Voormalige gevangenen hebben gezegd
dat Russische klassiekers hun leven hebben gered. Ze vertelden hun criminele medegevangenen de romans van Toergenjev,
Tolstoj en Dostojevski na. De grote Russische literatuur kon de Goelag niet voorkomen, maar hielp wel om die te overleven.
Is dat veel of weinig?
Na de invasie van Oekraïne wordt
de Russische literatuur beschuldigd van
medeplichtigheid aan deze oorlog en de
wreedheden begaan door Russische soldaten, want die cultuur zou imperialistisch
van aard zijn. Deze oorlog vertegenwoordigt een moreel en humanitair bankroet
van de Russische cultuur. Sommige Oekraïense schrijvers roepen op tot een boycot van Russische muziek, films en boeken
en verklaren dat de wereld deze cultuur
nog steeds aanziet als Europees en humanistisch; dat de criminelen die moeders
met kinderen verkrachten echter op school
les in de Russische klassiekers kregen, dat
de weg naar het bloedbad in Boetsja ook
via de Russische literatuur gaat.
Het doet pijn om een Rus te zijn. Er
worden enorme misdaden gepleegd in
naam van mijn volk, mijn land, in mijn
naam. Je wilt van je vaderland houden en
er trots op zijn, maar hoe kun je van je
moeder houden als ze haar eigen kinderen
en die van anderen opeet? Rusland doet
dit al eeuwen en kan niet stoppen. Deze
oorlog heeft de taal van Poesjkin en Tolstoj tot de taal van oorlogsmisdadigers en
moordenaars gemaakt. Rusland wordt niet
geassocieerd met Russische muziek en literatuur, maar met bommen die op kraamklinieken vallen, met de verminkte lijken
in de straten van een buitenwijk van Kiev.
Wat kan ik als Rus zeggen als ik hoor
dat in Oekraïne een Poesjkin-monument
wordt ontmanteld? Gewoon maar niets
zeggen, berouw tonen en hopen dat een
Oekraïense dichter zijn stem zal verheffen
voor Poesjkin?
Het regime van Poetin heeft de Russische cultuur wereldwijd in de vuurlinie
geplaatst, daarbij heeft deze, zoals altijd,
een verwoestende klap gekregen van de
eigen staat. Het huidige Rusland is een
fascistische staat. Het maakt niet uit wat
ze in het Kremlin zeggen, het gaat erom
wat ze doen. Ze doen aan fascisme. Cultuurwerkers worden gedwongen patriottische liederen te zingen of te emigreren. Er
is geen vrije cultuur meer in Rusland. Dit
is eigenlijk een tautologie – cultuur kan
alleen maar vrij zijn. Het regime in mijn
land heeft de Russische cultuur ‘geannuleerd’. Na een korte pauze heeft Poetin de
cultuurvernietiging door de Sovjetregering voortgezet. Voor een poster met een
citaat van Tolstoj wordt men al gerechtelijk veroordeeld.
De eigen staat is altijd de grootste vijand van de Russische cultuur geweest.
Aleksandr Herzen formuleerde het al duidelijk: ‘De staat in Rusland heeft zichzelf
als een bezettingsleger opgesteld.’ Eeuwenlang heeft het Russische machtssysteem keer op keer zijn huid afgeworpen,
en het is altijd hetzelfde gebleven: een
piramide van slaven die de opperste Khan aanbidt. Zo was het ten tijde van de Gouden Horde, zo was het onder Stalin, zo is
het nu na de annexatie van de Krim en aan
het begin van de oorlog in Oekraïne.
De wereld is verbaasd over het zwijgen van de Russische bevolking – men
ziet alleen geïsoleerde protesten tegen
de oorlog. De beroemde laatste regel van
Poesjkins historische drama Boris Goedonov luidt: ‘het volk zwijgt.’ Het is de
overlevingsstrategie die van generatie op
generatie is aangeleerd en doorgegeven:
Zwijgen is veiliger. Geen eigen mening
hebben is beter. De macht heeft altijd
gelijk. De macht komt niet van het volk,
maar van boven, net als de hemel en je
moet gehoorzamen, welk bevel er ook
komt. Dat maakt de Russische tsaar heilig. Wie het er niet mee eens is, belandt in
de gevangenis. De Russen weten uit hun
eigen monsterlijke historische ervaring
dat zelfs de meest afschuwelijke macht
in Rusland beter is dan geen macht. Een
volkswijsheid zegt: ‘Men mag een slechte
tsaar niet dood wensen’: de volgende kan
nog erger zijn.
Alleen het woord kan zich verzetten
tegen dit zwijgen. Daarom was de literatuur in Rusland meer dan literatuur. Daarom probeerde de staatsmacht altijd de cultuur te wurgen of te misbruiken. Door met
talrijke monumenten hulde te brengen aan
de Russische klassiekers, wilde de Sovjetmacht zichzelf een uitstraling van menselijkheid en rechtschapenheid geven.
‘Poesjkin, onze één en alles!’ klonk het
in 1937 vanaf de tribunes, waarachter de
beulen zaten te trillen van angst. Die slogan klinkt nu weer, tegen de achtergrond
van de verwoeste Oekraïense steden. Het
regime heeft cultuur nodig als menselijk
masker, als gevechtscamouflage. Daarom
had Stalin Sjostakovitsj nodig en Poetin
Georgiëv.
De weg naar het bloedbad in Boetsja
loopt niet via de Russische literatuur,
maar via het publicatieverbod op Dostojevski en Boelgakov, Nabokov en Brodski, Achmatova en Platonov, de executies
van Nikolaj Goemiljov en Isaak Babel, de
tragedies van Marina Tsvetajeva en Perez Markisj, de moord op Osip Mandelstam
en Daniil Charms, via de hetzes tegen
Pasternak en Solzjenitsyn. De weg naar
deze oorlog voert door eeuwen van wanhopig en steeds weer verloren verzet van
de Russische cultuur tegen de misdadige
staatsmacht.
Als we het hebben over de ‘imperialistische’ mentaliteit van de Russen, vergeet
men dat het Russische rijk, in tegenstelling tot het Britse, altijd een slavenrijk
was, waar het Russische volk het meest
moest verduren en lijden. De Engelsen
stellen zich een imperium vast anders
voor. Het Russische rijk bestaat niet voor
de Russen, maar voor zichzelf. Het enige doel van de Russische staat is aan de
macht te blijven. De ‘imperialistische’
mentaliteit van de Russen is van een andere aard.
De meerderheid van de bevolking
leeft mentaal nog in het verleden: men
identificeert zich met de stam en de volledige afhankelijkheid van de roedelleider,
het opperhoofd, de khan of de tsaar. De
moderne mens daarentegen draagt zelf
de verantwoordelijkheid voor morele beslissingen. En als het kwaad uit zijn eigen
land komt, keert hij zich tegen zijn eigen
staat en zijn eigen volk. De meeste Russen
leven echter nog steeds in een tijd waarin hun eigen stam altijd gelijk heeft. De
staatsmacht heeft generaties lang het Russki mir-wereldbeeld in hun hoofd geprent:
het Heilige Vaderland is een eiland omringd door een vijandige oceaan, en alleen
de tsaar in het Kremlin kan dit land en
zijn mensen redden en met ijzeren hand
de orde handhaven in Rusland.
Macht behouden vereist vijanden en
een nooit eindigende oorlog. En soldaten. De woorden van Overwinningsmaarschalk Zjoekov over zware verliezen tijdens de Tweede Wereldoorlog werden
beroemd: ‘Het maakt niet uit, Russische
vrouwen zullen weer soldaten baren’. Slaven worden in soldaten veranderd met een
beproefd middel: patriottisme. Alle dictators wisten de liefde van het volk voor
hun vaderland om te zetten in liefde voor
hun regime. En het werkt. De Russische tv toont dezelfde gruwelijke beelden van
vernietiging en dode kinderen uit Oekraïne als in het Westen, maar de uitleg luidt
dat de steden worden verwoest door het
Oekraïense leger en dat kinderen worden
verkracht en vermoord door de Oekro-nazi’s. Ze zeggen dat het Russische leger in
Oekraïne ons vaderland tegen het NAVO-fascisme verdedigt. De propaganda liegt,
maar de mensen schenken er geloof aan,
omdat de macht altijd gelijk heeft (en de
tv vertegenwoordigt de machthebber in
de woonkamer thuis), en omdat Russen
altijd vechten aan de kant van goed tegen
kwaad.
De beschavingskloof tussen de moderne mensheid en de Russische bevolking
die vastzit in de mentale middeleeuwen
kan alleen door cultuur worden overbrugd. Daarom doet het regime er alles
aan om cultuur te verhinderen.
De eeuwige ‘vervloekte’ vragen uit de
negentiende-eeuwse Russische literatuur
‘Wie is de schuldige? en ‘Wat te doen?’
kwelt slechts een dunne laag: de geschoolde klasse. Door miljoenen ongeletterde
boeren werd de belangrijkste Russische
vraag anders gesteld: ‘Is de tsaar echt of
vals?’ Zoals toen, gebeurt het ook nu. In
Rusland is secundair onderwijs verplicht
sinds het Stalin-tijdperk, en de staatsideologie heeft de literatuur misbruikt om
kinderen ‘patriottisme’ bij te brengen. De
staatsmacht heeft geen behoefte aan mensen die vragen stellen, maar aan gehoorzame ‘patriotten’.
De vraag of de tsaar echt is, kon alleen
worden opgelost door overwinningen.
Stalin, de overwinnaar in de ‘Grote Vaderlandse Oorlog’ was echt, hij wordt tot op
de dag van vandaag vereerd. Gorbatsjov
verloor zowel de oorlog in Afghanistan
als de Koude Oorlog tegen het Westen,
‘Gorbi’ was duidelijk een valse tsaar en
wordt in Rusland afgekeurd en gehaat.
Met de annexatie van de Krim heeft
Poetin zich in de ogen van de bevolking
gelegitimeerd als een echte tsaar. Maar
het uitblijven van een overwinning in de
Oekraïense campagne ondermijnt zijn legitimiteit drastisch. Wanneer het Poetin-regime implodeert, zal er depoetinisatie
komen, maar die zal worden uitgevoerd
door een nieuwe Poetin met een andere
naam.
Dit is geen oorlog tussen Oekraïners
en Russen. Dit is een oorlog tussen mensen die zowel Oekraïens als Russisch
spreken en onmensen die criminele bevelen uitvoeren. In deze oorlog zijn er
geen nationaliteiten – er zijn mensen en
onmensen. Ook in Rusland gaan mensen
de straat op om te protesteren tegen de
oorlog, onmensen slaan ze in elkaar en
arresteren ze.
De Duitse taal behoorde niet toe aan
de nazi’s, Paul Celan schreef zijn gedichten in de taal van de moordenaars van zijn
moeder. Het Russisch is niet van Poetin
en van de oorlogsmisdadigers. Taal blijft
wat het altijd was: een buitenlichamelijk
bestaan van mensen en onmensen.
Slaven baren een dictatuur en een dictatuur baart slaven – er is maar één uitweg
uit deze vicieuze cirkel en die gaat via de
cultuur. Literatuur is een tegengif voor de
‘imperialistische’ denkwijze.
De Russische literatuur is de wereld
nog steeds een geweldige roman verschuldigd. Misschien wordt die geschreven door een jonge man die nu in een
loopgraaf zit en geen idee heeft dat hij de
schrijver ervan is. En hij vraagt zich af:
‘Wat doe ik hier? Waarom heeft mijn regering tegen me gelogen en me verraden?
Waarom moeten we hier doden en sterven? Waarom zijn wij, Russen, fascisten
en moordenaars? Wie is de schuldige?
Wat moeten we doen?’
Ik heb een droom. I have a dream. Als
wijze Joden ’s morgens wakker worden,
danken ze God dat Hij hun hun ziel heeft
teruggegeven. Ik heb ook een droom, ook
al weet ik dat die nooit zal uitkomen. Op
een dag zal mijn land ontwaken, ontzet
door deze nachtmerrie en zeggen: God,
bedankt dat je mijn ziel aan mij hebt teruggegeven!
Vertaling Eveline Citron-Schlatmann