Witold Szabłowski



Nazım



Witold Szabłowski (1980) is een Poolse journalist en schrijver. Hij studeerde politicologie in Warschau en Istanboel, en werkte daarna als journalist voor onder meer de Poolse krant Gazeta Wyborcza (‘Verkiezingskrant’). Voor zijn boek Zabójca z miasta moreli (‘De moordenaar uit de abrikozenstad’) kreeg hij in 2011 de Poolse Beata Pawlak Prijs. Het boek werd in dat jaar ook genomineerd voor de Nike-literatuurprijs, de belangrijkste literaire onderscheiding van Polen.

Zabójca z miasta moreli is een verzameling literaire reportages over Turkije. Elk verhaal staat op zichzelf, maar gezamenlijk vormen ze een caleidoscopisch beeld van het huidige Turkije als een land vol tegenstellingen, een land dat zich in een spagaat bevindt tussen traditie en vooruitgang, tussen het Oosten en het Westen. Szabłowski doorkruist Turkije en luistert aandachtig naar iedereen die hij tegenkomt. Imams en yuppies, traditioneel gesluierde vrouwen en feministen, professoren, prostituees, schoenmakers, architecten, vrachtwagenchauffeurs, dichters, de moordenaar uit het titelverhaal, iedereen krijgt een eigen stem. In puntig proza tekent Szabłowski hun verhalen op en probeert hen te begrijpen.

In de onderstaande reportage uit Zabójca z miasta moreli over de Turkse dichter Nazım Hikmet, ook wel Borzęcki genaamd, blijken de Poolse en de Turkse literatuur op een onverwachte manier met elkaar verbonden te zijn. De Nederlandse vertaling van Zabójca z miasta moreli verschijnt dit najaar bij Uitgeverij Atlas & Contact.




De grootste Turkse dichter heet Borzęcki en heeft zijn intrek genomen in het Poolse parlement.

Tuwim, die geen woord Turks begrijpt, luistert als betoverd naar zijn gedichten. Broniewski gaat regelmatig een borrel met hem drinken. En ene Halina uit de buurt van Ostrołęka schrijft in een brief dat ze met hem wil gaan samenwonen en kinderen van hem wil.

Geen wonder. Nazım Hikmet Borzęcki is een levende legende. In naam van het communisme heeft hij ruim een decennium gevangen gezeten. Zijn voordrachten worden massaal bezocht, en elke dichtbundel is een gebeurtenis van de eerste orde.

De Turk benadrukt steevast dat de Polen gastvrij zijn en dat het Poolse landschap schitterend is. Hij geeft niettemin toe dat het leven buiten Istanboel hem zwaar valt. Hij heeft heimwee. Maar hij heeft alle bruggen achter zich verbrand.




ATATÜRK


1.

Om over deze grote dichter te verhalen, moeten we een stukje terug in de tijd. Om te beginnen tot aan de Eerste Wereldoorlog. Het Ottomaanse Rijk, een imperium in verval, vecht aan de zijde van Duitsland.

‘De sultan is aan de verliezende hand. Onze buurlanden en de grote mogendheden snijden onze natie aan stukken als kebab aan het spit,’ vertelt Süleyman Akçay, een historicus uit Istanboel. De doodsbenauwde heerser ondertekent de capitulatie. De Egeïsche Zee geeft hij aan de Grieken, en de mogendheden van de Entente mogen met de Armeniërs en de Koerden het westen van het land verdelen.

Akçay vertelt met een enthousiasme alsof hij er zelf bij is geweest. Hij gebaart, spreekt met een theatrale stem, pauzeert voor het effect. Het is nauwelijks te geloven dat hij het heeft over gebeurtenissen van bijna honderd jaar geleden.

Zo gedragen Turken zich als Atatürk ter sprake komt.

‘Een aantal jonge officieren is het niet eens met de opdeling van het land. Onder aanvoering van de charismatische Mustafa Kemal gaan ze de strijd aan,’ vertelt Akçay. Dankzij zijn vernuft winnen ze de oorlog met Griekenland en nemen ze de macht over van de sultan. Mustafa Kemal wordt de eerste president.

Zo begint het verhaal dat elk Turks kind je kan vertellen als je het midden in de nacht wakker maakt. Als president legt Kemal de lat ongekend hoog voor zichzelf. Hij wil de achtergebleven kolos in een decennium veranderen in een modern land. De traditioneel geklede Turk, met op zijn hoofd een fez met kwastje, wil hij transformeren tot een Nieuwe Turk, een volwaardig Europeaan. Het elan van zijn project vormt tot op de dag van vandaag een bron van inspiratie voor vele wereldleiders (zoals bijvoorbeeld de voormalige sjah van Iran Mohammad Reza Pahlav, de eerste president van Tunesië Habib Bourguiba, de voormalige president van Pakistan Pervez Musharraf, en recentelijk de president van Georgië Micheil Saakasjvili).

‘Als geen ander voert hij hervormingen door,’ zegt Akçay. ‘Hij vervangt de islamitische kalender door de Europese. De sharia wisselt hij in voor een modern wetboek van strafrecht, de scheiding tussen kerk en staat maakt een eind aan het bewind van de geestelijken. Vrouwen krijgen eerder stemrecht dan in heel wat Europese landen. Het Arabische alfabet vervangt hij door het Latijnse. Achternamen worden Turkser. Zijn eigen achternaam wijzigt hij ook en vanaf 1934 heet hij Atatürk, Vader der Turken.’

2.

De hervormingen van Atatürk keren het leven in Turkije ondersteboven en binnenstebuiten.

‘Welbeschouwd waren het geen hervormingen,’ zegt een van mijn Turkse vrienden. ‘Maar eigenlijk werd het land heropgericht. Tot dan toe waren we het islamitische centrum van de wereld. We droegen zorg voor Mekka en Medina. En opeens waren we een land dat in staat van oorlog verkeerde met de godsdienst.’

Vanwaar die ommekeer? Dat vraagt de hele wereld zich af in de jaren twintig en dertig van de afgelopen eeuw. Afgevaardigden van de Turkse regering reizen de wereld rond om uitleg te verschaffen over de bedoelingen achter de hervormingen. ‘De eenheid van de islam is een mythe, die alleen een herboren Turkse natie nieuw leven kan inblazen,’ zegt de Turkse afgezant in de Poolse ambassade in Berlijn. ‘We zullen niet langer bekend staan als een land van muezzins en harems. Dan verbrokkelt de kunstmatige muur die de Turken scheidt van de moderne tijd.’ 1

De woorden van Atatürk worden bevestigd door zijn daden. Hij aarzelt niet om soldaten in te zetten en geeft het bevel om te schieten op mannen die hun traditionele fez niet af willen zetten. ‘Beschaafde, internationale kleding is waardig en gepast voor onze natie en daarom zullen we zulke kleding dragen. Schoenen, een broek, een overhemd met stropdas, een colbert met vest en – zoals het hoort – een hoofddeksel met een rand. Laat dat duidelijk zijn. Een dergelijk hoofddeksel heet een hoed,’ zegt de Vader der Turken als hij de zogeheten hoedenwet invoert.

Een andere keer bekritiseert hij de islamitische nikab: ‘Ik heb vrouwen gezien die een lap stof op hun hoofd droegen, een handdoek of iets van dien aard, om hun gezicht te bedekken [...]. Wat heeft dat te betekenen? Hoe kunnen onze moeders en dochters zulke merkwaardige gewoonten, zulk een barbaarse mentaliteit accepteren? Het is een vertoning die onze hele natie volslagen belachelijk maakt.’

Süleyman Akçay, de historicus uit Istanboel, heeft groot respect voor die woorden: ‘Wat een moed! Zelfs zijn moeder droeg immers een hoofddoek! Maar goed, zij heeft de hervormingen niet hoeven meemaken.’




CELALEDDIN


1.

Voor ons relaas over de dichter die zijn intrek nam in het Poolse parlement, moeten we nog verder terug in de tijd. Het is het jaar 1876. De dappere generaal Mustafa Celaleddin wordt neergeschoten tijdens gevechten met de Montenegrijnen. Hij wordt in de buik getroffen door een kogel. De generaal sterft.

De Ottomaanse strijders treuren om hun dappere bevelhebber, die telkens weer voorging in de strijd met in zijn hand slechts een sabel.

Drie paarden sneuvelden met hem nog in het zadel, zes maal raakte hij gewond. De eerste keer toen hij nog geen moslim was en nog geen lange baard of tulband droeg. Dat was in een vorig leven,toen Celaleddin nog Konstanty Borzęcki heette en studeerde aan het seminarie van Włocławek.

Hij stamde af van verarmde adel en wilde schilder worden. Hij was getalenteerd en studeerde twee jaar aan de School voor de Schone Kunsten in Warschau. Maar zijn familie kon zich dergelijke rariteiten niet veroorloven. Konstanty moest het schilderen opgeven en priester worden.

In 1848 ontvlucht de jonge Borzęcki echter het seminarie om vervolgens deel te nemen aan de opstand van Groot-Polen. Als die opstand wordt neergeslagen, vertrekt hij – door de tussenkomst van Hotel Lambert – naar Turkije. Zijn familie laat hij hierover in het ongewisse. In het boek De pasja uit Lechistan uit zijn biograaf Jerzy S. Łątka het vermoeden dat zijn adellijke familie hem het uittreden uit het seminarie kwalijk nam.

Aan de Bosporus bekeert de voormalige opstandeling zich tot de islam, net als duizenden andere Polen, en begint een carrière in het Ottomaanse leger.


2.

Borzęcki is een voortreffelijk soldaat, maar tegenwoordig kennen we hem als publicist. Later, eenmaal geëmigreerd, stelt hij zich de vraag: hoort Turkije bij Europa of bij Azië? Hij beantwoordt haar in het boek Turken van vroeger, Turken van nu. Bernard Lewis, een voortreffelijk kenner van Turkije en zijn aanhoudende transformatie tot een moderne staat, noemt het boek een van de voorboden van Atatürks hervormingen. Een halve eeuw voor de Vader der Turken toont Borzęcki aan dat Turkije net zo goed een Europese natie is als Frankrijk of Polen. Hij noemt zijn concept turoarionisme. En hij roept op tot het gebruik van het Latijnse alfabet in plaats van het Arabische. Vijftig jaar later onderstreept Atatürk in Borzęcki’s boek enkele honderden passages. Bij het hoofdstuk over de taal schrijft hij: ‘Uitvoeren!’ En hij maakt het waar. De wijziging van het alfabet is een van zijn grote hervormingen. Jerzy S. Łątka noemt Borzęcki de Voorvader der Turken. ‘Die Pool is een standbeeld van puur goud waard,’ zegt Atatürk zelf over Celaleddin-Borzęcki.




HIKMET


1.

Een halve eeuw na de dood van Celaleddin beëindigt de Vader der Turken de oorlog met Griekenland en begint de hervormingen. Rond dezelfde tijd trekt een sjofel groepje van Istanboel naar Ankara, de nieuwe hoofdstad. Het zijn jonge dichters. Onder hen bevindt zich de meest getalenteerde: Nazım Hikmet. Zijn vader was generaal, zijn grootvader de laatste Turkse gouverneur van Thessaloniki, de geboortestad van Atatürk. Mustafa Celaleddin-Borzęcki was zijn overgrootvader. Hikmet en zijn vrienden willen hun talent aanwenden om de nieuwe regering te ondersteunen. Hun enthousiasme bevalt Atatürk. ‘Hij moedigt ze aan om niet zomaar wat te schrijven, maar om te dichten met een doel voor ogen,’ zegt Rabya Çiçek, die een proefschrift voorbereidt over de vooroorlogse jaren van Hikmet. ‘Namelijk: de ondersteuning van zijn hervormingen.’

Hikmet is razend enthousiast over Atatürk. Maar niet veel later breekt in Rusland het proletarische virus uit. De dichter gaat in Moskou studeren. Daar bewondert hij het toneel van Meierhold, hij raakt er bevriend met Majakovski, en hij wordt er verliefd op het gedachtegoed van Lenin.

Rabya Çiçek: ‘Terugkijkend, jaren later, merkte hij op dat de tocht van Istanboel naar Ankara een communist van hem gemaakt had. Toen kwam de verwende, rijke jongeling voor het eerst in aanraking met armoede, voor het eerst zag hij mensen die geen geld hadden voor voedsel. In hem vatte de gedachte post dat juist voor die mensen de wereld anders ingericht zou moeten worden. Hij kwam terug uit Moskou als overtuigd communist, vastbesloten om aan de Bosporus de proletarische revolutie te ontketenen.’


2.

In de jaren dertig wordt de Turkse regering steeds autoritairder. De verhoudingen met de Sovjet-Unie staan nog niet op scherp. Maar de Sovjetkameraden zijn bezig met het smeden van uitbreidingsplannen, onder andere in de richting van Turkije. Aan de Bosporus zien ze het met lede ogen aan.

Hikmet, een onvervalste, militante communist, belandt om de haverklap in de gevangenis vanwege zijn denkbeelden. Maar Atatürk weet nog goed dat hij de kleinzoon is van Celaleddin-Borzęcki. Zolang hij nog leeft, komt de dichter elke keer snel weer vrij.

Hij wordt beroemd door een serie poëtische brieven met als verteller een jonge Ethiopiër, die schrijft aan zijn jonge vrouw Taranta Babu.


Het leven is wondermooi, Taranta Babu!
’t Is wonder, wondermooi
Het begrijpen als een wijs geschrift
ervaren als een liefdeslied
je verbazen als een kind en leven
leven, leven!

‘Ook hij hield zoveel van het leven dat hij bereid was ervoor te sterven,’ vertelt een goede bekende van hem me jaren later.


3.

Hikmet is de Rej, de Kochanowski en de Mickiewicz van de Turkse poëzie. Deze vergelijking is bedacht door zijn vertaler en goede vriendin, Małgorzata Łabęcka-Koecherowa.

Hij is als Rej omdat, zoals Rej in het Pools, Hikmet als een van de eersten dichtte in het Turks. Tot dat moment werd aan de Bosporus onbegrijpelijke en bombastische divanpoëzie vervaardigd. De Turkse taal werd beschouwd als de taal van de boerenstand en stond niet hoog aangeschreven.

Hij is als Kochanowski omdat hij de Turkse taal geperfectioneerd heeft. Opmerkelijk genoeg heeft Hikmet nog leren lezen en schrijven in het Arabische alfabet, terwijl hij zijn gedichten schreef in het Latijnse alfabet. Hij is als Mickiewicz omdat hij zich bekommert om gewone mensen. Bovendien huist ook de geest van de romantiek in hem.

Professor Tadeusz Majda, een turkoloog: ‘Hij heeft een geweldig taalgevoel. Zijn werk is zo goed als onvertaalbaar, zo subliem rijgt hij de woorden aaneen, spelend met hun meerdere betekenissen en fonetische overeenkomsten.’




DE DOKTER


1.

De Vader der Turken sterft in 1938. Een paar maanden later wordt Hikmet beschuldigd van het soldaten aanzetten tot opstand. Het bewijs? Een bundel met zijn gedichten onder het bed van een van de cadetten. De straf? Achtentwintig jaar gevangenis.


2.

Terwijl Hikmet gevangen zit, gaat de wereld gebukt onder het juk van de Tweede Wereldoorlog. Zo gauw het stof van de oorlog is neergedwarreld, bevriest Europa in de schaduw van het IJzeren Gordijn.

De sfeer van die jaren wordt treffend geïllustreerd door de volgende op: ‘Papa, komt er een Derde Wereldoorlog?’

‘Nee jongen, maar voor de vrede zullen we vechten tot onze laatste snik.’

Dat principe indachtig roept Stalin het Sovjet-Vredescomité in het leven, ook wel kwaadaardig het circus van meneer Stalin genoemd. In een helder moment herinnert dit comité zich de gevangen Turkse communist en roept Turkije op hem vrij te laten. Links georiënteerde kunstenaars als Picasso, Neruda en Sartre gaan het gevecht aan en duizenden mensen over de hele wereld strijden met hen mee.

Turkije blijft neutraal in de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Koude Oorlog kiest het echter de kant van het Westen. Het is het enige NAVOlid dat rechtstreeks grenst aan de Sovjet-Unie. Dat leidt tot immense spanningen. Jarenlang proberen de Russen de situatie aan de Bosporus te destabiliseren. Zo financieren ze links-extremisten en de communistische partij, en verder ook de Koerden, die streven naar onafhankelijkheid. Alles wat met Moskou te maken heeft, wordt in Turkije argwanend bekeken. Maar het communisme wordt regelrecht gewantrouwd.

In 1950, twaalf jaar na zijn opsluiting, strijken de Turken de hand over het hart. Hikmet komt vrij. Maar een paar maanden later krijgt hij een oproep voor het leger. Hij moet zich melden in het oosten van het land, waar het kwik tot boven de veertig graden stijgt.

De dichter heeft het al jaren aan zijn hart. Elke inspanning is voor hem riskant.

‘Ik ben gedwongen om u gezond te verklaren. Maar uw hart gaat het daar zeker begeven,’ zegt de dokter.




REFIK


Hikmet heeft geen keuze. Hij moet vluchten.

Zijn vriend Refik Erduran leent van een bekende een motorbootje. Daarmee wil hij de dichter naar Bulgarije brengen en er voor hem asiel aanvragen.

Ik ontmoet Refik in een café in Istanboel. Hij is al iets over de tachtig, maar nog van een jaloersmakende vitaliteit.

‘Nazım had geen vertrouwen in mijn stuurmanskunst,’ vertelt hij. ‘Maar ik had me grondig voorbereid. Mijn neef was kapitein-ter-zee van de Turkse marine. Ik had hem verteld dat ik bezig was met het verifiëren van een filmscenario over smokkelaars op de route tussen Turkije en Bulgarije. Hij verklapte me alles: waar de uitkijkposten waren, hoe we ze konden ontwijken en hoe we konden vermijden dat de Bulgaarse grenswachters ons zouden doodschieten.’

Desondanks is Nazım bang om te vertrekken. Tien jaar later schrijft hij in het gedicht Autobiografie: ‘In 1951 voer ik met een jonge vriend de gapende muil van de dood binnen.’

‘Hier is een dichter aan het woord,’ lacht Refik. ‘Het was een prachtige julidag. Er was geen wolkje te zien.’

Al sigaretten rokend verdrijven de heren de tijd. Opeens verschijnt er aan de horizon een puntje, dat een Roemeens schip blijkt te zijn. Erduran: ‘Nazım begon te roepen dat hij Hikmet heette en om asiel vroeg. Als antwoord werd ons de huid vol gescholden, want voor ons moest dat hele schip stilgelegd worden. Het duurde even voordat ze doorhadden wat de bedoeling was.’

Maar in plaats van de grote communist waardig welkom te heten, gooit de kapitein hem in de isoleercel.

‘Het was de ironie van het lot dat daar op de muur een poster hing met zijn foto en het onderschrift: “Laat Nazım Hikmet vrij!” ’ zegt Janina Małachowska, een vriendin van de schrijver.

Erduran en Hikmet wachten enkele uren op een beslissing. De kapitein belt naar Boekarest en Boekarest belt naar Moskou. Van daaruit komen dan eindelijk de instructies.

Nazım Hikmet komt eerst in Roemenië terecht en vervolgens in de USSR, waar hij wordt verwelkomd door een enthousiaste menigte. Refik Erduran keert met zijn motorbootje terug naar Istanboel. Gedurende meer dan een kwart eeuw vertelt hij niemand iets over zijn avontuur, zelfs zijn vrouw niet.




STALIN


1.

In Moskou wordt Hikmet door iedereen aanbeden. Op het vliegveld wordt hij onthaald door vertegenwoordigers van het bewind en de meest vermaarde kunstenaars van de Sovjet-Unie.

Maar niemand heeft de moed om hem naar Stalin te brengen.

De Turk staat bekend om zijn scherpe tong, en het Moskou onder Stalin verschilt aanzienlijk van het Moskou dat hij kent van zijn studietijd. In de theaters worden de toneelstukken van beschermelingen van Jozef Vissarionovitsj Stalin vertoond. Het land staat vol met zijn standbeelden.

Na ruim een decennium in de gevangenis heeft Hikmet geen flauw idee van wat het stalinisme behelst. Hij verbaast zich erover dat Meierhold en Majakovski zijn overleden. De eerste, een uitmuntend regisseur en theaterhervormer, is doodgeschoten tijdens de stalinistische zuiveringen. De tweede, een fenomenaal dichter, is onder raadselachtige omstandigheden aan zijn einde gekomen, hoewel hij volgens de officiële versie zelfmoord heeft gepleegd.

Hikmet is nog verbaasder als hij hoort dat ook veel van zijn studiegenoten, nog slechts vijftigers, al overleden zijn. Op de vraag van de kameraden uit de Sovjet-Unie wie hij zou willen ontmoeten, antwoordt hij dat hij graag Nicolai Ekk2 de regisseur en filmhervormer, zou spreken.

Dat zorgt voor veel consternatie bij het bewind. Ekk staat op de zwarte lijst, films maakt hij niet meer, maar in plaats daarvan is hij stevig aan het drinken geslagen en – zo herinnert de dichter Jevgeni Jevtoesjenko zich – stinkt hij als een bunzing.

De kameraden lappen hem echter zodanig op dat hij aan de buitenlandse gast getoond kan worden, ze vijlen zijn nagels bij, stoppen hem een bos bloemen in zijn handen, en brengen hem naar Hikmet.

‘Wat doe je tegenwoordig voor de cinema, mijn beste vriend?’ vraagt Nazim.

‘Om een of andere reden heb ik me de laatste tijd meer met het circus beziggehouden,’ antwoordt Ekk.


2.

Hikmet wacht geduldig tot Stalin tijd voor hem heeft. Twee dagen voor de vastgestelde datum is hij te gast op een voor hem georganiseerde receptie. Het is ondertussen duidelijk geworden dat hij de sfeer in de Sovjet-Unie slecht verdraagt. De hielenlikkers en huichelaars bespeurt hij van mijlenver. Zijn hele leven heeft hij gewijd aan de strijd voor het communisme, maar zo had hij zich het resultaat niet voorgesteld.

Tijdens de bijeenkomst luistert hij geduldig naar de lofredes van de andere literaten, tot hij zelf het woord neemt:3 ‘Mijn broeders. Al die jaren in de gevangenis heb ik gedroomd van de theaters in Moskou... Moskou stond symbool voor een revolutie die vanaf de straat het theater binnenstormde. Maar wat zie ik nu? Smakeloos toneel onder de noemer van socialistisch realisme. Overal zie ik gevlei en slijmerij. Hoe kan gevlei nou revolutionair zijn? Over een paar dagen heb ik een afspraak met kameraad Stalin. Ik ben van plan hem eerlijk te vertellen, als communisten onder elkaar, dat die eindeloze haag van portretten en standbeelden moet verdwijnen.’

Geschrokken van die woorden knijpen een paar gasten er heimelijk tussenuit. De gastheer zegt, in een poging om de slechte indruk weg te nemen, dat Stalin zelf waarschijnlijk ook niet over al zijn standbeelden even tevreden is, en heft snel het glas op hem.


3.

Een dag later wordt Hikmet gebeld door het Kremlin. Kameraad Stalin laat hem via zijn hovelingen weten dat hij het ontzettend druk heeft en hun ontmoeting moet afzeggen.


4.

De dichter heeft Stalin nooit ontmoet. Maar dat betekent niet dat Stalin hem was vergeten.

De Generalissimus sterft in 1953. Twee jaar later nodigt Hikmet Jevgeni Jevtoesjenko en een andere jonge dichter uit op zijn datsja in de buurt van Moskou. ‘Hij schakelde de telefoon uit en sloot de deur,’ vertelt Jevtoesjenko. ‘Maar die deur werd geforceerd door de geschiedenis, die de kamer binnendrong in de gedaante van een wat aangeschoten, oudere man. Hij viel voor Hikmet op zijn knieën.’

‘Nazım, vergeef me!’ riep hij huilend. ‘Ik moet je iets bekennen!’

Nazım trok hem overeind en zei: ‘Je moet helemaal niets.’

De man vond echter van wel.

Hij was destijds na de aankomst van Hikmet in Moskou aangewezen als zijn chauffeur. De dichter zocht direct toenadering. Ze werden vrienden en kwamen regelmatig bij elkaar over de vloer, dronken samen wodka.

Nog geen jaar later belandt de chauffeur in de Loebjanka. Hij wordt verhoord door Beria zelf.

‘Weet je wel met wie je rondrijdt?’

‘Een groot dichter... Een vriend van de Sovjet-Unie,’ zo probeert de doodsbenauwde chauffeur zijn ondervrager naar de mond te praten.

‘Een vriend is hij absoluut niet!’ schreeuwt Beria. ‘Hij wil kameraad Stalin vermoorden. Maar wij pakken hem eerst! En jij gaat dat doen!’ Beria wijst naar hem met priemende vinger.

Ondanks martelingen en bedreigingen geeft de chauffeur geen krimp. Pas als zijn vrouw in de Loebjanka belandt, zegt hij zijn medewerking toe. Vanaf dat moment wacht hij dag en nacht op een teken van Beria’s lakeien. Vier keer krijgt hij telefonisch het bevel om Hikmet te vermoorden. Vier keer wordt het bevel weer ingetrokken.

‘Nazım,’ vertelt Jevtoesjenko, ‘hoorde het verhaal met stalen gezicht aan. Ten slotte zei hij: “Niets om je druk over te maken. Schenk liever nog maar eens in.” ’ 4




GOTA


Hikmet voelt aan dat hij, zolang Stalin nog in het Kremlin resideert, het beste zo ver mogelijk uit de buurt van Moskou kan blijven. Hij wordt een groot voorvechter van het Sovjet-Vredescomité. Hij reist over de hele wereld, luistert congressen op en knipt lintjes door. In Warschau duikt hij al een paar maanden na zijn ontsnapping uit Turkije op.

De Poolse verdedigers van de vrede kiezen als zijn vertaler de turkologe Małgorzata Łabęcka-Koecherowa, ook wel Gota genaamd, die over Hikmet een afstudeerscriptie had geschreven. Gota moet in haar contacten met de dichter vanaf het begin heldere spelregels hanteren.

‘Hij hield ontzettend van vrouwen,’ vertelt ze me jaren later. ‘Ik zei tegen hem: jij bent mijn abi. In het Turks is dat een oudere broer, eentje die verantwoordelijk is voor het hele gezin. Dat beviel hem erg goed en het schepte duidelijkheid in de onderlinge verhoudingen,’ zo zegt ze. En ze voegt eraan toe: ‘Hij was als een kind. Buitengewoon goedhartig en tegelijkertijd naïef. Als u hem op straat zou tegenkomen en hem om geld zou vragen, dan zou hij alles afgeven.’

Jevtoesjenko heeft vergelijkbare herinneringen aan Hikmet. De Turk belde hem eens op met de vraag of hij geen geld nodig had.

‘Dat had ik niet,’ zegt Jevtoesjenko. ‘Daarmee deed ik Nazım verdriet. Hij drong aan: “Weet je het zeker? Jammer... Ik heb vandaag een cheque gekregen en het is beslist te veel voor me.” ’

Gota: ‘Hij verdiende veel, maar hij was gelukkig als het hem lukte om dat geld zo snel mogelijk kwijt te raken. Hij gaf het aan iedereen die erom vroeg. Zo’n goed mens heb ik verder nooit meegemaakt.’


1.

Stalin heeft geen haast met het toekennen van het staatsburgerschap van de Sovjet-Unie aan de dichter. Zijn Turkse staatsburgerschap is hij door zijn ontsnapping kwijt.

Dat is een ernstig beletsel, want Hikmet wil rondreizen over de wereld.

Zijn vrienden in Warschau weten van zijn Poolse voorouder. Samen met Gota doen ze hun best om op basis daarvan een paspoort met een adelaar voor hem te regelen.

Bierut, die gezellig met Hikmet kon kletsen, heeft er niets op tegen. Of hij het Kremlin om advies heeft gevraagd? Moeilijk te zeggen, maar waarschijnlijk wel. Feit is dat in 1952 de achterkleinzoon van generaal Celaleddin het staatsburgerschap krijgt, en een document met de naam Nazım Hikmet Borzęcki.

Wie het besluit genomen heeft? Dat moet de Raad van State zijn geweest. De handtekening is waarschijnlijk gezet door Bierut zelf. Maar in het Archief van Nieuwe Akten is van dit besluit geen spoor te bekennen.

Het paspoort van de Poolse Volksrepubliek met daarin de foto van de subtiel glimlachende dichter wordt evenwel bewaard in het museum van Hikmet in Istanboel. Hij heeft geprobeerd het te ondertekenen als Borzęcki, maar aan de scheve letters is te zien dat hij nog niet gewend was aan die naam.

Het document komt het beste van pas in 1956, als in Polen de zogenaamde dooi inzet en Władysław Gomułka aan de macht komt. De Poolse bevolking gelooft dat nu eindelijk de Poolse versie van het socialisme gestalte krijgt. Ook Hikmet wordt enthousiast. Hij is helemaal verrukt van Gomułka. Hij brengt meer dan een jaar door aan de Wisła. Zijn biografen schrijven eensgezind dat toen de eerste stappen werden gezet in de richting van het communisme zoals hij dat voor ogen had.

Andrzej Mandalian: ‘Hij prees de sfeer in Polen. In de Sovjet-Unie heerste toen een vreselijke veelschrijverij, en wij hechtten waarde aan onze artistieke vrijheid. Dat beviel hem erg goed.’

Voelde hij zich ook een Pool, al was het maar een beetje? In 1958, tijdens een ontmoeting met lezers in Klub MPiK, een groot cultuurcentrum met een keur aan internationale kranten en boeken, zegt hij: ‘Ik heb een Poolse neus, haren die licht waren voordat ze grijs werden en stellig een flinke dosis van de Poolse romantiek.’

Een jaar later voegt hij hieraan toe in een interview met Orka: ‘Toen ik de keus had tussen verschillende landen, koos ik voor het land van mijn grootvader.’

Maar tegen zijn vrienden zegt hij dat het een gedwongen keuze was.


2.

Tijdens de dooi wordt Hikmet lid van de ZLP, de Poolse schrijversvakbond. De mevrouw van het archief heeft met hem een probleem: zijn persoonlijke vragenlijst heeft hij niet zelf ingevuld. Ook is zijn dossier met documenten, artikelen en correspondentie flinterdun. Anderen, zelfs de minder indrukwekkende dichters, hebben dikke mappen. De dossiers van de uitmuntende dichters bestaan uit een paar banden, die ook nog eens flink aan de maat zijn.

Het dossier van Hikmet bestaat uit twee brieven van bewonderaars, een bevestiging van de toetreding tot de gelederen van de zlp (‘Verbazingwekkend,’ zegt de mevrouw van het archief, ‘want eigenlijk zou je in Polen moeten wonen en werken’) en één enkele foto. Hikmet draagt een overhemd met een ouderwets patroon en voert een discussie met Wiktor Woroszylski. Achter hen steekt Marcel Reich-Ranicki, een jood gered uit het getto en de toekomstige paus van de Duitse literaire kritiek, een sigaret op.

3.
Niet alleen Hikmets dossier is pover. Hetzelfde geldt voor het menselijk geheugen.

Julia Hartwig: ‘Lang, goedgebouwd, heel aardig. Hij at regelmatig in de kantine van de schrijversvakbond. Meer kan ik u niet vertellen, want dat is alles wat ik me nog herinner.’

Andrzej Mandalian: ‘Tuwim is laaiend enthousiast over hem. Hij was erg gevoelig voor klank, en Hikmet kon prachtig voordragen in het Turks. Helaas herinner ook ik me niet meer dan dat.’

Gota herinnert zich dat Nazım bevriend was met Broniewski. De dichter uit Płock was toen flink aan de fles. Vrienden waren bang dat hij zou proberen Hikmet, een hartpatiënt, aan de wodka te krijgen.

Helaas kan ik, op een paar uit het Russisch vertaalde gedichten na, nergens een spoor van die vriendschap terugvinden.

Hetzelfde geldt voor de dagboeken en aantekeningen van andere Poolse schrijvers. Noch Ważyk, noch Słomiński, noch Iwaszkiewicz noemt hem. Die laatste kende Hikmet goed. Hij heeft een paar van zijn gedichten naar het Pools vertaald en ondersteunde het Vredescomité. Ik belde zijn dochter Maria op: ‘Wat was zijn naam? Hikmet? Nee, dat zegt me niets.’

Onze schrijvers hebben een duidelijk probleem met Hikmet, of zelfs twee. Het eerste? Zij voelen zich niet meer aangetrokken tot het communisme, maar hij des te meer. Zowel de oorlog als het grootste deel van het stalinisme heeft hij in een Turkse gevangenis doorgebracht, dromend van het communistische Moskou. Van veel dingen weet hij niets, en van veel dingen wil hij niets weten. Hoewel hij zelf gezien heeft wat Stalin allemaal aanrichtte, heeft hij geen centimeter afstand genomen.

Het tweede probleem wordt gevormd door zijn gedichten. Volgens de propaganda is hij een van de meest voortreffelijke dichters van onze aardbol. De dichter is hun collega uit de vakbond, ze eten samen in de kantine. Maar zijn gedichten vinden ze helemaal niet zo voortreffelijk.

Julian Przyboś merkt op: ‘De dichter hanteert een te archaïsche dichtvorm om in Polen navolging te vinden.’ Julia Hartwig schrijft in een recensie van een van de bundels dat Hikmet slecht vertaald is. Ze stelt dat zijn werk als een doorlopende tekst uit het Turks vertaald dient te worden, in de vorm van proza.

Gota, die op dat moment al het alleenrecht heeft om Hikmet te vertalen, herinnert haar er venijnig aan dat ze de gedichten van kameraad Mao ook niet als proza vertaald heeft.

Om zich niettemin vertrouwd te maken met hun nieuwe collega, vergelijken de Poolse geletterden hem met Mickiewicz. Ten eerste omdat Mickiewicz in Istanboel gestorven is. Ten tweede omdat hij net zo prachtig naar Turkije verlangde als de grote nationale dichter naar Polen:


O vaderland, mijn vaderland!
Ik heb geen muts meer van Turkse makelij,
geen schoenen die ik thuis droeg;
al lang geleden is mijn laatste overhemd versleten
uit linnen geweven in Şile.

Een interessante vergelijking. Maar de Turk helpt hem zelf om zeep. Als hem door journalisten gevraagd wordt wat hij van Mickiewicz vindt, zegt hij: ‘Niets.’ Hij heeft geen enkel werk van hem gelezen.




GALA


Hikmet heeft het vanaf jonge leeftijd aan zijn hart. In 1953 heeft hij een ernstige hartaanval. Ternauwernood wordt hem het leven gered.

Maar als een echte Turkse macho verspilt hij geen tijd aan zijn genezing. In het sanatorium neemt hij een piepjonge dokter bij haar arm. Ze gaan samen koffiedrinken.

Vanaf die dag drinken ze elke dag samen koffie. Dokter Galina Kolesnikowa wordt de partner, arts en vriendin van Hikmet. Samen reizen ze naar Polen, Tsjecho-Slowakije, de DDR en Hongarije.

In Warschau neemt hij zijn intrek in het parlement.

Janina Małachowska, een vriendin van de dichter: ‘Ik werkte daar, in de administratie. Hikmet beklaagde zich erover dat het in hun hotel te krap was voor hem en Gala. Zijn naam opende vele deuren, dus regelde ik het gastenverblijf van het parlement voor ze. We ontmoetten elkaar bijna dagelijks in het parlementsrestaurant. De serveerster, mevrouw Marysia, zei: ‘Hikmet of geen Hikmet, het is een echte spetter!’

Gala is volledig in zijn ban, begeesterd als door een icoon. Hikmet beschouwt alle hulde als iets volkomen natuurlijks. Dat irriteert Gota. Ze zet Gala ertoe aan de jaloezie van de dichter op te wekken, al was het maar een beetje.

‘Loop niet zo achter hem aan. Ga koffie drinken met een of andere heer en vertel Hikmet hoe prettig dat was,’ zegt ze. Gala luistert als betoverd.

Een paar weken later brengt ze Hikmet, samen met Gota en Małachowska, naar een volgend sanatorium. Dichter neemt de hand van Galina in de zijne, waarop zij in een opwelling zegt: ‘Nazım, Gota zegt dat ik met iemand koffie moet gaan drinken. Maar dat wil ik niet. Want ik houd zo veel van je dat ik zelfs je kont zou kunnen kussen!’


MÜNEVVER


Vandaag de dag zou Hikmet de lieveling zijn van de roddelpers.

Drie van zijn vier vrouwen zijn voor hem gescheiden van hun man. Het aantal van zijn affaires zou zelfs de beste rekenmachine niet kunnen berekenen.

Het meest geruchtmakend is echter het huwelijk van Hikmet met Münevver Andaç, de dochter van zijn oom.

Professor Tadeusz Majda, de turkoloog, was bevriend met haar. ‘Een prachtige, elegante vrouw. Buitengewoon intelligent en een mooie, lage stem, typisch voor vrouwen van de Turkse aristocratie.’

Münevver bezoekt Nazım als die nog in de gevangenis zit. Wanneer hij vrijkomt, neemt ze haar dochter Renan mee en verlaat haar man. Niet veel later is ze voor de tweede keer zwanger. Van Hikmet. Ze trouwen.

De ontsnapping van Nazım is in haar leven als de Oktoberrevolutie. De Turkse autoriteiten zijn woedend en de enige manier om Hikmet te pakken te nemen, is het treiteren van zijn naasten. Münevver wordt opgeroepen voor eindeloze verhoren. Haar huis wordt geobserveerd. Vrienden durven niet met haar af te spreken. Werk krijgt ze van niemand.

De eerste jaren schrijft Nazım heel tedere, smachtende brieven. De prachtigste gedichten verhalen over zijn verlangen naar zijn vrouw en hun zoontje. Galina weet dat haar geluk aan de zijde van de dichter zal duren tot aan het verschijnen van Münevver.

Maar later begint het contact tussen Hikmet en zijn gezin te verwateren. Uiteindelijk wordt het in zijn geheel verbroken.




VERA


1.

Met de laatste liefde van Hikmet ging het zo.

Zijn vriend Ekber Babajew stelt hem voor aan twee werkneemsters van Mosfilm. Ze willen advies vragen over de traditionele Albaanse klederdracht, en van de gelegenheid gebruik maken om de eminente Turk te leren kennen.

‘Die blonde bevalt me wel, maar ze heeft een beetje platte borsten,’ zegt Hikmet tegen Babajew. Ze spreken Tataars met elkaar. Geen van de beide dames zou in de gaten moeten hebben waar ze het over hebben.

Alleen had de blonde met de kleine borsten tijdens de oorlog in een Tataars dorpje ondergedoken gezeten. Ze kent de taal goed genoeg om Hikmet duchtig in verlegenheid te brengen.

Ze heet Vera Toeljakova.


2.

De eerste keer verschijnt Hikmet bij Vera voor de correctie van een script. De tweede keer, nu met bloemen, om haar te vragen koffie te gaan drinken.

Vera is getrouwd. Voor Hikmet is dat nooit een probleem geweest. De dochter van Stalin, Svetlana Alliloejeva, noemde hem zelfs een romantische communist.

Maar voor Vera is het wel een probleem.

Hikmet loopt een paar jaar achter haar aan. Hij probeert haar te verleiden met een samen te schrijven script, met reizen naar het buitenland. Hij stuurt bloemen. Na een crisis van enkele jaren schrijft hij weer gedichten.

Vera zwicht als Hikmet in Warschau is. Ze belt, wil hem zien. De dichter pakt zijn boeltje, zegt al zijn afspraken af en stapt nog diezelfde avond in de trein naar Moskou.

Een paar dagen later ontvlucht hij Galina via het raam, met alleen zijn sokken aan.

‘Hij had de moed niet om me de waarheid te vertellen,’ vertelt Galina me over de telefoon. ‘Maandenlang heb ik dag en nacht gehuild.’

Nazım en Vera gaan naar Parijs. Ondertussen trekt een woedende Galina als een tornado door het appartement van Hikmet. Ze laat een grote bende achter en een briefje met de tekst: ‘Naar de duivel met jullie twee.’


3.

Vera viel niet in de smaak bij de vrienden van Hikmet.

‘Ze had iets dat ons afstootte,’ zegt Janina Małachowska. ‘Galina was in orde, erg vriendschappelijk. Ze kocht op de markt zelfs kleren voor Münevver en haar kinderen, want ze wist dat ze het niet breed hadden. Maar Vera was erg hooghartig.’

Anderen herinneren zich dat met Vera de bekwaam geconstrueerde mythe sneuvelde van Nazım als de gepijnigde Odysseus, die door het lot was gescheiden van zijn Penelope.

Vooral toen Penelope op miraculeuze wijze verscheen in het Hotel Bristol in Warschau. En dat ging zo.




JOYCE


In het begin van 1961 luistert Hikmet een conferentie van het Vredescomité in Stockholm op met zijn aanwezigheid. Daar valt zijn oog op de Italiaanse schrijfster en vertaalster Joyce Salvadori Lussu, een legendarisch figuur uit de antifascistische beweging.

Ze drinken koffie en praten. Hikmet leest haar zijn gedichten voor en probeert haar over te halen om ze in het Italiaans te vertalen.

Maar op Lussu maakt de geschiedenis van zijn vrouw de grootste indruk. Ze besluit actie te ondernemen en vliegt naar Istanboel om Münevver op te zoeken. Volgens haar aantekeningen zijn de muren van haar bescheiden woning van onder tot boven volgeplakt met foto’s van Nazım.

Samen met Münevver bedenkt ze een ontsnappingsplan.

Joyce vraagt een goede vriend, de miljonair Carlo Giullini, om hulp.

‘Doe nou eenmaal in je leven eens iets voor iemand anders!’ zegt ze hem.

Giullini stemt lachend toe. Hij vaart met zijn jacht naar Turkije en Joyce brengt Münevver en haar kinderen naar de haven van het stadje Ayvalık.

’s Avonds vertrekken ze in de richting van het Griekse eiland Lesbos. Halverwege komen ze in een storm terecht. De wind scheurt de zeilen aan stukken, smijt de boot heen en weer. Een golf slaat over het dek. Iedereen belandt in het water. De dood is nabij.

Griekse vissers halen ze uit de zee. Münevver meldt zich bij de immigratiedienst. Ze doet zich voor als een Poolse met de naam Borzęcki en beweert haar documenten te zijn kwijtgeraakt op zee. Dankzij het Vredescomité wordt die versie bevestigd door Polen.

Een paar dagen later stuurt Münevver vanuit Warschau een telegram naar Joyce: ‘Bij ons alles in orde.’

Dat is maar gedeeltelijk waar.




MÜNEVVER


1.

Nazım is niet op het vliegveld als zijn gezin aankomt. Münevver wordt op Okęcie verwelkomd door Gota. Die brengt haar naar het Hotel Bristol aan Krakowskie Przedmieście.

De dichter verschijnt een dag later, bij het ontbijt. Hij komt rechtstreeks uit Havana, alwaar hij Fidel Castro een onderscheiding van – hoe kan het ook anders – het Vredescomité heeft overhandigd.

Münevver komt er dan pas achter dat haar man een relatie heeft met een andere vrouw.


2.

Later spreken Nazım en Münevver uitsluitend over poëzie.


3.

Hikmet wil dat Münevver in Leipzig in de DDR gaat wonen. Hij kan werk voor haar regelen bij een Turks radiostation.

Münevver blijft liever in Warschau. Zij en haar kinderen nemen de naam Borzęcki aan. Het Vredescomité regelt voor haar een appartement in het historisch centrum van Warschau.

De jonge assistent – tegenwoordig professor – Tadeusz Majda van het Turkologisch Instituut van de Universiteit van Warschau hoort tot zijn verbazing dat het Instituut voor het eerst in zijn geschiedenis een docente uit Turkije krijgt. Later ontdekt hij met nog grotere verbazing dat de betreffende docente de vrouw is van de beroemde Nazım Hikmet.

Münevver geeft acht jaar les aan de Universiteit van Warschau. Samen met Tadeusz Majda publiceert ze een syllabus Turks, en met Gota en Stanisława Płaskowicka-Rymkiewicz Geschiedenis van de Turkse literatuur. Tot op de dag van vandaag is dat verplichte lectuur voor jonge turkologen.


4.

De beste bedoelingen van Joyce Salvadori Lussu werden niet gewaardeerd.

Nog in Warschau schrijft Nazım haar in een brief dat ze in de hemel verdient te komen, zelfs ‘als de paus het niet goed zou vinden’. Daarna maakt hij gewag van een sprookje over een Koerdische herder die bij een rijkaard thuis terecht komt. De rijkaard onthaalt hem genereus en de Koerd weet dat hij nooit van zijn leven in staat zal zijn om iets vergelijkbaars terug te doen. Hij kan daar niet mee leven, dus besluit hij zijn weldoener de keel door te snijden.

‘Ik voel me net als die Koerd,’ zo eindigt Hikmet zijn brief.

De brief van Münevver aan Joyce is nog bitterder: ‘Nazım is nu een pasja met twee vrouwen. Wat ben ik toch onnozel...’

Jaren later, terugkijkend, zegt Joyce: ‘Het verhaal van zijn geliefde vrouw en zijn zoontje, waarmee hij onze harten brak, viel als een steen op de bodem van een put.’




PAMUK


Münevver vertrekt uit Polen ten tijde van de antisemitische campagne van 1968. Hoewel ze van moederskant een flinke scheut joods bloed heeft, is ze niet verjaagd. Maar ze walgt van de sfeer die aan de Wisła heerst.

In Parijs vertaalt ze Turkse literatuur, waaronder bijna alles van Hikmet, naar het Frans. Haar vertalingen worden als briljant beschouwd. Zijn aanzienlijke faam aan de Seine heeft Hikmet vooral aan zijn ex-vrouw te danken.

In het begin van de jaren tachtig herkent ze als eerste het talent van de jonge Orhan Pamuk. Ze vertaalt zijn werk en opent voor hem de deur naar het Westen.

‘Je hoeft geen Frans te kennen om aan te voelen hoe geniaal die vertalingen zijn,’ zegt de Nobelprijswinnaar over Münevver.



MEHMET


1.
Mijn land – de oever tegenover
Ik roep je roep je uit Varna
Mehmet Mehmet
Hoor je een stem Mehmet
Nog steeds stroomt daar die Zwarte Zee
O razend gemis, waanzinnig gemis
Mijn zoonlief – roep ik – hoor je me roepen uit Varna
Mehmet Mehmet

Dit schrijft Hikmet tijdens zijn verblijf in Bulgarije.

Hij heeft maar één kind. Dat is de zoon van hem en Münevver, Mehmet Hikmet. Toen de dichter zijn vaderland ontvluchtte, was Mehmet nog een baby.

Boven Hikmets bed in zijn huis in Moskou hangen twee grote foto’s van een lachende Mehmet in een gestreepte bloes. Hikmet kan urenlang op bed liggen, kijkend naar zijn zoon.


2.

Over de ontmoeting in het Bristol Hotel in Warschau vertelt Mehmet Hikmet in een interview dat in de jaren zeventig is verschenen in de krant Milliyet. Het is het enige interview dat hij ooit gegeven heeft.

Tijdens hun eerste ontmoeting reciteert Nazım gedichten en vertelt een paar anekdotes uit Cuba. Mehmet vraagt hij niets. Hij besteedt bijna geen aandacht aan hem. Voor de jongen, die is opgegroeid met de cultus van zijn vader, moet dat een schok zijn.

Later heeft Mehmet de indruk dat zijn vader flirt met een vrouw die een paar tafeltjes verderop zit en ‘tevreden is dat hij ondanks zijn gevorderde leeftijd nog aantrekkelijk is’ (Hikmet was toen iets over de vijftig).


3.

Als Hikmet met Münevver praat, zorgen de dochters van Gota, Barbara en Agnieszka, voor Mehmet en Renan.

Agnieszka Koechner-Hensel: ‘We namen hem mee uit wandelen. Soms naar het Łazienki-park, dan weer naar het historisch centrum. Ik weet nog dat hij het woord ‘blaadje’ niet uit kon spreken. Ik zei tegen hem ‘blaadje’, en hij zei ‘bladje’.

Münevver heeft veel werk in Polen, en dus komt Mehmet terecht op een internaat voor de kinderen van diplomaten. De taal leert hij bliksemsnel, zowel de meer als de minder literaire variant. Hij houdt ze niet altijd uit elkaar.

Agnieszka Koechner-Hensel: ‘Na een jaar onderwijs in het internaat gingen we op vakantie bij mijn tante in Krynica Morska. Mehmet vertelde enthousiast over een of andere spiritistische seance waaraan hij had meegedaan en waarbij het gelukt was om een geest op te roepen.

‘Mehmet, geesten bestaan niet!’ zegt tante.

‘Ik ben benieuwd wat u zou zeggen als uw kopje er ineens tussenuit zou piepen!’




VERA


1.

Als Hikmet verliefd wordt op Vera, waarschuwt een bevriende dokter hem: ‘Als je jezelf die verhouding toestaat, dan hou je het geen drie jaar meer vol.’ Hikmet glimlacht alleen maar.

In 1960 krijgt hij zijn langverwachte paspoort van de Sovjet-Unie.

Hij kan eindelijk met zijn Veraatje trouwen. Als ze op weg gaan naar het gemeentehuis, vraagt de chauffeur: ‘Kameraad Hikmet, u heeft zo lang in de cel gezeten, en nu laat u zich weer vangen?’ Weer glimlacht Hikmet alleen maar.


2.

Nazım Hikmet Borzęcki overlijdt op 3 juni 1963, precies drie jaar en twee maanden na zijn trouwdag. Zijn ontsnapping is dan twaalf jaar geleden. Daarna heeft hij tot aan zijn dood geen voet meer op Turkse bodem gezet.



MEHMET


1.
O mijn kind,
Mehmet
ik vertrouw je toe aan de Communistische Partij van Turkije
Vredig
ga ik heen.
Het leven dat in mij dooft,
zal in jou nog een flinke tijd voortgaan.

Aan de Communistische Partij van Turkije vertrouwt Nazım niet alleen zijn zoon toe, maar ook een vierde deel van de auteursrechten van zijn werk. Münevver en Mehmet krijgen driekwart. De datsja bij Moskou is voor Vera.

Tijdens de begrafenis verdraagt Mehmet urenlang dapper de toespraken. Pas als hij vlak voor het sluiten van de kist zijn vader moet kussen, breekt hij uit in een krampachtige huilbui.

Gedurende de volgende vijf jaar neemt hij samen met zijn moeder regelmatig deel aan herdenkingsavonden voor zijn vader, soms bijvoorbeeld in Klub MPiK, dan weer in de schrijverssociëteit.

In 1968 vertrekken ze samen naar Parijs. Mehmet wordt schilder. In het begin van de jaren tachtig worden ze bezocht door Barbara Łabęcka, de oudste dochter van Gota.

‘Münevver leefde bescheiden. Ik zeg zelf niet veel en zij is ook geen flapuit, dus het gesprek liep niet erg. Het was een opluchting toen Mehmet verscheen. Later, toen we in de metro reden, wilde hij per se van mij horen hoe zijn Pools was. ‘Ben ik mijn Mokotów-accent niet kwijtgeraakt?’ Ik had geen idee wat een Mokotów-accent was, maar ik wilde hem niet kwetsen, en dus zei ik van niet.’



2.

In 1996 sterft Münevver Borzęcka.

In 2002 dient Mehmet Hikmet Borzęcki een aanvraag in om opnieuw het Turks staatburgerschap te verkrijgen. De aanvraag wordt positief beoordeeld. Vandaag de dag verdeelt hij zijn tijd tussen Istanboel en Parijs. Met een groot gedeelte van de familie heeft hij ruzie. Ze begrijpen niet waarom hij niet over zijn grandioze vader wil vertellen.

Ik wilde Mehmet heel erg graag ontmoeten. Zijn Turkse en Parijse kennissen had ik opgespoord. Ik had ook twee vrienden van hem uit Polen gevonden, die beweerden dat ze tot op de dag van vandaag contact met hem hadden. Ik had Renan te pakken gekregen, zijn halfzus, die samen met hem de eerste jaren in Polen doorbracht en nu in Istanboel woonde.

Het leidde allemaal nergens toe. Zijn vrienden peinsden er niet over om mij in contact brengen met Mehmet. Hun relaas onderbraken ze om de haverklap met zinnen als: ‘dit is niet voor publicatie, en dat is ook niet voor publicatie’. Een paar dagen later, misschien na overleg met Mehmet, verboden ze me alsnog om uit onze gesprekken te citeren.

Renan nodigde me eerst uit om te komen eten. Maar vlak van tevoren verontschuldigde ze zich en trok de uitnodiging in.

Elke keer als ik ook maar een stap dichter bij Mehmet kwam, liep ik tegen de torenhoge muur op, die hij tussen zichzelf en de pers had opgetrokken. Alsof alleen de gedachte al dat hij over zijn vader zou moeten praten, hem ontzettend pijn deed. Alsof er in zijn jeugd een teveel was aan opgeblazen academische zittingen, cortèges, bijeenkomsten in Klub MPiK, een teveel aan bewonderaars die verliefd waren op zijn geweldige vader. Alsof hij zo veel mogelijk afstand wilde nemen van zijn rol als de zoon van Nazım Hikmet, de grote dichter en communist, de man die bang was voor gevang noch Stalin, die links en rechts met geld strooide, maar die volledig faalde als echtgenoot en vader.


VERA


Een week na de dood van Hikmet werd in zijn jasje het gedicht Voor Vera gevonden:

Ze zei kom
ze zei blijf
ze zei lach
ze zei sterf
Ik kwam
ik bleef
ik lachte
ik stierf.

Tien jaar later verwijdert de Turkse regering hem van de zwarte lijst. Zijn gedichten worden in toenemende mate gepubliceerd aan de Bosporus. Het is het begin van een hikmetomanie, een grote populariteit van zijn poëzie, die voortduurt tot op de dag van vandaag.

In 2008 schrijft een beroemde Turkse componist een oratorium voor hem. Bijna elk boek dat zijn naam in de titel heeft, wordt in een oplage van vele duizenden exemplaren verkocht. Hetzelfde geldt voor de muziekstukken die bij de tekst van zijn gedichten geschreven worden. Op Facebook opereren enkele tientallen fanclubs. In Istanboel wordt een klein museum opgericht. een dozijn onafhankelijke comités strijdt voor toestemming voor de bouw van een standbeeld.

In het begin van 2009, zesenveertig jaar na de dood van de dichter, wordt hij door de Turkse regering gerehabiliteerd en krijgt hij zijn staatsburgerschap terug. Een volgend dozijn comités strijdt voor de repatriëring van zijn stoffelijk resten. Tegenwoordig rust de dichter samen met Vera op de Novodevitsjibegraafplaats in Moskou, vlak naast het graf van Boris Jeltsin.

De comités hebben een solide argument: Nazım miste zijn vaderland, en in een gedicht heeft hij geschreven dat hij daar begraven wilde worden.

Maar hun inspanningen zijn gedoemd te mislukken. Het besluit moet gesteund worden door de naaste familie. En de enige zoon van de dichter heeft via zijn advocaat laten weten dat zijn vader in Moskou hoort te blijven.


Vertaling Gijs Franssen



1 Dit en de twee volgende citaten heb ik gevonden in de brochure Stroomopwaarts Europa in. Over het Turkije van de jaren dertig – maar ook een beetje over het Polen van vandaag, Warschau 1994, geschreven door professor Marcin Kula
2 Nikolaj Vladimirovitsj Ekk (1902-1976) verwezenlijkte onder andere de eerste geluidsfilm in de Sovjet-Unie, Poetjovka v zjizn (‘Reispapieren voor het leven’, 1931), en ook de eerste kleurenfilms. De dood van Stalin maakte het voor hem mogelijk weer te gaan werken en te experimenteren met driedimensionale films.
3 Ik citeer uit: E. Timmes, S. Göksu, Romantic Communist. The Life and Work of Nazım Hikmet, tweede editie, Londen 2006.
4 Het verhaal van de Russische dichter citeer ik opnieuw uit de biografie Romantic Communist.





<   

TSL 73

    >