Willem Weststeijn



Evelina Schatz




Vijftien jaar geleden kocht ik in Moskou voor mijn verzameling Russische poëzie na de perestrojka drie boeken van een mij toentertijd geheel onbekende dichteres, Evelina Schatz (in onze transliteratie eigenlijk Sjats, maar zelf schrijft ze haar naam in het Latijnse schrift als Schatz). De boeken waren uitgegeven in Moskou, maar zagen er anders uit dan wat de Russische uitgeverijen normaal produceerden: andere opmaak, ander papier, ander formaat. Ze bleken gedrukt te zijn in Italië en volgens het colofon was het ‘design’ van de auteur zelf. Twee van de boeken bevatten poëzie en hadden op de achterzijde een joyeus geklede vrouw met een zwarte hoed op, die haar gezicht bijna geheel bedekte. Het derde boek bevatte een vrij uitvoerige (350 bladzijden) studie van de beelden in het werk van Schatz. Op grond daarvan zou je zeggen dat Schatz wel een bekende dichteres moest zijn, maar in de literaire tijdschriften was ik haar naam nooit tegengekomen, in poëziereeksen ontbrak haar naam en ook Russische collega’s kenden haar niet of wisten alleen vaag dat het een half-Russische, half-Italiaanse was. Gelezen had niemand haar.

Genoeg reden dus om wat meer van haar te weten te komen en met haar werk kennis te maken. Op internet was er toen nog niets over haar te vinden, maar de boeken zelf bevatten wel enige summiere informatie. In één ervan, Echo zerkal (‘De spiegelecho’) staat als een korte inleiding:

Evelina Schatz is een Italiaanse en Russische dichter, essayist en kunstenaar. In de de lezer hier aangeboden trilogie ‘De spiegelecho’ (1985-1994) zijn drie dichtbundels opgenomen: ‘Achter de spiegel’, ‘Katoptromantia of Spiegelwaarzeggerij’ en ‘De eenhoorn of De spiegelecho’.

Als dichter die haar ingewikkelde lot gebouwd heeft op het snijpunt van twee landen, twee talen en twee eeuwen, heeft Evelina Schatz in haar gedichten alle bijzonderheden opgenomen van de poëzie van de twintigste eeuw. Haar lyrische heldin is een vrouw die leeft in de wereld van nu, maar verbonden is met het verleden en de toekomst en haar bestaan richt naar de verheven modellen van kunst en cultuur van de landen en volken van de wereld.

Aan zo’n laatste zin heb je natuurlijk niets, maar de andere bundel, ‘De hiëroglief van de oneindigheid’, die een vijftal eerder in Italië uitgegeven gedichtenbundels bevat, geeft in een soortgelijke korte inleiding wat concretere informatie: ‘Bij de ontwikkeling van haar originele, met die van niemand te vergelijken poëtica steunt Evelina Schatz op de traditie van de internationale avant-garde, van Velimir Chlebnikov tot Ezra Pound. Het intellectualisme van haar poëzie gaat samen met het beschrijven van sterke gevoelens.’

Het derde boek, ‘De archeologie van de dichter. Woordenboek van beelden van Evelina Schatz’ geeft nog enige biografische informatie. De dichteres is geboren in Odessa en woont al heel lang in Milaan. Sinds 1998 verdeelt ze haar tijd tussen Milaan en Moskou en schrijft zowel in het Italiaans als in het Russisch. Behalve dichteres is ze performance kunstenaar, journalist, regisseur, essayist, culturoloog en vertaler. Ze houdt zich bezig met theater en film, muziek en multimedia, wetenschap en filosofie. Ze heeft opgetreden voor de Russische radio en televisie, maar uit de opgenomen bibliografie blijkt dat nagenoeg al haar werk, ook wat ze in het Russisch had geschreven, in Italië is uitgegeven. Pas in 2005 verschenen haar eerste in Rusland gepubliceerde boeken – geen wonder dus dat in dat jaar bijna niemand in Moskou van haar had gehoord.

Evelina Schatz

Pas sinds die publicaties is ze bekender geworden, ook al bemoeit ze zich niet echt met de Moskouse literaire wereld en is ze daar nog steeds een outsider en kom je haar in de literaire tijdschriften ook nog niet tegen. Wel staat ze inmiddels op internet, met foto’s en interviews. Uit die laatste komen we te weten dat haar grootouders, afkomstig uit respectievelijk Hongarije en Kroatië, maar allebei joodse Duitsers, heel succesvol waren in Amerika, maar in de vroege jaren twintig naar de Sovjet-Unie vertrokken om daar het communisme te helpen op te bouwen. Vanzelfsprekend kwamen ze in de Stalin-tijd, zoals zoveel van de buitenlandse idealisten (en niet alleen de buitenlandse) in de kampen terecht. Evelina werd geboren in Odessa, groeide op in Oefa, waarheen haar ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog waren geëvacueerd, en studeerde kunstwetenschap in Moskou. De artistieke begaafdheid had ze van haar vader Emmanoeil, een niet onbekend kunstenaar, die een niet erg fraaie rol in haar leven heeft gespeeld. Toen ze in Moskou in de jaren vijftig, een periode waarin omgang met een buitenlander door de machthebbers als een doodzonde werd beschouwd, in het geheim trouwde met een Italiaan die ze op het kunstinstituut waar ze studeerde had ontmoet, gaf hij haar aan bij de KGB, doodsbenauwd dat hijzelf daarvoor opgepakt zou worden. In 1960 kreeg ze uiteindelijk een Italiaans paspoort en vertrok ze naar Italië. Daar leerde ze Italiaans en begon ook in het Italiaans te schrijven, zowel poëzie als proza. Pas in de jaren negentig keerde ze terug naar het Russisch en voor de helft van de tijd fysiek ook naar Rusland.

In een van de interviews zegt Evelina Schatz dat haar grote leermeester zonder enige twijfel Velimir Chlebnikov is, niet de minste reden voor mij om me met haar werk bezig te houden en met aandacht te lezen. Ik was dan ook buitengewoon verrast toen ik een uitnodiging kreeg om in Parijs een voordracht te houden over Chlebnikov op een manifestatie gewijd aan in het Frans vertaalde literatuur – er was kort daarvoor een fraaie vertaling van Chelbnikov in het Frans verschenen – en ik daar op het affiche ook de naam Evelina Schatz zag staan. Eindelijk zou ik de ‘geheimzinnige’ dichteres ontmoeten. Op de Chlebnikov-middag van de manifestatie was Evelina Schatz inderdaad aanwezig. De kennismaking met haar was boeiend en heel bevredigend en was de aanleiding voor het vertalen van een aantal van haar gedichten. Ze zijn alle afkomstig uit de beide hierboven genoemde bundels.




Evelina Schatz - Gedichten



* * *



de gondel glijdt over de eeuwige rivier
het bootje van Orfeus vaart over het psalterium
Euridice houdt een bos rozen in haar hand:
een rode vuist uit porfier van het hart

de raven van de herinnering, zwarte spitsen –
daarlangs stromen zachtjes druppels bloed
– door de doorns overvloedig afgedreven in het slijk
van de grijsheid – de rozen door de nachtegaal in het leven geroepen

het hart, samengesteld uit de bloembladeren van de rode roos,
keert terug in de wereld van het prachtige proza,
met de mond van Orfeus huilt de poëzie:
woorden van afscheid en eeuwige dromen

morale
dromen in proza – leven in poëzie
= de poolgreep van de leven-gedachte


ALS EEN EILAND

…in de diepe onmacht van de wateren
O. Mandelstam


De slechtheid wierp omver als een horde,
ademde met de eeuwige onvrijheid van het bestaan,
het eiland als een geraamte koelde als as af in vergetelheid,
zo verkilde het bloed en het verstand kreunde. En ik
verzonk als dit eiland
in de gloed van de zeeën en in het gedrang van rechtbanken.
Op de bodem groeiden giftige planten,
op de bodem ademden luidruchtig leefden kieuwen
en daar barstte de ziel uit in vuur
en benauwend bedekte te midden van de waterplanten
de bodem mij met gedachten en onrust, en ik
probeerde op te staan en te ademen en te steunen
zo luid dat de zee zou terugwijken
en ik liep langzaam weg als een kameel en belette
de vissen niet te leven en te trillen met hun kieuwen en
vergif te drinken en niet te lijden onder mijn aanwezigheid
en het bijzondere heelal van het eiland
waar het geraamte mijn skelet is en het geknars van roestige
gedachten klinkt in de ruimte van de afkeer
waar straffen en folteringen voortdurend wedijveren
op het veld van de saaie leugen. En de bodem, als de weerspiegeling
van een nachtmerrie waarin ik nog wegzink sinds de tijd dat
de Titanic of de Lenin ten onder ging.
En in die weerspiegeling leef ik sinds die tijd steeds nog alleen.
Als een eiland.


DE RODE PIJL

Na de dood zullen er geen treinen zijn,
het geratel van het zinloze lawaai
van de wielen en de overige monotone leugen verstomt
en iemand zal de teugels van de tijd in handen nemen
en met de waarzeggerij zal het zijn gedaan
en de waarzegster flitste langs als een trein
zonder mij de naam van de liefde te noemen.
De liefde heeft geen naam –
de liefde is in alles.
Hij wist dat
en noemde geen woord van liefde
en draaide zich naar de muur.
Als een schot in het hoofd:
Nee!
Er is hier geen plaats voor jou!
En het is waar, ook voor mij is er geen plaats.
Ik heb mijn hele leven geleefd als een ‘haas’.
Ik heb mezelf overleefd
en daarna, zonder te weten
waarom – waarvoor heb ik de trein –
voorspel ik de toekomst in de koffie het water
de zonnestraal in de Domkerk
probeer ik het spoor van ideeën te vinden
het teken van twijfels de betekenis van de grens
van de wegen van die ijzeren weg
die mij naar Petersburg voerde
uit het stof, uit de verbinding Moskou-Milaan
die met zijn zinloosheid zelfs
mijn gewoonte trof alles te verdragen
in naam van het verstand van het cynisme.
In de strijd met het racisme van alle kleuren
heb ik voortdurend nederlagen geduld
en ben ik talentloos teruggetreden.
Ik had geen kracht.
En de dood is geen verlossing, geen antwoord
op de totale krachteloosheid voor de duisternis.
En in de schemering dwaal ik rond in de smart voor de dood
waar de dood de metafoor van de weigering is:
zo zal ik niet leven!
En de liefde wil ik als de dood.

Absoluut!


* * *

Op het eiland San Giulio
stond de eeuwigheid
als een voorwerp,
en de vergankelijkheid veranderde
in eeuwigheid,
op de golven van het eiland
in bochten draaiend als een boot.


CANZONA MARZAMENI
Variaties

Thema
Op de grens met Afrika
ten zuiden van Tunis
zwommen zwanen
en misschien ooievaars

Vissers gaan de zee in
en de ooievaars schieten weg
en de zwanen trompetteren
en de gedachten bekennen hun zonden aan God

Op de grens van Afrika
en misschien in Sicilië
renden konijnen
en misschien vossen

Vissers gaan de zee in
en de ooievaars schieten weg
en de zwanen trompetteren
en de gedachten bekennen hun zonden aan God

Op de grens met Afrika
in de provincie Noto
heersten de ooievaars
en de reigers uit Kyoto

Vissers gaan de zee in
en de ooievaars schieten weg
en de zwanen trompetteren
en de gedachten bekennen hun zonden aan God

Op de grens met Afrika
op de kaap van Porto Palo
bloeiden de gedachten op
als de bloem van de amandelboom

Vissers gaan de zee in
en de ooievaars schieten weg
en de zwanen trompetteren
en de gedachten bekennen hun zonden aan God

Op de grens met Afrika
dat wil zeggen in Venicari
bloeiden de amandel en de citrussen
en voeren de schuiten als klokken

Vissers gaan de zee in
en de ooievaars schieten weg
en de zwanen trompetteren
en de gedachten bekennen hun zonden aan God


* * *

Praten – met niemand. Blijft alleen over
te luisteren. Soms is dat ondraaglijk vervelend.
Je wilt alles wassen en strijken en
opvouwen. En in deze toestand van synthese van gesteven
frisheid opbergen in de kast. Die stevig
dicht doen. En stilte ademen.


* * *

het bewustzijn leidde tot gevoel
en de gedachten, verzadigd van hartstocht
beletten te slapen en het lichaam gooit zich
als een zeerob op de oever van het bed
en het geheugen wordt gekweld en foltert
het konvooi van de gebeurtenissen, hun krampachtige verloop
de details – heel kort geleden nog duidelijk
vervagen in de Milanese nacht
de ibiscus buiten gaat helemaal niet bloeien
ik wacht op hem: ik ben aan hem gewend
ach, hoe prettig voor mij is het gewend zijn aan schoonheid
bloei ibiscusi en breng tot rust mijn slapeloze
van gedachten doordrongen hartstochten


* * *

Ik herken de liefde door de pijn
in mijn hele lichaam

Marina Tsvetajeva

ik herken de liefde door de klank
van de gespannen boog van het lichaam

de schaduw van de pijn klopt bonzend in de slapen
met klokgelui van de hemel

dit is de strijd van de uren van het afscheid
een bekend geluid: de hunkering van de wens

de pijl losgelaten door de boog
treft het punt van de dichtheid van de gevoelens

zo botsten het Oosten en verschillende dingen
zo stortte de vervoering zich uit in lijden


IK

als een wervelstorm
jaag de elementen van het vers uiteen…
voor me – de schoonheid
als een trampoline voor het uiteenvliegen van de waanzin
en de tomeloosheid van de gevoelens
en de bacchische koortsdroom
tasten het woord aan met de magneet van wonderen
dat bevestigt Socrates u –
zo verandert tijdens mijn leven mijn Hel
in het wonder van de belegering
van grenzeloos gevende hoogten
mijn gedichten

zijn als bezweringen
maar geen realiteit hoop ik
ik schrijf immers

terwijl ik bang ben voor voorspellingen
is dit niet
het transcendentale bewustzijn

?

HET AFVAL VAN DE WERELD


Uit afval maak ik gedichten.
Wat is dus het afval van dit leven?
De essentie zoeken in het afval is de zorg van de alchemie.
En onderweg kun je
door niemand verwachte prachtige geschenken vinden,
en ook de steen der wijzen,
en soms de gulden snede,
en plotseling begrijpen dat de entropie
de opslagplaats is van de energie van het heelal
en beslist niet de thermische dood.
Wat is de dood?

Ze is als afval.

Vol van rijke voorspellingen
en nog onbekende
en daardoor goddelijk fantastische kennis
Lapidi di giugno
zoals een vlinder onwetend
tegen het genadeloze glas sloeg
en het deed pijn
de plotselinge vlam van de Verlichting
verbrandde de vleugels van de wanhoop
en de hopeloosheid werd plotseling verhelderd
door bevrijding
ik leef in het zoeken naar
de niet verloren tijd
in de verkregen tijd


NOTA BENE 1

De schurk liet met rust.
Ik maakte me van hem af, en dus kan het landschap het zonder mij
stellen.
Overigens heb ik er allang geleden een einde aan gemaakt en ben
ik uit de tijd gevallen,
illusies en hoop daarin kwijtgeraakt, en ben ik veranderd
in een ruimtelijk punt – het uiterste geval van vrijheid,
gegrepen door de verwoestende catastrofe van de eenzaamheid.
Alleen het brein zwijgt niet zoals de stilte:
Het bonkt met zijn wielen als de Transsiberië-expres


ALS IN DE KINDERTIJD

Het huis in de Branskajastraat
een zwarte droefgeestige tuin
aan de vlaggenstok van de geschiedenis
wappert de vlag van het verraad

Door de bouw van het verraad
door de doorlopende kinderpijn
loop ik – jaren, ontmoetingen, herhaling
alles zoals in de kindertijd –
de verschrikkelijke nul van de afwezigheid

Maar al niet meer verschrikkelijk
is de gewoonte als body building
op de grens van de Tataarse woestenij
het fort van de eenzaamheid – jouw
spinnenweb van mijn bladzijden.

Evelina Schatz. Foto Katja Golitzyna

ZOMERSE LITHIUMS DRIELUIK OP HET BALKON

1.
De bazaar draaide als een derwisch verheven rond
bij de moskeeën en de Aphrodites van Efese
en de koepels van de moskeeën als de omvangrijke borsten
van de godinnen van Eurazië, het hemelgewelf
de Melkweg als een halssnoer –
de brug van de welvaart over de rijke
Middellandse zee, de brug over de Bosporus
Jij verkoopt me aan mezelf
in de steile manege van Azië:
Koop broodjes, koop koekjes!
koop borsten van de veelborstige godin van Turkije!
Dans als een derwisch, bid als een koepel
vreet als een vampier die melkwereld
die brug over de Bosporus, het balkon boven het plein
in de massa stations de vampier

2.
Als er geen liefde is
zijn er geen bruggen nodig
de melkwegstelsels verwijderen zich
als een weggeschoten raket
als er geen liefde is
zijn er geen bruggen nodig
jij bent de struiken ingegaan
het onveranderlijke landschap

van jouw ziel

Jij dooft alles uit

je landt

het streven

naar de hemel en de liefde

rondom – helemaal niets
een kluizenaar in een klooster

of een rover

eenzaam afgeraakt van de weg van de wereld

3.
Jij verwarmt je botten, speelt verstoppertje
bij de haard van een verwarmd lichaam
het wilde kundig
de ingeslapen wereld aansteken, de energie terugbrengen
en de in de met een ijzeren kaak gesloten schaal
de van juwelen flonkerende ziel bekijken
Maar jij keek steeds naar het bos

antwoordde als een wolf

op de gift van de teruggave

op de gulheid van de ontmoeting

op de waanzinnige muziek van de lach

en liet een stalen gordijn zakken

op de afwezigheid van dapperheid

op de eer en vreugde een man te zijn


HET WAANIDEE VAN DE VERWACHTING


Ik droom over amnesie
Als over een goddelijk gebaar van genade
Verhef mijn held
Mijn alles vergevende God
Maar laat mij als Odysseus
In schemertoestand over de zee varen
Ik leefde zolang als Penelope
Leefde voortdurend in verwachting van de macht
Van de hartstocht niet in staat het weefsel uit te halen
Ik bid het waanidee van de verwachting
Te wijzigen in vergetelheid
In de schemertoestand van rampzalige gebeurtenissen
In de hoedanigheid van de Weg van Dao
In heidendom en hoop:
Het verloren gaan van de herinnering
Is immers de weg naar de hoop op de ontdekking van de wereld
Daarin ontmoeten giraffen en krokodillen
Elkaar opnieuw zonder zich
Alle nachtmerries van het verschil te herinneren
En alle verschrikkingen van het waandenkbeeld
Alles steeds weer opnieuw herhalend
De tijd niet vrekkig verkwistend
Zullen wonderen en verrukking verwachten
En het weefsel van de liefde weer afmaken

Het graf maakt een kromme niet recht
Het gevleugeld lied herhaalt zich:
Ging je maar naar huis Penelope!

Thuisloze Penelope – aan het werk
O ja! Aan het werk – de patronen van de verwachting vlechten
In de parels van de eindeloze inspanningen


LAPIDE DI GIUGNO

in de uren van het aardse afscheid
ontmoeten we de eeuwigheid
eindelijk samen


LAPIDE DI AGAZZANO

La mia follia era speranza
La mia speranza era follia
Non ci sara nessun preavviso

Mijn waanzin was hoop
Mijn hoop was waanzin
Er zal geen enkele waarschuwing zijn



***

waarover denken de vissen
zijn ze net zo bang
voor het genadeloze licht van het bestaan
als ik?
het aquarium flonkert als de zee
waarin de hemel
is verdronken
zo gebeurt het
met de zedeloze
architectuur


THE END

geduldig maak ik de zin niet af
de dubbele punt is bijna geduld
zo verschrikkelijk een punt te zetten
in de ruimte van de afwezigheid
worden immers nieuwe gedachten geboren
maar einde zonder einde
dit is Chinese foltering
dit is het geval
wanneer ik
boven de verfijning
de voorkeur geef aan de guillotine

Vertaling Willem Weststeijn







<   

TSL 84

   >