Johan Hos.

Pnin ( 1957) De Arbeiderspers, Amsterdam 1968, [ 1978]. De Bezige Bij, Amsterdam 1993. Vertaling Eise Hoog.

Het Scheermes (Britva, 1926). De Bezige Bij, Amsterdam 1991. Vertaling uit het Engels (Razor) door Anneke Brassinga (met nawoord van Karel van het Reve).

De tovenaar (Volšebnik 1939), Bert Bakker, Amsterdam 1986, 93 p. Vertaling Marja Wiebes.

Uitnodiging voor een onthoofding (Priglasenie na kazn', 1935/1938; Invitation to a beheading, 1959) J.M. Meulenhoff-De Bezige Bij, Amsterdam 1970, 223 p. J.M. Meulenhoff, Amsterdam 1971. BZZöH, 's Gravenhage 1981. Hema, Amsterdam 1988. Vertaling uit het Engels door M. en L. Coutinho. De Bezige Bij, Amsterdam 1991. Vertaling Anneke Brassinga.

De uitvinding van Wals: toneelspel in drie bedrijven (The Walz Invention: a play in three acts, 1966). De Bezige Bij, Amsterdam 1971, 80 p. Vertaling Cees Nooteboom.

Ultima Thule [Verzamelde verhalen], (A Russian Beauty, 1973, Tyrants Destroyed, 1975, Details of a Sunset, 1976). Athenaeum Polak & Van Gennep, Amsterdam 1979, De Bezige Bij, Amsterdam 1985. 612 p. Vertaling Anneke Brassinga en Peter Verstegen.

De verdediging (Zaščita Lužina, 1930, The Defense, 1970) De Bezige Bij - Meulenhoff, Amsterdam 1967, 252 p. J.M. Meulenhoff, Amsterdam 1971. Vertaling uit het Engels door M. en L. Coutinho. De Bezige Bij, Amsterdam 1991. Vertaling Anneke Brassinga.

Verzamelde verhalen (The stories of Vladimir Nabokov, 1995) Deel 1,435 p. en deel 2,450 p. De Bezige Bij, Amsterdam 1996. Vertaling uit het Engels en het Russisch door Yolanda Bloemen, Anneke Brassinga, Peter Verstegen en Marja Wiebes.

Wanhoop (Otčajanie, 1932; Despair 1965/6). De Bezige Bij, Amsterdam 1969, 236 p. Vertaling uit het Engels door Carla van Splunteren. De Bezige Bij, Amsterdam 1991 Vertaling uit het Engels door Anneke Brassinga.

Het werkelijke leven van Sebastian Knight (The Real Life of Sebastian Knight, 1959). De Boekerij, Baarn 1978, 179 p. Vertaling D.P. Peet. De Bezige Bij, Amsterdam 1992. Vertaling Sjaak Commandeur.

Zuivere kleuren, brieven 1923-77. Redactie en selectie: Dmitri Nabokov en Matthew Bruccoli. De Arbeiderspers, Amsterdam 1993. Vertaling Anneke van Huisseling.




<    

TSL 26

   >