Emmanuel Waegemans



Sint-Petersburg: mythen en legenden



In 1617 sloot Rusland vrede met Zweden. Na de Tijd der Troebelen kon Rusland die vrede goed gebruiken, alhoewel de voorwaarden hard waren: Rusland moest afstand doen van Oresjek (Russische naam voor Noteburg), de monding van de Neva en de zuidkust van de Finse Golf. De vrede was pijnlijk, omdat Rusland gebieden moest afstaan die het eeuwenlang bezeten had, maar vooral omdat het land nu afgesneden was van de Baltische Zee. Het enige verbindingspunt met de buitenwereld was nu Archangelsk, maar die haven was slechts drie à vier maanden per jaar bevaarbaar en lag ver af van de economisch ontwikkelde regio's van Rusland. Rusland zat in een economische val: de Baltische Zee in het westen en de Zwarte in het zuiden waren gesloten voor de handel. De politiek van de volgende Russische tsaren zou er daarom op gericht zijn het land een uitweg over zee te bezorgen.

Omdat Peter de Grote er niet in slaagde de heerschappij van de Turken over de Zwarte Zee te breken, verklaarde hij in 1700 de oorlog aan Zweden. Die oorlog zou twee decennia duren en pas in 1721 een einde kennen met de vrede van Nystadt. Op 1 mei 1703 namen de troepen van Peter de Zweedse vesting Nienschanz in. Twee weken later, op 16 mei 1703, legde Peter op een klein, maar strategisch interessant gelegen eilandje (Enisaari) de eerste steen van een vesting, die de naam Sankt-Piter-burch kreeg. Rond die vesting zou geleidelijk aan een stad uitgroeien. In een anoniem geschrift van de achttiende eeuw werd gesteld dat de apostel Andreas in Kiev een kruis plantte en de stichting van de stad Sint-Petersburg voorspelde. In 1595 voorspelde iemand de komst van de Зело храбрый принц (wreedmoedige prins) Peter die zichzelf keizer zou noemen. En in 1682 zou de hiërarch Mitrofan van Voronezj aan de jonge Peter voorspeld hebben dat hij een stad zou bouwen ter ere van de apostel Peter en dat deze stad de nieuwe hoofdstad zou worden. Hij voorspelde ook dat de icoon van Kazan de stad en haar inwoners zou beschermen en dat de vijand geen voet in de stad zou zetten zolang de icoon in de stad bleef en rechtgelovigen ervoor zouden bidden. Dat is uitgekomen: in 1710 liet Peter de wonderdoende icoon van de Moedergods van Kazan overbrengen naar Petersburg.

Alles wijst erop dat Peter het Aleksander Nevski Klooster moedwillig op een verkeerde plaats heeft gebouwd: op die plaats zou in 1240 de grote slag tussen de Zweden en de Russen hebben plaatsgevonden, waarbij de Zweedse troepen in de pan werden gehakt door vorst Aleksander Jaroslavitsj, die wegens zijn overwinning aan de Neva Nevski werd genoemd. Peter was de eerste semioticus van de Russische geschiedenis: door hier het klooster op te richten wilde hij de nadruk leggen op de historische continuïteit. Daardoor kreeg de nieuwe stad ook een hemelse beschermer, die al lang daarvoor gecanoniseerd was door de Russische kerk en die even belangrijk was voor Petersburg als Georgi Pobedonosets voor Moskou. Aleksander Nevski had zelfs een voordeel op Georgi: hij was een echte historische figuur. De concurrentie met de oude hoofdstad Moskou was van levensbelang: op de klokkentoren van de eerste kerk in Petersburg (de Troitski sobor, de Kerk van de Heilige Drievuldigheid) werd een klok aangebracht die van de Soecharev-toren in Moskou was gehaald. Het Moskouse uurwerk gaf voortaan de Petersburgse tijd aan. In augustus 1724 liet Peter de relikwieën van Aleksander Nevski overbrengen van Vladimir naar de hoofdstad.

De atheïstische bolsjevieken wilden de mensen doen geloven dat er in het klooster helemaal geen relikwieën van de heilige te vinden zijn. Ze zouden namelijk al lang voor Peter de Grote verbrand zijn in de Oespenski-kathedraal van Vladimir. In plaats van zijn overblijfselen zouden er enkele verbrande botten overgebracht zijn. Om geruchten te voorkomen, zou Peter het graf op slot hebben gedaan. Dit komt voor een deel overeen met een legende van de raskolniki: volgens deoudgelovige legende zou Peter twee keer de relikwieën van Aleksander Nevski hebben overgebracht naar Petersburg, en tweekeer zouden ze niet hebben willen blijven liggen in de vervloekte stad van de duivel en teruggegaan zijn naar Vladimir. Toen ze de derde keerovergebracht werden, zette Peter een slot op de graftombe en gooide de sleutel in het water. De architecten van Peter - Domenico Trezini en Ivan Starov - hebben het klooster prachtig ingebouwd in de stad: ze hebben de Nevski Prospekt doorgetrokken tot aan het klooster, zodat de centrale straat de twee belangrijkste gebouwen van de stad met elkaar verbond: het klooster als geestelijk centrum van de stad en de admiraliteit als het politieke en mililitaire centrum. Het is de Nederlander Herman van Boles die het schitterende idee had om op de Admiraliteit een hoge spits (шпиц) aan te brengen met een appel (=bol; rijksappel) en op de top van de spits een boot- in feite een kopie van het eerste Russische schip (de Orjol), gebouwd in 1668 door tsaar Aleksej Michajlovitsj, maar later gekaapt door de troepen van de boerenrebel Stenka Razin en in brand gestoken. Een Hollander heeft er toen een tekening van gemaakt.

Peter raakte al heel gauw verknocht aan zijn nieuwe stad, hij was verliefd op wat hij zelf zijn парадиэ (paradijs) noemde. De Zweedse krijgsgevangene Lars Juchan Erenmalm hoorde Peter meer dan eens zeggen dat hij liever de helft van zijn rijk zou verliezen dan Petersburg.

Petersburg was niet alleen een uitdaging voor het gehate Moskou van de bojaren, maar ook voor de rest van de wereld. Peter zou eens gezegd hebben: Добро перенимать у Французов художесва и науки. Сие  желал бы я видеть у себя, а в прочем Париж  воняет   (Het is goed om van de Fransen kunsten en wetenschappen over te nemen. Dat zou ik hier bij ons ook willen zien, maar voor de rest stinkt Parijs). En een andere overlevering vertelt dat Peter tijdens zijn bezoek aan Frankrijk in 1717 erg verontwaardigd was over de luxe van Parijs en Versailles naast de verschrikkelijke armoede van de Franse dorpen; hij zou dan gezegd hebben: Если я замечу подобное за моим Петербургом, то первый зажгу его с четырех углов (Als ik dat zou zien in mijn Petersburg, dan zal ik de eerste zijn om de stad aan alle kanten in de fik te steken). Maar niet iedereen was zo enthousiast over de nieuwe stad: velen geloofden niet dat het mogelijk zou zijn om op dergelijke moerassige gronden een stad te bouwen. Er werd gefluisterd dat de Antichrist aan het werk was. Er bestaan heel wat volkslegenden over de stad die keer op keer wordt opgezogen door de zee.

Peter zou het plan gehad hebben om Vasilevski Ostrov uit te bouwen tot het centrum van de stad. De Franse architect Le Blond werkte het plan uit om door het eiland een net van kanalen (grachten) te trekken (in plaats van straten). De oppermachtige vriend van Peter - Aleksander Mensjikov, de eerste maffioso van Rusland - was naijverig op de knappe Franse architect en probeerde zijn grootse plannen te dwarsbomen: hij liet de grachten smaller en minder diep uitgraven dan gepland. Toen de tsaar het werk kwam bekijken, was het al te laat: Peter was razend, Mensjikov kreeg een pak rammel van de machtige tsaar, maar de grachten moesten dichtgegooid worden-en daarmee kwam een einde aan Peters droom om van Petersburg een nieuw Amsterdam of Venetië te maken.

In 1712 begon Domenico Trezini met de bouw van de stenen Petrus- en Pauluskerk - ter vervanging van de oorspronkelijke houten kerk van 1703. De klokkentoren was 106 meter hoog, had een vergulde spits met een engel erop. Rond die engel bestaan heel wat legenden. Zo zegt een oudgelovige overlevering dat de naar de hemel uitgestrekte hand van de engel bedoeld was om de hoorn van Jericho op te vangen, die het bericht zou brengen van het einde der tijden. Een andere versie luidt dat de engel niet alleen decoratief bedoeld was, maar ook als windhaan.

Over Peter I bestaan heel wat legenden. Een ervan luidt dat aan het hoofd van Rusland niet Peter Aleksejevitsj stond, maar de zoon van Frans Lefort, de Zwitser in Russische dienst en latere vriend van Peter de Grote. Peters vader Aleksej wilde perse een zoon en bezwoer zijn vrouw een zoon te baren. Toen ze een dochter ter wereld bracht en op hetzelfde ogenblik Lefort een zoon, werden de twee verwisseld en Aleksej had een zoon. Een ander verhaal kennen we van iemand die op de pijnbank toegaf dat hij van een Duitser (немчин) gehoord had dat Peter geen Rus was. Men zou voor Peters moeder [tsaritsa Natalja Narysjkina], die een dochter ter wereld had gebracht, een plaatsvervanger gevonden hebben in de Nemetskaja sloboda. In de ogen van het volk verklaarde dat de voorliefde van Peter voor buitenlanders en de discriminatie van Russen. Dit motief komt vaak terug in de Russische folklore: het kan toch niet dat de Antichrist een Rus zou zijn! Er werd verteld dat Peter tijdens zijn reis door Zweden gevangengenomen en in een vat in zee gegooid was. Een ander verhaal vertelt dan weer dat iemand in zijn plaats in het vat gestopt was, dat Peter erin slaagde te ontsnappen, Rusland te bereiken en de buitenlandse usurpator (Самозванец-немчин) te verjagen.

Heel het jaar 1698 keek men in Rusland uit naar de komst van de Antichrist. Dat konden de mensen toen lezen in de sterren, dat werd uitgeschreeuwd door allerlei dorpsgekken (de zogenaamde narren gods - jurodovye), dat verkondigden de oudgelovigen. Het noodlottige jaar 1699 kwam dichterbij. Het rijk van de Antichrist moest aanbreken op 1 september (in de l7e eeuw begon in Rusland het nieuwe jaar op 1 september). Op 25 augustus 1698, enkele dagen voor nieuwjaar, keerde tsaar Peter terug van zijn buitenlandse reis. Hij ging niet naar het Kremlin om daar volgens degebruiken van zijn voorouders te knielen voor de relikwieën van de wonderdoeners, hij bleef niet staan bij het graf van zijn ouders in de Kathedraal van de Aartsengel, neen, hij reed rechtstreeks naar de Vreemdelingenwijk en vierde een hele nacht feest bij zijn vriend Lefort en bijde soldaten van het Preobrazjenski regiment. Natuurlijk slopen de geruchten al meteen door de stad: was het wel de orthodoxe tsaar die uit den vreemde was teruggekeerd? Peter stopte zijn vrouw - Jevdokia Lopoechina, aan wie hij in 1689 uitgehuwelijkt was door zijn moeder - in een klooster, en nam in 1703 Martha Skavronski, een Litouwse boerendochter, tot minnares en later tot vrouw. Ze was eerst door Sjeremetjev en vervolgens door Mensjikov uitgeprobeerd. Hij trouwde met haar in 1712, niet in Moskou, maar in Petersburg, daarom beschouwen sommigen het jaar 1712 als de officiële datum van de erkenning van Sint-Petersburg als de nieuwe hoofdstad van Rusland.

Tragisch is de geschiedenis van Peters zoon Aleksej. De tsarevitsj werd grootgebracht door zijn moeder, de eerste vrouw van Peter, en beiden stonden vijandig tegenover de hervormingen van Peter. In 1717 vluchtte Aleksej Petrovitsj naar het buitenland, maar de diplomaat en speurhond Pjotr Tolstoj (ook wel eens Judas Tolstoj genoemd), slaagde erin Aleksej te vinden en met allerlei trucs en bedrog naar Rusland te lokken. Daar werd hij hardhandig aangepakt en ondervraagd door Peter, die een samenzwering vermoedde. Aleksej bezweek onder de martelingen. Hij werd begraven in de nog niet voltooide Petrus- en Paulusvesting. De legende vertelt dat Peter op het graf van zijn vermoorde zoon een reusachtige spits zou hebben laten zetten om te voorkomen dat boze geruchten zich zouden verspreiden over het land.

Ook over de dood van Peter bestaan legenden. Een man van de allure van Peter, in 1721 uitgeroepen tot 'Vader des Vaderlands' (XXX), kan natuurlijk geen natuurlijke dood sterven. Alhoewel zijn dokters hem al in 1714 ernstig ziek verklaarden, ten dele door overmatig eten en drinken, luidde de officiële versie dat hij zwaar verkouden werd toen hij een poging deed om verdrinkende matrozen te redden. Een menslievender dood kon onze maritieme tsaar moeilijk sterven. Maar het volk zag zijn dood eerder als het gevolg van de grote overstroming van 1724. Er bestaat ook een weinig waarschijnlijke legende over de dood van Peter: hij zou vergiftigd zijn door Mensjikov, die op dat ogenblik tot over zijn oren in de stront zat omdat hij gigantische sommen staatsgeld achterovergedrukt had en deze keer was Peter niet meer bereid zijn vriend te vergeven. Mensjikov zou hem een karamel met gif hebben toegediend.

Over de nieuwe hoofdstad deden sombere geruchten de ronde. God zou vertoornd zijn over de mensen, hun zonden en hun geloofsafvalligheid en zou zich van zijn kinderen hebben afgewend. De Antichrist zou van deze toom gebruikt gemaakt hebben en in de figuur van Peter I ter aarde afgedaald zijn, samen met zijn stad, die hij naar zichzelf Petersburg noemde. De oude voorspelling kwam uit: de Antichrist brengt het geloof aan het wankelen, veronachtzaamt de door de kerk gewijde tradities, vernietigt de kerken en buigt voor de buitenlanders. De oudgelovigen noemden Peter окаянный, лютый, змееподобный , зверь, гордый князь мира сего, губитель миру всему явленный, хищник и разбойник церковный, гордый и лютый ловител (vermaledijde, wrede, slangachtige, beest, trotse vorst dezer wereld, de op deze aarde afgedaalde vernieler, plunderaar en rover van de kerk, trotse en wrede vanger). Hij was voor hen het 'tweekoppige beest', want hij was hoofd van zowel kerk als staat.

In 1703 zou een plaatselijke visser aan Peter op het Hazeneiland (Заячий остров) een berkenboom met een inkeping hebben getoond: tot daar kwam het water tijdens overstromingen en hij voegde er de waarschuwing aan toe dat er hier niet te leven viel. Het antwoord van Peter was categorisch: de berk omhakken en er een vesting bouwen. De legende vertelt dat hij vroeg of laat zou moeten boeten voor deze overmoed. Een overlevering vertelt dat in het park bij de vesting een oude knotwilg stond waaronder een oude man zat, barrevoets, met ontblote borst, een enorme grijze baard en verwarde haren. Aan de inwoners van Petersburg predikte hij dat de Heer in toom zou ontsteken en de hoofdstad van de Antichrist in de grond zou boren. De sluizen van de hemel zouden opengaan, de Neva zou terugstromen naar haar bron en het water zou boven dezeoude wilg stijgen. De oude man voorspelde ook de dag van de overstroming. De profetie kwam Peter ter ore. Hij liet de oude man met een zware keten aan de wilg vastmaken; op de voorspelde dag gebeurde er niets. De volgende dag kreeg de onfortuinlijke profeet onder diezelfde wilg stokslagen.

De legende over het verdwijnen van Petersburg is ook vastgelegd in het protocol van de ondervraging van tsarevitsj Aleksej. Peters in ongenade gevallen zoon vertelde over het visioen dat zijn moeder in het klooster gehad zou hebben: Peter zou naar zijn eerste vrouw zijn teruggekeerd en zijn hervormingen hebben laten varen. Daarbij zouden dan de woorden gevallen zijn: Petersburg houdt het niet vol, быть Петербургу пусту... (Petersburg zal leeglopen...) De stervende Aleksej zou die vervloeking herhaald hebben.

Het Rusland van vóór Peter de Grote kendegeen standbeelden. Belangrijke gebeurtenissen werden vereeuwigd door het bouwen van kerken voor de heiligen op wier dagen die gebeurtenissen plaatsvonden. Het eerste standbeeld in Rusland hangt samen met Peter I. Hij zou persoonlijk aan de beeldhouwer Rastrelli de opdracht gegeven hebben een ruiterstandbeeld ter ere van de overwinning in Poltava (1709) te maken. Rastrelli heeft daar inderdaad aan gewerkt en heeft zelfs een gipsen masker gemaakt van de levende Peter. Maar het standbeeld is pas na de dood van Peter voltooid. Het is pas in 1800 door Paul I voor het Michailspaleis opgericht (en lijkt op het standbeeld voor Lodewijk XIV in Versailles). Direct na de dood van Peter maakte Rastrelli een dodenmasker van de tsaar. Het eerste standbeeld voor Peter werd in 1782 opgericht door Catherina II. Een legende vertelt dat tijdens deoorlog de Zweden een Russische generaal gevangen namen en hem aan het villen waren. Peter sprong op zijn paard en wilde hem te hulp snellen, maar was vergeten dat zijn generaal aan de andere oever van de Neva vastgehouden werd. Om nu gemakkelijker over de rivier te kunnen springen, sprong hij eerst op het rotsblok, waar nu het beeld op staat, en dacht vandaar in één keer over de rivier te kunnen springen. En hij zou gesprongen zijn, maar God hield hem tegen: toen het paard wilde springen, verscheen op het rotsblok ineens een slang, slingerde zich rond de poten van het ros en beet het. Het paard verroerde geen vin meer en bleef op z'n achterste poten staan. Peter liet het paard opzetten als aandenken. Toen ze het standbeeld maakten, hebben ze dat opgezette paard gebruikt. De volkslegende luidt dus dat de slang Peter gered heeft van een wisse dood. Een andere legende zegt dat Peter niet gestorven is zoals gewone mensen: hij is versteend op zijn paard.

Aan de oever van de Finse Golf, in het dorp Lachta lag sinds mensenheugenis een enorm granieten blok. Tijdens een storm zou de bliksem ingeslagen zijn en het blok in tweeën hebben gespleten. Het blok kreeg de naam Гром-камен of камень-гром (dondersteen). Hij zat diep onder de grond, was bedekt met mos en leek op een heuvel. De overlevering vertelt dat tijdens de oorlog met de Zweden Peter op dat rotsblok klom om de troepenbeweging van de vijand te kunnen volgen. Toen men later naar een passend voetstuk voor het standbeeld zocht, herinnerde men zich dit enorme rotsblok.


Het was het initiatief van de Senaat een standbeeld op te richten voor de nieuwe keizerin. Maar Catherina II weigerde een standbeeld voor zichzelf te laten oprichten en vond een andere manier om haar naam te vereeuwigen: door een monument op te richten voor Peter de Grote. Ze wilde ook niet het kant en klare beeld van Rastrelli laten plaatsen en nodigde de Franse beeldhouwer Falconet uit. Na veel denken vond Catherina het schitterende opschrift: Petra Primo- Catharina Secunda. In het Russisch voor haar landgenoten, in het Latijn voor Europa - twee vliegen in één klap, een standbeeld voor de antieke held van de nieuwe tijd, Peter was de eerste, Catherina de tweede, dat wil zeggen de voortzetter van Peters werk. Er is een legende die zegt dat het Pavel Petrovitsj, de zoon van Catherina II, was die zijn moeder ingefluisterd heeft op welke plaats ze het standbeeld moest zetten. Dit verhaal heeft de latere tsaar Paul I verteld op een banket in Brussel, waar hij in 1782 op bezoek was. Op een avond liep hij met prins Koerakin en twee knechten door de stad. Ineens verscheen er een onbekende voor hen, in een brede mantel gewikkeld. Hij had hen blijkbaar staan opwachten. Pavel schrok en zei tot Koerakin: 'Er loopt iemand naast ons'. Maar Koerakin zag niets. Opeens begon het spook te spreken: 'Pavel, arme Pavel, arme prins! Ik heb met jou te doen.'

Vervolgens bracht de onbekende hen naar het Senaatsplein en wees hen de plaats van het toekomstige standbeeld: 'Vaarwel, Pavel, op deze plaats zul je me weerzien.' Toen hij afscheid nam, tilde hij zijn hoed open toen zag Pavel met ontzetting het gezicht van Peter. Dit standbeeld schudde de fantasie van de oudgelovigen nog eens wakker. De legende ontstond dat dit beeld de ruiter van de Apocalyps was en zijn paard het bleke paard dat verschijnt na het verbreken van het vierde zegel, de ruiter 'wiens naam dood is [ ... ] en hij kreeg macht over een vierde deel van de aarde ... ' Allemaal voorspeld in de Apocalyps.

In 1812 ontstond het verhaal dat tsaar Aleksander I van plan was het beeld uit de stad te evacueren uit angst voor een invasie van Napoleon. Er werden allerlei voorbereidingen getroffen, tot iemand een droom kreeg: Peter zou kwaad geworden en van zijn voetstuk gestapt zijn en naar het paleis van zijn opvolger gereden zijn. Aan tsaar Aleksander zou hij gevraagd hebben: 'Wat hebt gij met mijn Rusland aangevangen, jonge man: zolang ik op mijn plaats sta, hoeft mijn stad niets te vrezen.' Aleksander zou daarop beslist hebben om het standbeeld te laten staan. De stad werd gespaard voor een inval door de troepen van Napoleon.





<   

TSL 36

   >