Anatoli Gavrilov (Marioepol 1946) begon
pas laat te publiceren. Zijn eerste verhalen
verschenen in 1989 in het regionale tijdschrift
Wolga, vervolgens ook in ‘centrale’ literaire
tijdschriften als Novy mir (Nieuwe wereld)
en Znamja (De banier). Gavrilov is thans
een gevierd schrijver en in een flink aantal
talen vertaald. In het Nederlands verscheen
in 2010 En de zon komt op en 53 andere
verhalen (Douane, Rotterdam) in de vertaling
van Arie van der Ent. We spelen Gogol is het
enige toneelstuk in de verhalenbundel Vopl
vperjodsmotrjasjtsjego (De schreeuw van de
uitkijk), Moskou 2011.
Handelende personen:
GOGOL, rond de 45, met mantel aan en hoed op.
TSJITSJIKOV, ongeveer 35, ‘degelijk’ gekleed, met aktetas.
CHLESTAKOV, een jonge dandy.
POPRISJTSJIN, ongeveer 40, armelijk, zonderling gekleed.
Een tafel, vier stoelen. De acteurs nemen plaats met het gezicht naar de zaal.
Ze zitten enige tijd onbeweeglijk.
GOGOL Gogol.
TSJITSJIKOV Tsjitsjikov.
CHLESTAKOV Chlestakov.
POPRISJTSJIN Poprisjtsjin.
Pauze.
GOGOL Gogol Nikolaj Vasiljevitsj.
TSJITSJIKOV Tsjitsjikov Pavel Ivanovitsj.
CHLESTAKOV Chlestakov Ivan Aleksandrovitsj.
POPRISJTSJIN Poprisjtsjin.
Pauze.
GOGOL Ouder dan veertig.
TSJITSJIKOV Van middelbare leeftijd.
CHLESTAKOV Drieëntwintig.
POPRISJTSJIN Tweeënveertig.
Pauze.
GOGOL Schrijver.
TSJITSJIKOV Zakenman.
CHLESTAKOV Collegeregistrator.
POPRISJTSJIN Titulairraad.
Pauze.
GOGOL Ongehuwd.
TSJITSJIKOV Ongehuwd.
CHLESTAKOV Ongehuwd.
POPRISJTSJIN Ongehuwd.
Pauze.
GOGOL Verliefd geweest, maar toch niet getrouwd.
TSJITSJIKOV Sta niet onverschillig ten aanzien van de vrouwen, maar verlies
mijn hoofd niet. Trouwen moet je zonder dat het ten koste gaat van je hart
en van je portemonnee.
CHLESTAKOV Ik aanbid de vrouwen, maar ben voorlopig nog niet van plan
te gaan trouwen.
POPRISJTSJIN Ik ben verliefd op de dochter van de directeur van ons departement.
Pauze.
GOGOL Geen vaste verblijfplaats.
TSJITSJIKOV Idem dito.
CHLESTAKOV Ik woon in Petersburg.
POPRISJTSJIN Ik woon in Petersburg.
Pauze.
GOGOL Ik woon in een hotel, soms bij vrienden.
TSJITSJIKOV Ik woon in een hotel.
CHLESTAKOV Ik huur een kamer.
POPRISJTSJIN Ik huur een kamer.
Pauze.
GOGOL Geen eigen rijtuig. Huurkoetsiers.
TSJITSJIKOV Ik heb een rijtuig met vering en een driespan paarden.
CHLESTAKOV Huurkoetsiers.
POPRISJTSJIN Ik loop.
Pauze.
GOGOL Ik heb geen bedienden.
TSJITSJIKOV Als bediende Petroesjka, als koetsier Selifan.
CHLESTAKOV Als bediende Osip.
POPRISJTSJIN Mij helpt in de huishouding een zekere Mavra.
Pauze.
GOGOL De honoraria zijn niet voldoende. Ik heb schulden.
TSJITSJIKOV Ik leef heel ordelijk. Ik heb genoeg.
CHLESTAKOV Mijn salaris is absoluut niet toereikend. Modieuze kleren, restaurants,
vrouwen. Mijn vader helpt me financieel vanuit het dorp.
POPRISJTSJIN Ik kom nauwelijks rond, al leef ik heel bescheiden.
Pauze.
GOGOL Het geld gaat op aan verhuizingen en ziektekosten, ik ondersteun
mijn jongere zusters, doe aan liefdadigheid.
TSJITSJIKOV Ik beknibbel niet op mijn gezondheid, geef niet zomaar geld uit,
iedere kopeke wordt genoteerd.
CHLESTAKOV Als ik geld heb is het groot feest, heb ik het niet dan ziet het
er belabberd uit.
POPRISJTSJIN Ik heb nauwelijks genoeg geld voor het allernoodzakelijkste,
maar toch lukt het me soms naar het theater te gaan.
Pauze.
GOGOL Geboorteplaats: het gouvernement van Poltava.
TSJITSJIKOV Ik heb geen gegevens over mijn geboorteplaats.
CHLESTAKOV Het gouvernement van Saratov.
POPRISJTSJIN Ik weet niets aangaande mijn geboorteplaats.
Pauze.
GOGOL Geboren in het gezin van een landeigenaar.
TSJITSJIKOV In het gezin van een edelman.
CHLESTAKOV In het gezin van een landeigenaar.
POPRISJTSJIN Ik weet niets van mijn ouders.
Pauze.
GOGOL Mijn vader is Vasili Afanasjevitsj, mijn moeder Maria Ivanova, mijn
zusters Maria, Anna, Elizaveta, Olga.
TSJITSJIKOV De achternaam van mijn vader weet ik niet. Ik herinner me dat
hij voortdurend ziek was en mij oorvijgen gaf. Over mijn moeder weet ik
helemaal niets. Geen broers en zusters.
CHLESTAKOV Mijn vader stuurt mij geld uit het dorp, verder weet ik niets en
wil ik ook niets weten.
POPRISJTSJIN Ik heb niemand. Pauze. Ik heb zelfs geen naam. Geen naam,
geen vadersnaam.
Pauze.
GOGOL Ik werk aan het tweede deel van Dode zielen.
TSJITSJIKOV Zaken. Het geheim van de zakenman.
CHLESTAKOV Ik werk op een departement. In wat voor een weet ik niet. Wat
ik doe voor werk weet ik niet.
POPRISJTSJIN Ik werk op een departement. In wat voor een weet ik niet. Ik
slijp de pennen bij voor de directeur van het departement. We hebben mooie
meubels, de chefs zijn beleefd. Geschenken aannemen van klanten is in ons
departement om de een of andere reden niet gebruikelijk.
Pauze.
GOGOL Steeds minder vrienden.
TSJITSJIKOV Vrienden als zodanig erken ik niet. Er zijn mensen die nodig
zijn en mensen die onnodig zijn.
CHLESTAKOV Mijn vriend is Trjapitsjkin, een journalist.
POPRISJTSJIN Ik heb geen vrienden.
Pauze.
GOGOL Vroeger hield ik ervan er als een fat bij te lopen. Ik koesterde een
bijzondere voorliefde voor laarzen. Je koopt nieuwe laarzen en de hele nacht
pas je ze, streel je ze, ruik je aan ze.
TSJITSJIKOV Normaal trek ik mijn dagelijkse kleren aan, voor als ik uitga heb
ik een vlammend rode vossenbessenkleurige frak.
CHLESTAKOV Ik houd van alles wat modieus en duur is.
POPRISJTSJIN Ik kleed me heel bescheiden.
Pauze.
GOGOL Ik houd van lekker eten, kan veel eten, sta onverschillig ten opzichte
van alcohol.
TSJITSJIKOV Ik kan veel eten, ik kan ook drinken, maar met mate.
CHLESTAKOV Ik houd van drinken en van lekkere hapjes. Als ik geld heb
ben ik een Londense dandy en is het groot feest, als ik geen geld heb ziet
het er belabberd uit.
POPRISJTSJIN Ik leef uiterst bescheiden.
Pauze.
GOGOL Ik lees religieuze literatuur, het Evangelie, interesseer me voor de
problemen van de economische ontwikkeling van Rusland, heb geen belangstelling
voor de politiek.
TSJITSJIKOV Ik lees iets lichts, als ik tijd heb.
CHLESTAKOV Ik ga met Trjapitsjkin naar het theater, we zien het liefst vaudevilles.
POPRISJTSJIN Gisteren was ik in de schouwburg, zag iets met de Russische
dwaas Filatka, heb hard gelachen. Ik lees kranten.
Pauze.
GOGOL Het werk aan het tweede deel van Dode zielen gaat moeizaam. Mijn
helden zijn nog niet dood.
TSJITSJIKOV Waarom niet?
GOGOL Weet ik niet.
CHLESTAKOV Schrijf iets lichts, iets amusants, iets grappigs.
POPRISJTSJIN Ik moet even weg.
Hij staat op, gaat weg.
Pauze.
GOGOL Lente… vroeger kwam met de lente alles in mij tot leven, maar
nu… En wat is dat hier voor een lente in Petersburg. En Poesjkin is er ook
al niet meer…
TSJITSJIKOV Ik zou wel wat willen eten. Ik begrijp absoluut niet waar mijn
kip is gebleven.
Hij zoekt onder de tafel, vervolgens achter op het toneel.
CHLESTAKOV Vandaag heb ik geld gekregen van mijn vader. Vandaag ga ik
met Trjapitsjkin naar een restaurant.
Poprisjtsjin komt op, gaat aan de tafel zitten.
POPRISJTSJIN Het regent. Er komt een koets aan. Uit de koets stapt zij. Heerlijk
geurend, onaards.
CHLESTAKOV Wie?
POPRISJTSJIN De dochter van de directeur van ons departement.
CHLESTAKOV Verliefd?
POPRISJTSJIN Ja.
CHLESTAKOV Blondine, brunette?
POPRISJTSJIN Weet ik niet. Helemaal in het wit, onaards.
TSJITSJIKOV komt terug naar de tafel, gaat zitten Ze is er niet, waar is ze?
CHLESTAKOV Wie?
TSJITSJIKOV De kip. Ik arriveerde, nam mijn intrek in een hotel, dineerde
met koolsoep, gevulde pasteitjes, hersens met doperwtjes, saucijsjes met
kool, zoute augurken en een zoet pasteitje, dronk een kopje koffie, knapte
een uiltje, ging een eindje kuieren, at als avondmaal koud kalfsvlees, ging
liggen, vervolgens bezoeken, diners, banketten – maar de kip? Ik herinner
me immers heel goed dat ik een gebraden kip bij me had! Ze was in groen
papier gepakt – waar is ze?
CHLESTAKOV Tsja, u hebt haar opgegeten en bent vergeten dat u haar hebt
opgegeten.
TSJITSJIKOV Ik vergeet nooit iets, ik herinner me altijd alles! Daarom heb
ik ook heel snel carrière gemaakt in staatsdienst, al ben ik bij nul begonnen
en zonder enige protectie, maar bij de douane was er niemand zo goed als
ik bij de inspectie en de visitatie. Ik vond de smokkelwaar in disselbomen,
in wielen, onder de vacht, onder de huid! De smokkelaars beefden alleen al
wanneer ze mijn naam hoorden!
CHLESTAKOV En toen waren er de ‘Spaanse schapen’.
TSJITSJIKOV Over wat voor schapen hebt u het?
CHLESTAKOV Onder de vacht waarvan de smokkelwaar van Belgische kant
ongehinderd de grens passeerde, wat u vierduizend roebel heeft opgeleverd.
TSJITSJIKOV Dat is niet waar!
CHLESTAKOV Nou-nou…
TSJITSJIKOV En u hebt onder het mom van revisor een hele stad bedonderd,
die totaal leeggehaald en bent vervolgens met stille trom vertrokken!
CHLESTAKOV Dat is niet waar!
TSJITSJIKOV En de politie zoekt u! Ik zal ze zo gaan waarschuwen!
CHLESTAKOV Doet u dat niet!
TSJITSJIKOV Waarom niet?
CHLESTAKOV Het is niet in het belang van een handelaar in dode zielen de
politie te waarschuwen! U speculeert immers met de zielen van dode boeren!
TSJITSJIKOV Ah!
CHLESTAKOV Oeh!
TSJITSJIKOV Aja!
CHLESTAKOV Oeaoea!
POPRISJTSJIN Houd toch op! Ik ga zo de politie waarschuwen! Ik heb hoofdpijn
door u!
Een lange pauze.
GOGOL Ja.
TSJITSJIKOV Ja-ja.
CHLESTAKOV Ja-ja-ja.
POPRISJTSJIN Houd op met dat jajagekak! Ik heb er hoofdpijn van!
Rent weg.
TSJITSJIKOV Hij gaat er nog echt de politie bij halen.
GOGOL Dat doet-ie niet. Hij is natuurlijk gek, maar geen schoft.
Gogol staat op van zijn stoel, loopt heen en weer.
GOGOL Lente… de lente is ontwaakt – ook ik ben ontwaakt.. ik ben in de
lente geboren, in de lente maakte ik kennis met Poesjkin… ook in de lente
met Belinski, met Lermontov… in de lente was tevens de première van
mijn Revisor…
CHLESTAKOV springt op, parodieert Gogol Lente… de lente… alles ontwaakt…
de zon… de beekjes… de nachtegalen… ik ga naar mijn vader,
verlies in Penza met kaarten, weet op de een of andere manier een districtsstadje
te bereiken… niets te eten, niets te drinken, niemand geeft iets te leen,
de herbergier dreigt met een klacht bij de burgemeester, dreigt met gevangenis,
en plotseling, als in een sprookje, ligt het hele stadje aan mijn voeten,
iedereen trakteert me, stopt me geld toe, ik leg het aan met de dochter van
de burgemeester, leg het aan met de vrouw van de burgemeester… iedereen
is verrukt van me – dat is de lente! Dat is de echte lente! Maar hoe speelde
ik, hoe speelde ik! O!...
Hij gaat aan de tafel zitten, bedekt zijn gezicht met zijn handen.
Pauze. Gogol gaat aan tafel zitten.
GOGOL Ook ik liet me zand in mijn ogen strooien… vanwege mijn jeugd.
CHLESTAKOV Gebeurde mij ook. Daar zie ik niets laakbaars in als dat voor
de goede zaak is.
GOGOL Ik logeerde bij vrienden in Kiev. Daarvandaan naar Moskou, bij
Sasja Danilevski. Ze besloten revisor-incognito te spelen. Dat lukte. Geen
oponthoud met paarden. Totale eerbied. Ze kwamen snel en vrolijk aan.
Poprisjtsjin rent het toneel op.
POPRISJTSJIN Regen. Een koets. Zij stapt uit de koets. Heerlijk geurend,
onaards. Regen. Een koets. Zij stapt uit de koets. Heerlijk geurend, onaards.
Hij gaat aan tafel zitten, bedekt zijn gezicht met zijn handen.
TSJITSJIKOV tegen Poprisjtsjin Wie is zij?
POPRISJTSJIN De dochter van de directeur van ons departement.
TSJITSJIKOV Dat wil zeggen de dochter van een echte staatsraad, een generaal,
en u bent een of andere collegeregistrator, veertiende rang, lager
bestaat niet…
POPRISJTSJIN Ik ben geen collegeregistrator, maar titulairraad!
TSJITSJIKOV Nou ja, één rang hoger, maakt niet uit – het is helemaal niks.
Geen eigen rijtuig, geen woning, geen huis, geen te verwachten erfenis –
helemaal niks. En u bent al boven de veertig! En u hebt zelfs geen naam!
Geen naam, geen vadersnaam! Begrijpt u wel?
POPRISJTSJIN Ik begrijp het.
TSJITSJIKOV Kalmeert u dan ook.
POPRISJTSJIN Ja… ik begrijp het. Pauze. Nee! Ik begrijp het niet en wil het
ook niet begrijpen!
Springt op van tafel, declameert.
Hij bedekt zijn gezicht met zijn handen, beweegt heen en weer, huilt. Chlestakov loopt naar hem toe.
CHLESTAKOV Houd u op. De zaak is te herstellen. We gaan zo dadelijk naar
mij toe. Ik heb een modieuze garderobe. We verkleden ons als dandy en
haasten ons naar haar toe. U bent al geen titulairraad meer, u bent miljonair.
Onverwachts is u een enorm vermogen toegevallen. Uw oom is in Amerika
overleden en heeft u alles nagelaten. Ik ben uw beste vriend, kamerjonker.
Ik ben iedere avond op de bals van de tsaar. Met Poesjkin sta ik op vriendschappelijke
voet. Nee, dat over Poesjkin is niet nodig, hij is er niet meer.
Ik stel u voor op de best mogelijke manier. Maar u moet niet houterig doen.
U bent een miljonair, een aristocraat. Loop een stukje, klak met de hakjes,
maak een lichte buiging. Nu?
Poprisjtsjin loopt een stukje, klapt met zijn hakken, maakt een buiging.
CHLESTAKOV Nee, niet zo, niet zo! U bent een miljonair, een aristocraat en
geen kikker in een zak! Kijk!
Hij toont de wereldse omgangsvormen.
POPRISJTSJIN Ik doe het niet. Het is bedrog. Ik heb de waarheid nodig.
Poprisjtsjin en Chlestakov gaan aan tafel zitten. Een lange pauze.
GOGOL Het is koud, kil… Ik word weer ziek, sleep me weer naar de badplaatsen,
naar de Duitse dokters. Pauze. In Duitsland heb ik Toergenjev ontmoet.
Hij zei dat hij in Rusland walgt van Rusland, maar in het buitenland smacht
naar Rusland…
TSJITSJIKOV Ik ben nooit in het buitenland geweest, ik weet het niet.
CHLESTAKOV Ik ben er nog niet geweest.
POPRISJTSJIN Ik wil naar Spanje.
TSJITSJIKOV Daar hebben ze vast genoeg eigen zwervers.
POPRISJTSJIN Daar zult u nog van opkijken!
TSJITSJIKOV Je moet iets doen, echt iets doen. En voor jezelf en in naam van
Rusland.
CHLESTAKOV De handelaar in dode zielen is op een verheven manier begonnen
te spreken.
TSJITSJIKOV Pas maar op, jij!
CHLESTAKOV Tsjitsja. Tsjitsjatsitsja.
TSJITSJIKOV Pas maar op, jij!
CHLESTAKOV En tsjitsji. En tsjitsji. En tsjitsjitsjitsjitsjitsji.
POPRISJTSJIN En tsjitsjitsjitsjitsjitsji! En tsjitsjitsjitsjitsjitsji!
TSJITSJIKOV Wat doe je hier nog, stuk ongeluk!
Pauze.
GOGOL
Lange pauze.
GOGOL tegen Tsjitsjikov Wat heeft het voor nut het schandelijke en het verdorvene
aan de kaak te stellen als in jezelf het ideaal van het schone niet helder is?
TSJITSJIKOV Dat weet ik niet. Tegen Chlestakov. Wat heeft het voor nut het
schandelijke en verdorvene aan de kaak te stellen zonder dat er in jezelf een
ideaal is?
CHLESTAKOV Dat weet ik niet. Tegen Poprisjtsjin. Wat heeft dat voor nut?
POPRISJTSJIN Ik wil naar Spanje.
Pauze.
GOGOL tegen Tsjitsjikov Alles verandert snel in een mens, voor je het weet is er al een vreselijke worm in je gegroeid.
TSJITSJIKOV tegen Chlestakov Een of andere vreselijke worm is er vanbinnen
gegroeid.
CHLESTAKOV tegen Poprisjtsjin Een heel vreselijke worm is er vanbinnen
gegroeid.
POPRISJTSJIN In Spanje heb je dat niet.
Pauze.
GOGOL tegen Tsjitsjikov En deze vreselijke worm zuigt en zuigt ongemerkt
al het mooie in de mens weg, en dan ziet de mens in de kleinste beuzelarijen
het grootse en heilige.
TSJITSJIKOV tegen Chlestakov De worm zuigt en zuigt weg, en er zijn alleen
maar beuzelarijen.
CHLESTAKOV tegen Poprisjtsjin Vandaag ga ik naar een restaurant. Bent u ooit
in een restaurant geweest?
POPRISJTSJIN Nee.
CHLESTAKOV Maar wilt u wel?
POPRISJTSJIN Zeker.
CHLESTAKOV Vandaag komt u in een restaurant. Ik zal alles regelen.
POPRISJTSJIN Is het daar mooi?
CHLESTAKOV Het wordt het beste restaurant in Petersburg.
POPRISJTSJIN Is daar het paradijs?
CHLESTAKOV Daar is alles.
Pauze.
GOGOL Hoe kun je gebreken en menselijke onwaardigheid tonen als je jezelf
niet de vraag hebt gesteld: wat is dat precies, de menselijke waardigheid?
TSJITSJIKOV Ik ben het geheel met u eens, Nikolaj Vasiljevitsj. Ik ben mijn
carrière op zo’n ellendige plaats begonnen, God moge dat verhoeden. En
dronkenschap, en vuilbekkerij, en smerige kleren en lichamen, en luiheid, en
onwetendheid, maar ik was altijd gelijkmoedig, trok geen somber gezicht,
liet geen misnoegen blijken, nam altijd de hygiëne in acht, gebruikte geen
smerige woorden, was niet dronken en bij de douane, tijdens de inspecties
en visitaties, onderscheidde ik me door buitengewone beleefdheid en een
vriendelijk gezicht.
CHLESTAKOV Ik begrijp niet waar u het over hebt. Gebreken, inkomsten…
Je vurige ziel komt in een roes als iedereen idolaat van je is en voor jou tot
alles bereid is, en het is ellendig wanneer geen enkele rotzak je ook maar
een kopeke te leen geeft.
POPRISJTSJIN Gisteren las ik in de krant dat de koning van Spanje is afgezet.
Vreemd. Een staat kan niet zonder koning.
Pauze.
GOGOL Je moet heel veel in jezelf overwinnen.
TSJITSJIKOV Op een avondje bij de commissaris van politie las ik de onontwikkelde
en onbeschaafde landeigenaar Sobakevitsj poëtische fragmenten
voor uit de brieven van Werther aan Charlotte van Goethe. Ik moet voortaan
strenger zijn tegen mezelf.
CHLESTAKOV Misrekeningen komen voor, maar ik vergeet ze gemakkelijk.
poprisjtsjin Nooit zal ik mijn collega vergeven dat hij tegen me zei dat ik
geen enkel recht had liefde te koesteren voor de dochter van de directeur
van ons departement, dat ik een nul ben.
Pauze.
GOGOL Ik heb veel, heel veel tekortkomingen.
TSJITSJIKOV Ik geef me nooit bloot in gezelschap, noch bij een tête-à-tête.
Soms kan ik over mezelf zeggen dat ik, zoals dat heet, niemand ben, niets,
een nietswaardige worm van deze wereld, maar dat gebeurt uit tactische
overwegingen met winst als eindoogmerk.
CHLESTAKOV kijkt op zijn horloge Ik moet nu gauw naar het restaurant.
POPRISJTSJIN tegen Chlestakov En ik dan?
CHLESTAKOV U? Wat wilt u?
POPRISJTSJIN U hebt toch beloofd mij mee te nemen naar het restaurant?
chlestakov Ach ja! Natuurlijk! Maar het is me helemaal ontschoten dat ik
vandaag een rendez-vous heb met de eerste ballerina van het Mariinskitheater!
Een vis-à-vis, zo te zeggen, zonder vreemden erbij. Ik heb vandaag zelfs
mijn beste vriend Trjapitsjkin afgezegd! Maar een dezer dagen zullen we er
beslist, absoluut naartoe gaan.
Pauze.
GOGOL Je moet streven naar innerlijke volmaaktheid.
TSJITSJIKOV Er zijn natuurlijk soms wel storingen, maar over het algemeen
is mijn innerlijke mechanisme bevredigend afgesteld.
CHLESTAKOV kijkt op zijn horloge Hoe traag verloopt de tijd!
POPRISJTSJIN Mijn grootste gebrek is de armoede. Maar ik zal nog wel eens
wat laten zien! Ik zal jullie nog wel krijgen!
TSJITSJIKOV Lariekoek.
POPRISJTSJIN We zullen nog wel eens zien! Ik zal jullie nog wel krijgen!
gogol Het hart moet zich niet verontwaardigen over aardse hartstochten.
Overigens: gaan jullie weg. Ik ben moe.
POPRISJTSJIN Hoezo je niet verontwaardigen? Waarom ben ik een nul?
Waarom kan ik tot nu toe niet sparen voor een goede jas? Waarom bevries
ik op straat? Waarom kan ik me geen huurrijtuig veroorloven? Waarom
gaat de kamerjonker Teplov gewoon het huis binnen van de dochter van
de directeur van ons departement en durf ik daar zelfs niet over te denken?
Waarom ben ik tot nu toe nooit in restaurants geweest?
GOGOL Ik voel me niet lekker, ik heb hoofdpijn.
Hij gaat op de grond liggen, trekt zijn jas over zich heen.
POPRISJTSJIN Ik heb ook hoofdpijn! U hebt mij gek gemaakt! U hebt van mij
de Spaanse koning Ferdinand de Achtste gemaakt! Ze hebben mij met stokken
op mijn hoofd geslagen! Ze hebben mijn hoofd kaalgeschoren en daar
koud water op gedruppeld! Ik riep mijn moedertje om me te redden, maar
ze hoorde me niet! U hebt het niet nodig gevonden te zeggen wie ze is, waar
ze is! En wie is mijn vader? Heb ik broers, zusters? Nee, ik heb niemand!
TSJITSJIKOV gaat naar Gogol toe Eigenlijk… zeg maar… neem ik u niets
kwalijk, Nikolaj Vasiljevitsj. Rust u maar uit. Wanneer u uitrust dan zult u
nog wel iets schrijven. Misschien iets over mijn verdere avonturen, misschien
iets anders. Ik was blij u te zien en met u te spreken. Ik hoop dat dat
wederzijds is. Ik ben, zeg maar, tevreden met de rol die u mij, zeg maar, hebt
toebedeeld. Ik zie eruit…
CHLESTAKOV tegen Tsjitsjikov Pavel Ivanovitsj, laat een mens toch uitrusten,
houdt u toch op, laten we gaan!
TSJITSJIKOV Ik zie er bij u, Nikolaj Vasiljevitsj, volstrekt, zeg maar, waardig
uit, zeg maar, imposant en respectabel, als je natuurlijk geen aandacht schenkt
aan bepaalde, zeg maar, mauvaistonen van mijn leven, maar ik zal het daar
niet over hebben. Waarom niet? Het leven is nu eenmaal het leven, er zijn in
dit leven, zeg maar, en hoofdingangen en majestueuze zuilen en schitterende
zalen en kristallen kroonluchters en glimmend parket en al het andere, zeg
maar, van de beau monde, maar er zijn ook grijze kelders, en stoffige zolders,
en de overige, zeg maar, ontoonbaarheid… Het leven is, zeg maar, het leven,
zeg maar, c’est la vie… En de mens in dit leven ziet er nu eens, zeg maar,
goed en presentabel uit en dan weer, zeg maar, niet helemaal…
CHLESTAKOV Pavel Ivanovitsj!
TSJITSJIKOV Ja nu, nu dat ik hier ben, inderdaad… Ik neem u dus niets kwalijk,
Nikolaj Ivanovitsj, nee, behalve dat er enige, zeg maar ergernis… grief is…
Ik voel me gekwetst vanwege mijn kindertijd… En mijn afkomst is, zoals
u het beliefde uit te drukken, duister, en mijn kindertijd is iets zurigs, iets
troebels, en ik heb geen vrienden, geen kameraden en op school zie ik er bij
u al helemaal als een smeerlap uit, ik bedel mijn klasgenoten hun boterhammen
af en vervolgens verkoop ik die aan hen…
CHLESTAKOV Pavel Ivanovitsj!
TSJITSJIKOV Ja, zo meteen… Maar het meest voel ik me gekrenkt vanwege
mijn ouders… U hebt ze gewoon zwaar beledigd toen u zei dat ik niet op
mijn moeder leek, noch op mijn vader, maar op een knappe kerel op doorreis!
U hebt het niet nodig gevonden ze een naam te geven, maar wel deze
rottigheid gespuid! Waarom?
POPRISJTSJIN tegen Chlestakov Genoeg! Het is gewoon stuitend uw klachten
aan te horen! Vergeleken met het mijne is uw leven een paradijs! U hebt een
rijtuig met vering, en een driespan paarden, en een koetsier, en een bediende,
en een witleren koffer, en een kistje van mahonie- en Karelisch berkenhout,
en een vlammend rode, vossenbessenkleurige frak en u eet overvloedig en
gevarieerd en u hoeft niet van de morgen tot de avond in een departement voor
een paar centen boven papieren te zitten zwoegen, en u wordt met respect
ontvangen door zowel gouverneurs als landeigenaren als andere invloedrijke
personen, en de dames zijn helemaal weg van u en naaien ter wille van u
dure kleren, en maken zich mooi voor u met dure opschik en parfum, en…
CHLESTAKOV Stop! Genoeg! Wat een sloom gedoe! Laat een mens toch
uitrusten! Hij is een geniaal schrijver, hij heeft Rusland beroemd gemaakt
en jullie zitten hier te mummelen! Rust maar uit, Nikolaj Vasiljevitsj! U
hebt voor mij een geniale rol geschreven en ik heb die, geloof ik, waardig
gespeeld! Rust maar uit! U zult de wereld nog de lach tonen, als ook de traan
in de lach! Hij maakt een buiging, deinst achteruit. Maar hij lijkt wel dood!
Gaat op zijn knieën zitten, voelt zijn pols, maakt zijn jas los, zijn overhemd,
luistert naar zijn hart. Ja, hij is dood. Pauze. Laten we hem op de tafel leggen.
Ze leggen Gogol op de tafel, maken zijn kleren in orde, verstijven in smartelijke
houdingen. Klanken van begrafenismuziek.
CHLESTAKOV Vaarwel, Nikolaj Vasiljevitsj.
Hij bekruist zich, kust Gogol op zijn voorhoofd, gaat opzij staan.
TSJITSJIKOV Vaarwel, Nikolaj Vasiljevitsj.
Hij bekruist zich, kust Gogol op zijn voorhoofd, gaat opzij staan.
POPRISJTSJIN Vaarwel, Nikolaj Vasiljevitsj.
Hij bekruist zich, kust Gogol op zijn voorhoofd, gaat opzij staan.
Pauze.
CHLESTAKOV Hij zit onder de schulden. Laten we geld bij elkaar leggen voor
de begrafenis. Mijn restaurant vandaag wordt afgelast.
Hij haalt geld tevoorschijn, legt dat op tafel, gaat opzij staan.
TSJITSJIKOV rommelt lang in zijn portemonnee, telt, telt nog een keer Ik heb
nooit voor iets geld gedoneerd, maar vandaag is het een bijzonder geval.
Hij legt geld op tafel, loopt weg, blijft staan, haalt nog een coupure uit zijn
portemonnee, gaat naar de tafel, legt het geld op de tafel, gaat opzij staan.
POPRISJTSJIN loopt naar de tafel, woelt koortsachtig in zijn zakken, scheurt zijn
voering stuk, haalt een coupure tevoorschijn, legt die op tafel. Opgespaard
voor een mantel, nou ja…
Pauze, waarna za allemaal naar het voetlicht lopen.
CHLESTAKOV tegen het publiek Uit het leven is heengegaan de grote Russische
schrijver Nikolaj Vasiljevitsj Gogol. Pauze. Collegeregistrator, hoofdpersoon
van De revisor Ivan Aleksandrovitsj Chlestakov.
Maakt een buiging. Gaat af.
TSJITSJIKOV tegen het publiek Uit het leven is heengegaan de grote Russische
schrijver Nikolaj Vasiljevitsj Gogol. Pauze. Zakenman, hoofdpersoon van
Dode zielen Pavel Ivanovitsj Tsjitsjikov.
Maakt een buiging, gaat af.
POPRISJTSJIN tegen het publiek Uit het leven is heengegaan de grote Russische
schrijver Nikolaj Vasiljevitsj Gogol. Pauze. Titulairraad, hoofdpersoon van
Dagboek van een gek Poprisjtsjin.
Maakt een buiging, gaat af.
Een lange pauze, gedurende welke straatgeluiden te horen zijn: hoefgekletter,
geratel van wielen, gerinkel van bellen, kreten van koetsiers, klokgelui,
gegier van de wind, trillers van nachtegalen, flarden Russisch, Frans, Duits,
Italiaans, Oekraïens, flarden van opera-aria’s en liedjes van verschillende
volken.
GOGOL opspringend Wat? Waar? Wat ben ik? Waar ben ik? Ziet het van de
tafel op de vloer gegooide geld. Geld? Wat is dat voor geld? Van wie? Wie is
hier geweest? Waar ben ik? Wat ben ik? Droom? Dood? Kijkt naar het geld.
Waarschijnlijk is Sasja Danilevski gekomen, heeft geld voor me achtergelaten.
Weet dat ik zonder geld zit. Wilde me niet wakker maken. Heeft geld
achtergelaten, is vertrokken. Hij zou ook een briefje hebben kunnen schrijven. Pauze. Ik heb een vreselijke zin iets te eten. Goed dat Sasja geld heeft
gebracht, ik ga me meteen volstoppen met macaroni. Pauze. Overigens moet
er nog van gisteren zijn overgebleven. Hij loopt naar de achterkant van het
toneel, komt terug met een pan macaroni, gaat aan tafel zitten, eet gulzig. Ja,
een droom, ik heb gedroomd. Mijn oude bekenden. Tsjitsjikov, Chlestakov,
Poprisjtsjin. Waar zou dit voor zijn? Ze hebben hier een toneelstuk voor me
georganiseerd. Ze hebben me begraven. Pauze. Nu eens hebben ze klachten
tegen me geuit, dan weer hebben ze me de hemel in geprezen… Pauze. Nou
ja, er is geld, ik kan gaan. Telt het geld, stopt het in zijn zak, loopt een rondje.
Er is geld, ik kan gaan. Pauze. Maar waarheen? Pauze. Lente… de lente is
ontwaakt – ook ik ben ontwaakt… de school, Poltava, de bloeiende tuinen,
het park, de steile oever van de Vorskla… Vasiljevka… het witte huis met de
mezzanine… de stal, schuren, voorraadkamer… de zomerse koelkelder…
zoute, geweekte paddenstoelen, gemarineerde appels… kool… vet… vruchtenlikeur…
brandewijn… de kippen… honden… de tuin… de vijver… de
Psjol… de verre uiterwaarden… de steppe… de eindeloze steppe… je ligt
lange tijd en kijkt naar de eindeloze hemel… en plotseling voel je dat er
iemand is die alles ziet en alles over je weet…
Pauze.
GOGOL Ik ben daarheen gegaan, moeder, zusters, het witte huis met de mezzanine.
De kippen, honden – alsof ik weer ben teruggegaan naar mijn kindertijd,
naar mijn jeugd, maar na twee dagen begon ik me te vervelen, vertrok ik…
Pauze.
GOGOL Tsitsjikov, Poprisjtsjin, Chlestakov, de anderen – ik distantieer me
van geen van hen, allemaal zijn ze – ikzelf, maar ik heb al nieuwe helden
nodig… Maar waar zijn ze? Wie zijn ze?
Pauze.
GOGOL Mijn pen is stukgeknaagd, mijn zenuwen hebben het begeven, mistroostigheid…
Waar is die harmonie, die plotseling zou kunnen vervallen
tot disharmonie, maar die uit de afschuwelijke afgrond, uit het gegil, uit het
gesteun, uit de kreten en het geknars opnieuw zou kunnen ontstaan? Pauze.
Ik herinner me de droevige, al vermoeide ogen van Poesjkin, en toen was
hij nog maar zesendertig… Pauze. Soms zeiden ze me bijna recht in mijn
gezicht dat ik gek was, een hansworst, een duivel, een grimassen makende
aap, dat ik Rusland aan bespotting heb blootgesteld…
Pauze.
GOGOL Petersburg, Parijs, Berlijn, Petersburg, Rome, Vasiljevka, Petersburg,
Rome. Pauze. Mijn pen is stukgeknaagd, mijn zenuwen hebben het begeven,
mistroostigheid… Pauze. Misschien moet ik het schrijven eraan geven?
Misschien moet ik alles verbranden en in een klooster gaan?
Pauze.
GOGOL Ik ben naar Jerusalem gegaan, ik heb tot mijn grote teleurstelling
niets verhevens gevoeld, in Nazareth was het regenachtig en het leek me dat
ik tijdens een miezerige regen in Rusland zat, op een poststation, wachtend
op paarden.
Pauze.
GOGOL Jerusalem, Nazareth, Rome, Kiev, Vasiljevka, Petersburg. Pauze.
Waar nog meer naartoe? Misschien een heel andere kant op, naar de rand van
de wereld, naar Kamtsjatka, dwars door heel Rusland, dwars door de regen,
de sneeuw, de vorst? Misschien brengt dat mijn bloed tot leven? Pauze. Eens
vond ik het leuk naar een onbekende plek te gaan, nu is mijn blik onverschillig. Pauze. Eens riep ik uit: op reis, op reis! Weg met de strenge schemer van
het gelaat! Pauze. Mijn nieuwe helden komen helemaal niet tot leven, ze zijn
dood. Pauze. Ik ben opgebrand. Pauze. Je moet waarschijnlijk sterven om
opnieuw op te staan. Pauze. Ik ga het klooster in. Pauze. Beter neerslachtigheid
en mistroostigheid door mezelf dan eigendunk in mezelf.
Pauze.
GOGOL Het einde van de lente en de zomer heb ik doorgebracht in het dorp
bij mijn moeder. De herfst bracht ik door in Moskou. De zomer bij Smirnova
in een dorp en in Kaloega. Daarna opnieuw bij moeder, vervolgens Odessa,
daarna Moskou. Pauze. Moskou eindstation, het einde. Pauze. Vaarwel.
Maakt een buiging. Gaat af.
Vertaling Willem G. Weststeijn