Nina Joerjevna Iskrenko ( 1951-1995) was geen lang leven beschoren. Ze studeerde wis- en natuurkunde aan de Lomonosov-Universiteit in Moskou, werkte als vertaalster van wetenschappelijke literatuur en was een actief en gewaardeerd lid van de Moskouse dichtersgroepering 'Poëzie'.
Mijn eerste man was een alcoholicus
de laatste souteneur
Daar tussen in was het verschrikkelijk
Niet prettig zelfs om aan te denken
Mijn eigen moeder was mijn man
En daarna mijn eigen vader
Ik ging keurig gekleed naar hem toe
Hij had een bed
Het ei zo rond van buiten
Het ei zo rond van binnen
Het ei zo winters van buiten
Het ei zo zomers van binnen
Het ei zo eerst van buiten
en daarin zo'n kip van binnen
En zijn drie scheve vertikalen
als drie voeringen in een oude tas
als drie najaden bij de fontein van Saint Michel
als kegels nu hier
en morgen
opnieuw hier
Doesja Doesja
Laat me met rust
Er is gezegd Blaas niet te hoog van de toren
Je kunt niet uit een vreemd ei kruipen
Het ei als een sarkofaag
of een spaarpot
Prachtig als een absolute tank
Het ei zo cellig als een eekhoorn
en het heeft zo'n kosmisch instinct
Het ei zo verstandig van buiten
Het ei zo teer van binnen
Het ei zo gebroken van buiten
en zo penopoliuretanisch van binnen
Het ei zo somber van opzij
denkt voortdurend tot aan de ochtend
Het ei zo hoest slaapdronken
zwerft rond in het donker en moppert op de kip
Het ei zo coöperatief op het gevoel
ritselt steeds met iets en rekent
Het ei heeft vaak vrienden gered
Het ei werd volwassen sterk en schoot
maakte ons wakker bij het ochtendgloren
En zo vreselijk verveelde hij me
dat ik hem bedacht
en opat
En nu begrijp ik weer niet
of ik van buiten of van binnen ben
Of ik in de natuur in de ether in de lantaarn
of in de metro
van het Koerskstation ben
Wanneer ik niet de kracht heb
het ongeluk te boven te komen
wanneer ik slapeloosheid heb
en een hele bak vuil wasgoed
wanneer ik
de kinderen verwar
met dinosaurissen
en de gunstige stand van de lichten aan de hemel
voor gewone vriendelijkheid houd
wanneer het om
kwart voor acht al tijd voor me is
en het om kwart voor negen al tijd voor me is
en het om kwart voor elf
al tijd voor me is
en ze op de radio
allerlei slechte dingen zeggen
wanneer de telefoon ten slotte wordt afgesloten
omdat hij niet meer kan
en een in gedachten voorgesteld stuk boter
niet op een verbeeld brood wordt uitgesmeerd
en ik bovendien in het donker midden in de nacht tegen
een fiets stoot in de gang
Weerklinkt het slaperige, licht geprikkelde geknisper van een lucifer
en er komt rook onder de deur door
Jij bent het
je begint tegen me te zeuren over een andere vrouw
Een andere vrouw in jouw plaats
Een andere vrouw in jouw situatie
Een andere vrouw zou bij het huidige beschavingsniveau
geen aandacht besteed hebben aan deze regelmatige
maandelijkse grillen zou geen aandacht hebben besteed
zou geen
Mijn voorhoofd trekt zich strak in de poging zich de verleidelijke aangepastheid
van de andere vrouw aan ons beschavingsniveau voor te stellen en als dit uiteindelijk
lukt glimlach ik de vertrouwend-geringschattende glimlach van een Cheshirekat
of van Julio Cortázar en sta graag mijn plaats af aan de andere vrouw mijn plaats
achter het fornuis en in de slaap en al mijn horizontaal-verticaal trigonometrische
knieorige koudneuzige spiraalogige houdingen en terwijl zij zich die eigen maakt
zonder enige aandacht aan mij te schenken sluip ik ongemerkt naar de deur terwijl
ik met mijn voeten naar mijn schoenen zoek en er slechts aan denk hoe ik kan voorkomen
aan de fiets te blijven haken
in de gang
Er wordt gebeld
Ik doe open
De andere vrouw vraagt met een klagende uit haar jurk naar buiten springende stem
de politie te bellen haar man heeft zich bezopen en ze heeft hem met een koekenpan
met koteletten op zijn hoofd geslagen hebt u niet wat valeriaan dank u wel wat
is dat voor een troep zoiets heb ik nog nooit gedronken God in de hemel de mensen
leven wel stil rustig eensgezind.
Teruggekeerd in de kamer om een zakdoek te halen
zie ik dat de andere vrouw veerkrachtig-voornaam is neergestort op iets bruinroods
en vuilblauws Ze heeft een prachtige goudkleurige bijna mannelijke in een lijst gevatte
romp en zwart geverfde blinde ogen. Het lijkt alsof ze het nogal prettig heeft
in mijn situatie hoewel Modigliani er niet van houdt
als men naar hem kijkt.
De televisie flikkert
De andere vrouw op de beeldbuis
fluistert en gilt in een onzichtbare microfoon
knijpt op een fatale manier haar ogen dicht
genietend van haar muizenstapjes en dierlijke verlangen
naar de andere man
Naar jou waarschijnlijk
Een half uur later valt de andere vrouw met haar scheefgezakte voile en kunstleren
laarsjes aan
plotseling uit de boekenkast op mijn hoofd
en ligt op de grond bewusteloos geheel onthuld
op de bladzijde waar de vijanden het huis in brand hebben gestoken
waar de katholieken onafgebroken de Hugenoten afslachten
en de Turken de Armeniërs
en de bronzen ruiter achter het bronzen paard aanjaagt
op weg van Petersburg naar Moskou
om op tijd te komen op de morgen van de terechtstelling van de Strelisten
Kornoeljesaus voor bij het vlees en de kip
hebben wij nooit
Op onze markt groeit geen kornoelje
Waarschijnlijk bladert de andere vrouw in de keuken
in het kookboek met haar smakelijke kormoeljekont
naar mij toegekeerd geplakt op een kartonnen doosje van Duitse kousen
De blauwe schemering wordt nat
en haar contouren verdwijnen in een stroompje en uren en minuten lang windt zich
om het cijferslot in de ingang het gekwelde cellogeknars van de deur
Op de binnenplaats maken de kinderen druk hijgend van sneeuw
de andere vrouw
Haar hoofd wil steeds niet goed lukken
het is werkelijk een bezoeking met dat stomme hoofd
wie heeft dat uitgedacht
je zou ogen op haar buik kunnen maken
Het wordt donker Het begint te regenen Het wordt licht De wolken drij-
ven voort. De zon komt te voorschijn Het heeft een beetje gevroren
De andere vrouw kijkt op mijn plaats in de spiegel
haar hoofd zo gebogen
dat de kringen onder haar ogen niet te zien zijn.
De andere vrouw in mijn situatie zoekt lepels uit
en klimt de entresol op om waspoeder te halen
De andere vrouw loopt bij ons beschavingsniveau
over het trottoir in een spijkerbroek van de groentenmarkt
kijkt de tijdschriften in de kiosken door
verlangt hevig naar een gesprek met een vriendin
maakt gissingen over hoe het verhaal zal aflopen na de
derde alinea hoewel dat uit twee alinea's bestaat.
en gaat uit de metro naar boven
naar het standbeeld van Poesjkin precies op het moment
dat de dichter met een strak versteend gezicht
zijn hoge hoed afneemt
en de Tverskoj boulevard oploopt
vermoeid luisterend naar het lawaai van de vliegtuigen
het lichte geratel van de rijtuigen
en het gekraak van de vloerplanken in Michajlovskoje
Hij bekijkt met geveinsde onverschilligheid
de andere vrouw
die geen enkele aandacht aan hem besteedt
en melodisch over straat beweegt
Haar gezicht heeft een roze glans in het waarschuwende
schijnsel van het verkeerslicht Remmen piepen
Ze gilt en rent
zonder om zich heen te kijken met moeite de vrieskoude lucht inademend
mechanisch leest ze de uithangborden en ze wordt weerspiegeld
in elk gezicht dat haar tegemoet komt totdat ze
uiteindelijk voorover valt in het donker midden in de nacht
na zich onverwacht gestoten te hebben tegen de fiets in de gang
Ook een vrouw Ook een man
AAN ONZE DIERBARE VADER
Iemands persoonlijke zaak
Maar nu bij hen een gemeenschappelijk lichaam
Elke derde gedoopt
Elke vijfde een oude vrouw een kind
Elke achttiende een schrijver
Ergens niet ver weg heeft de Heiland
zijn richtsnoer en schaaf neergelegd
Met onze lippen pakken we voorzichtig
de klokkentoren beet
We kopen rust in termijnen
en dragen voorzichtig een papieren pakje
drukken dat aan onze borst
nemen rust in als drugs
om twee uur 's middags Het flitste op Prikte
en kijkend naar een herfstblaadje dat trilt boven de
zuilengalerij
Komt het uur aangolven
Het testament van deze scherpe en breekbare randen
bevat geen bedreigingen of gecompliceerde harmonieën
Alleen feiten bedrukkend als verminkingen
Ook een vrouw Ook een man
2
Een kerkhof 's nachts is niet hetzelfde als een kerkhof overdag
's Nachts gaat op het kerkhof de mentaliteit onmiddellijk scheef
's Nachts worden de traagheid de heimelijke achterdocht de duidelijkheid
onmiddellijk onderstreept door alleen sjilpgeluid
Overdag loop je over het kerhof als een toevallige voorbijganger
Alsof je niet thuishoort hier een absolute vreemde
Maar 's nachts op het kerkhof kijkt iedereen je aan
prikt zijn vingers in je gezicht of nog erger
Erger dan een kerkhof 's nachts in de al lusteloze maand oktober
het is moeilijk je gedachten op iets anders te richten Dat wil zeggen
iets verschrikkelijkers is er niet Zo vuil tot aan het middel
kou en een paar stomme smoelen die absoluut niet nodig zijn in het algemeen
noch voor mij noch voor jou.
Vertaling Willem G. Weststeijn