Limonov, in 1944 geboren in een
Russische provinciestad, leeft op een
zolderverdieping in de Parijse rue de
Turennes. Wanneer we de steile trappen
van het oude huis zijn opgeklauterd
en aanbellen, laat een jong uitziende
schuchtere man met zijn haar
in een punkkapsel ons binnen en
wijst ons een plaats aan zijn werktafel.
In tegenstelling tot het wilde personage
dat uit de boeken van Limonov
naar voren komt, blijkt de schrijver een verlegen, zachtaardig mens. Het
gesprek komt slechts langzaam op
gang, maar wanneer de thee eenmaal
getrokken is, vertelt hij honderduit,
waarbij hij zijn Russisch lardeert met
Franse en Engelse woorden en frasen.
Het vertrek ademt een studentikoze
sfeer, aan de muren hangt een collectie
van propagandistische affiches
met patriottische afbeeldingen die oproepen
Nicaragua, Cuba en de vrede
te steunen. Verder zijn ontwerpen
van boekomslagen te bewonderen.
Limonovs werken zijn in vele talen
gepubliceerd; kort geleden is na De
Russische dichter houdt van grote negers 1981) een tweede roman in het Nederlands
verschenen, Zelfportret
van een bandiet. Hoewel hij tot nu
toe altijd in het Russisch heeft geschreven,
verschijnen zijn boeken
meestal eerst in het Frans of Engels,
om pas later alsnog in het Russisch
te worden gepubliceerd. In de Sovjetunie
schreef hij voornamelijk verzen,
zijn eerste roman kwam pas in
New York in 1981 tot stand. Recentelijk is Limonov begonnen short
stories direct in het Engels te schrijven.
'Ook al maakt het niet veel uit of ik
in het Engels of in het Russisch
schrijf wanneer een boek eerst in
het Frans wordt vertaald, Engels
geeft mij de gelegenheid ervaringen
die ik in het Westen heb doorgemaakt
op meer directe wijze uit te drukken.
In het Russisch moet je soms naar
de meest simpele woorden zoeken.
J ackie rookt een stickie, hasj
en marihuana - hoe klinkt dat in
het Russisch? Vooral situaties in
het Amerikaanse leven, slang e.d.
zijn in het Russisch niet adekwaat
weer te geven.'
Limonov reageert stug als hem
gevraagd wordt zijn werk als geheel te karakteriseren. 'Ik heb mij
nooit beziggehouden met theorie,
met het formuleren van een credo
of zo, ik doe wat ik kan. Mijn métier is schrijven, ik schrijf voor
mijn dagelijks brood. Ik probeer
uit wat mij interesseert een boek
te maken voorzover mijn krachten
en talent mij dat toestaan. Door
mijn rijke levenservaring heb ik
vaak weinig problemen om een onderwerp
te vinden. Ik wil eenvoudig
schrijven, scherp en confronterend,
maar eenvoudig. In mindere
mate bespiegelingen, meer situaties
die plotseling veranderen. Ik
probeer te tonen wat mijn eigen visie
op de zaken is- dat is ook het enige
wat ik kan geven- mijn kijk op de
gebeurtenissen, het leven- en soms lukt dat ook, lijkt het, want dan
zeggen mensen ineens dat iets interessant
is ... '
Schrijvers kunnen mij aanspreken
om verschillende redenen en uiteenlopende
kanten van hun talent boeien
mij. De laatste boeken van Truman
Capote bijvoorbeeld, zoals Music for
Chameleons, zijn korte verhalen,
komische schetsen. Prachtig, straight
to the point. Dat imponeert mij. Verder
hou ik van sommige dingen van
Charles Bukowski, niet alles, er zijn
een hoop herhalingen in zijn werk, en
zijn boeken van de jaren zestig die
typisch voor hem zijn vind ik te gekunsteld.
Dan de oude Hemingway,
met bepaalde dialogen weet hij een
kolossaal effect te bewerkstelligen.
En die innerlijke dialogen ... hij is een
schrijver van de oude stempel, en hij
bevalt mij als conservatief schrijver.
Hamsum met zijn Honger las ik als
kind in vertaling, een van de eerste
moderne romans. Ik herinner me
nog dat die honger me bijzonder
heeft getroffen. Hoewel ik dat boek
later niet opnieuw heb gelezen, zijn
alle details me bijgebleven. Hamsum
mág ik wel; later werden die schrijvers
ineens om de een of andere
reden sympathisanten van het fascisme,
niet in enge zin aanhangers van
de Duitse natie, maar ze keken met
verachting neer op de omringende
kapitalistische werkelijkheid, ze
zochten naar een uitweg ... een redding
daaruit. Dat gebeurde met Hamsun,
en ook met Céline. Al leef ik in
een andere tijd, ik voel me tot hen
aangetrokken, sterke mannen hebben
altijd indruk op mij gemaakt.
Dat zijn allemaal westerse schrijvers!
Nou, ook Russische: Vasili Rozanov
is een schrijver van wie ik altijd heb
gehouden. Soms vind ik hem wat zacht,
te veel op de gelovige toer, maar dan
weer lukt het hem ineens schitterende
uitspraken te doen, zoals bijvoorbeeld
zijn beroemde credo: 'Moi prichotnoraschodnye
knigi stojat vsech pisem
Pauline Viardot. ..'Dat is te gek. Majakovski
was natuurlijk ook een mooi
dichter en stilist ... En Konstantin
Leontjev, zijn kwaadaardige reactionaire gedachten. Hij had helemaal gelijk,
zijn voorspellingen over de revolutie waren bijna juist, als je bedenkt dat hij in 1891 overleed ... hij
is weinig bekend in het Westen, maar
niettemin. Hij werd later wel de Russische
Nietzsche genoemd, en zijn
kritiek op de moderne samenlevingdie
toen nog niet bestond- was behoor
lijk hard en krachtig, dat vond
ik altijd fraai. Ziedaar een aantal Russische
schrijvers. Dostojevski heb ik
nooit gemogen. Teveel van alles, te
neurotisch ...
Toch bestaat er een gelijkenis tussen
Dostojevski's beschrijving van de stad
in Misdaad en straf en in jouw roman
Editjska (De Russische dichter houdt
van grote negers) ...
Ja, het begin vertoont wel enige gelijkenis.
De stad, ja. Maar ook al
mag je een schrijver niet, dat betekent
nog niet dat je gevrijwaard
blijft van een onbewust proces van
beïnvloeding. Wat mij tegenstaat in
Dostojevski is het portret dat hij
schetst, het beeld dat hij heeft van
de Russische mens. Misschien zonder
te willen is hij een erg westers schrijver
want hij toont de Rus door de
ogen van een vreemdeling. In mijn
ogen is de Rus stukken evenwichtiger,
rustiger en zeker niet zo'n neurotische
idioot. In zijn romans rennen
van die stotterende, ziekelijke mensen
rond, dat zijn de Russen niet. Sommigen
weten wel beter, maar massa's
mensen vatten dat op als het portret
van het Russische volk. Ongelukkigerwijs
heeft hij dat beeld helpen
ontstaan en hij draagt daar verantwoordelijkheid
voor ...
Om terug te komen op de stad in je
werk, dat is een westers thema,
teruggrijpend op de romantiek, de
stad als vervreemdend element. ..
Drukt de stad in zekere zin de mentaliteit
van een personage uit, als
we kijken naar Editsjka in New York
of Eddie-baby in Charkov?
Ik ben een schrijver van het soort
dat uitsluitend in Megapolis, in grote
steden kan leven. Ook Charkov had
1,4 miljoen inwoners, 't is geen kleintje.
Buiten Parijs zou ik nergens terecht kunnen, misschien alleen terug naar
New York. Zelfs als ik het huis niet
uitga en een maand binnenskamers
zit, voel ik rondom mij allerlei krachtvelden
werken en buiten het leven
gonzen. Dat heeft iets mysterieus en
mystieks en inspireert mij. Ik ben
eens gaan werken in Normandië maar
ik hield het nog geen dag uit. De
tweede dag ging ik er vandoor, pakte
mijn schrijfmachine, de wijn die ik
van te voren had gekocht- ik vond
het jammer om alles achter te laten,
maar toch nam ik slechts twee flessen
mee, ik ging er lopend vandoor en
wachtte zelfs niet op de bus.
Je schreef al in de Sovjetunie ...
Alleen verzen. Ik probeerde wel
proza te schrijven, een experimenteel
modernistisch soort , maar dat
beviel me uiteindelijk niet. Mijn
eerste roman schreef ik in New York
zo'n anderhalf jaar na mijn aankomst
en toen ben ik ook helemaal opge
houden verzen te schrijven, afgedwaald
van de poëzie ... Ik heb een
aantal goede verzen geschreven, er
zijn 20 jaar verstreken en gek genoeg
zijn ze niet verouderd, hoewel
verschillende mensen die gelijk
met mij schreven verouderd zijn en
van het toneel zijn verdwenen. Die
verzen waren blijkbaar goed, niet
tijdgebonden, naar is gebleken.
Indertijd realiseerde ik me dat niet,
ik probeerde gewoon zo effectief mogelijk
te schrijven. Vaak een eenvoudige
structuur, maar gebaseerd
op de voedingsbodem van de Russische
literatuur, niet alleen de klassieken,
maar ook de populaire volkstradities.
Mijn verzen zijn direct
herkenbaar en te onderscheiden,
iets waar ik trots op ben. Het is
niet tevergeefs geweest.
Je bent nu al lange tijd weg uit de
Sovjetunie. In een interview zeg je
ergens dat je weinig omgaat met de
Russische gemeenschap hier. Wie
is je publiek eigenlijk, hoe zie je
de relatie tussen jezelf en je publiek?
Ik heb geen relaties met de Sovjetunie
meer, 14 jaar is een te lange
periode om levende banden te onderhouden.
Verder vind ik Rusland, dat komt misschien door de hermetische
geslotenheid van het land, een behoorlijk
provinciaal land, dat wil zeggen
de dingen die de mensen in Moskou
bezighouden, houden mij allang
niet meer bezig. De Sovjetmens heeft
geen mogelijkheid te vergelijken en
dat is vreselijk: alle problemen die
hem problemen toeschijnen blijken
hier in het Westen ineens voor de
helft verdwenen. Toch is de Sovjetmens
ervan overtuigd dat zijn problemen
overal bestaan. En van andere,
algemene problemen, daar heeft
hij gewoon geen weet van. Al die
landelijke dorpsschrijvers komen me
naïef voor, als ik die lees krijg ik
een ongemakkelijk gevoel, ik denk
dan: óf er is iets met mij mis, óf
met hen - maar natuurlijk zijn het
normale mensen, die gewoon een
andere, gesloten ervaring hebben.
Om een boek internationaal toegankelijk
te maken moet een algemeen
menselijke ervaring worden
uitgewerkt. Tegenwoordig met de
eenwording van de hele wereld, met de mogelijkheden van communicatie
is alles dichtbij en er is iets ontstaan
dat men vroeger wel wereldburger
noemde. Neem mij bijvoorbeeld,
ik kan als Russisch schrijver
rustig hier leven en dezelfde
status bezitten als een Frans schrijver,
en mijn carrière maken. Zoiets
was aan het begin van de eeuw, tijdens
de eerste emigratiegolf, veel
moeilijker. Voor Nabokov was het
een grote doorbraak om plotseling
in de VS, pas op vijftigjarige leeftijd,
te kunnen publiceren. Door de
evolutie in de informatieverwerking
is een nieuwe situatie ont
staan. Ik zit hier rustig in Parijs
en leef en besta van mijn schrijven
en denk aan onwaarschijnlijke oplages,
waar schrijvers van de eerste
emigratie niet van durfden dromen.
Ik dacht steeds, ik moet in
het Engels schrijven, zeven jaar
heb ik Engels geleerd, ik werd bijna
blind van het 's nachts studeren,
en toen het eindelijk een beetje lukte,
dacht ik: waarom was dat eigenlijk
in godsnaam nodig? Ik had rustig
in het Russisch kunnen blijven
schrijven.
Ik verplaats mij als het ware in
drie werelden. De Russische wereld,
die niet zozeer een taal als wel een
culturele hemisfeer omvat; dan de
wereld van de Engels-Amerikaanse
literatuur, en de derde- de laatste
zes, zeven jaar: de Franse, Europese.
Ik vind dat fantastisch, deze
belevingswerelden hebben grote onderlinge
verschillen, maar vullen
elkaar ook aan. Er bestaat een publiek
dat veel, en dan met name niet
toeristisch reist, maar overal een
tijdje leeft. Een publiek van 'wereldburgers'.
Vroeger was zoiets alleen
mogelijk voor de rijken, alleen de
rijken konden deel hebben aan die
drie culturen- voor kunstenaars
was dat nauwelijks weggelegd. Wanneer
mij de plaatselijke Franse literatuur
de keel uit dreigt te gaan
hangen, neem ik een emigrantenkrantje
dat ze in Los Angeles drukken
en me toesturen en verplaats
ik me naar een ander niveau - vroeger vreesde ik die decadente kring
van Russische ideeën, ik was bang
dat die mij zouden hinderen in mijn
ontwikkeling, maar nu lees ik dat
met plezier, en geniet van de hartstocht
van de intriges en de roddels.
Welbeschouwd weet de meerderheid
van de mensen bitter weinig
over de rest van de wereld en leeft ze
met een mechanisch simpel beeld.
Bekrompenheid komt overal voor, maar
misschien nog het minst in New York.
Daar vind je een meer kosmopolitisch
ingestelde bevolking. Maar vijfzesde
van de VS is vreselijk, ze hebben
daar geen flauw benul van hoe de
wereld eruit ziet. En dan die stereotiepe
beeldvorming van de Sovjetunie.
Mensen kunnen zich geen voorstelling
maken van de meest elementaire
zaken. Ik heb 7 jaar in Moskou
geleefd en nooit heeft iemand mij naar
mijn documenten gevraagd. Ik woonde
daar zonder geregistreerd te zijn, en
nergens staat geschreven dat je een
paspoort bij je moet hebben. In Parijs
daarentegen hebben ze mij al vele
malen aangehouden en hier ben je verplicht
een legitimatie bij je te dragen.
Anders word je opgebracht. Dat is
maar een simpel voorbeeld. Of het nu
beter is of slechter, of dat nu nodig
is of niet, iedereen spreekt over Rusland
als over een totalitair systeem,
maar als je de democratie begint te
ontcijferen dan is dat ook niet veel
moois. Over totalitair gesproken, toen
ik dat boek uitgaf over het randgebeuren
in Charkov (Zelfportret van
een bandiet), vroeg een journaliste:
hoe kan dat nou dat daar een complete
chaos heerst? Dat daar zulke groepen
in de samenleving bestaan? Ik antwoordde:
jullie hebben toch ook je
horrorverhalen. Natuurlijk bestaan er
in de Sovjetunie relletjesschoppers en
bandieten. De wereld is daar niet
eenduidig, zij is minstens even gecompliceerd
als hier in het Westen en er
bestaan misschien nog wel meer categorieën
mensen in de samenleving dan
hier. Ze denken: Rusland - soldaten
met geweren. In het begin heb ik geprobeerd
daar wat van te zeggen, maar
dat heb ik opgegeven. Ik beperk me nu tot wat ik in mijn boeken schrijf. Bewijzen
lukt niet, het beeld blijkt te diep
geworteld. En dat terwijl de professionele bronnen die hier bestaan heel goed
zijn. Ik ben hier naar een symposium
geweest, aan de universiteit, over de
TV. Ik zat daar twee uur en
hoorde van alles wat ik nooit geweten
had. Echt heel interessant. Mensen op
zo'n instituut weten natuurlijk wel wat
er in de Sovjetunie omgaat, maar dat
zijn er maar een handjevol. In de regel
zijn de voornaamste bronnen de idiote
koppen op de voorpagina van de krant.
De gewone man leest de sterk vereenvoudigde
informatie die uiteindelijk
desinformatie blijkt. In dit opzicht
is ook Frankrijk een provinciaal land.
De menselijke inertie, de menselijke
beperktheid, je moet bijna een specialist
zijn om iets over Rusland te zeggen.
Daarom willen mensen de zaak
waarschijnlijk ook generaliseren, over
de VS bestaan ook zulke beelden, waar
de jeugd zich hier in Frankrijk bijzonder
door voelt aangetrokken. Daarom
verkocht mijn eerste boek hier erg
goed, want die Amerikaanse 'exotiek'
( koloriet) sprak ze aan: te lezen over
iemand die in New York leeft! Pas later
begreep ik dat. Voor hen is dat
een romantische beleving. Maar dat is
net zo goed terug te voeren op een
volkomen dom beeld, dat voortkomt
uit westerns, goedkope detectives en
politieverhalen. Dat land bestaat helemaal
niet en heeft weinig te maken met
het echte Amerika. Veel conflicten en
onbegrip zijn hieraan te wijten. De
regeringsfunctionarissen van Moskou,
het Witte Huis, de Champs Elysées,
zijn allemaal vreselijk 'lokaal' en begrijpen
bijna niets van wat er buiten
hun landsgrenzen afspeelt. Ze begrij
pen hun buren niet, en begrijpen
vooral hun grote, machtige buren niet.
Zo kan er geen enkele garantie voor
vrede bestaan. Men beoordeelde de
Sovjetleiders, inclusief Gorbatsjov,
altijd op hun uiterlijk: wat hebben
die een sombere gelaatsuitdrukking,
moordenaarstronies- en dan probeerde
ik mensen uit te leggen dat
een Sovjetmens zijn leider niet serieus
neemt , niet respecteert als hij niet zo'n gezicht trekt . Als hij lacht
of in een kleurig kostuum verschijnt,
dan is dat geen serieus persoon. De
leiders spelen gewoon hun spel, misschien
lachen ze wel achter het mausoleum,
als niemand ze kan zien of
schelden ze in de grofste bewoordingen.
Maar zodra ze zich op de
muur van het mausoleum vertonen,
staan ze stram en boezemen ze respect
in. Generaties lang zijn de
Russen zo opgevoed. Chroesjtsjov
was niet zo plechtig en daarom was hij
bij de Russen het minst populair, en
precies om dezelfde reden in het
Westen populair. In dé Sovjetunie
wisten weinigen van zijn bekende
Twintigste Partijcongres; over het
algemeen vielen zijn voor een regeringsfunctionaris
ongepaste manieren,
zijn fysionomie en zijn sjofele pakken
en hoeden gewoon niet in de smaak, met
zijn mouw veegde hij het zweet van
zijn voorhoofd, dat vond men mauvais
ton. In mijn boeken probeer ik zulke
vormen van onbegrip te laten zien.
In His Butler' s Story is duidelijk de
kloof tussen twee culturen aanwezig.
Op grond van ervaringen uit mijn
werkelijke leven - ik werkte bij een
multimiljonair als housekeeper- zie
je misverstanden ontstaan en stommiteiten
gebeuren, die berusten op twee
verschillende referentiekaders. 0ké,
seks. geld en ambitions ... maar de
codes, gewoonten en symbolen verschillen.
Denk je dat in het licht van de huidige
ontwikkelingen je werken in de
nabije toekomst in de Sovjetunie zullen
kunnen worden uitgegeven? Het
zou toch een goede zaak zijn om
Editsjka daar uit te brengen, waar
men in zekere zin zelfs propagandistisch
voordeel uit zou kunnen trekken...
Mij heeft iemand verteld, iemand
die bij mijn uitgever Lemond werkt,
dat hij een speciale uitgave van
Editsjka heeft gezien voor gesloten
bibliotheken, zonder omslag zoals
dat gewoonlijk wordt gedaan, een
copie van de Newyorkse uit gave.
Van mijn kant heb ik samen met mijn
agenten een brief naar uitgeverij Progress in Moskou geschreven, een·
korte brief, zonder in details te treden,
met aanbiedingen. Geen politiek
of wat ook, een brief zoals we
die overal ter wereld heen sturen. Ik
heb ze de publikatie van welk boek
dan ook voorgesteld. Ik heb ze gezegd
dat ik van mening ben dat het
tot nu toe absurd zou zijn geweest,
maar dat ik in verband met de voor
de deur staande veranderingen mij
gerechtvaardigd voel ze aanbiedingen
te doen. Tot nu toe heb ik nog geen
antwoord ontvangen, maar het is ook
nog niet zo lang geleden ... Bovendien
heb ik in januari een nieuw verhaal
van me naar het tijdschrift Novyj Mir
gestuurd: ook nog geen antwoord.
Toch is het onwaarschijnlijk dat ze
juist mij zouden uitgeven in de komende
tijd. Ten eerste, en dat geldt niet
alleen voor mij, is het moeilijk, omdat
nog niet eerder een levende, in de
emigratie levende schrijver in de
Sovjetunie is gepubliceerd. Er is geen
precedent. Dat zou echter nog wel
overkomelijk kunnen zijn onder Gorbatsjov,
temeer omdat er nu verschillende
emigranten terugkeren,
al zijn dat tot nu toe nog geen schrij
vers. Mijn boeken zullen vooral gevoelig
liggen om de moraal. Het mag
dan voordelig voor de autoriteiten
in de Sovjetunie zijn om de slechte
kanten van het leven in de VS te
tonen- ze hebben ook niet voor
niets indertijd een groot artikel geschreven
over mijn boek- maar daarin
was behoedzaam om alle verwijzingen
naar homoseksualiteit heen gemanoeuvreerd.
Men is bijzonder preuts, dat
Russische puriteinse bestaat al eeuwen
... Mij is zelfs hier in Parijs overkomen
dat mijn Franse vertaalster van
Russische komaf weigerde mijn boek
te vertalen. Ze had eerder artikelen
van mij vertaald, ze was hier geboren.
Ze weigerde, hoewel ze bijzonder om
geld verlegen zat. Ik bracht haar in
contact met mijn uitgever en zij ondertekende
een contract, maar zij wist
niet wat ik haar voor zou leggen.
Mijn artikelen zijn heel anders. En
toen zij ineens mijn manuscript had
gekregen, belde ze me op en verontschuldigde ze zich. Ze had er veel
moeite mee om het te zeggen, maar
ze vertelde me dat ze dat gewoon niet
kon vertalen, dat ze nu eenmaal andere
ideeën had. Dat zegt iets over de
kracht en de verbreidheid van het
Russische puritanisme, zelfs tot in
Parijs ... Ik vond dat niet erg en was
niet boos op haar, ik zei dat ik haar
best begreep, ook al deed ik dat eerlijk
gezegd helemaal niet. Het is een
kwestie van opvoeding. Als men een
onderzoek zou doen in Moskou, zou men
waarschijnlijk ontdekken dat het daar
een enorm liederlijk zootje is. Het ge
drag van de mensen is bijzonder lichtzinnig,
misschien meer dan elders.
Maar het is iets anders om daar openlijk
over te spreken. Giechelen en
grapjes maken, ja. Maar verder doet
men net of het niet bestaat. Hetzelfde
gebeurde overigens in de VS, boeken
van Miller en zelfs Lady Chatterley' s
Lover zijn jaren verboden geweest.
In een land dat zich erop beroemt vrij
te zijn ...
Mijn manier van met seks omgaan,
mijn beschrijvingen, ik maak daar
geen buitenissig gebruik van en wil
niemand beledigen, ik gebruik seks
als een middel om mijn helden te karakteriseren,
ik zie daar geen enkel
kwaad in. Ten tweede bestaat er in
mijn boeken ook een zeker cynisme,
niet in negatieve zin, maar gewoon als
een bepaalde levensbeschouwing: het
noemen van de dingen bij hun namen,
met behulp van scheldwoorden of
wat ook. Gewoon een scherpe opstelling
ten aanzien van het leven. De
westerse mens is al een hypocriet,
maar de Sovjetmens helemaal. Hij is
gewend aan zo'n goedkoop humanisme.
opstaan voor oude vrouwtjes in de
bus, maar voor de rest ho maar. Als
mensen een eerlijke wereldopvatting
hebben, en veel mensen zullen die
ongetwijfeld bezitten, proberen ze
die zorgvuldig te maskeren. In de
Sovjetunie blijft het moeilijk schrijvers
te publiceren die schrijven:
de vrouw leek op een afgekloven
kotelet ... Om maar een simpel voorbeeld
te geven. Wat ik doe raakt
juist alle taboes die pijnlijker liggen dan welk politiek onderwerp ook.
Morgen kan onze samenleving misschien
veranderen in een democratisch
systeem; en men zal de emigranten
- Solzjenitsyn bijvoorbeeld - hun
politieke ideeën vergeven, maar de
moraal blijft gevoelig liggen. Als men
zich realiseert wat er niet allemaal
over de revolutie is geschreven ...
al die wreedheden, kijk bijvoorbeeld
naar De stille Don van Sjolochov, een
prachtig boek, wat men er ook over
zegt, episch, krachtig, maar met een
hoop dingen die eigenlijk antisovjet
zijn. Mijn boeken zijn voor de autoriteiten
echter een groot probleem.
Als ze die zouden toestaan, en dat
is niet alleen mijn mening maar ook
die van verschillende collega's, dan
zijn er in onze literatuur bijna onbegrensde
mogelijkheden. Maar wie
weet, zelfs Nabokov, een schrijver
van de oude school, begint men te
publiceren en dat vraagt om meer.
Van het een komt het ander.