Dineke Pel

Karel Čapeks explosieve roman Krakatit








Beelden van de verfilming van Krakatit uit 1980

Krakatit verscheen in 1924 en is Karel Čapeks tweede roman. Krakatit behoort tot Čapeks anti-utopische werken uit de jaren twintig (waaronder ook zijn beroemde toneelstuk over robots R.U.R.), die allemaal als thema een wereldbedreigende uitvinding hebben. De uitvinding in Krakatit is een soort voorloper van de atoombom. De hoofdpersoon van het verhaal, ingenieur Prokop, is de uitvinder van een extreem explosieve stof, genaamd Krakatit, die tot ontploffing komt onder invloed van radiogolven.1 Als Krakatit wordt gestolen, gaat ingenieur Prokop op pad om zijn uitvinding terug te krijgen. Dat is het begin van een avontuurlijke reis, waarin Prokop diverse verleidingen moet weerstaan. Gevaarlijk aantrekkelijke vrouwen, een kwaadaardige grootindustrieel en een angstaanjagende dictator kruisen zijn pad. Allen proberen Krakatit te bemachtigen om het tegen de mensheid te misbruiken. Prokop, die aanvankelijk vooral hoogmoedig en trots was, beseft steeds meer hoe belangrijk het is om de wereld tegen zijn gevaarlijke uitvinding te beschermen. In de surrealistische eindscène, waarin Prokop een aards soort God ontmoet, komt hij definitief tot bezinning.

Het verhaal van Krakatit is te zien als een reflectie op de massale oorlogsvoering tijdens de Eerste Wereldoorlog en de eerste experimenten met atoomsplitsing van Bohr en Rutherford. Čapek was goed op de hoogte van de snelle technologische ontwikkelingen in zijn tijd. In de roman worden veel specialistische termen gebruikt (zoals alfa-explosie, tautomerie, bètakapsel, Bickfordsnoer), aangevuld met door Čapek zelfbedachte pseudo-wetenschappelijke uitdrukkingen, zoals gummetaal, keraniet, de tetragraad van chloorstikstof en niet te vergeten Krakatit.) Opmerkelijk is de overeenkomst van Čapeks fictieve explosief Krakatit met de daadwerkelijke uitvinding van de atoombom 15 jaar later. Na zijn toneelstuk over robots uit 1920 toonde Čapek met de roman Krakatit opnieuw zijn vooruitziende blik op het gebied van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen.

Binnen Čapeks werk is Krakatit een uitzondering vanwege de combinatie van een anti-utopisch thema met een ontstuimig liefdesverhaal. Čapek schreef in het algemeen niet graag over liefde en intimiteit. Krakatit daarentegen bevat erotische passages en de amoureuze perikelen van de hoofdpersoon nemen een centrale plaats in in de roman. Om deze reden gaf de criticus Oldřich Králík in een artikel uit 1954 zelfs de volgende interpretatie van Krakatit: ‘Čapek verwondert en windt op door zijn aparte, scherpe fysiologische figuurlijkheid en Krakatit is waarschijnlijk het subtielste seksuele gedicht in de Tsjechische literatuur.’2 Králíks interpretatie viel in zijn tijd zeer uit de toon, maar raakte tijdelijk meer in zwang toen in 1980 de geheime brieven van Karel Čapek aan Vĕra Hrůzová werden uitgegeven. Dit wierp een nieuw licht op de ontstaansgeschiedenis van de roman. Karel Čapek zat toen hij Krakatit schreef in een persoonlijke crisis. Hij had al een relatie met zijn latere vrouw, de actrice Olga Scheinpflugová. Ondertussen werd hij verliefd op de studente Vĕra Hrůzová, met wie hij een geheime correspondentie onderhield. Om tot rust te komen vertrok hij in de lente van 1923 voor zes weken naar Italië, waar hij zijn werk aan Krakatit voorlopig staakte. Kort na Čapeks terugkeer verloofde Vĕra Hrůzová zich onverwachts met een ander. Daarop zonderde Čapek zich af in zijn buitenhuisje in Zuid-Bohemen, waar hij koortsachtig verder ging met Krakatit. In deze periode schreef hij de romantische episode tussen de hoofdpersoon en ‘de prinses’, die hij zou hebben gemodelleerd naar zijn stille liefde Vĕra Hrůzová.

Vanuit literatuurwetenschappelijk oogpunt is met name de compositie van de roman interessant. In Krakatit worden kenmerken van uiteenlopende literaire genres met elkaar gecombineerd. Het thema van de wereldbedreigende uitvinding is op te vatten als een anti-utopisch of sciencefiction-element, maar het verhaal heeft tegelijk trekken van met name het sprookje, de avonturenroman, en de detective. Sprookjesachtig zijn bijvoorbeeld de mistige overgangen tussen droom en werkelijkheid, de rol van het toeval en het voorkomen van bovennatuurlijke krachten (de onmetelijke kracht van Krakatit; de gaven van goddelijke figuur aan het slot, die onder andere met dieren kan praten). In Krakatit treden typische sprookjesfiguren op, zoals de held van gewone komaf (Prokop), de prinses, de listige tegenstander (Daimon) en de goddelijke figuur aan het slot. Kenmerken van de avonturenroman in Krakatit zijn de vele actie-elementen (ontploffingen, ontvoeringen, diefstal), de risico’s en beproevingen die Prokop moet weerstaan en het thema van de verovering van de vrouw. Van de detective is in Krakatit het principe van retardatie terug te vinden: het doelbewust achterhouden van informatie voor de lezer om spanning op te wekken. Prokops zoektocht naar het gestolen Krakatit is bijvoorbeeld uitgesmeerd over bijna de hele roman. Het raadsel waar het geheimzinnige ‘meisje met de sluier’ gebleven is, wordt zelfs nooit opgelost. Čapek past de verschillende genres toe met de voor hem typerende ironische humor. Prokop wordt bijvoorbeeld geschetst als geniale held, maar is tegelijk aandoenlijk verlegen en onhandig. De God aan het eind van het verhaal verwijst vanuit zijn sprookjesachtige omgeving verrassend naar de werkelijkheid: hij beklaagt zich over bureaucratisch gedoe bij de grenswachten. Met al te serieus ‘geleerd taalgebruik’ wordt gespot door de al eerder genoemde zelfbedachte wetenschappelijke termen van Čapek.

De mix van genres in Krakatit is te verklaren door Čapeks voorliefde voor de populaire genres, waarvoor hij het later opnam in zijn essaybundel Marsyas uit 1931. Čapek streefde ernaar om de lezer te boeien met een spannend verhaal vol actie en romantiek. Hiervoor zocht hij inspiratie in volkse genres, die traditioneel episch georiënteerd zijn (dat wil zeggen gericht op de gebeurtenissen in het verhaal, niet zo zeer op de psychologische motivatie van de personages). Kort voordat hij aan Krakatit begon, publiceerde Čapek al twee essays, waarin hij populaire genres verdedigde: een verdediging van de keukenmeidenroman en een essay over de detective (Čapek was een fervent lezer van Chesterton en Sherlock Holmes).

De combinatie van verschillende genres in Krakatit is origineel voor de tijd waarin de roman ontstond, maar Čapeks inspiratie uit de volksliteratuur staat niet helemaal op zichzelf. Čapeks streven naar het toegankelijk maken van de kunst voor een groter publiek (hij noemde dat zelf ‘het democratiseren van de kunst’) past in een algehele tendens in de jaren twintig van de vorige eeuw.

Van de psychologische roman, die in zijn tijd in de mode was, moest Čapek niets hebben. De personages in Krakatit zijn vanwege de nadruk op de handeling dan ook eerder flat characters of typen, dan mensen van vlees en bloed: de prinses, het simpele plattelandsmeisje, de duivel (letterlijk genaamd Daimon/ D’Hémon), en zelfs God treedt op in eigen persoon. De personages worden niet overbodig geanalyseerd en zijn gemakkelijk in te delen in goed en kwaad. Alleen de hoofdpersoon Prokop vormt hierop een uitzondering. Prokop is een ware romantische held, die zich laat leiden door zijn gevoelens. Hij is passievol, zowel in zijn werk als geniale wetenschapper als in de liefde. Prokop maakt als enig personage tijdens de roman een persoonlijke ontwikkeling door. Hij wordt herhaaldelijk verliefd en komt voor grote dilemma’s te staan, waarin hij beslist over het lot van de hele wereld. Prokops houding tegenover zijn uitvinding Krakatit verandert in de loop van het verhaal diametraal. Aanvankelijk is Prokop volstrekt bezeten van zijn geweldige nieuwe uitvinding. In zijn overmoed wil hij iedereen de kracht van Krakatit laten zien. Geleidelijk beseft hij echter steeds meer de noodzaak de wereld tegen het explosief te beschermen. In de eindscène vergeet Prokop zelfs de formule van Krakatit en besluit hij zijn talenten te gaan gebruiken om ‘iets goeds voor de mensen te doen.’

Parallel aan deze ontwikkeling loopt Prokops houding tegenover de liefde. Prokop ontmoet tijdens het verhaal verschillende typen vrouwen op wie hij vrijwel op slag verliefd wordt (een naïef plattelandsmeisje; een listige prinses, die een spel speelt van aantrekken en afstoten; een lichtzinnig meisje). Ondertussen blijft hij op zoek naar een onbereikbaar ideaal (‘het meisje met de sluier’) dat hij tijdens een ijldroom heeft ontmoet, maar daarna nooit meer heeft teruggezien. Prokop komt hoe langer hoe meer tot de ontdekking dat zijn streven naar dit ideaal geen zin heeft. Aan het slot wordt Prokop uiteindelijk voorgespiegeld dat hij ‘de Ware’ zal ontmoeten: geen onbereikbaar ideaal, maar een lieve zorgzame vrouw, met de toepasselijke naam Ludmila (dat betekent: zij die de mensen liefheeft).

De schematische indeling van de personages in goed en kwaad (hoofdpersoon Prokop daargelaten) gaat samen met een schematisch gebruik van de ruimte in Krakatit. De ruimtes in de roman zijn strikt van elkaar gescheiden. De topografische aanwijzingen zijn vaak erg vaag (na de beginscène in Praag verplaatst het verhaal zich naar een idyllisch plattelandsdorpje, vervolgens naar het fictieve landgoed Balttin, dan naar een radiostation ergens hoog in de bergen. De eindscène speelt zich af in een hemels soort landschap). Prokop is de enige die in alle omgevingen aanwezig is. De overige personages verplaatsen zich zelden van de ene ruimte naar de andere. De personages passen bij de ruimte, waarin Prokop ze ontmoet. Een illustratie daarvan zijn Prokops ontmoetingen met de vrouwelijke personages in de roman: in het idyllische dorpje ontmoet hij het lieftallige meisje Anča, op het vijandige landgoed de grillige prinses en bij het radiostation van een gevaarlijke groep anarchisten ontmoet hij tot slot een meisje van lichte zeden. De schematische indeling van de personages en het gebruik van de ruimte staan in dienst van de epiek van het verhaal: Čapeks doel de lezer te boeien met een verhaal vol actie-elementen.

Technisch vernuft, vrouwelijk schoon, ontploffingen, verdwijningen en ontvoeringen zorgen ervoor dat Krakatit het suspense heeft van een moderne actiefilm. Dat is niet verwonderlijk voor een schrijver die zich erg interesseerde voor de film, een medium dat juist in zijn tijd in opkomst kwam. Karel Čapek schreef zelf twee filmscenario’s en werkte mee aan de verfilming van meerdere van zijn werken. Zijn schrijfstijl is in zekere zin filmisch te noemen, en dat geldt zeker ook voor Krakatit: de vlotte, natuurlijke dialogen en het verhaal vol actie zijn gemakkelijk om te zetten in een scenario. Deze eigenschap van de roman zal er toe hebben bijgedragen dat het verhaal van Krakatit vele malen is bewerkt naar andere media. Een andere belangrijke factor daarvoor is de plotselinge actualiteit van het thema na de atoombommen op Hirosjima en Nagasaki in 1945. Krakatit is in totaal drie keer bewerkt voor de radio (in 1948, 1968 en 1978), twee keer als opera (beide opera’s ontstonden in 1961) en twee keer verfilmd (in 1948 en 1980, beide keren door regisseur Otakar Vávra).

De bewerkingen van Krakatit naar andere media vormen een apart hoofdstuk in de receptiegeschiedenis van de roman. Ze geven een kijk op de interpretatie van Čapeks werk in de periode na 1948, toen Karel Čapek in Tsjecho-Slowakije postuum persona non grata was en er aan zijn werk in kranten en tijdschriften doelbewust weinig aandacht werd besteed. De oorspronkelijke morele boodschap van Krakatit is in de bewerkingen omgevormd naar de socialistische ideologie. Čapeks waarschuwing voor grote ideologieën in het algemeen (zowel linkse als rechtse) werd veranderd in een puur anti-fascistische boodschap. In de film Krakatit uit 1948 van Otakar Vávra wordt bijvoorbeeld concreet verwezen naar nazi-Duitsland, waar in de roman zelf juist sprake is van een gevaarlijke links-extremistische groepering. Čapeks voorliefde voor ‘de gewone man’ en de waarde die hij hechtte aan bescheidenheid en hard werken werden veranderd in het ongeremd idealiseren van het proletariaat. In een operabewerking uit 1961 is Čapeks goddelijke personage uit de slotscène bijvoorbeeld vervangen door een spoorwegwerker. In de vrije verfilming van Krakatit uit 1980 (genaamd Temné Slunce - De duistere zon), eveneens van Otakar Vávra is het verhaal van Krakatit geplaatst tegen de achtergrond van de wapenwedloop tijdens de Koude Oorlog. In deze bewerking is het populaire actie-element gemoderniseerd: er is onder andere een vliegtuigkaping toegevoegd, de rol van de prinses is vervangen door een soort Bond-girl, gespeeld door de aantrekkelijke actrice Magda Vášáryová.

Hoewel Karel Čapek in zijn tijd juist ook internationaal zeer bekend was, is hij in West-Europa gedurende de afgelopen decennia enigszins in de vergetelheid geraakt. In zijn eigen land geldt hij echter nog steeds als een van de belangrijkste schrijvers.






De naam Krakatit is afgeleid van het eiland Krakatau in het huidige Indonesië, dat in 1883 door een vulkaanuitbarsting 250 meter onder de zeespiegel verdween. Door de vloedgolf (tsunami) die dit veroorzaakte, kwamen 36.000 mensen om het leven.
O. Králík: ‘Krakatit çili filozofie lásky’. In: První řada v díle Karla Čapka (1972/1954).



<   

TSL 44

   >