Lev Sjestov





Aforisme nr. 17 uit Apotheose van grondeloosheid



Wat is een wereldbeschouwing? – Zoals bekend, was Toergenjev een realist en streefde hij er vanaf zijn allereerste werken naar om het leven zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven. Ofschoon we geen echte theoretici van het realisme hebben gekend, kon de Russische schrijver na Poesjkin niet te ver van het leven afdwalen. Zelfs voor degene die beslist niet wist hij ervan moest maken, zat er niets anders op dan over de ‘werkelijkheid’, en alléén over de ‘werkelijkheid’, te schrijven. Opdat de indruk van de beschreven beelden niet te pijnlijk zou zijn, poogde de schrijver bijtijds een wereldbeschouwing voorhanden te hebben, hetgeen in de literatuur nog tot de dag van vandaag als een toverwand fungeert met behulp waarvan je wat dan ook in wat je ook maar wilt kunt veranderen.

Het merendeel van Toergenjevs werken is in dit kader buitengewoon belangwekkend. Maar bijzonder interessant is zijn Dagboek van een overtollig mens. Toergenjev introduceerde voor het eerst de uitdrukking ‘overtollig mens’ in de Russische literatuur. Daarna is er veel, eindeloos veel, over overtollige mensen gesproken, hoewel men er ook nog tegenwoordig even weinig over eens is als vijftig jaar geleden. Overtollige mensen zijn er – en ze zijn met velen. Maar wat we ermee aan moeten – dat weet niemand. Rest maar één ding: een wereldbeschouwing optuigen. Precies zo loste in 1850 Toergenjev, toen nog een jongeman, het vraagstuk op waarmee hij zichzelf geconfronteerd zag. Hij eindigt zijn verhaal met een humoristisch postscriptum, zogenaamd van een onbekende lezer van het manuscript:


Dit handschrift. Las
En keurde de inhoud dezes niet goed
Pjotr Zoedotesjin
MMMM
Genadige Heer
Pjotr Zoedotesjin
Mijn Genadige Heer.


Het is duidelijk dat Toergenjev de mening toegedaan was dat er op elke tragedie een vaudeville dient te volgen en dat hierin het wezen van een wereldbeschouwing gelegen is. Niet minder evident is dat Toergenjev niet alleen staat in zijn oordeel, maar de hele Europese beschaving achter zich weet. Toergenjev was de allerontwikkeldste en allerbeschaafdste van de Russische schrijvers. Bijna zijn hele leven bracht hij in het buitenland door en hij nam alles in zich op wat de westerse verlichting te bieden had. Dat wist hij zelf ook, ofschoon hij hier, vanwege zijn typerende overdreven, soms zelfs ergerlijk demonstratieve bescheidenheid nooit direct over gesproken heeft. Hij geloofde ten diepste dat slechts de kennis, dat wil zeggen de Europese wetenschap, de mens zijn ogen voor het leven kan openen en hem alles kan verklaren dat verklaring vereist.

Naar dit criterium beoordeelt hij ook graaf Tolstoj: ‘Het meest verdrietige voorbeeld van de afwezigheid van de ware vrijheid, die het gevolg is van de afwezigheid van de ware kennis,’ schrijft de al bijna zestig-jarige Toergenjev in zijn literaire memoires, ‘is ons gegeven in de vorm van het recentste werk van graaf L.N. Tolstoj (Oorlog en vrede), dat tegelijkertijd wat creatieve stijl en politieke gave betreft haast uitsteekt boven alles, wat sinds 1840 in onze literatuur is verschenen. Nee! Zonder ontwikkeling, zonder vrijheid in de allerbreedste zin – in de verhouding tot jezelf, tot je eigen vooringenomenheden, zelfs tot je eigen volk en je eigen geschiedenis – is een ware kunstenaar ondenkbaar; zonder deze lucht is het onmogelijk te ademen.’ Als je Toergenjev zo aanhoort, dan ga je werkelijk denken dat hij in het Westen een groot geheimenis deelachtig geworden is dat hem het recht gegeven heeft zich staande te houden in die gevallen waarin anderen in vertwijfeling verzinken en hun hoofd verliezen…

Een jaar nadat de literaire memoires geschreven waren waaruit ik de regels hierboven over Tolstoj en ontwikkeling gehaald heb, wilde het geval dat Toergenjev persoonlijk aanwezig was bij de executie van de ooit bekende moordenaar Troppmann. Zijn indrukken brengt hij weergaloos onder woorden in een lang artikel, genaamd ‘De executie van Troppmann’. Het artikel heeft een overweldigend effect – me dunkt dat ik niet overdrijf, als ik zeg dat het een van de beste, of in elk geval krachtigste van zijn werken is. Toegegeven, graaf Tolstoj is erin geslaagd om slagveldscènes van niet mindere kracht te beschrijven, dus, met dat in gedachten, moet de lezer zich misschien niet te veel overleveren aan de kunstenaar. Maar toch, als Toergenjev vertelt dat op het beslissende moment, wanneer de beulen zich, als spinnen op een vlieg, op Troppmann stortten en hem neersmeten, als hij vertelt dat op dat moment ‘de grond stilaan vanonder zijn voeten wegzakte,’ is het onmogelijk hem níét te geloven. Mensen zijn slecht in staat te reageren op de verschrikkingen rondom hen, maar er zijn minuten waarin de brute, hemeltergende ongerijmdheid en smadelijkheid van onze toestand ons plotseling met een verpletterende duidelijkheid voor ogen staat en ons dwingt onszelf te bezien. En dan verdwijnt de grond vanonder onze voeten. Maar niet voor lang. De verschrikking van het gevoel van grondeloosheid ontnuchtert de mens snel. Hij zou alles vergeten – als hij maar naar zijn dierbare grond kon wederkeren! Toergenjev, een oude man van zestig jaar, bleek in dit opzicht even angstig als in zijn jonge jaren, toen hij zijn Dagboek van een overtollig mens schreef. De beschrijving van de executie van Troppmann besluit hij met de volgende woorden: ‘Wie is het niet bekend, dat de vraag aangaande de doodstraf een van de meest urgente, dringende vraagstukken is, de beslissing waarvan de gehele mensheid bezighoudt? Ik zal tevreden zijn […] als mijn verslag ook maar enkele argumenten biedt aan de verdedigers van de afschaffing van de doodstraf of, op zijn minst, de afschaffing van haar openbaarheid.’ Opnieuw heeft de berg een muis gebaard! Na de tragedie wordt een vaudeville opgevoerd, de wereldbeschouwing herneemt haar recht en de grond keert onder de voeten terug.

Ik herhaal en onderstreep: Toergenjev is niet de enige verantwoordelijke voor zijn oordelen. Door zijn mond spreekt de gehele Europese beschaving. Zij verwerpt principieel alle onoplosbare vragen en heeft met haar millennialange ervaring allerlei kunstgrepen ontwikkeld, door middel waarvan de mens leert hoe hij uit alles nut kan persen, zelfs het levenloze lichaam van zijn naaste. Met het woord ‘nut’ laten welke verschrikkingen dan ook en zelfs misdaden zich goedpraten. En Toergenjev was, zoals bekend, een zacht, ‘humaan’ mens en een uitgesproken idealist: in zijn jeugd heeft hij zelfs de school van Hegel doorlopen. Van Hegel kwam hij te weten wat voor kolossale betekenis ontwikkeling heeft en hoe noodzakelijk het is voor de ontwikkelde mens een volledige en afgesloten, beslist een afgesloten, ‘wereldbeschouwing’ te hebben.


Vertaling Edgar Alberts






<   

TSL 90

   >