Gennadi Alekseev



Gedichten over Poesjkin



1. Poesjkin op de Njevski

Wat een woord - Poesjkin !
Wat is het voor iemand?
- Een man met bakkebaarden
een cilinderhoed
en een wandelstok.
Een groot dichter.
Daar loopt hij over de Njevski
zwaaiend met zijn wandelstok.
De wind waaide
en blies de cilinder van zijn hoofd.
Hij snelde achter zijn hoed aan om hem te pakken
en kwam bijna onder een trolleybus.
De grote dichter
liet vanwege een cilinderhoed
bijna het leven.
Maar hij kreeg hem te pakken,
blies het stof ervan af,
zette hem op zijn hoofd
barstte in lachen uit en liep verder,
zwaaiend met zijn wandelstok.
De grote dichter -
een man met bakkebaarden en een cilinderhoed op.
'Kijk! Daar loopt Poesjkin!'
zei ik tegen mijn vrouw.
'Dat kan niet!'
zei ze verbaasd.
'Hij is in Stockholm
om de Nobelprijs in ontvangst te nemen!'
'Die heeft hij al gekregen,'
zei ik,
'kijk maar eens hoe
vrolijk hij is!'


2. Poesjkin en het volk

Poesjkin zit op een gietijzeren bank bij het Lyceum.
Om hem heen staat het volk,
Staat de beroemdheid aan te gapen
'Wat staan jullie daar te staren?'
zegt Poesjkin tegen het volk.
'Gewoon Poesjkin!
een dichter!
de trots van Rusland!
Niets bijzonders toch?'

Het volk zwijgt
Knippert met de ogen.


'Zo dan',
zegt Poesjkin,
gaat op de bank liggen
met zijn rug naar het volk en slaapt in.
'Wat een kapsones!'
fluistert men in het volk
'hij is te hoog geprezen!
rust op zijn lauweren!
vast en zeker dronken!
het zijn allemaal dronkelappen!'
Een meisje
loopt naar Poesjkin toe
en spreidt haar jas over hem heen.
In de menigte wordt hinnikend gelachen.
'Schamen jullie je niet?'
zegt het meisje,
'Jullie zijn je dichter niet waard!

Het volk gaat stil uiteen
Vrouwen wenen.


3. Poesjkin en ik

Poesjkin achtervolgde mij.
Zodra ik de deur uit kwam,
stond hij me al op te wachten.
Ik sprong onderweg in een bus.

Poesjkin achter me aan.

Ik sprong uit de bus
en rende over de Njevski,
de voorbijgangers opzijduwend.

Poesjkin achter me aan.

Ik sloeg de Litejny in,
vervolgens de Kirotsjnaja

Poesjkin achter me aan.

En zo de hele dag.

Het volk wees ons met de vinger na
en lachte.
Maar ik vond het niet om te lachen.

Op een gegeven moment hield ik het niet meer uit
en bleef staan.
Poesjkin bleef ook staan,
Ik wilde naar hem toegaan,
maar hij rende van me weg
en sprong al rennend in een bus,

ik achter hem aan.

Hij sprong uit de bus
en rende over de Njevski
de voorbijgangers opzijduwend.

ik achter hem aan.


Het volk lag krom,
maar ik had tranen in mijn ogen.

Zo'n groot dichter,
en dan zo'n geschiedenis.


4. Poesjkin en de zee.

Poesjkin
met krullend haar en geïnspireerd
stond op een rots

de golven waren enorm

Poesjkin dacht over de eeuwigheid
gewikkeld in een zwarte mantel

de wind was zeer fris.

'Vaarwel!'
zei de verkleumde Poesjkin tegen de zee
en hij liep langs het pad de berg op

De zee merkte hem zelfs niet op


Variatie op het thema Poesjkin

Ik zei tegen Poesjkin:
'Dans de 'barynja' eens!'
Dat deed hij,

en zo gemakkelijk,

zo vol bravour,
zo schitterend!

En, natuurlijk, op zijn hurken.
(Poesjkin kon alles,
alles!)

Ik zei tegen Poesjkin:
'Waarom lachje?'
En hij begon nog harder te lachen,
hij Jacht en lacht,
lacht en Jacht,
'Om je dood te lachen!' zegt hij
'Wat heb je me aan het lachen gemaakt!'

(Poesjkin was een vreemde knaap.)
Een jaar later kwam ik Poesjkin tegen
en zei niets tegen hem,
en hij geen woord tegen mij

(met Poesjkin
kun je ook heel prettig zwijgen).



Vertaling Willem G. Weststeijn




<   

TSL 21

   >