Het is verbazingwekkend dat dit omvangrijke en onvertaalbaar lijkende dichtwerk vertaald is in vele Europese talen en zelfs in het Chinees en het Hebreeuws. In bijna 10.000 versregels van consequent dertien lettergrepen met gepaard vrouwelijk rijm schetst Adam Mickiewicz (1798-1855) een indrukwekkend beeld van het leven in zijn geboortestreek rond het jaar 1812. In dat jaar werden de troepen van Napoleon als bevrijders binnengehaald in Polen, dat toentertijd als staat niet bestond; het was weggevaagd van de kaart van Europa, verdeeld onder de drie grote mogendheden Pruisen, Rusland en Oostenrijk. Ondanks diverse opstanden zou Polen pas in 1918, na 123 jaar, bevrijd zijn van de vreemde overheersing en als zelfstandige staat herrijzen. Dit lag nog in een ver verschiet bij de eerste publicatie van Pan Tadeusz in 1834.
Tegen de achtergrond van de vrijheidsstrijd spelen zich in dit epos de perikelen af die het leven van de toenmalige landadel beheersten: een familievete, liefdesgeschiedenissen, jachtpartijen, een twist over jachthonden, maaltijden, paddestoelen zoeken – Mickiewicz vertelt dit alles lichtvoetig, met humor, het lijkt alsof hij de personen en gebeurtenissen niet serieus bedoelt. Bijna alle personages hebben komische trekjes. Humoristisch zijn ook de lyrische uitweidingen over onbetekenende kleinigheden, zoals een ‘adellijke’ vlieg. In scherp contrast daarmee staat de bittere ernst van de strijd voor Polens onafhankelijkheid.
Deze veelomvattende inhoud weergeven op een soortgelijke poëtische wijze is een uitdaging voor vertalers. Daarbij een gelijkwaardige versvorm toepassen lijkt onmogelijk.Topvertalers als Paul Cazin (12) en George Rapall Noyes (4) hebben gekozen voor een vertaling in proza. Toch zijn er ook uitstekende vertalingen in dichtvorm verschenen. Esperanto heeft met het Pools de vrije woordorde en het paroxytonische woordaccent gemeen; Antoni Grabowski (26) is er dan ook in geslaagd de verstechniek van Mickiewicz na te volgen: verzen van dertien lettergrepen met de cesuur na de zevende lettergreep en gepaard vrouwelijk rijm. Kenneth Mackenzie (7), vertaler van onder andere Georgica Aeneis van Vergilius en de Divina Commedia van Dante, heeft op bewonderenswaardige wijze Mickiewicz’ meesterwerk in het Engels herschapen.
In het Nederlands zijn tot nu toe alleen vertaalde fragmenten gepubliceerd. Wel is de vertaling van Tom Eekman voltooid en hopelijk zal deze binnenkort in boekvorm verschijnen.
De onderstaande bibliografie geeft een indruk van de problemen waarmee vertalers alleen al bij het weergeven van de titel te kampen hebben.
Poolse titel: Pan Tadeusz czyli ostatni zajazd na Litwie. Historia szlachecka z roku 1811 i 1812 we dwunastu księgach wierszem.
1. Pan Tadeusz. Fragmenten in: Het levende lied. Bloemlezing uit het dicht- en prozawerk van Adam Mickiewicz. Vertaling (van deze fragmenten) Hendrik de Vries. Wereldbibliotheek, Amsterdam/Antwerpen 1957 (verzen, gepaard rijm, meest vrouwelijk).
2. Pan Tadeusz of de De laatste strooptocht in Litouwen of Een adelshistorie uit 1811-1812, in verzen, in twaalf boeken. Fragmenten in: Tijdschrift voor Slavische Literatuur, no. 27 (juni 2000) en no. 30 (nov./dec. 2001). Vertaling Tom Eekman (verzen, gepaard en gekruist rijm).
3. Master Thaddeus, or the Last Foray in Lithuania. Vertaling Maude Ashurst Biggs. Londen 1885; 2 delen, 316 + 268 p. (blanke verzen).
4. Pan Tadeusz, or the Last Foray in Lithuania. A Story of Life Among Polish Gentlefolk in the years 1811 and 1812 in twelve books. Vertaling George Rapall Noyes. Dent & Sons, Londen / Dutton & Co., New York, 1917, 1920, 1930, 1943; 354 p. (proza).
5. Pan Tadeusz. Vertaling Oliver Elton. In: Slavonic Year Book 1939-1940, p. 1-13. Fragmenten uit de boeken I, II, IV, VIII, XI en de Epiloog.
6. Pan Tadeusz or The last foray in Lithuania. Vertaling Watson Kirkconnell. The Polish Institute of Arts and Sciences in America, New York 1962; University of Toronto Press, Toronto 1962. 388 p.
7. Pan Tadeusz or The last foray in Lithuania. A tale of the gentry in the years 1811 and 1812 translated into English verse with an introduction by Kenneth R. Mackenzie. The Polish Cultural Foundation, Londen 1964. 291 p.; Dent & Sons, Londen / Dutton & Co., New York 1966. 291 p.; The Polish Cultural Foundation, Londen 1986. 599 p. (Engelse en Poolse tekst; verzen van 10 of 11 lettergrepen, gepaard rijm).
8. OEuvres poétiques complètes de Adam Mickiewcz, traduction nouvelle d'après l’édition originale de 1844, par Christian Ostrowski. Deuxième édition, tome II, Sonnets – Thadée Soplitza – Poésies. Charpentier, Parijs 1845, 1849, 1859. 424 p. (proza).
9. Monsieur Thadée de Soplica, ou Le Dernier procès en Lithuanie "sui generis". Récit historique en douze chants par Adam Mickiewicz. Vertaling Karol Przeździecki (Charles de Noire-Isle). Parijs 1876-1877. 2 delen, 307 + 318 p. (verzen).
10. Thadée Soplitza, ou la Lithuanie en 1812. Poème traduit en vers français par V. Gasztowtt. Impr. A. Reiff, Parijs 1899. 256 p. (verzen).
11. Monsieur Thadée. Quelques pages traduits en vers français par V. Gasztowtt et illustrées par Xavier Koźmiński. Anciens élèves de l'Ecole polonaise de Batignolles et les Amis de la Pologne, Parijs 1929. 64 p. (verzen).
12. Pan Tadeusz. Vertaling Paul Cazin. Garnier, Parijs 1934. 368 p.
13. Herr Thaddäus oder der letzte Sajasd in Lithauen. Eine Schlechtschitz-Geschichte aus den Jahren 1811 und 1812. Vertaling R.O. Spazier. Weber, Leipzig 1836. 2 delen, 348 + 288 p.
14. Herr Thaddäus oder der letzte Eintritt in Lithauen. Aus dem Polnischen metrisch übertragen von Dr. Albert Weiss. W. Friedrich, Leipzig 1882. 281 p.
15. Herr Thaddäus oder der letzte Eintritt in Lithauen. Vertaling Siegfried Lipiner. Breitkopf und Härtel, Leipzig 1882, 1898. 313 p.; F. Goerlich, Freiburg i/B. 1952. 272 p.
16. Herr Thaddäus. Vertaling Siegfried Lipiner. Bonn 1955.
17. Pan Tadeusz oder Der letzte Eintritt in Lithauen. Vertaling Walter Panitz. Aufbau-Verlag, Berlin 1955. 602 p.; Rowohlt, Hamburg 1956. 602 p.
18. Pan Tadeusz oder Die letzte Fehde in Lithauen. Vertaling Hermann Buddensieg. Eidos-Verlag, München 1963. 381 p.; Aufbau Verlag Berlin und Weimar 1976. 413 p. (blanke verzen).
19. Junker Thaddäus. Schauspiel in 5 Aufzügen. Nach dem Epos Pan Tadeusz des Adam Mickiewicz, von Engelbert Rehbronn. Decker, Posen 1891. 195 p.
20. Taddeo Soplitza o L'Ultimo processo in Lituania. Vertaling Arrigo Boïto. Milaan 1871. 142 p. (proza).
21. Pan Taddeo Soplitza. Vertaling Clotilde Garosci. Lanciano 1924. 2 delen, 160 + 193 p.; Einaudi, Turijn 1955 (proza).
22. Tadeo Soplica o el Ultimo proceso en Lituania. Narración histórica. Vertaling León Medina. Madrid 1887.
23. Pan Tadeusz. Vertaling N. Berga. Warschau 1875, xxxii+312 p., Izd. 2, St.Petersburg 1907, xvi+301 p. Eerste volledige Russische vertaling van Pan Tadeusz, met enige weglatingen op last van de tsaristische censuur en een aantal omissies van de vertaler. Tweede druk 1907 zonder weglatingen.
24. Pan Tadeuš ili Poslednij naezd na Litve. Vertaling Muza Pavlova. Gosoedarstvennoe izdat. choedozjestvennoj literatury, Moskou 1954.
25. Pan Tadeuš ili Poslednij naezd na Litve. Vertaling Susanna Georgievna Aksjonova. Gosoedarstvennoe izdat. choedozjestvennoj literatury, Moskou 1955, 1956.
26. Sinjoro Tadeo au la lasta armita posedopreno en Litvo. Nobelara historio de la jaroj 1811 kaj 1812 en dekdu libroj. Vertaling Antoni Grabowski. Eldonejo ‘Polonia’, Warschau 1918, 1955 (uiterst nauwkeurige vertaling in verzen van 13 lettergrepen met gepaard vrouwelijk rijm).
Het eerste woord van de titel is al een probleem. ‘Pan’ is in Polen nog altijd de correcte aanspreekvorm, maar hier betekent het nog iets meer dan ‘mijnheer’ of ‘heer’, namelijk: grondbezitter, landedelman. Terecht is in de Duitse toneelbewerking (19) het woord Junker gebruikt. Naast vertalingen als Master (3), Herr (13, 14, 15, 16) en Monsieur (9, 11) is het woord Pan vaak onvertaald gebleven of geheel weggelaten.
De naam Tadeusz stelt de vertaler voor hetzelfde dilemma als alle Poolse namen in literaire werken: de Poolse naam overnemen (eventueel morfologisch aangepast) of vervangen door een equivalent in de doeltaal? George Rapall Noyes (4) legt in zijn inleiding uit, dat hij weliswaar in zijn vertaling de Engelse namen Thadd us, Sophia, Eve, Joseph enz. gebruikt, maar de titel ongemoeid heeft willen laten, omdat de titel ‘Pan Tadeusz’ algemeen bekend is geworden en er moeilijk een goed equivalent voor te vinden zou zijn; bovendien: ‘Pan Thaddeus would be a displeasing hybrid’. Ook Paul Cazin (12) heeft de titel onvertaald overgenomen, maar gebruikt in zijn vertaling Franse namen: ‘Thadée, Hyacinthe, Sophie, Gervais.’
Alleen Clotilde Garosci (21) heeft zich aan de hybride ‘Pan Taddeo Soplitza’ gewaagd; andere vertalers (8, 10, 20, 22) hebben ‘pan’ weggelaten en dit gemis gecompenseerd door Tadeusz’ achternaam Soplica te vermelden, al dan niet in een aangepaste spelling. De lange ondertitel is in veel vertalingen verkort of weggelaten. Waar de term zajazd of een vertaling ervan in de titel vermeld is, vereist deze een toelichting. Mickiewicz gaf zelf in een noot uitleg aan zijn Poolse lezers anno 1834: er was in het oude Polen geen politie die de verliezer van een proces kon dwingen mee te werken aan de uitvoering van het vonnis; de winnaar moest daarom met hulp van gewapende familieleden en vrienden de hem toegewezen goederen in bezit nemen. Dit was dus geen strooptocht (2) en geen rooftocht (foray, 3, 4, 6, 7), maar het in bezit nemen van iets waar men juridisch recht op had. Het Esperanto (26) kan dit goed weergeven met ‘armita posedopreno’ (= gewapende inbezitneming). George Rapall Noyes (4) verklaart in zijn inleiding: ‘The rendering of zajazd is of course inexact and conventional; but the translator did not wish to use the Polish word and could find no better English equivalent’. R.O. Spazier (13) nam de benaming zajazd over in een verduitse spelling, andere Duitse vertalers benaderden het begrip met Eintritt (het binnentrekken, 14, 15, 17) of Fehde (vete, strijd, 18). Ook procès (8), processo (20) en proceso (22) zijn niet meer dan een benadering. In de loop van het verhaal moet het woord zajazd nog enige malen vertaald worden, onder andere als titel van boek VIII. Paul Cazin (12) vertaalde deze titel als l’Expédition judiciaire, Christian Ostrowski (8) als L’expéditition, Hermann Buddensieg (18) als Der Eintritt, Antoni Grabowski (26) als Invado (= het binnenvallen).
De term historia szlachecka kon eveneens alleen benaderd worden. Opmerkelijk is de hybride die de allereerste vertaler, R.O. Spazier (13), in 1836 vervaardigde: ‘Schlechtschitz-Geschichte.’ George Rapall Noyes (4) vermeldt in zijn inleiding, dat in Engelse werken over Polen de termen szlachta en szlachcic gewoonlijk worden weergegeven als nobility, maar dat hij de termen gentry en gentleman gebruikt omdat deze ‘though far from satisfactory, are at all events somewhat less misleading’. Ook Kenneth Mackenzie (7) geeft szlachta weer met ‘gentry’. Hermann Buddensieg (18) gebruikt het woord Schlachta.
Mickiewicz noemde de twaalf delen van zijn epos ‘księgi’ (= boeken). Elk ‘boek’ heeft een eigen titel; het eerste heet ‘Gospodarstwo.’ Dit woord heeft verschillende betekenissen; hier is het landgoed van de familie Soplica bedoeld. George Rapall Noyes (4) vertaalde deze titel als The Farm, Christian Ostrowski (8) als L’Intérieur, Paul Cazin (12) als Le domaine, Hermann Buddensieg (18) als Der Gutshof Soplicowo, Antoni Grabowski (26) als Mastrumado (= huishouden, het bedrijf, het landbouwbedrijf). Na de titel volgt in elk ‘boek’ een korte inhouds-beschrijving en dan begint boek I met de invocatie, waarvan we hier enkele vertalingen zullen vergelijken:
Bij het eerste woord zal de argeloze lezer wel even opkijken: Litouwen...? Het gaat immers over Polen? De diverse vertalingen geven dan ook de toelichting, dat Polen en Litouwen eeuwenlang met elkaar verbonden zijn geweest, vanaf 1386 door een personele unie, die in 1569 werd omgezet in een volledig samengaan. Vanuit het oorspronkelijke Polen vestigden vele families uit de landadel zich in Litouwen, zodat de szlachta aldaar etnisch Pools werd, terwijl de boerenbevolking etnisch Litouws of Wit-Russisch was. De Esperanto-vertaler maakt onderscheid tussen litvano (etnische Pool in Litouwen) en litovo (etnische Litouwer). Voor Mickiewicz was het grondgebied van het vroegere grootvorstendom Litouwen zijn vaderland en dit was tevens Polen.
De eerste regel van de invocatie is een allusie op een puntdicht van Jan Kochanowski (1530-1584): ‘Szlachetne zdrowie, nikt się nie dowie, jako smakujesz, aż się zepsujesz...’ (Edele gezondheid, niemand weet je naar waarde te schatten voordat je bedorven bent). Het is een treffende vergelijking: zoals men zijn gezondheid kan verliezen, zo had de dichter zijn vaderland voorgoed verloren, het grootste deel van zijn leven moest hij noodgedwongen in den vreemde doorbrengen, steeds het heimwee naar Litouwen met zich meedragend.
In de vertaling van Hendrik de Vries (1) is de vergelijking van Litouwen met de gezondheid weggevallen.
Een opmerkelijke interpretatie van deze dichtregel geeft Arent van Nieukerken in de inleiding tot zijn vertaling van de Krim-sonnetten: ‘Hierin noemt Mickiewicz Litouwen, zijn vaderland, een belangrijke bron van gezondheid.’ Van Nieukerken heeft geen medestanders voor deze opvatting.
Om nog enkele problemen aan te stippen: kan men in het Nederlands het vaderland met jij aanspreken of is gij juister? De Engelse vertalers verkozen thou boven you. Wat te doen met benamingen als Wojski, Podkomorzy, Stolnik, Klucznik, Podczaszyc...? Hoe kan men het pseudoniem Robak begrijpelijk maken voor de lezer? De namen van de vele historische figuren zoals Kościuszko, Rejtan, Jasiński, Dąbrowski, enzovoorts vereisen toelichtingen, zo ook de historische gebeurtenissen waarvan melding wordt gemaakt, de geografische namen, de gerechten die er worden geserveerd, de betekenis van de ‘zwarte soep’, de kleding van die tijd, de wapens... maar hoever kan een vertaler gaan met het plaatsen van voetnoten zonder de lezer al te zeer te vermoeien en het lezen te ontmoedigen?
De problemen stapelen zich op, telkens weer stuit de vertaler op iets wat veel hoofdbrekens kost. En toch hebben verscheidene vertalers oplossingen weten te vinden, zelfs in niet-Europese talen. De volledige vertaling van Tom Eekman zal eindelijk, na meer dan anderhalve eeuw, Mickiewicz’ zwanenzang Pan Tadeusz in zijn geheel toegankelijk maken voor het Nederlandse lezerspubliek.