Karol Lesman





Over Jakub Małecki





Jakub Małecki. Bron

Van voormalig bankemployé en vertaler (uit het Engels) Jakub Małecki (geb. 1982) verscheen eerder in het Nederlands Rdza (ʻRoestʼ), zijn zevende roman uit 2017. Hij debuteerde in 2007 als ‘fantasyschrijver’ met het verhaal Dłonie (ʻHanden ʼ) in het tijdschrift Science Fiction, Fantasy i Horror en een jaar later zag zijn eerste micro(griezel)roman Błędy (‘Blunders’) het daglicht. Sindsdien zijn zijn regelmatig verschijnende werken (intussen meer dan een dozijn) ‘alledaagser’, meer mainstream. Om er een paar te noemen: Dygot (‘Huiver’ uit 2015, inmiddels een cultboek en al eens door iemand een eigentijdse Oorlog en vrede genoemd), Ślady (‘Sporen’ uit 2016 dat genomineerd werd voor de Nike, de belangrijkste Poolse literaire prijs), Dżozef (‘Dzjozef’ uit 2018, een magisch-realistische roman met verwijzingen naar Joseph Conrad), Nikt nie idzie (‘Niemand te zien’ uit 2018, waarvan de lectuur een recensent ertoe verleidde de romans van Małecki te vergelijken met het beste werk van zijn oudere schrijfbroeder Wiesław Myśliwski), Horyzont (‘De horizon’ uit 2019, over verlangen, vriendschap en moed die een millennial en een uit Afghanistan teruggekeerde soldaat met elkaar verbinden), de verhalenbundel Historie podniebne (‘Onderhemelse verhalen’ uit 2019) en het meest recente Święto ognia (‘Het vuurfeest’ uit 2021, een ‘tedere’ vertelling over een balletdanseres en haar door kinderverlamming getroffen zusje, het overschrijden van grenzen en de prijs die men daarvoor moet betalen). Over het algemeen worden zijn boeken door de literaire kritiek welwillend ontvangen, maar zeker ook door zijn (voornamelijk vrouwelijke) lezerspubliek. Zijn volwassen en psychologisch gedegen begrip van de mens, zijn humane perspectief en verbeeldingskracht maken Jakub Małecki tot een belangrijke en vermoedelijk een van de meest gelezen (nog jonge) Poolse schrijvers van dit moment.

Het door Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk – die het begrip van ‘tedere verteller’ in haar Nobelprijsrede introduceerde – ongevraagd geprezen Saturnin (‘Saturnin’ uit 2019) is de tweede roman van Małecki die dit najaar in Nederlandse vertaling gaat verschijnen. Het is een ‘typische Małecki’, waarmee aannemelijk wordt bedoeld dat ook deze weer ‘tedere’ roman deel uit lijkt te maken van een groter geheel, dat je ‘een sprookje’ zou kunnen noemen ‘over het beschrijven van de alledaagsheid’. Een soort raamvertelling, maar dan niet bijeengehouden door personages of een uniforme inhoud, maar door zaken als diverse oorlogservaringen, hele generaties omvattende familiebanden en een ‘tedere’ zuinige manier van vertellen. Net als in zijn vorige, met name in het al vermelde ʻRoest,ʼ en latere werken hebben we in Saturnin te maken met meerdere perspectieven en tijdschalen die echter nergens schril en uitgesproken tegen elkaar afsteken of ook maar botsen. Dat laatste komt ongetwijfeld door Małecki’s kiese en empathische manier van beschrijven van het lastige en eenzame leven van mensen die in een paar tellen door de geschiedenis – de ‘grote’ zowel als de ‘kleine’ – (kunnen) worden verpletterd.

In het van al zijn boeken waarschijnlijk meest autobiografische Saturnin maken we kennis met de gelijknamige en in de hoofdstad woonachtige hoofdpersoon, een alleenstaande vertegenwoordiger en voormalig gewichtheffer die op een avond een telefoontje krijgt van zijn moeder die hem vertelt dat zijn grootvader Tadeusz is verdwenen. Vastbesloten rijdt hij naar zijn geboortedorp om zijn vermiste opa te gaan zoeken. Naast deze zoektocht probeert Saturnin ook achter de herkomst van zijn alleszins curieuze voornaam te komen. Als in een familiekroniek ontvouwt zich het verhaal van drie generaties. Die is sterk beïnvloed door de ervaringen van een man die vooral één ding was: een tedere (daar heb je dat woord weer) liefhebbende muzikant die nooit soldaat wilde worden en tegen zijn wil een wraakzuchtige partizaan werd. Muziek blijkt belangrijker dan oorlog. Later zal de man zijn trompet begraven en zichzelf in een diep stilzwijgen hullen. Het is de kleinzoon die zijn opa aan het praten krijgt en een verhaal te horen krijgt, waardoor zijn eigen jeugd ineens in een heel ander daglicht komt te staan. Jakub Małecki vertelt de recente geschiedenis van Polen in vele registers van een uiterst levendige taal, bij monde van eenvoudige en zelfverzekerde mensen van het platteland.




<   

TSL 90

   >