Daniil Charms

Een miljoen




Er liepen over straat voorbij
Veertig jongetjes op een rij:
Een,
Twee,
Drie,
Vier,
En vier maal vier,
En vier keer vier,
En nog eens vier.

Er liepen in de steeg voorbij
Veertig meisjes op een rij:
Een,
Twee,
Drie,
Vier,
En vier maal vier
En vier keer vier,
En nog eens vier

Toen ze elkaar tegenkwamen
Waren het er tachtig samen!
Een,
Twee,
Drie,
Vier,
En vier maal vier,
En vier maal veertien,
En nog eens vier



Gedicht van Daniel Charms uit 1920
Toen iedereen in ganzepas
Op het plein verzameld was
Was het
Geen garnizoen
Geen legioen
Geen compagnie
Geen bataljon
En geen veertig
En geen honderd
Maar wel bijna
Een MILJOEN!

Een,
Twee,
Drie,
Vier,
En vier maal vier
En honderd vier maal vier
En vier maal honderd vijftig,
En twee maal vier maal
Honderd duizend!
En nog eens vier!

Af


Vertaling Robbert-Jan Henkes


<   

TSL 44

   >