Onno Hansen



Interview met Michal Viewegh





Michal Viewegh. Bron

De eerste indruk maakt het duidelijk: Michal Viewegh is een echte schrijver. Met een bedachtzame blik onder een gouden ziekenfondsbril van het merk John Lennon en met een licht getuite mond zit hij aan een tafeltje in het hippe café Radost in Praag. Hij oogt ontspannen in zijn geblokte colbert. Voor hem prijken de resten van een genuttigde maaltijd. Hij converseert op gedempte toon met zijn literair agente, een jonge Amerikaanse. Nonchalant monsteren ze elke binnenkomer. Viewegh is dertiger en een van de meest succesvolle auteurs van Tsjechië. Zijn boeken halen verkoopcijfers van tachtigduizend in eigen land. Als voormalig leraar van een basisschool in Praag en redacteur van een uitgeverij kan hij momenteel leven van zijn literaire werk. De thema's van zijn boeken komen veelal voort uit zijn eigen leven. In zijn grote doorbraak in eigen land, de roman Te gekke jaren, meldt hij over de hoofdpersoon Kvido die beginnend schrijver is: 'Kvido stelde - net als vele anderen - vast dat je slechts moeilijk een ander verhaal vindt dan dat van jezelf. "De roman, dat ben ik!" schreeuwde hij.' De uitspraak typeert de schrijver. Viewegh voert een contingent nieuwe, brutale schrijvers aan. Om hem hangt het stigma van commercialiteit. Hij schrijft schijnbaar zonder moeite. In een lichte toon voert hij gewone mensen op die met problemen worstelen die voor veel Tsjechen herkenbaar zijn: gestrande huwelijken, moeizaam contact tussen ouders en kinderen, de nieuwe tijden. De vertellingen lardeert hij met uitspraken van schrijvers, literaire critici en filosofen. Twee van Viewegh's boeken zijn ook in Nederland uitgegeven, Te gekke jaren en De opvoeding van Boheemse meisjes. Van beide kwam in eigen land vorig jaar een succesvolle filmversie uit. Een derde boek van Viewegh in het Nederlands komt naar verwachting in het voorjaar van 1999 uit. Zelf is hij bezig met weer een nieuwe roman en denkt hij erover samen met zijn broer 'iets met het toneel' te gaan doen.

Hoewel hij soms korte pauzes neemt, formuleert Viewegh snel. Hij staart naar de tafel om plots zijn gezicht zijwaarts naar mij te draaien. Met zijn handen wrijft hij over zijn kin. Hij Iaat doorschemeren moe te zijn van alle vraaggesprekken en het afdraaien van zijn verhaal. Niettemin wil hij het nog wel eens proberen.


In De opvoeding van Boheemse meisjes laat je de vrouw van de ik-persoon opmerken dat deze het schrijven van een postmoderne roman als ambitie heeft. Is dat ook jouw ambitie?

Toen ik deze roman schreef, las ik net een studie van een professor van de Praagse Karelsuniversiteit over de moderne Britse roman. In de inleiding was er een gedeelte over het postmodernisme. Ik realiseerde me dat ik intuïtief in mijn werk veel van de elementen gebruikte die volgens de professor tot het postmodernisme behoorden. Bijvoorbeeld een terugkeer naar mythen en historische archetypes, metatekstuele verwijzingen, het gebruik van citaten, het spelen met de lezer enzovoort. Die dingen deed ik al nog voor ik ook maar wist dat ze postmodernistisch waren. En dat is waarom die zin over de postmoderne roman wordt gebruikt in mijn roman. Maar het is in een ironische context. Omdat de vrouw het zegt.

Sta je daarmee nog wel in de Tsjechische literaire traditie?

Die vraag kan misschien het best worden beantwoord door een literair historicus. Hoewel ik mij zelf niet direct zou durven vergelijken met grote schrijvers als Čapek, Hrabal of Hašek, hoop ik oprecht binnen deze grote traditie te passen. Ik probeer het traditionele realisme van deze schrijvers te innoveren. Hoewel ik niet van het woord postmodernisme houd, zou men kunnen zeggen dat dat met postmoderne elementen gebeurt.

De verwijzingen die je in je werk gebruikt zijn desondanks niet alleen Tsjechisch.

Ik geloof dat het een citaat van Roland Barthes is die zegt dat werkelijke originaliteit niet bestaat. We leven in een wereld waarin bepaalde teksten altijd rondgaan. We lenen simpelweg iets van deze teksten en proberen dit eigen te maken. Omdat ik niet alleen Tsjechische literatuur lees maar ook wereldliteratuur, is het een gegeven dat mijn teksten ook beïnvloed worden door wat ik lees uit de wereldliteratuur.

Maar denk je niet dat de citaten behoren tot de culturen waarin ze ontstaan zijn? Of kan je gewoon teksten overal vandaan plukken buiten de culturele context om?

Ik zou het zo willen zeggen. Het feit dat er in mijn werk veel citaten staan, is het resultaat van mijn geloof dat ik geen enkele claim heb op de universele waarheid. Het is een nederige erkenning dat sommige dingen en argumenten door andere schrijvers reeds voor mij gezegd zijn, vaak erg diep en humoristisch. En het lijkt me redelijker deze citaten te nemen en andermans naam eronder te zetten dan dat ik ze me toeëigenen, ze op mijn eigen manier zeg.

Als je deze lijn doortrekt, kom je op de conclusie uit dat je beter op kunt houden met schri jven. Want als alles al eens is gezegd door anderen, en ook nog eens anders en beter, waarom zou je dan zelf nog schrijven?

Hoewel ik het gevoel heb dat alles al eens geschreven is, stoort me dat niet. Ik denk dat ik altijd nieuwe variaties op oude verhalen probeer vertellen. Ik wil die horen. Daarom is alles wat ik doe, wat alle schrijvers doen, het maken van een nieuwe variatie op een oud verhaal. Waar het om gaat is hoe je het doet. Of je grappig bent, origineel, enzovoort. Of de schrijver in staat is de lezer op de een of andere manier te verrassen.

Dient literatuur dan alleen als amusement voor de lezer?

Ik hoop dat het niet alleen dat is. Ik probeer mijn werk amusant te maken zodat het niet saai is. Maar tegelijkertijd hoop ik in de tekst tussen de regels plaats te vinden voor serieuze gedachten bijvoorbeeld over het Tsjechische schoolsysteem, of over het huwelijk of de omgang met kinderen.

Is dat wat je bedoelt te zeggen met het zinnetje uit De opvoeding van Boheemse meisjes: 'ik naai vrolijke overtrekken om er de rauwe werkelijkheid van pijn mee te bedekken'?

Ik illustreer mijn schrijffilosofie altijd met een concreet voorbeeld. Als iemand met een pijnlijk probleem zit en 's avonds met zes mensen de kroeg in gaat om te kletsen dan heeft die persoon het recht over dat vreselijke probleem te praten met die andere mensen. Maar hij heeft het recht niet die anderen te irriteren door een monoloog van drie uur te houden over zijn persoonlijke pijn. Dat is bijvoorbeeld ook zo met het boek waaraan ik nu werk. Daarin zijn er een heleboel elementen verweven van de pijnlijke problematiek van de hoofdpersoon die samenhangt met de omgang met zijn dochter na zijn scheiding. Ik denk dat het herkenbaar is dat dat voor mij een pijnlijk thema is. Maar tegelijkertijd probeer ik het boek op de een of andere manier amusant te maken want ik heb het recht niet om literatuur als psychotherapie te gebruiken.

De lezers verwachten dat het grotesk zal worden, grappig, vol met overdreven humor en ik voel een zekere verantwoordelijkheid dat te leveren.

Word je dearom gestigmatiseerd als commercieel?

Dat heeft er zeker mee te maken. Ik heb al vaak gezegd dat ik aan mijn lezer probeer te denken wanneer ik schrijf. Ik kies bewust een thema dat aan kitsch grenst zoals in De opvoeding van Boheemse meisjes. Je weet wel, een miljonair met een mooie dochter. Maar ik probeer dat gegeven op te tillen naar het hogere niveau van de literatuur. Wat ik doe beweegt zich tussen commercie en literatuur.

Is het literatuur?

Als je afgaat op de reactie van de lezers: ja. Mijn lezers zijn niet de soort lezers die alleen maar commerciële romans lezen. Mijn werk was een inspiratiebron voor scenarioschrijvers, voor theatermakers en filmmakers. Als ik afga op de ontvangst van mijn werk in recensies dan ben ik waarschijnlijk geaccepteerd in Tsjechië. Tenminste door sommige recensenten.

Denk je dat het nemen van eenvoudige thema's je werk ook begrijpelijk maakt buiten de grenzen van Tsjechië?

Ik denk dat mijn werk bestaat uit universele thema's als intermenselijke verhoudingen. Maar er zijn specifieke uitzonderingen, zoals de context van het socialistische regime in Te gekke jaren. Wanneer ik bijvoorbeeld Updike lees over het huwelijk heb ik er ook geen probleem mee hem te begrijpen hoewel hij een Amerikaanse schrijver is.

Denk je dat je niettemin beïnvloed bent door het feit dat je in Tsjechië leeft? Heb je bijvoorbeeld problemen met de taal die zo doordrenkt was met de communistische ideologie?

De taal is alleen in zoverre veranderd dat het communistische ideologische taalgebruik, dat überhaupt fictief was, verdwenen is. Maar verder? Ik begon al te schrijven voor 1989. Maar ik voel geen problemen met de taal. Ik schaarde mij altijd al in de traditie van pre-communistische schrijvers.

In de jaren tachtig moest er in metaforen geschreven worden. Nu kun je schrijven wat je wilt. Is dat een probleem of een opluchting?

Het is een groot geluk, geen probleem. Ik probeerde in de jaren tachtig jaren in metaforen te schrijven maar die waren zo doorzichtig dat het me nergens lukte om uitgegeven te worden.

Voel je een verantwoordelijkheid voor je publiek met je schrijven?

Ik zou het woord verantwoordelijkheid niet willen gebruiken, dat is me te sterk. Ik zou niet verantwoordelijk willen zijn voor wie wat leest.

Maar ik zou zeggen dat ik de lezer in gedachte heb wanneer ik schrijf. Wanneer ik de derde regel van een dialoog schrijf, vraag ik mij al af of het niet al gaat vervelen. Ik vraag mij af of een verhaal dat voor mij interessant is ook interessant is voor de lezer. Weet je, ik denk dat het de verantwoordelijkheid is van de schrijver je dit soort vragen te stellen.

Heb je ook een morele verantwoordelijkheid voor je lezers?

Ik heb die vraag nooit overwogen, al was het alleen maar omdat dat voor mij een gegeven is. Wanneer ik iets publiceer in een oplage van tachtigduizend kan ik niet het fascisme ophemelen, of drugsgebruik. Omdat ik dat soort dingen niet doe, stel ik mijzelf die vraag ook niet.

Maar mogen je personages ook niet immoreel zijn?

Mijn personages zijn menselijk. Ze maken fouten in de zin dat niemand volmaakt is. Maar ze delen een elementair besef van wat goed is. Ik ben er niet zeker van of de makers van Pulp Fiction of Trainspotting dat ook zouden kunnen zeggen. Misschien zouden ze zichzelf die vraag eens moeten stellen. Vooral de makers van Pulp Fiction.

Zou deze film niet gemaakt hebben mogen worden?

Dat niet. Ik waardeer de kwaliteit van de film en de speelsheid. Maar er wordt geen duidelijke positie ingenomen tegenover de hoofdpersonen door niet aan te geven dat zij slecht zijn. Dat opent de deur voor minder gevoelige toeschouwers om deze personages te verheerlijken.

Hoort dat niet bij het postmodernisme: 'anything goes'?

Ik hou niet van het woord postmodernisme. Ik weet niet werkelijk wat het betekent. Wat ik doe als ik postmodern schrijf, is niet dat ik een morele verantwoordelijkheid ontloop voor wat ik schrijf. Als postmodernisme betekent verantwoordelijkheid ontlopen voor alles dan ben ik geen postmodernist.

Is deze morele positie een uitvloeisel van het feit datje hier geboren bent en niet in een democratie?

Mensen worden beïnvloed door hun omgeving, door de culturele traditie waarin ze opgroeien. In de jaren zeventig en tachtig had ik het gevoel dat communisme het centrale probleem was en dat persoonlijke problemen daaraan ondergeschikt waren. Maar nu leef ik in een normalere democratie. Nu ben ik geïnteresseerd in onderwerpen als het huwelijk en familiebanden. Maar als ik geboren zou zijn in een normaal democratisch land en ik niet de confrontatie met maatschappelijke problemen had gevoeld dan nog zou ik over intermenselijke verhoudingen schrijven. Waarschijnlijk zou ik over iets anders schrijven als ik geboren zou zijn bijvoorbeeld als Koerd in Turkije of als islamitisch fundamentalist.





<    

TSL 24

   >