M. J. Reinders en M. Kabela



De ziekte van Oblomov





Ivan Gontsjarov Bron
Wat is er met hem?'
'Oblomovisme!', antwoordde Andrej somber...

Zowel de literatuur als de psychologie handelen over het menselijk bestaan. Uit beide bronnen komt kennis over het menselijk denken, voelen en handelen. Een roman kan op treffende wijze ontsluieren hoe de menselijke geest werkt. Er zijn vele verhandelingen geschreven over de aandoeningen van romanpersonages.

De ademnood van Anna Karenina berustte waarschijnlijk op tuberculose, mogelijk gecombineerd met hyperventilatie (Vos-Niël, 1995; Van der Velden, 1985). In 1859 schreef de Russische schrijver Gontsjarov (1812-1891) de roman Oblomov. Dit boek maakt deel uit van een trilogie waarvan de andere delen Een alledaagse geschiedenis en De afgrond heten.

Literair gezien behoort Gontsjarov tot de realisten, die zich in hun werk verzetten tegen de gevestigde orde, de feodale structuur en de sociale onrechtvaardigheid van het toenmalige Rusland. Oblomov kan worden opgevat als een sociaal-politieke satire, een kritiek op het decadente leven van de Russische landeigenaren, die hun leven slijten met nietsdoen en feesten en zich uitleven in roddels en intriges. Dit leven is gebaseerd op de uitbuiting van de landarbeiders, die ook na de afschaffing van de slavernij aan de willekeur van de landeigenaar overgeleverd zijn.


In sociaal-cultureel opzicht is Oblomov een exponent van de Russische ziel. Deze is nauw verbonden met de klimatologische omstandigheden in Rusland. Er heerst een landklimaat. Dat betekent dat de boeren in de lente en zomer zeer hard moeten werken en nauwelijks slapen. Als in de herfst het land en de wegen één grote modderpoel worden en in de winter alles bevriest, is men gedurende een half jaar gedwongen tot een winterslaap. Verveling en alcoholisme slaan toe. Tegelijkertijd bloeien vertelkunst en poëzie.

In de loop der tijd is Oblomov uitgegroeid tot symbool van wilsverlamming en inertie. Waegemans (1993) schrijft: 'Je zou Oblomov kunnen zien als een gedetailleerde psychologische beschrijving van wat er gebeurt met mensen die in wezen goed zijn, verborgen talenten en een warm hart hebben, maar die niet hoeven te werken om in hun onderhoud te voorzien'. Waegemans zoekt de oorzaak van Oblomovs inertie in zijn sociale omstandigheden. Is dat terecht? Is Oblomov het slachtoffer van sociaal-culturele omstandigheden, of lijdt hij aan een psychische stoornis en moet hij zich melden bij de negentiende-eeuwse Russische Riagg? Alvorens Oblomov een postuum behandeladvies krijgt, wordt zijn leven beschreven en de diagnostiek besproken.

De landeigenaar Oblomov woont in St. Petersburg. Het grootste deel van de dag brengt hij door op de sofa. Soms probeert hij een boek te lezen of een plan te maken voor de reorganisatie van zijn landgoed. Boeken blijven echter eindeloos liggen en elke idee gaat ongemerkt over in sluimering. Het kost Oblomov moeite om onder de mensen te komen en hij doet dit weinig. Het sociale gekeuvel vindt hij inhoudsloos. Wat bevalt je dan niet?



Alles, dat eeuwige gevlieg en gedraaf,
het eeuwige spel van triviale hartstochten,
van begerigheid vooral, het elkaar
de loef afsteken, van laster, kritiek en afgunst ...

Het lijkt alsof Oblomov zich om ideologische redenen terugtrekt uit het maatschappelijk verkeer. Hij droomt van de idyllische veiligheid die hij uit zijn jeugd kent en ziet een schril contrast met de wereld waarin hij leeft. Achter zijn argumenten schuilt echter onzekerheid. Zelfs tegenover zijn enige vriend durft hij zijn gevoelens niet bloot te geven, uit angst bespot te worden.



... maar dat hield ik voor jou geheim, opdat je me niet zou bespotten.

Vaak is Oblomov angstig en overdrijft moeilijkheden en risicos.



Een grote menigte benauwde hem; stapte hij in een bootje dan zweefde hij tussen hoop en vrees, of hij ooit de overkant zou bereiken; reed hij in een rijtuig, dan verwachtte hij elk ogenblik, dat de paarden op hol zouden slaan en de wagen verpletterd zou worden.

Somberheid speelt hem parten.



De volgende ochtend kwam Oblomov somber en bleek uit zijn bed. Zijn gezicht droeg de sporen van slapeloosheid, zijn voorhoofd was gefronst, zijn ogen stonden dof en lusteloos. Zijn trots, zijn vrolijke, levendige blik, zijn kalme doelbewuste optreden, zijn ondernemingslust, het was alles verdwenen.

Oblomov bracht zijn jeugd door op het landgoed van zijn vader. Beide ouders zijn bijzonder bezorgd om hun kleine Iljoesja. Omringd door ongerustheid leert Oblomov initiatieven en ongemak te vermijden. In Oblomovs angsten weerspiegelen zich de angsten van zijn ouders.



En de bezorgde ouders probeerden steeds nieuwe voorwendsels te vinden om hun kind thuis te houden ... In de winter leek het hun te koud voor hem om te gaan, in de zomer te warm, soms was de regen te erg en in de herfst waren de wegen te slecht. Een enkele maal zag Antipka (de knecht) er niet zo betrouwbaar uit, hij kon wel dronken zijn; dat liep vast op een ongeluk uit, ze zouden onderweg blijven steken of ondersteboven vallen ...

Holde hij de trap af, of draafde hij door de tuin, dan klonken dadelijk tien wanhopige stemmen, 'O, o ! Houdt hem tegen' Pak hem vast!! Hij valt, bezeert zich nog ... Blijf staan. Sta stil! ... '

En Iljoesja bleef met een bedrukt hart in huis, vertroeteld als een exotische bloem in een kas, en juist zoals die plant achter glas groeide hij traag, bleef hij bleek. Al zijn energie, die een uitweg zocht, keerde zich naar binnen en verdween daar, kwijnde weg.

De maatschappelijke carrière van Oblomov is kort. Hij erft het landgoed van zijn vader. Na zijn studie werkt hij korte tijd op een ministerie. Hoewel zijn chef een vriendelijk man is, voelt Oblomov zich gespannen in de omgang met hem.



En ook Ilja Iljitsj voelde zich uit het veld geslagen, zonder dat hij wist waarom, wanneer zijn chef de kamer binnentrad en ook zijn stem begaf hem en kreeg een andere, ijle, rare klank, zodra hij een gesprek met hem begon. Werkelijk, Ilja Iljitsj leed duizend angsten tijdens het werk en dat met een zo goede, toegeeflijke chef. God weet, wat er van hem geworden zou zijn, wanneer hij bij een strenge, veeleisende terecht was gekomen ...

Oblomov raakt overspannen en meldt zich ziek. Op het moment dat hij weer aan het werk moet neemt hij ontslag. Daarmee vermijdt hij sociale en beroepsactiviteiten, waarin hij niets dan menselijke vijandigheid ervaart.



Weet je, Andrej, er is in mijn leven nooit enig vuur geweest. Van het eerste moment af, dat ik me van mezelf bewust werd, voelde ik, hoe ik al wegdoofde. Ik bluste uit terwijl ik over mijn papieren gebogen zat op het ministerie, terwijl ik in de boeken over de waarheid las, waarmee ik in het leven niets wist aan te vangen, in het gezelschap van mijn kennissen, terwijl ik naar hun discussies en lasterpraat luisterde, hun grappen en hun koud boosaardig gezwets, terwijl ik vriendschappen gadesloeg, die doorontmoetingen zonder doel en genegenheid in stand werden gehouden"

Oblomov heeft maar één vriend, de Duitser Andrej Stolz. Deze vriend probeert Oblomov te stimuleren en dringt aan op een buitenlandse reis. Maar elke keer als de daad bij het woord gevoegd moet worden, laat Oblomov het afweten.

Hij wordt verliefd op Olga. De liefde is wederzijds en even lijkt het erop dat de inertie verdwijnt. Door Olga komt Oblomov meer onder de mensen, waardoor zijn sociale angst echter weer toeneemt.



Ze gingen gezamelijk te voet naar huis. Oblomov voelde zich niet op zijn gemak. Hij bleef bij het gezelschap achter. .. Het zou allemaal niet erg geweest zijn, als deze dames en heren hem maar niet zo eigenaardig hadden aangekeken ... Er begon iets in hem te knagen en dit maakte hem zo onrustig, zo van streek dat hij het niet langer uithield ...

Een trouwerij lijkt onontkoombaar. Wanneer Oblomov de trouwdatum moet vaststellen vervalt hij in zijn gebruikelijke besluiteloosheid. Als hij hoort dat de bedienden over hem kletsen, durft hij zich niet meer te vertonen. De liefde verzandt.



De bedienden weten het! Bonsde het in zijn hoofd. In meidenkamers en keukens wordt erover gekletst! Zo ver is het dus al gekomen! Hij waagt het, me naar de bruiloft te vragen. En haar tante vermoedt nog niets, en als ze het vermoedt, dan is het waarschijnlijk iets anders, iets verkeerds ... 0, o, o, wat kan ze zich niet in haar hoofd halen?!

Maatschappelijk gaat het slecht met Oblomov. De rentmeester, die zijn landgoed beheert, draagt weinig geld af. Er is sprake van zwendel. Oblomov belandt in een armoedig kosthuis, waar de neef van de hospita hem met gefingeerde rekeningen, grote sommen geld aftroggelt.

Door gebrek aan daadkracht, schroom en angst voor ruzie blijft de zwendel bestaan. Met zijn hospita kan Oblomov zo goed opschieten, dat hij een verhouding krijgt met deze volksvrouw en een kind verwekt. Stolz beëindigt de afpersing en maakt het Oblomov weer mogelijk op stand te leven. Oblomov wil niet meer weg bij zijn hospita en blijft daar tot zijn dood. Tegen Stolz zegt hij:



Ik heb met de wereld waarin jij me brengen wilt, voor altijd gebroken. Je kunt twee helften nooit meer tot één geheel samensmelten .. Ik ben op een kwetsbare plek met het leven hier vergroeid geraakt. Ruk je me los dan sterf ik.

Daarmee heeft Oblomov zich geheel teruggetrokken uit de wereld die hij zo bedreigend vindt.

Sociaal fobici lijden aan een overmatige en onredelijk angst dat andere mensen hen op negatieve wijze beoordelen. Als zij met andere mensen omgaan hebben zij hierover negatieve gedachten. Zij letten voornamelijk op wat fout gaat en onthouden hoofdzakelijk situaties waarin zij voor hun gevoel afgingen. Ook letten zij voortdurend op wat zij zeggen en zijn bang dat zij gaan blozen, zweten, trillen of blokkeren.

Veel sociaal-fobici vermijden situaties waarin zij door anderen beoordeeld kunnen worden of waarin zij in het middelpunt van de belangstelling staan. Zij voelen zich belemmerd in de sociale omgang, in contacten met het andere geslacht en in werk en opleiding. Velen van hen zijn niet sociaal vaardig. De klacht komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen en ontstaat relatief vroeg in het leven. Voor het ontstaan van de sociale fobie bestaan verschillende verklaringen. Sommigen gaan ervan uit dat een traumatische ervaring ten grondslag ligt aan de klacht. Anderen zoeken de verklaring in een bepaalde negatieve manier van denken of in een gebrek aan sociale vaardigheden. In het opvoedingsmodel zoekt men de oorzaak van de sociale fobie in een bepaald opvoedingsklimaat, waarin de ouders overbeschermend zijn, weinig emotionele steun geven en veel belang hechten aan het oordeel van andere mensen (Scholing & Emmelkamp, 1995). In de psychiatrie maakt men onderscheid tussen een klacht, zoals bijvoorbeeld een fobie, en een persoonlijkheidsstoornis. Men spreekt van een klacht als een persoon aanvankelijk goed functioneert en later in het leven aanzienlijk slechter gaat functioneren. Bij een persoonlijkheidsstoornis is sprake van een levenslang patroon van dysfunctioneren. Een uitzondering op deze regel vormt de sociale fobie en de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis. De meeste onderzoekers gaan ervan uit dat beide stoornissen sterk op elkaar lijken en zich uitsluitend onderscheiden in ernst, waarbij de ontwijkende persoonlijkheidsstoornis de meer ernstige vorm is. De meer ernstige vorm van deze aandoening onderscheidt zich doordat de patiënten depressiever zijn en doordat zij in meer levensgebieden hinder ondervinden van de sociale angst (A.P.A., 1994, Heimberg, 1996).

Het is duidelijk dat Oblomov lijdt aan een sociale fobie. Hij is bang dat anderen hem kritiseren en vermijdt derhalve de sociale omgang. Dit heeft ernstige gevolgen voor zijn leven. Hij heeft bijna geen vrienden. Zijn carriëre op het ministerie mislukt wegens zijn angst. Ook zijn liefdesleven lijdt schipbreuk door de angst voor kritiek. Meestal zijn sociaal-fobici erg angstig. Bij Oblomov valt dit minder op omdat hij de situaties vermijdt die angst oproepen. Op het moment dat de liefde voor Olga hem dwingt zich onder de mensen te begeven slaat de angst weer toe.

De klachten van Oblomov zijn dusdanig ernstig dat de diagnose 'vermijdende persoonlijkheidsstoornis' gepast is. De klachten zijn ernstig te noemen omdat alle levensgebieden ervan doordrenkt zijn. Er is geen gebied in zijn leven waarin hij goed functioneert. Dit in tegenstelling tot sommige sociaal-fobici die slechts bang zijn voor het spreken in het openbaar, voortrillende handen of voor blozen, maar daarnaast goed functioneren. Bij vlagen is Oblomov depressief zoals blijkt uit zijn sombere buien, lusteloosheid, gebrek aan initiatief en energie. Hij heeft weinig sociale vaardigheden en kan zich niet weren tegen oplichters. De sociale angsten en vermijding beginnen reeds in Oblomovs jeugd. In die zin is de term persoonlijkheidsstoornis op zijn plaats. Tijdens zijn opvoeding wordt Oblomov veel te veel beschermd. Daardoor leert hij niet hoe hij frustraties kan overwinnen. Door hem voortdurend te wijzen op alle vermeende gevaren ontmoedigen zijn ouders hem om het initiatief te nemen.

De meeste sociaal-fobici schrijven het falen toe aan hun eigen gedrag. Door af te geven op de onnozelheid van het sociale gekeuvel legt Oblomov de schuld bij anderen. Hij geeft zijn angst een ideologische tint. Daardoor is hij vaak overtuigd van zijn eigen gelijk. Dit maakt een eventuele behandeling er niet makkelijk op.

Wat kunnen we Oblomov aanraden? Hoewel er goede therapieën beschikbaar zijn is het de vraag of hij zich zou willen laten behandelen. Een belangrijke voorwaarde voor therapie is dat de patiënt het idee heeft dat hij iets aan zijn gedrag moet veranderen. Bij Oblomov is dat twijfelachtig. Soms heeft hij het gevoel dat hij zijn gedrag moet veranderen. Een andere keer legt hij de schuld voor zijn afkeer voor mensen bij de ander. Een tweede reden waarom een patiënt in therapie gaat, is de last die hij van zijn klachten ondervindt.

Doordat Oblomov het slachtoffer is van oplichting heeft hij financiële problemen. Op dat moment ondervindt hij hinder van zijn gebrekkige sociale vaardigheden en zijn ondaadkrachtig optreden. Stolz redt hem door het beheer van zijn landgoed over te nemen en de zwendelaars te verjagen. Op dat moment neemt de lijdensdruk af en vermindert de noodzaak voor Oblomov om zich te veranderen De maatschappelijke positie van Oblomov is belachelijk en wordt naarmate het boek vordert steeds schrijnender. Het zijn anderen, zoals Stolz en Olga, die daarmee moeite hebben.

Zij betreuren zijn manier van leven en zijn passiviteit. Oblomov heeft er geen moeite mee. Hij wil bij zijn hospita blijven wonen, ook al is dat ver onder zijn stand. De eenvoud en het ontbreken van sociale verplichtingen bevallen hem buitengewoon goed. Ook in dit opzicht is er geen sprake van lijdensdruk.

Waegemans (1993) heeft gelijk: Oblomovs sociale omstandigheden maken het mogelijk om zich terug te trekken uit de wereld. Aan het eind van het boek heeft hij de eenvoud gevonden waarnaar hij zocht. Hij wil niets anders en kan het zich veroorloven. Voor Oblomov is er geen reden zich te laten behandelen. Misschien is dat maar goed ook. Heden ten dage zou Oblomov een grotere kans maken in aanraking te komen meteen hulpverlener. Door goede therapie zou hij aanvankelijk wellicht minder problemen hebben, maar of hij uiteindelijk gelukkiger zou worden is de vraag.




<    

TSL 24

   >