Vera Pavlova, Een flinke teug van rook en regen.
Vertaling Nina Targan Mouravi. Hoogland & Van
Klaveren, z.p. 2010. 80 blz.
De gedichten van Vera Pavlova die Mouravi
heeft vertaald zijn naar mijn smaak bijna allemaal
goed gelukt. Ik zeg dat niet alleen als lezer en beoordelaar,
maar ook als collegavertaler, want ik
heb, nog voordat Mouravi’s boek uitkwam, een
aantal van Pavlova’s gedichten vertaald voor het
tijdschrift Armada. Wijselijk koos ik uit Pavlova’s
inmiddels redelijk omvangrijke oeuvre – enkele
duizenden, voornamelijk korte, gedichten – niet de
moeilijkste uit, maar Mouravi lijkt ook voor de lastiger
gedichten haar hand niet om te draaien.
Het truitje kan het niet verbergen,
mijn eerste maatje A-behaatje,
terwijl ik, wandelend op straat,
het draag, en alle mensen kijken
en zien het duidelijk, ondanks
dat ik mijn schouders krom, mijn armen
gekruist heb. Ademen gaat lastig:
de ademhaling is bekneld
door het cadeau dat mama gister
mij gaf, terloops, alsof het niks was.
Het ritme van het origineel is perfect gehandhaafd,
‘mijn eerste maatje A-behaatje’ is aardiger dan het
origineel (‘moj pervy liftsjik nomer pervy’) en het
eindrijm in de slotregels is heel goed gevonden.
Chapeau!
Het geciteerde gedicht toont het een en ander
van Pavlova’s stijl, toon en thematiek. Ze is
vaak ironisch, houdt van korte, aforismeachtige
gedichten en is zeer gericht op het lichamelijke.
Alle facetten van liefde, seks en overspel – zelf is
Pavlova bezig aan haar derde huwelijk – komen
in haar poëzie aan de orde en ze neemt daarbij bepaald
geen blad voor de mond. Dat is opmerkelijk
in de Russische literatuur, waar zelfs tijdens de
Sovjetperiode, met haar bepaald niet preutse werkelijkheid,
elke nadere aanduiding van het seksuele
zorgvuldig werd vermeden. Na de perestrojka zijn
de tijden ook wat dit betreft duidelijk veranderd:
het verdwijnen van de censuur heeft alle taboes in
sexualibus uit de weg geruimd.
Pavlova is inmiddels zo’n twintig jaar als dichteres
actief en heeft zich een grote populariteit verworven.
Er zijn natuurlijk de onvermijdelijke negatieve
geluiden (‘gynaecologische poëzie’ mort een
van haar critici), maar haar dichtbundels verschijnen
in grote oplagen, ze treedt regelmatig op en
publiceert geregeld in de belangrijke literaire tijdschriften.
Opgeleid als musicologe besteedt ze ook
duidelijk aandacht aan de klank van haar gedichten,
die vaak verrassend goed harmonieert met zowel
de scherpe, laconieke observaties als de emotionele
beschrijvingen van liefde en seks.
Zo weinig – om me aan jou vast te hechten –
uitstulpingen en groeven, slechts een paar.
Twee knieën slechts, twee ellebogen slechts om
jou te omklemmen. Onverzadigbaar
is deze drang om me op jou te storten,
als een lawine, huid en bloed en al,
de ruggengraten met elkaar als wortels
verstrengeld – kijk, geen bed is ons te smal –
de darmen en de hersenen versmolten…
Een fout van de stompzinnige natuur:
ik moet volstaan met slechts die ene holte
voor jouw pretentieloze armatuur.
In Een flinke teug van rook en regen zijn tweeëndertig
van Pavlova’s gedichten bijeengebracht: een
mooie keuze uit haar werk met zowel de originele
Russische teksten als de vertaling. Een geslaagde
uitgave.
Willem G. Weststeijn