Vladimir Solovjov

Uit het ontboezemingen-album van T.L. Soechotina1



1. Uw voornaamste karaktertrek?
Koppigheid en inschikkelijkheid

2. Welk doel streeft u na in het leven?
Zeg ik niet.

3. Waarin bestaat het geluk?
In het geloof in de liefde.

4. Waarin bestaat het ongeluk?
In naast de heer Astafjev2 zitten.

5. Het gelukkigste moment in uw leven?
Ik hoop dat het nog komt, maar het kan zijn dat ik eraan voorbijgegaan ben.


6. Het zwaarste moment in uw leven?
De ontmoeting met de heer Astafjev.

7. Wat of wie zou graag willen zijn?
Mijzelf, binnenstebuiten gekeerd.

8. Waar zou u graag willen wonen?
In Rusland en in Egypte.

9. Tot welk volk zou u graag willen behoren?
Tot het Russische volk, vooralsnog.

10. Uw favoriete bezigheid?
Schrijven, wanneer het vanzelf gaat, en luisteren naar verstandige mensen.

11. Uw favoriete genoegen?
(geen antwoord)

12. Uw voornaamste gewoonte?
In de zon kijken om te niezen.

13. Zou u graag lang willen leven?
Maakt me niet uit.

14. Welke dood zou u willen sterven?
Een christelijke dood.

15. Voor wie voelt u het meest erbarmen?
Voor verlaten vrouwen.

16. Welke deugd acht u het hoogst?
Waarachtigheid.

17. Welke ondeugd veracht u het meest?
Dronkenschap.

18.Wat waardeert u het meest in een man?
Standvastigheid.

19. Wat waardeert u het meest in een vrouw?
Hartelijkheid.

20. Uw mening over de hedendaagse jonge mannen?
Ze lijden aan hondse ouderdom.

21. Uw mening over de hedendaagse jonge vrouwen?
Ken ik te weinig.

22. Gelooft u in liefde op het eerste gezicht?
Ja.

23. Kan men meerdere keren in het leven liefhebben?
Als het echt is, is dit niet mogelijk.

24. Bent u verliefd geweest en zo ja hoeveel keer?
Een keer serieus, en zo maar – 27 keer.

25. Uw mening over het vrouwenvraagstuk?
IJdele zaak.

26. Uw mening over het huwelijk en het gehuwde leven?
Abusus non tollit usum. (Misbruik heft goed gebruik niet op.)

27. Op welke leeftijd hoort men te trouwen?
Wat heeft leeftijd daar nou mee te maken?

28. Wat is beter: liefhebben of liefgehad worden?
Op vragen 28-31: Ik heb niet bij de lichte cavalerie gediend.

29. Zich onderwerpen aan iemand of dat iemand zich aan u onderwerpt?

30. Eeuwig verdenken of vaak bedriegen?

31. Verlangen en niet krijgen of bezitten en verliezen?



De onbevlekte ontvangenis van Murillo

32. Voor welke historische gebeurtenis heeft u de meest sympathie?
Het einde van de expeditie van Asjinov.3

33. Uw lievelingsprozaschrijver?
Hoffmann.

34. Uw lievelingsdichter?
Poesjkin en Mickiewicz.

35. Uw favoriete romanheld?
Archivarius Salander.4

36. Uw favoriete romanheldin?
De gouden slang.5

37. Uw favoriete gedicht?
Opdracht bij ‘Poltava’ en de proloog van Konrad Wallenrod
.6

38. Uw favoriete kunstenaar?
Murillo.

39. Uw favoriete schilderij?
De onbevlekte ontvangenis van Murillo

40. Uw favoriete componist?
Mozart en Glinka.

41. Uw favoriete muziekstuk?
Don Juan en Roeslan en Ljoedmila.

42. Hoe is uw gemoedstoestandstemming op dit moment?
Welwillend.

43. Uw favoriete gezegde?
Sollogoeb heeft hem van mij gestolen.7

44. Uw favoriete spreekwoord?
Je kunt de pot op (Natsjichat na golovoe).

45. Dient men altijd oprecht te zijn?
In geen geval dien je pedant te zijn.

46. Hebt u de vragen oprecht beantwoord?
Volstrekt.

47. Kunt u de meest opvallende gebeurtenis in uw leven vertellen?
Ik verwacht hem in de toekomst.


(circa 1890)

Vertaling Evert van der Zweerde






1 Gepublicerd in Solovjovs brievenbundel (Pisma Vladimira Sergejevitsja Solovjova, Sankt-Peterburg 1923), vol. 4, pp. 238-239. De onderstaande voetnoeten zijn ontleend aan deze uitgave. Tatjana Lvovna Soechotina-Tolstaja (1864-1950) was een dochter van Lev Tolstoj.
2 Pjotr Jevgenjevitsj Astafjev (1846-1893), filosoof, psycholoog, publicist, diende in Moskou als censor, filosofieleraar aan het Demidov-lyceum.
3 N.A. Asjinov was een Russische reiziger en avonturier, die deelnam aan de expeditie in Abyssinië de jaren rond 1880.
4 Een hoofdpersoon in De gouden vaas van E.T.A. Hoffmann (1776-1822).
5 Idem.
6 Titels van gedichten van respectievelijk Aleksander Poesjkin en Adam Mickiewicz.
7 Op een voorafgaande pagina van hetzelfde album schreef graaf Sollogoeb de volgende spreuk op als antwoord op de 43e vraag: ‘Zo God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?’





<   

TSL 46

   >