Jenny Stelleman



Biljana Srbljanović’ Belgrado Trilogie




Biljana Srbljanović (1970) is van huis uit theaterwetenschapper, maar ook een succesvolle toneelschrijfster, journalist en blogger. Haar stukken worden over de hele wereld opgevoerd, ook heeft zij veel internationale prijzen gewonnen. In haar eigen land, Servië, is zij een controversiële figuur, die zich altijd zeer kritisch opstelt ten aanzien van de politiek, ook de hedendaagse. (zie TSL nr. 60 voor meer informatie over Srbljanović) Zij debuteerde in 1997 met Belgrado Trilogie, dat gaat over emigranten uit voormalig Joegoslavië, voordat de oorlog uitbrak. Velen wilden toen de mobilisatie ontvluchten, evenals het steeds sterker wordende nationalisme en de chaotische situatie, waarin het steeds moeilijker werd een baan te vinden. Het stuk werd een jaar later opgevoerd in Jugoslovensko Dramsko Pozorište in Belgrado, dit bleef het vaste theater voor al haar volgende stukken. Belgrado Trilogie had veel succes, totdat het toen Milošević aan de macht kwam werd verboden. Niettemin is dit stuk meteen in allerlei talen vertaald, vele malen in het buitenland opgevoerd en maakte de schrijfster meteen naam.

Emigratie is nu een zeer actueel thema, maar hoe was het eigenlijk met de emigranten toen, hoe is het hen vergaan? Welke problemen kwamen zij zo een vijfentwintig jaar geleden tegen? Het aantal emigranten dat naar Nederland kwam was behoorlijk groot, maar min of meer onopgemerkt hebben zij hier hun weg gevonden. Toch ging dat natuurlijk niet zonder slag of stoot.

Srbljanović geeft ons een inkijkje in de diverse diaspora waar de emigranten zich destijds voornamelijk vestigden: Europa, Australië en Amerika. Dit stuk speelt dus op drie verschillende continenten met verschillende tijdzones, en wel in Praag, Sydney en Los Angeles. Deze drie verschillende ruimtes bepalen de drie scènes. Het stuk eindigt met een zeer korte vierde scène, meer een epiloog, die in Belgrado zelf speelt. In de regieaanwijzingen zien we dat de flat waarin de personages zich bewegen, ondanks kleine verschillen in aankleding, eigenlijk steeds dezelfde is, ongeacht de diverse continenten. Hoewel de tijdzones verschillen zijn de personages op hun eigen manier bezig om zich voor te bereiden op Oud en Nieuw. Alle personages zijn van min of meer dezelfde leeftijd en komen met één uitzondering allemaal uit Belgrado. Dit is de stad van intellectuelen en kunstenaars, van de zwarte humor, en hij wordt gekenmerkt door een specifiek heftig taalgebruik dat niet altijd in vertaling te vangen is.

De eerste scène speelt in Praag. Daar wonen de broers Kica en Mica, hun namen verraden al een wat komische en absurdistische inslag. Ook hun complementaire relatie, Kica is dominant en Mica de gehoorzame, bevestigt dit. Kica is een handige jongen, zakelijk, nuchter en hard, Mica is dommer, onhandig en emotioneel. Kica zegt dat dom en emotioneel elkaars synoniem zijn. De reden dat zij in Praag zijn beland, is dat Mica met hulp van zijn oudere broer is gedeserteerd toen hij voor militaire dienst werd opgeroepen. Ze wonen nu twee jaar in Praag en kunnen nauwelijks met hun baantje als dansers in een nachtclub overleven. Daarom heeft Kica twee meisjes uitgenodigd als danspartners, want hij is van plan om op deze specifieke Oudejaarsavond mee te doen aan een mambo danswedstrijd waar ze, als ze winnen, behoorlijk wat geld mee kunnen verdienen.

Kica treft hiervoor voorbereidingen en zoekt de muziek en zijn kostuum alvast uit. Mica komt binnen met kersttakken en gaat de flat met die takken en lampjes een bee tje versieren. Eerst zegt hij dat hij ze van een Tsjech heeft gekocht, daarna blijkt dat hij ze bij ‘een van de ons’ gekocht heeft, en wordt duidelijk dat hij zich niet bekommert om het verschil tussen Kroatisch en Servisch. Kica is boos dat Mica zich heeft laten afzetten en Mica ziet niets in het plan dat Kica heeft gemaakt voor die avond. Maar voordat de meisjes arriveren, komt er een telefoontje uit Belgrado van hun moeder. Kica neemt op en vertelt haar dat het prima gaat ‘met hun bedrijf’, dat ze vanavond Oud en Nieuw met Servische meisjes zullen vieren, et cetera. Maar Mica wil per se de telefoon om te horen hoe het met zijn vriendin, Ana Simović, gaat. Kica geeft hem geen gelegenheid en breekt het gesprek af. Dit zorgt voor ruzie, waarbij Kica duidelijk maakt dat Ana vast al een ander heeft en Mica hierdoor helemaal van slag is. Hij wil terugbellen, maar daar is geen geld voor. Terwijl ze ruziën wordt er aangebeld. Mica heeft weinig vertrouwen in de meisjes, omdat ‘Geen enkele Tsjechische moeder hun dochter aan Serviërs zou toevertrouwen’. Ook verwijst Mica naar de thuissituatie, waar op dezelfde manier geen enkele Servische moeder haar dochter aan een Rus zal toevertrouwen. Een verwijzing naar de discriminatie waarmee zij zowel vroeger als nu in het gastland te maken hebben. Uiteindelijk komt er maar één meisje, Alena die, zoals Kica zegt, helemaal weg is van Mica. Bij de kennismaking blijkt dat beide broers nauwelijks een woord Tsjechisch weten te spreken. Als Mica allerlei zinnen oplepelt uit de eerste les Tsjechisch van een grammaticaboek, zoals bijvoorbeeld ‘De trui ligt op tafel’, is dit een duidelijke verwijzing naar de absurdistische klassieker La leçon van Ionesco. Mica wil Ana niet ontrouw zijn en wijst haar af, maar Alena begrijpt non-verbaal wat hem tegenhoudt en geeft hem haar mobiel, zodat hij nu toch met Belgrado kan bellen. Dan komt hij te weten wat Kica al eerder wist, maar niet durfde te vertellen, namelijk dat Ana een ander heeft, in verwachting is en getrouwd is. Mica is gebroken, in de regieaanwijzing staat dat hij hier nooit meer bovenop komt. Vervolgens herpakt hij zich, richt zich op Alena en danst met haar de mambo.

Deze scène heeft duidelijk absurdistische elementen, ook de mambo-kostuums die de broers aanhebben dragen hiertoe visueel bij, tegelijkertijd, en dit is typisch voor het absurdisme, is de situatie ook diep tragisch. Zij spreken na twee jaar nog steeds de taal niet (terwijl het Tsjechisch toch ook een Slavische taal is), hebben geen vrienden waarmee ze Oud en Nieuw kunnen vieren, hun oude vrienden lijken hen vergeten te zijn en met name Mica is een grote illusie armer na het telefoontje. Wel is de relatie van beide broers gelijkwaardiger geworden. Of deze onthulling hem nu net zo hard als Kica maakt, of dat dit misschien de weg vrijmaakt om zich echt op een nieuw leven, eventueel met Alena, in Praag te richten, blijft onuitgesproken. Hoewel het vieren van Oud en Nieuw een controle van de tijd noodzakelijk maakt, blijkt steeds weer dat hun horloges stilstaan en ze de precieze tijd niet weten.

In de tweede scène zien we hoe twee bevriende stellen hun Oudejaarsavond doorbrengen. De ruimte is nu wat opgeluisterd door een opgetuigde kerstboom en een mooi gedekte tafel voor het avondeten. In het begin treffen Sanja en Miloš voorbereidingen voor het eten, maar hun baby huilt zo verschrikkelijk dat ze nergens echt aan toe komen. Zij verwachten Kaca en Dule om de avond mee door te brengen. Het is duidelijk dat we ons nu in een meer intellectueel gezelschap bevinden. Dule en Miloš waren al in Belgrado studievrienden, de eerste studeerde kunstgeschiedenis, de laatste sociologie. Miloš werkt nu dag en nacht onder zijn niveau op een reisbureau. Dule werkt in een antiekwinkel. Kaca heeft journalistiek gestudeerd, maar heeft geen baan omdat zij niet onder haar niveau wil werken. Sanja is thuis met de baby en heeft ook geen baan. De vrouwen zijn dus sterk afhankelijk van hun mannen.

De spanning tussen Sanja en Miloš is groot, met name Sanja provoceert deze avond steeds meer. Het blèrende kind werkt hun allebei op de zenuwen. De baby wordt door Sanja Johnny genoemd, misschien vanuit de wens dat hij met deze naam later makkelijker kan integreren, maar de anderen noemen hem Nikolaš. Als de gasten komen wordt de spanning niet minder. De vrouwen kunnen niet goed met elkaar opschieten en laten dat merken.

Het blijkt dat beide stellen om heel andere redenen uit Belgrado vertrokken zijn dan Kica en Mica, die zij van vroeger kennen. Ook blijkt dat zij Ana Simović kennen, die nu bij de televisie werkt, zo heeft Dule uit een telefoongesprek met zijn moeder vernomen. Miloš was vroeger een rokkenjager en is gestrikt door Sanja. Het wordt duidelijk dat deze ‘verloren’ generatie weinig kansen had op een baan in Belgrado. Het was Sanja die naar het buitenland wilde omdat daar volgens haar kansen lagen, bovendien was ze intussen zwanger geworden. Haar vader heeft de reis betaald. Sanja is duidelijk geïsoleerd en gedesillusioneerd geraakt, Miloš probeert er het beste van te maken. Dule en Kaca zijn meer door de slechte woon- en leefsituatie uit Belgrado weggegaan. Zij woonden bij een oma in huis in de kleinste kamer. Wie hier het initiatief nam om weg te gaan, is onduidelijk.

Ook in deze scène spelen geheimen een rol. Zo blijken Kaca en Miloš een seksuele relatie te hebben die al langer gaande is. Op deze Oudejaarsavond verleidt Kaca Miloš om met haar te vrijen, terwijl de andere twee zich om de baby in de kamer ernaast bekommeren. Miloš is bang dat het uitkomt dat ze een relatie hebben, maar laat zich toch verleiden. Maar ook deze relatie lijkt onder spanning te staan.

Het grootste geheim wordt echter pas tegen het einde onthuld. Dule vertelt zijn beste vriend Miloš dat hij tijdens de reis naar het nieuwe gastland zo’n angst voor al het onbekende heeft gekregen, dat hij in zijn broek poepte. Sinds die tijd voelt hij niets meer en is hij volledig impotent geworden. Waarschijnlijk is hij hierdoor ook aan de drank geraakt. Als Kaca binnenkomt en dit hoort, probeert ze hem te stoppen, tenslotte is dit een intiem verhaal, maar hij gaat door. Het blijkt dat hij weet dat Kaca en Miloš een relatie hebben en hij geeft als het ware zijn zegen: ‘Daarom neuk haar maar, mijn vriend, beter dat jij het doet dan iemand anders, beter mijn vriend als ik het niet kan!!!’. Ook Sanja is inmiddels binnengekomen en hoort dit. Het is onduidelijk of ze dit al wist of dat zij het ook voor het eerst hoort. In ieder geval ‘redt’ zij de situatie door iedereen een concrete taak voor het eten te geven. De scène eindigt zoals in het begin, met een krijsende baby.

Net als in de eerste scène wordt hier een onthulling gedaan, die enerzijds de situatie zoals die is verklaart, en aan de andere kant compliceert. Ook hier is de onthulling ambigu: misschien geldt hier hetzelfde als bij Mica en kunnen ze, nu alles open is, straks beter op de actuele situatie in hun gastland inspelen?

Deze scène lijkt meer op een familiedrama à la Ibsen. Alle personages geven anderen de schuld van hun emigratie, de oma van Dule, de ouders van Kaca, et cetera. Zij nemen geen eigen verantwoordelijkheid, maken de actuele situatie mooier dan die in werkelijkheid is, ook zijn zij nog zeer georiënteerd op Belgrado en stellen zich voor hoe daar Oud en Nieuw gevierd wordt, en ook hier werken de horloges niet.

In de derde scène wordt dit patroon van onthullingen van geheimen doorbroken. Hier hebben we te maken met een groot Oud-en-Nieuw-feest op het strand van Los Angeles dat zich off stage afspeelt. De setting doet wat rijker aan dan in de vorige scènes. Op het toneel is opnieuw een kamer waarin de personages zich bevinden en waar af en toe de deur opengaat en luid en heftig Servische turbofolk klinkt. Mara en Jovan maken hier kennis met elkaar, zij herkennen elkaar niet als landgenoten en spreken aanvankelijk Engels.

Hier gaat het meer om het artistieke milieu met Mara als pianiste en Jovan als acteur. Maar beiden hadden heel andere beweegredenen om te emigreren. Mara is pas een halfjaar in Amerika. Zij heeft in een loterij waarvoor haar vriendin, Ana Simović, haar had opgegeven, een green card gewonnen. Ze heeft van die kaart gebruikgemaakt, omdat ze dacht dat ze zich anders haar hele leven zou verwijten dat ze de kans niet gegrepen had. Maar net als de andere personages in de vorige scène neemt ze niet haar eigen verantwoordelijkheid voor haar beslissing om ervan gebruik te maken, maar is ze kwaad op Ana, die haar hiertoe heeft aangezet, zoals ze zelf zegt, en heeft de relatie met haar verbroken. Zij werkt nu als serveerster.

Jovan blijkt al drie jaar in Amerika te zijn en woont nu in Hollywood. Hij speelde als acteur in Joegoslavië in een paar reclamespotjes, maar verdient hier zijn brood als verhuizer. Voor hem was het groeiende nationalisme een reden om weg te gaan. Toen hij ooit in een provinciestad in een Kroatisch stuk speelde, jouwde het jonge Servische publiek dat uit middelbare scholieren bestond de spelers uit. De docenten grepen niet in en dat was voor hem het moment om te emigreren.

Mara en Jovan ontmoeten elkaar voor het eerst in deze kamer, delen samen over en weer een marihuanapijpje en vertellen elkaar over hun achtergrond. Jovan, wiens visum bijna afloopt, stelt voor met elkaar te trouwen en zo samen een bestaan in Amerika op te bouwen (Mara heeft tenslotte een green card). Mara wijst dit voorstel niet expliciet af, ze raken een beetje verliefd en kussen elkaar. En dan komt het derde personage binnen, de jonge Daca, die er tiptop uitziet en helemaal ondergedompeld is in de muziek en het feestgedruis. Mara en Jovan, die een beetje stoned zijn geworden, hebben geen idee hoe ze hem moeten plaatsen en denken dat hij speciaal voor Oud en Nieuw naar LA is gekomen en maken hem een beetje belachelijk. Maar Daca is een ‘dizelaš’ en behoort tot een gang die in het criminele circuit opereert. (De naam stamt van het kledingmerk Diesel). Hij is pas achttien en, zo blijkt, een emigrant van de tweede generatie, geboren in Amerika en woonachtig in Arizona. Hij is een echte macho en is meteen beledigd dat zij hem niet als zodanig herkennen. Om indruk te maken haalt hij zijn pistool tevoorschijn en laat zich nog meer gelden door Mara te slaan. Hij zegt Mara te zullen verkrachten, en wil dat Jovan luid en duidelijk zijn goedkeuring geeft om toe te kijken. Er ontstaat een afschuwelijke situatie, die Mara noch Jovan kunnen keren: Daca is hen de baas. Als Jovan eindelijk zegt wat Daca wil, is Daca tevreden en is dit macabere spel afgelopen. Daca legt het pistool op tafel, maar dat gaat onverwacht af en Jovan wordt dodelijk getroffen.

Deze scène is misschien wel de heftigste in vergelijking met de twee vorige scènes. Hier wordt duidelijk dat het nationalisme nooit ophoudt. Daca is misschien nog wel nationalistischer dan de Serviërs zelf, juist omdat hij niet meer in Servië woont. Jovan, die precies om deze reden vertrokken is, wordt nu zijn dodelijke slachtoffer. Ook hier zien we dat de personages niet de tijd weten en dat ook zij herinneringen uit Belgrado ophalen.

In de laatste, ultrakorte vierde scène, die als het ware als een epiloog buiten de echte trilogie valt, zien we eindelijk Ana Simović die alle personages kenden. Zij was ooit de vriendin van Mica, het buurmeisje van Kaca en de vriendin van Mara. We weten dat zij in de tussentijd met iemand anders getrouwd, zwanger is en dat zij bij de televisie werkt, iets wat de jaloezie van Kaca opwekte. In deze scène krijgen we haar eindelijk te zien, zij zit hoogzwanger alleen aan tafel. Off stage zijn stemmen hoorbaar. Als een mannenstem haar roept en zegt dat het bijna twaalf uur is, en men aan het aftellen is en ‘Gelukkig Nieuwjaar’ wordt geroepen, reageert zij niet en laat het hoofd hangen.

Deze laatste scène, met maar één personage dat geen woord zegt, is sterk en veelzeggend. Ook de mensen die zijn achtergebleven missen de oude situatie en hun vrienden en zijn beslist niet beter af dan zij die emigreerden.

Hoe verschillend de personages ook zijn, allemaal zijn ze nog steeds sterk op Belgrado georiënteerd, hebben ze slechtbetaalde baantjes, waarmee ze amper het hoofd boven water kunnen houden en hebben zich duidelijk nog niet echt aangepast aan hun nieuwe gastland. Degenen die daar eventueel een poging toe doen zijn Kica en Mica, maar de anderen blijven Oud en Nieuw vieren in en met de eigen Servische kring. Er valt een soort chronologie in het stuk te ontdekken, zo speelt de eerste scène eerder op de avond, de tweede iets later en de derde weer iets later, het echte aftellen begint pas in de laatste scène. Ook zien we dat niemand exact de tijd weet, terwijl dit op een Oudejaarsavond niet onbelangrijk is. Ze hebben allemaal horloges die het niet doen. Misschien om te benadrukken dat zij niet alleen nu maar ook feitelijk niet in de reële tijd leven, maar nog steeds in een soort vacuüm, omdat niet alleen het thuisfront in de ruimte Belgrado, maar ook het verleden in Belgrado hen in het actuele hier en nu nog steeds zeer bezighoudt. Dit achterom kijken als ook het niet nemen van echte verantwoordelijkheid voor hun keuze om te vertrekken, komt een echte assimilatie in hun gastland duidelijk niet ten goede.

Srbljanović laat de problemen zien waarmee elke emigrant te maken heeft, maar ze toont vooral datgene wat zij als de valkuilen van de emigrant zelf ziet. Want veel problemen die hij of zij tegenkomt in het gastland zijn mede het gevolg van onvoldoende zelfreflectie, de schijnrealiteit die zij in hun nieuwe leven creëren, en het onontkoombare valse opgepoetste beeld van de oude wereld (Belgrado) die zij hebben achtergelaten. Het gaat hier niet om de onvolkomenheden en de veelsoortige problemen van en met het gastland, maar veel meer om de menselijke natuur van de emigranten zelf, waardoor het stuk een zeer universele uitstraling krijgt.

Het harde en niet geromantiseerde beeld van het emigrantenleven is daarom heftig, soms choquerend, maar ook ontroerend, tegelijkertijd is het absurdistisch, komisch, maar ook diep tragisch. Het stuk roept compassie op met de emigrant als zodanig, waar deze ook vandaan komt en verdient het het om juist nu opnieuw opgevoerd te worden.

‘Het Slavisch toneel’ bracht het stuk (in de vertaling van Natka Pupovac) ten tonele op 10, 11 en 12 november 2017 in het Amsterdamse Universiteitstheater.






<

TSL 77