Vítězslav Nezval (1900-1958). Een van de Tsjechische topdichters uit het interbellum; maakte deel uit van de poëtisten die de wereld als één groot poëtisch spel zagen, In de jaren dertig ontwikkelde hij zijn eigen variant van het surrealisme. Bovenstaand gedicht ademt echter nog de sfeer van het poëtisme: het verwijst enerzijds naar het genre van het kinderversje, het aftelrijmpje, anderzijds naar de toenmalige interesse bij kunstenaars voor de vorm van letters en cijfers en de betekenisassociaties die ze oproepen.
er was eens een steen
Twee
het was geen steen maar Desirée
Drie
die ging meteen over de knie
Vier
het scheelde Desirée geen zier
Een vijfje
het was niet Desirée maar Olijfje
Zes
blijf je wel bij de les
Zeven
Olijfje ging de merels voedsel geven
Acht
ze waren al in zomerdracht
Negen
ze heeft een beer op bezoek gekregen
Tien
die wilde haar wel als zijn bruidje zien
Vijftig
haar haren mooi kammen liet Olijf zich
Honderd
er werd een kakkerlakkenschildje bewonderd
Bij honderd en een
was alles weer terug bij die eerste steen
Uit: Skleněný havelok (Een glazen havelock), 1932
Vertaling Kees Mercks