Václav Havel




Protest



Eenakter 1978


Personen: Staněk en Vaněk
Plaats van handeling: studeerkamer van Staněk


Het toneel stelt de studeerkamer van Staněk voor. Links staat een fors bureau, waarop zich een schrijfmachine, een telefoon, een bril en een grote hoeveelheid boeken en papier bevinden. Daarachter is een groot raam met uitzicht op de tuin. Rechts staan twee gerieflijke leunstoelen bij een klein tafeltje. De gehele achterwand gaat schuil achter grote boekenkasten, waarin een bar is ingebouwd; op een van de planken staat een bandrecorder. Rechtsachter is een deur en aan de rechtermuur hangt een groot surrealistisch schilderij. Als het doek opgaat, staan Staněk en Vaněk op het toneel. Staněk staat achter zijn bureau en met ontroering kijkt hij naar Vaněk die – op zijn sokken en met een aktetas in zijn hand – bij de deur staat en ongemakkelijk naar Staněk kijkt. Korte gespannen pauze. Hierna loopt Staněk plotseling opgewonden op Vaněk af, pakt hem met beide handen bij de schouders, schudt hem vriendschappelijk heen en weer en roept:



staněk

vaněk
staněk
vaněk
staněk

vaněk
staněk

vaněk
staněk

vaněk
staněk
vaněk
staněk


vaněk
staněk


vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk


vaněk
staněk



Vaněk, jongen! Vaněk lacht ongemakkelijk. Staněk laat hem los en beheerst zijn opwinding. Heb je lang lopen zoeken?
Nee, nee…
Ik was je vergeten te zeggen dat je het ziet aan de bloeiende magnolia’s. Zijn mooi, hè?
Ja...
In nog geen drie jaar tijd is het me gelukt dat ze twee keer zoveel bloemen hebben als bij de vorige eigenaar. Heb jij op je buitenhuisje ook magnolia’s?
Nee...
Moet je doen! Ik zal twee uitstekende struikjes voor je op de kop tikken en ze persoonlijk voor je in de grond zetten! Loopt naar de bar en maakt hem open. Cognacje?
Liever niet…
Symbolisch slokje dan… Staněk schenkt twee glaasjes cognac in; één geeft hij aan Vaněk, het tweede neemt hij zelf; hij heft het glas om te toosten. Op ons weerzien!
Proost… Beiden nemen een slok; Vaněk maakt een kleine schokkende beweging.
Ik was al bang dat je niet meer zou komen…
Hoezo?
Dat weet je, alles zit tegenwoordig zo vreemd in elkaar… Wijst op de leunstoel. Ga zitten alsjeblieft... Vaněk neemt plaats in de leunstoel en legt zijn aktetas op zijn knieën. Weet je dat je in al die jaren niet eens zo erg veel veranderd bent?
Jij ook niet…
Ik? Alsjeblieft zeg... de vijftig ben ik al voorbij… mijn haren worden grijs… van tijd tot tijd ben je ziek… Het is niet meer wat het geweest is. En de tijd waarin we leven draagt nu ook niet bepaald bij tot je gezondheid. Wanneer hebben we elkaar eigenlijk voor het laatst gezien?
Weet ik niet...
Was het niet bij je laatste première?
Dat kan, ja...
Dat kan toch niet waar zijn?! Toen hebben we nog een beetje ruziegemaakt...
O ja?
Je verweet me dat ik illusies had en te optimistisch was… sinds die tijd heb ik je al meer dan eens achteraf gelijk moeten geven! Toen geloofde ik nog dat ik iets van de idealen uit mijn jeugd kon bewaren en jou hield ik toen voor een onverbeterlijke zuurpruim…
Ik ben helemaal geen zuurpruim…
Zie eens hoe alles veranderd is!

Korte pauze.

staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk



vaněk
staněk


vaněk
staněk






vaněk

staněk
vaněk
staněk
vaněk

Ben je alleen?
Hoezo, alleen?
Of ze je…
Niet volgen?
Niet dat het me iets kan schelen, per slot van rekening heb ik je zelf gebeld…
Ik heb niets gemerkt…
Trouwens, als je iemand van je af wilt schudden, weet je waar dat ’t beste gaat?
Nou?
In een warenhuis. Je mengt je onder de menigte, op een onbewaakt ogenblik ga je naar de wc en daar blijf je zo’n uur of twee zitten wachten. Dan denken ze dat je via een andere ingang naar buiten bent gegaan en dan geven ze het op. Probeer het maar eens... Staněk loopt naar de bar, haalt een schaaltje met zoutjes tevoorschijn en zet het voor Vaněk neer.
Het is lekker rustig hier…
Daarom zijn we ook hierheen verhuisd. Bij dat station… daar kon je gewoon niet schrijven. Drie jaar geleden hebben we het geruild. Maar die tuin betekent voor mij nog het meest. Je moet straks maar even met me meegaan, dan zal ik je hem met trots laten zien.
Onderhou je hem zelf?
Dat is tegenwoordig mijn grootste, persoonlijke hartstocht. Ik ben er zowat elke dag mee bezig. Ik heb net de abrikozen veredeld, ik heb een eigen methode ontwikkeld, gebaseerd op een combinatie van natuurlijke mest en kunstmest, en op een speciale manier van enten zonder was te gebruiken. Je zou niet geloven wat dat voor resultaat oplevert. Ik haal straks wel een paar van die enten voor je… Staněk loopt naar zijn bureau, haalt uit een lade een pakje buitenlandse sigaretten, lucifers en een asbak en dit alles legt hij bij Vaněk op het tafeltje. Ferdinand, steek ’s op, ga je gang!
Bedankt… Vaněk neemt een sigaret en steekt hem aan; Staněk gaat in de andere leunstoel zitten en beiden drinken.
Nou, vertel eens, hoe gaat het?
Gaat wel, bedankt…
Laten ze je tenminste een beetje met rust?
Hangt ervan af…

Korte pauze.

staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk

vaněk
staněk

vaněk



staněk





vaněk
staněk
vaněk

staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk

En daar?
Waar?
Kan een mens van onze soort het daar eigenlijk wel uithouden?
In de gevangenis, bedoel je? Wat moet je anders?
Als ik me ’t goed herinner, had je daar last van aambeien. Dat moet verschrikkelijk geweest zijn, bij die hygiëne daar…
vaněk Ze hebben me zetpillen gegeven…
staněk Je had geopereerd moeten worden. Ik heb een vriendje, dat is onze grootste specialist voor aambeien. Die doet werkelijk wonderen. Dat regel ik wel voor je…
vaněk Bedankt…

Korte pauze.

Weet je, soms lijkt het met of het alleen nog maar een mooie droom geweest is – al die interessante premières, vernissages, lezingen, al die verschillende ontmoetingen en eindeloze debatten over kunst. De energie, hoop, plannen, acties, ideeën! Die restaurants vol vrienden, ruige feestjes en ’s ochtends kabaal schoppen als kwajongens, de leuke meiden die om ons heen zwierden… En dan het werk dat we bij dat alles nog wisten te doen! Dat komt nooit meer terug. Hij merkt dat Vaněk op sokken loopt. Jeetje, je hebt je schoenen toch niet uitgedaan?
Hm…
Dat hoefde helemaal niet.
’t Is goed zo…
Pauze, beiden nemen een slok.
Hebben ze je geslagen?
Nee…
Slaan ze wel?
Soms, maar politieke gevangenen niet…
Ik heb veel aan je gedacht…
Bedankt…

Korte pauze.

staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk



vaněk
staněk



vaněk
staněk
vaněk
staněk




vaněk
staněk


vaněk
staněk
vaněk

Maar, eh… dat hadden we toch nooit kunnen denken.
Wat?
Waar het allemaal toe zou leiden. Zelfs jij vermoedde dat toen niet.
Hm...
Het is walgelijk, walgelijk! Het schuim regeert het volk en het volk? Is het eigenlijk nog wel hetzelfde volk dat zich een paar jaar geleden zo fantastisch heeft gedragen? Die afschuwelijke hielenlikkerij! Overal, je ziet alleen nog maar egoïsme, corruptie en angst! Wat hebben ze met ons gedaan? Zijn we eigenlijk nog wel dezelfden?
Zo zwart zou ik het niet willen zien...
Sorry Ferdinand, jij verkeert niet in een normale omgeving… jij komt alleen in contact met mensen die zich tegen dit alles weten te verzetten... jullie spreken elkaar moed in, maar je moest eens weten waar ik in moet leven! Wees blij dat je daar niets mee te maken hebt. Je wordt er misselijk van!
Je bedoelt… de televisie?
Televisie, film, van alles...
Maar laatst hebben ze toch iets van jou laten zien op de televisie?
Je hebt er geen idee van wat dat voor martelgang was. Meer dan een jaar hebben ze het opgehouden, een paar keer hebben ze het omgewerkt, het hele begin en het slot hebben ze veranderd… het is ongelofelijk aan wat voor kleinigheden ze zich al stoorden. Steriliteit en intriges, intriges en steriliteit. Ik heb me al verschillende keren afgevraagd of het niet beter was overal maar maling aan te hebben... ergens weg te kruipen en abrikozen te kweken…
Ik begrijp het...
Alleen vraag je je steeds weer af of je wel het recht hebt om zo op de vlucht te slaan. Ook al kan je vandaag de dag nog maar weinig doen, toch kan je een ander nog wel iets meegeven, hem een beetje sterken en opbeuren… staat op. Ik haal even een paar pantoffels voor je…
Maak je geen zorgen...
Hoef je ze echt niet?
Echt niet…
Staněk gaat weer zitten, beiden nemen een slok.

havelcel

staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk

vaněk
staněk

vaněk
staněk

vaněk
staněk

vaněk
staněk







vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk



vaněk
staněk


vaněk

En verdovende middelen? Hebben ze je die gegeven?
Nee…
Geen enkele verdachte injectie?
Alleen met vitaminen…
In het eten zal wel iets gezeten hebben…
Op z’n hoogst broom tegen de seks…
Maar ongetwijfeld hebben ze je proberen te breken…
Nou ja…
Als je er niet over wilt praten, het hoeft niet per se…
In zekere zin is het natuurlijk het doel van het voorarrest om iemand klein te krijgen…
En hem te dwingen dat hij een verklaring aflegt…
Hm...
Als ze mij eens zouden oproepen voor een verhoor, wat me toch vroeg of laat te wachten staat, weet je wat ik dan doe?
Nou?
Gewoon niets zeggen. Ik praat gewoon niet met ze. Want dat is het beste, dan weet je tenminste dat je niet iets zegt wat niet nodig is...
Hm…
Maar je moet toch ontzettend sterke zenuwen hebben om het te blijven volhouden en te blijven doen wat jullie aan het doen zijn…
Wat bedoel je?
Nou, al die protesten, petities, brieven… de strijd voor mensenrechten, gewoon alles waar jij en je vrienden zo mee bezig zijn…
Zoveel doe ik nou ook weer niet…
Wees niet zo bescheiden, Ferdinand, ik volg alles. Als iedereen zou doen wat jij doet, dan zou de situatie er heel anders uitzien. Het is ontzettend belangrijk dat er tenminste een paar mensen zijn die niet bang zijn hardop de waarheid te zeggen, zich voor anderen in te zetten, de zaken bij hun ware naam te noemen. Het klinkt misschien een beetje pathetisch, maar ik vind dat je met je vrienden een schier bovenmenselijke taak op je genomen hebt, namelijk om de restanten van het morele bewustzijn door dit moeras van alledag heen te slepen… Het is weliswaar een dun, slap draadje dat jullie spinnen, maar juist daaraan hangt misschien wel de hoop op een moreel reveil van ons volk…
Je overdrijft…
Zo zie ik het tenminste…
Die hoop leeft toch bij alle fatsoenlijke mensen…
Maar hoeveel zijn het er? Hoeveel?
Genoeg…
Goed, maar jullie vallen het meest op...
Hebben we het niet juist dáárom gemakkelijker?
Dat zou ik niet zeggen. Hoe meer jullie opvallen, hoe groter jullie verantwoordelijkheid is tegenover al degenen die over jullie weten, die jullie geloven, op jullie vertrouwen en zich aan jullie vastklampen als aan mensen die zo’n beetje ook hún eer bewaren… staat op. Ik haal snel even die pantoffels…
Is echt niet nodig…
Ik krijg zelf koude voeten als ik naar je kijk… Staněk verlaat de kamer en keert onmiddellijk terug met een stel pantoffels, hij bukt zich naar Vaněk en voordat deze het kan voorkomen, doet hij hem de pantoffels aan.
ongemakkelijk. Dank je…

staněk

vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk



vaněk
staněk





vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk

vaněk
staněk
vaněk
staněk



vaněk
staněk
vaněk

staněk
vaněk
staněk





vaněk
staněk

vaněk
staněk


vaněk
staněk

vaněk
staněk
vaněk
staněk

vaněk
staněk


vaněk
staněk

Alsjeblieft nou, Ferdinand... Staněk loopt naar de bar, pakt de cognac en wil Vaněk bijschenken.
Voor mij niet meer, bedankt…
Waarom niet?
Ik voel me niet helemaal in orde…
Je bent het daar ontwend, hè?
Dat ook, maar voornamelijk… gisteren was ik... toevallige omstandigheden...
Begrijp het al, feestje gehad. Luister, ken je dat nieuwe restaurant ‘De Hond’?
Nee...
De wijn betrekken ze daar rechtstreeks van wijnkelders, het is niet duur ook, niet vol en de sfeer is er werkelijk fantastisch dankzij een paar fatsoenlijke kunstenaars die ze er wonder boven wonder het interieur hebben laten ontwerpen. Ik kan het je warm aanbevelen… Waar ben jij geweest??
We zijn een beetje wezen stappen met mijn vriend Landovský…
Dan snap ik ook dat het niet zo goed is afgelopen... Het is een uitstekende acteur, maar zodra hij begint te drinken, dan is hij niet te stoppen… Eén glaasje gaat er nog wel in… Staněk schenkt Vaněk en zichzelf in, zet de fles terug in de bar en gaat weer in zijn leunstoel zitten.

Korte pauze.

En verder? Schrijf je nog?
Ik probeer het…
Een toneelstuk?
Een eenakter…
Weer zoiets autobiografisch?
Zoiets, ja…
Mijn vrouw en ik hebben pas dat geval over die brouwerij gelezen, Audiëntie, we hebben erg genoten...
Vind ik fijn...
Jammer genoeg hadden we een erg slechte kopie…
Spijt me...
Het is echt een briljant werkje. Alleen het slot was me een beetje onduidelijk, ik
zou daar toch een iets eenduidiger pointe van hebben gemaakt… kan je best…
Pauze, beiden nemen een slok, er gaat een schok door Vaněk heen. En verder?
Hoe gaat het met Pavel? Zie je hem vaak?
Ja...
Schrijft hij?
Hij is bijna klaar met een eenakter… die moet samen met de mijne gespeeld
worden...
Werken jullie soms ook als auteurs al samen?
Een beetje...
Eerlijk gezegd, Ferdinand, begrijp ik dat bondgenootschap van jou met hem
niet zo goed... Leg je jezelf niet wat te veel dwang op? Want die Pavel, ik weet het niet hoor, maar denk alleen maar eens terug aan hoe hij begonnen is! We behoren tot dezelfde generatie, we hebben zogezegd een gelijke ontwikkeling doorgemaakt, maar ik moet je bekennen dat wat hij gedaan heeft, ik ook wel een beetje te gortig vond. Maar ja, het is per slot van rekening jouw vriend en je zal zelf wel het best weten wat je doet…
Ja…
Pauze; ze nemen beiden een slok, er gaat een schok door Vaněk heen. Houdt je vrouw van gladiolen?
Weet ik niet, waarschijnlijk wel...
Je zal niet snel ergens zo’n grote keus zien als bij mij. Ik heb hier tweeëndertig kleurschakeringen, terwijl je er op kwekerijen hoogstens zes ziet… Denk je dat je vrouw het leuk zou vinden als ik je een paar bollen voor haar meegeef?
Absoluut...
Het is nu de tijd om ze te planten... Staněk staat op, loopt naar het raam, kijkt naar buiten, loopt een ogenblik in gedachten verzonken door de kamer en wendt zich dan tot Vaněk. Ferdinand…
Ja?
Was je niet verbaasd dat ik je zo ineens opbelde?
Een beetje wel, ja...
Dat dacht ik al… Tenslotte ben ik een van die mensen die nog steeds op een of andere manier de dans ontsprongen zijn, en ik begrijp dat je alleen daarom al een zekere afkeer van me hebt…
Ik? Nee...
Jijzelf misschien niet, maar ik weet dat sommige vrienden van je denken dat iedereen die tegenwoordig nog enige mogelijkheden heeft, ofwel het – moreel gezien – heeft opgegeven dan wel zichzelf op een ontoelaatbare manier zit voor te liegen…
Ik denk dat niet…
En al dacht je het wel, dan werd ik nog niet kwaad op je, omdat ik maar al te goed weet waar zo’n vooroordeel uit voortkomt. Ongemakkelijke pauze. Ferdinand…

havellandovsky
vaněk
staněk


vaněk
staněk
vaněk
staněk


vaněk
staněk
vaněk



staněk
vaněk
staněk

vaněk
staněk
vaněk

staněk

vaněk
staněk



vaněk
staněk

vaněk
staněk







vaněk staněk
vaněk
staněk
vaněk

Ja?
Ik weet hoe duur je moet betalen voor wat je doet. Maar denk alsjeblieft niet dat iemand die het geluk of de pech heeft nog steeds door de officiële instanties getolereerd te worden, maar tegelijk gewetensvol wil blijven, denk niet dat die het zo makkelijk heeft.
Dat geloof ik best…
In zekere zin heeft die het misschien nog wel moeilijker…
Ik begrijp het…
Ik heb je natuurlijk niet gebeld om mezelf te verdedigen… ik zou ook werkelijk niet weten waarom ik dat zou moeten… maar meer omdat ik je graag mag en het zou me spijten als ook jij die vooroordelen zou delen die ik bij je vrienden vermoed...
Voor zover ik weet, spreekt niemand kwaad van je…
Zelfs Pavel niet?
Nee...

Ongemakkelijke pauze.

Ferdinand…
Ja?
Pardon… Staněk loopt naar de bandrecorder en zet zachtjes muziek op. Ferdinand, zegt de naam Javůrek je iets?
Die zanger? Ken ik heel goed...
Dan weet je ook wel wat er met hem gebeurd is?
Zeker. Ze hebben hem opgesloten omdat hij bij een of ander optreden die mop vertelde over die agent die op straat een pinguïn tegenkomt…
Dat was alleen maar een voorwendsel. Waarom ze de pest aan hem hadden, dat was gewoon omdat hij zingt zoals hij zingt. Het is allemaal zo wreed, zo onzinnig, gemeen…
En laf…
Laf, ja. Ik heb nog geprobeerd iets voor hem te doen via een paar kennissen bij de gemeente en het openbaar ministerie, maar dat weet je: allemaal beloven ze dat ze de zaak zullen bekijken, maar daarna hebben ze er verder maling aan omdat ze er hun vingers niet aan willen branden… Het is afschuwelijk zoals iedereen alleen maar bang is voor zijn eigen hachje…
Maar het is toch prima dat je iets geprobeerd hebt...
Beste Ferdinand, ik ben echt niet zo iemand als waarvoor ze me in jullie dissidente kringen houden... Ongemakkelijke pauze. Nog even over die Javůrek…
Ja?
Toen ik niets door persoonlijke tussenkomst kon bereiken, toen overwoog ik of er niet iets anders gedaan kon worden… je weet wel wat ik bedoel, gewoon, een of ander protest of petitie. Eigenlijk is dat het waar ik over wilde spreken, vooral met jou, want jij hebt in dit soort zaken natuurlijk veel meer ervaring dan ik. Als er een paar van de meer bekende namen, zoals die van jou, onder zouden staan, dan zou dat zeker in het buitenland gepubliceerd worden. Zo zou er een bepaalde politieke druk ontstaan… weliswaar geven ze daar niet zoveel om, maar een andere mogelijkheid om die jongen te helpen, zie ik eerlijk gezegd niet meer... en dan heb ik het nog niet eens over Anna...
Anna?
Mijn dochter...
Jouw dochter?...
Ja...
En zij...

staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk


staněk
vaněk



staněk

vaněk



staněk

















vaněk

Ik dacht dat je het wist...
Wat dan?
Ze verwacht een kind van Javůrek…
Aha, daarom...
Wacht even, als je denkt dat dit geval me alleen vanwege mijn gezin interesseert…
Ik weet dat het niet…
Je zei...
Ik wilde alleen maar zeggen dat het me nu duidelijk is waarom je überhaupt wist van dit geval… ik neem niet aan dat je van alle zangers zo op de hoogte bent... het spijt me wanneer het klonk alsof ik dacht dat...
Ik had me voor deze zaak ook ingezet als iemand anders een kind van hem verwachtte…
Ik weet het...

Ongemakkelijke pauze.

En wat vind je van het idee: zo’n protest? Vaněk begint iets in zijn aktetas te zoeken totdat hij ten slotte een vel papier vindt dat hij Staněk aanreikt.
Bedoel je zoiets? Staněk pakt het papier van Vaněk aan, loopt snel naar zijn bureau, vindt daar zijn bril en zet hem op en begint aandachtig te lezen. Langere pauze. Staněk vertoont zichtbare tekenen van verrassing. Na lezing van de tekst legt hij zijn bril opzij en begint opgewonden door de kamer te lopen.
Dat is geweldig! Die is goed. Zit ik me hier af te pijnigen met de vraag hoe ik zoiets aan moet pakken, uiteindelijk besluit ik bij jou te rade te gaan en jij hebt alles al klaar! Is het niet fantastisch? Zie je, ik wist wel dat ik bij jou aan het juiste adres was… Staněk loopt terug naar het bureau, gaat zitten, zet zijn bril weer op en begint de tekst opnieuw te lezen. Het is exact wat ik in gedachten had, kort, bondig, fatsoenlijk en tegelijk nadrukkeljjk. Je herkent meteen de beroeps! Ik zou er een dag mee geknoeid hebben en had het dan nog niet voor elkaar gekregen! Vaněk bloost. Hoor even, het is maar een kleinigheid: denk je dat het woord ‘willekeur’ hier aan het slot goed is? Misschien zou je een wat gematigder synoniem kunnen vinden… ik vind het niet zo passen. De hele tekst draagt een uiterst zakelijk karakter, maar dit klinkt opeens te emotioneel, vind je zelf ook niet? Maar verder is het precies goed… Alleen de tweede alinea is wellicht wat overbodig, in feite zwakt die de inhoud van de eerste alleen maar af. Aan de andere kant is het een goede gedachte: over de invloed van Javůrek op de non-conformistische jeugd, die moet er absoluut in blijven. Als je die hier aan het slot zou zetten, in plaats van dat ‘willekeur’, dan zou dat meer dan voldoende zijn. Maar, hoor eens, dat zijn zuiver subjectieve indrukken, daar hoef je je verder niets van aan te trekken… als geheel is het uitstekend en zal het ongetwijfeld een grote rol spelen. Ferdinand, opnieuw moet ik mijn bewondering voor je uitspreken: dat je in staat bent om het wezen van de zaak zo bondig weer te geven en tegelijk allerlei overbodige aanvallen te vermijden, dat kunnen maar weinigen van ons.
Kom, kom… Staněk legt zijn bril weg, loopt naar Vaněk, legt het papier voor hem op het tafeltje en neemt dan weer plaats in zijn leunstoel, hij neemt een slok. Korte pauze.


havelpresident
President Havel

staněk

vaněk
staněk






vaněk
staněk






vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk




vaněk
staněk
vaněk
staněk



vaněk



staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk



vaněk
staněk

Maar het is tóch een heerlijk gevoel als je weet dat er iemand is tot wie je je in zo’n geval altijd kan wenden en op wie je kan vertrouwen.
Dat spreekt toch vanzelf…
Voor jou misschien, maar in de kringen waar ik in moet verkeren, spreekt zoiets helemaal niet zo vanzelf. Daar vinden ze juist het tegendeel vanzelfsprekend: als iemand in ongelukkige omstandigheden komt te verkeren, draaien ze hem allemaal zo snel mogelijk de rug toe en uit angst voor hun eigen positie proberen ze overal zo veel mogelijk duidelijk te maken dat ze met de betreffende persoon niets te maken hebben en hem altijd al veroordeeld hebben. Maar wat zal ik jou vertellen, zelf weet je dat het best: toen je in de gevangenis zat, kwamen je oude vrienden van het theater op de televisie: met verklaringen tegen jou! Het was walgelijk.
Ik ben niet kwaad op ze…
Ik wel! En dat heb ik ze ook recht in hun gezicht gezegd! Weet je, een mens in mijn situatie leert zo een en ander te begrijpen, maar, word nou niet boos op me, alles heeft zo zijn grenzen. Ik begrijp dat je het pijnlijk vindt om die jongens verwijten te maken, speciaal als het om jezelf gaat, maar die gedachte moet je van je afzetten. Als we zulke smeerlapperij nou ook al gaan tolereren, dan zouden we daarmee de facto de medeverantwoordelijkheid voor het algehele morele verval op ons nemen en werkten we er regelrecht aan mee om het nog erger te maken. Heb ik geen gelijk?
Hm…
Heb je het al verstuurd?
We zijn nog bezig met handtekeningen verzamelen...
Hoeveel heb je er al?
Een stuk of vijftig…
Vijftig? Goed zo…

Korte pauze.

Jammer dat ik nu te laat ben...
Nee hoor…
Alles loopt toch al?
Het loopt nog steeds…
Goed, maar het is nu toch duidelijk dat het zal worden verstuurd en gepubliceerd. Trouwens, je zou het niet aan de persbureaus moeten geven want die maken er maar een kort berichtje van, dat verder gewoon verloren gaat… je kan het beter rechtstreeks naar een paar grote Europese kranten sturen zodat het in zijn geheel, met handtekeningen en al, naar buiten komt.
Weet ik…

Korte pauze.

Weten ze er al van?
De politie bedoel je?
Ja...
Weet ik niet, ik denk van niet...
Moet je horen, ik wil je geen raad geven, maar ik heb zo het gevoel dat je de zaak zo snel mogelijk moet afsluiten en versturen, want anders komen ze er nog eens achter en steken ze er een stokje voor… Vijftig handtekeningen is toch genoeg? Overigens hangt het niet eens zozeer af van het aantal namen, maar van wie het zijn…
Elke handtekening heeft zijn betekenis…
Natuurlijk, maar met het oog op de publiciteit in het buitenland is het vooral van belang dat er een paar klinkende namen onder staan… Heeft Pavel getekend?

vaněk
staněk

vaněk



staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk

vaněk


staněk


vaněk
staněk

vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk

Ja.
Goed zo, wat je verder ook van hem mag denken, zijn naam betekent tegenwoordig iets in de wereld.
Zeker, zeker...

Korte pauze.

Luister eens, Ferdinand…
Ja?
Ik zou graag even over iets anders willen praten... het is een beetje een delicate kwestie…
O...
Kijk, een miljonair ben ik niet, maar financieel gaat het me niet slecht…
Dat is mooi…
Toen dacht ik… ik zou het fijn vinden… in jullie kringen zijn er flink wat mensen die hun baan hebben verloren… zou je wat geld van me willen aannemen?
Dat is heel aardig van je. Sommige vrienden hebben het in dat opzicht inderdaad niet zo best. Weet je, het probleem is altijd een beetje dat de mensen die het ’t meest nodig hebben, dat die het gewoonlijk ook meestal weigeren…
Ontzettend veel is het niet, maar ik denk dat er wel gevallen zijn waar elke kroon van pas komt… Staněk loopt naar zijn bureau, haalt twee biljetten uit een lade, aarzelt een moment, pakt er dan nog één, loopt naar Vaněk en overhandigt hem het geld.
Bedankt, namens allemaal hartelijk bedankt…
We moeten elkaar immers helpen. Je hoeft niet te zeggen dat het van mij is… het gaat me niet om een monument voor mezelf, daar heb je je inmiddels al van kunnen overtuigen…
Ja, ja, nogmaals bedankt…
Zullen we even een kijkje nemen in de tuin?
Staněk...
Ja?
Morgen willen we het opsturen, die petitie voor Javůrek bedoel ik…
Uitstekend! Hoe eerder hoe beter…
Dus vandaag kan je…

staněk

vaněk
staněk

vaněk


staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk


staněk
vaněk
staněk





vaněk
staněk








vaněk
staněk



vaněk
staněk

Vandaag zou je eens flink moeten slapen. Vergeet niet dat je net een feest achter de rug hebt en dat je morgen een zware dag te wachten staat…
Ik weet het, maar ik wilde alleen nog zeggen…
Ga liever meteen naar huis, haal de stekker van de telefoon eruit, want anders belt die Landovský je weer en wie weet hoe het dan weer afloopt.
Ja, ik moet nog even langs een paar mensen, ik blijf niet lang… ik wilde alleen zeggen… als je vindt dat het zin heeft, dan zou het natuurlijk geweldig zijn… dat boek van je, Krach, heeft praktisch iedereen gelezen…
Alsjeblieft, Ferdinand, dat is al vijftien jaar geleden…
Iedereen kent het nog…
Wat zou geweldig zijn?
Ik had namelijk de indruk dat je je ook graag…
Wat?
Bij ons wou aansluiten...
Je bedoelt... hij wijst op het vel papier. dáárbij?
Hm . . .
Ik?
Het spijt me, ik dacht dat… Staněk drinkt zijn glas cognac leeg, loopt naar de bar, pakt de fles, schenkt zich in, zet de fles terug in de bar, neemt weer een slok, loopt dan in gedachten verzonken naar het venster, kijkt een moment naar buiten en richt zich dan plotseling tot Vaněk.
Die is goed!
Wat?
Zie je de absurditeit dan niet? Ik nodig je uit om je te vragen iets te schrijven in verband met dat geval Javůrek... jij laat me een kant-en-klare tekst zien, nota bene met vijftig handtekeningen, ik geloof mijn ogen en oren niet, ik ben als een kind zo blij, ik denk ernstig na over de vraag hoe je het zo kan organiseren dat ze jullie niets in de weg leggen, maar tegelijk komt een volslagen vanzelfsprekende zaak niet in me op, namelijk dat ook ik snel zou moeten tekenen! Zeg nou zelf, is dat niet absurd?
Hm...
Ferdinand, op een schrikbarende manier maakt dit toch wel duidelijk in wat voor toestand ze ons gekregen hebben. Ga maar na: ik weet best dat het onzin is, maar ook ik ben er onwillekeurig aan gewend geraakt dat we voor het tekenen van zulke zaken gewoon specialisten hebben… professionals in de solidariteit... dissidenten... en als we vinden dat het nodig is dat er bepaalde stappen moeten worden ondernomen op het gebied van het fatsoen, dan richten we ons daarvoor automatisch tot jullie, net of je een servicedienst belt voor morele aangelegenheden… Wij zijn hier om onze bek te houden en in ruil daarvoor van een betrekkelijke rust te genieten, en jullie zijn hier om voor ons je mond open te doen en daarvoor op aarde een pak slaag te krijgen en een ereplek in de hemel! Begrijp je die verdorvenheid?
Hm…
Zie je wel… en het is ze gelukt de zaak zover te voeren dat zelfs een relatief intelligent en fatsoenlijk mens, tot wie ik me, met permissie, nog steeds reken, dat die deze toestand als zo goed als normaal en vanzelfsprekend beschouwt. Het is afschuwelijk, afschuwelijk hoe ver het al is gekomen... Zeg nou zelf, is het niet om te kotsen?!
Nou, nou…
Denk je dat ons volk dit alles nog eens te boven zal komen?

vaněk
staněk


vaněk

staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk

staněk

vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk

staněk
vaněk
staněk


vaněk

staněk

Moeilijk te zeggen…
Wat kan je eraan doen? Wat moet je doen? In theorie is ’t duidelijk: ieder zou bij zichzelf moeten beginnen. Maar wonen hier soms dan alleen maar Vaněks? Niet iedereen kan toch vooroplopen in de strijd voor mensenrechten…
Zeker niet…
Staněk pakt zijn bril van zijn bureau en loopt naar Vaněk.
Waar heb je ze?
Wat?
Nou, die handtekeningenlijsten… Ongemakkelijke pauze.
Staněk…
Nou?
Het spijt me, maar ik heb er opeens zo’n eigenaardig gevoel bij…
Wat voor gevoel?
Ik weet niet… ik vind het ontzettend pijnlijk, ik geloof dat het niet helemaal fair van me was…
Wat was niet fair?
Eigenlijk heb ik je toch, zogezegd, in de rug aangevallen…
Hoezo?
Eerst heb ik je uit laten praten en toen pas heb ik je om je handtekening gevraagd, terwijl je je al enigszins gebonden had aan wat je ervóór had gezegd…
Wil je daarmee zeggen dat als ik geweten had dat je handtekeningen voor Javůrek aan het verzamelen was, dat ik dan in het geheel niet over hem begonnen was?
Nee, dat niet…
Nou dan!
Hoe zal ik het zeggen…
Stoort het je soms dat ik zelf niet op de gedachte was gekomen?
Daar gaat het niet om…
Waar dan wel om?
Ik geloof dat als ik regelrecht voor je handtekening was gekomen, het wat anders was geweest… dan had je tenminste kunnen kiezen…
En waarom ben je eigenlijk niet gewoon gekomen? Had je me al bij voorbaat afgeschreven?
Ik dacht dat… in jouw situatie…
Kijk, kijk, nu blijkt toch wel wat voor mening jullie in feite over mij hebben… jullie denken dat, omdat ze af en toe weleens iets van me op de televisie laten zien, ik niet eens meer in staat ben tot deze uiterst eenvoudige daad van solidariteit...
Je begrijpt me niet, ik wou alleen zeggen…
Staněk neemt plaats in zijn leunstoel, neemt een slok en richt zich tot Vaněk.
Ik zal je wat zeggen, Ferdinand. Als ik dan onwillekeurig gewend mocht zijn geraakt aan de verdorven gedachte dat de dissidenten er zijn voor het handhaven van de moraal, dan ben jij, zonder het te beseffen, daar evenzeer aan gewend geraakt. En daarom is het ook helemaal niet in je opgekomen dat er ook voor mij weleens waarden zouden kunnen zijn die belangrijker zijn dan mijn huidige positie. En stel dat ook ik eindelijk eens een vrij man zou willen zijn, als ook ik eens mijn innerlijke integriteit zou willen herstellen en die loden last van vernederingen van me af wilde werpen? Is het dan helemaal niet in je opgekomen dat het weleens zo zou kunnen zijn dat ik in feite al jaren op deze gelegenheid heb zitten wachten? Je hebt me gewoon eens en voor altijd gerangschikt onder de hopeloze gevallen waarmee het zinloos is ook maar iets te proberen, en nu je gemerkt hebt dat ook ik me voor het lot van anderen interesseer, liet je je dat met die handtekening ontvallen, wat je je meteen daarop weer zelf realiseerde, en daarom begon je me direct je excuus aan te bieden. Besef je eigenlijk wel hoe je me daarmee vernedert? Want stel dat ook ik al lange tijd op een mogelijkheid wacht om iets te doen wat weer een man van me maakt, me mijn innerlijke rust, mijn fantasie en humor teruggeeft, en wat me ontslaat van de drang om van al mijn trauma’s weg te vluchten naar mijn abrikozen en magnolia’s? Stel dat ook ik de voorkeur zou geven aan een leven in waarheid en de wereld van schrijverij op bestelling en die leugencultuur op de tv zou willen verlaten om weer terug te keren naar de wereld van de kunst die in dienst van niemand staat?

staněk
vaněk

staněk

Mag ik even hardop denken?
Natuurlijk…
Staněk neemt een slokt, begint opnieuw in de kamer rond te lopen en spreekt dan.
Wat de subjectieve kant van de zaak betreft heb ik, geloof ik, het meest essentiële al gezegd: na jaren van onophoudelijk moeten kotsen van mezelf verwerf ik, als ik nu mijn handtekening zet, weer achting voor mezelf, krijg ik mijn verloren gegane vrijheid en waardigheid terug en misschien ook een beetje erkenning van enkelen van mijn naasten. Ik ben dan bevrijd van de dilemma’s waarin ik me elke keer weer bevind door het conflict tussen het rekening moeten houden met mijn positie en met mijn geweten. Zonder schaamte kan ik Anna, mezelf en die jongen, als hij terugkomt, weer recht in de ogen kijken. Ik betaal ervoor met het verlies van mijn baan, die me weliswaar niet bevredigt, me integendeel vernedert, maar die ongetwijfeld meer in het laatje brengt dan wanneer ik ergens als nachtportier zou werken. Mijn zoon wordt dan niet tot de universiteit toegelaten, maar hij zal meer waardering voor me hebben dan wanneer hij wél was toegelaten omdat ik had geweigerd te tekenen voor Javůrek, voor wie hij een kritiekloze eerbied heeft. Tot zover de subjectieve kant van de zaak. En dan de objectieve kant, hoe zit het daarmee? Wat gebeurt er als er tussen de handtekeningen van enkele algemeen bekende dissidenten en wat jonge vrienden van Javůrek opeens, tegen alle verwachting in en tot verrassing van iedereen, die handtekening van mij opduikt, van iemand die al vele jaren niet actief is geweest in het openbare leven. De andere ondertekenaars en velen die zelf niets tekenen, maar in gedachten aan de kant van de ondertekenaars staan, zullen mijn handtekening natuurlijk met vreugde verwelkomen… de gesloten kring van notoire ondertekenaars, van wie de handtekeningen reeds aan belang inboeten omdat die mensen zelf toch al bijna niets meer te verliezen hebben, zal zijn doorbroken: er verschijnt een nieuwe naam die daarom zo bijzonder is omdat hij nog nooit eerder ergens onder heeft gestaan en voorts ook omdat hij voor zijn deelname duur zal moeten betalen. Dat is het objectieve pluspunt van mijn eventuele handtekening. En wat de machthebbers betreft, mijn ondertekening zal hen in dezelfde mate irriteren en verontrusten als ze de overige ondertekenaars zal verblijden, omdat ze de schutting afbreekt die zij zo lang en zo moeizaam rondom jullie hebben opgetrokken. Op de besluitvorming rond Javůrek zal mijn deelname geen uitgesproken invloed hebben en voor zover dit wel het geval is, dan toch eerder een negatieve: de machthebbers zullen willen aantonen dat ze niet in paniek zullen raken en dat zulke verrassingen hen niet van de wijs brengen. Maar des te sterker zal de invloed zijn die mijn handtekening op de besluitvorming rond mijzelf heeft; ze zullen me ongetwijfeld hardvochtiger straffen dan menigeen wellicht verwacht zou hebben, omdat ze via mijn straf iedereen die in de toekomst mijn weg zou willen volgen, dus kiezen voor vrijheid en daarmee de gelederen van de dissidenten versterken, weleens precies zullen laten weten hoe de zaken ervoor staan. Voor activiteiten van dissidenten die binnen het geconsolideerde getto blijven, zijn ze al niet meer zo bang, in zeker opzicht laten ze die zelfs rustig hun gang gaan, maar des te meer ontzet zijn ze door elke aanwijzing dat de grenzen van dit getto doorbroken zouden kunnen worden. Het spookbeeld van een eventuele epidemie zullen ze meteen in de kiem willen smoren door mij ter afschrikking van de anderen een zware straf te geven. Blijft de vraag wat voor effect mijn handtekening zal hebben op kringen die zich op een of andere manier al hebben aangepast, dat wil dus zeggen bij de mensen waar het uiteindelijk nog het meest om draait, omdat alle hoop voor de toekomst vooral daarvan afhangt of het lukt hen uit hun lethargie te doen ontwaken en ze te winnen voor een actieve houding in de maatschappij. Ik ben bang dat juist onder deze uitermate belangrijke laag van de bevolking mijn handtekening een eenduidig negatieve weerklank zal vinden. Deze mensen haten dissidenten, omdat ze hen beschouwen als hun kwade geweten, een levend verwijt, terwijl ze aan de andere kant jaloers zijn op hun innerlijke trots en vrijheid, waarden die zij zichzelf noodlottigerwijze hebben ontzegd. Alleen daarom al grijpen ze vrij logisch elke kans aan om de dissidenten zwart te maken. En precies zo’n kans zullen ze in mijn handtekening zien: ze zullen beweren dat jullie die al niets meer te verliezen hebben, die allang op de bodem van de afgrond zijn gevallen en zich daar intussen toch maar aardig hebben genesteld, dat jullie nu een gewone arme ziel naar beneden hebben getrokken, iemand die tot nu toe overal vrij behoorlijk tussendoor is gevaren, dat jullie hem naar beneden hebben gehaald met dat typische gebrek aan gevoel voor verantwoordelijkheid van jullie, en alleen voor je eigen plezier, alleen maar om het regime op de kast te jagen en de valse illusie te wekken dat jullie rijen aldoor maar uitdijen, zonder er daarbij op te letten of jullie hem zijn bestaan onmogelijk maken en zonder er natuurlijk rekening mee te houden dat jullie hem daarbeneden toch op enigerlei wijze in leven zullen moeten houden. Het spijt me, Ferdinand, maar de manier van denken van die lui ken ik heel goed, want ik moet me dagelijks tussen hen ophouden en daarom weet ik ook precies wat ze zeggen: dat ik een schandelijk misbruikt slachtoffer ben van jullie cynische beroep op mijn menselijkheid, een beroep dat er niet voor terugdeinst om mij te manipuleren met mijn persoonlijke relatie tot Javůrek en dat met hernieuwde drang de oprechtheid van die humane doeleinden waarmee jullie zo graag schermen, in twijfel trekt. Dat het regime en de politie deze stemmingen op alle mogelijke manieren zullen aanwakkeren en opstoken, hoef ik natuurlijk niet verder te benadrukken. Anderen, de meer intelligenten, zullen misschien zeggen dat zo’n nieuwigheid als mijn naam tussen die van jullie de aandacht eigenlijk alleen maar op zichzelf vestigt en de aandacht van de zaak afleidt, van de zaak-Javůrek dus… uiteindelijk wordt dat hele protest via die petitie nog problematischer, omdat men zich kan gaan afvragen waar het nu in feite om begonnen was: om hulp voor Javůrek of om mijn kersverse dissidentschap te demonstreren. Misschien gaan er veel stemmen op die zeggen dat Javůrek eigenlijk het slachtoffer is van jullie omdat zijn sores werden misbruikt voor doeleinden die mijlenver verwijderd liggen van een oprechte belangstelling voor het lot van de persoon in kwestie. En bovendien is het zo dat jullie met het verkrijgen van mijn handtekening mij die manoeuvreerruimte op de achtergrond ontnemen die ik tot op heden heb en waarmee ik Javůrek veel meer van dienst had kunnen zijn. Begrijp me goed, Ferdinand, ik ben niet van zins om die reacties te overschatten en ik ben evenmin van plan daar een slaaf van te worden, maar aan de andere kant vind ik dat het in het belang van de zaak is om alles goed in overweging te nemen. Per slot van rekening gaat het om een politieke beslissing en een goede politicus moet rekening houden met alle aspecten die van invloed kunnen zijn op het uiteindelijke effect van zijn handelen. Gezien deze omstandigheden moet de vraag dan ook luiden: waaraan geef ik de voorkeur? Aan het bevrijdende gevoel dat die handtekening in mijn binnenste oproept, maar dat, zoals zal blijken, een in wezen negatief resultaat zal opleveren, of aan het alternatief: aan het positieve effect dat een petitie heeft waar mijn naam niet onder staat, maar waar ik overigens een slecht geweten aan zal overhouden, omdat ik opnieuw, en wie weet of het niet voor het laatst is, de kans voorbij heb laten gaan om te ontsnappen aan die beklemming van vernederingen en compromissen waar ik al zoveel jaren in dreig te stikken? Met andere woorden, als ik me moreel zuiver wil gedragen, en dat wil ik, daar twijfel je hoop ik niet aan, waar moet ik me dan in feite door laten leiden? Door een onbarmhartige, objectieve overweging of door een subjectief, prettig gevoel vanbinnen?

vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk




Dat lijkt me duidelijk…
Mij ook.
Dus…
Jammer genoeg…
Jammer genoeg?
Je dacht dat…
Pardon, ik heb je niet zo goed begrepen…
Het doet me verdriet als ik…
Welnee…
Maar ik denk werkelijk…
Ik weet het...
pakt de petitie van tafel en geeft ze met een glimlach weer aan Vaněk, die ze tezamen met het protest in verlegenheid in zijn aktetas terugstopt. Staněk loopt naar de bandrecorder, schakelt hem uit, komt terug en neemt langzaam plaats in zijn leunstoel. Beiden nemen een slok, er gaat een schok door Vaněk heen. Ruime ongemakkelijke pauze.

staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk


vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk
staněk






vaněk
staněk
vaněk
staněk
vaněk




staněk

Ben je boos?
Nee...
Maar je bent het er niet mee eens?
Ik respecteer je standpunt...
Wat vind je ervan?
Wat moet ik ervan vinden?
Dat is wel duidelijk…
Wat bedoel je?
Dat toen ik al die namen zag, ik me toen dood schrok...
Dat vind ik niet…
Ik zie het aan je.
Echt niet…
Waarom zeg je me tenminste niet de waarheid? Besef je dan niet dat je me met die inschikkelijke onoprechtheid van je eigenlijk meer beledigt dan als je het me gewoon recht in het gezicht zou zeggen? Of keur je me nu al geen woord meer waardig?
Ik heb je toch al gezegd dat ik je conclusies respecteer…
Ik ben geen idioot, Vaněk...
Weet ik…
Ik weet dan ook precies wat er achter dat respect van jou schuilgaat…
Wat dan?
Een gevoel van moreel overwicht…
Dat is niet waar…
Alleen weet ik echt niet of jij, juist jij, wel het recht hebt je zo hoogmoedig te gedragen…
Hoe bedoel je?
Dat weet je best…
Nee hoor…
Moet ik het je dan zeggen?
Ja…
Volgens mij heb je in die gevangenis meer gezegd dan nodig was… Vaněk springt op en met wijd open ogen kijkt hij naar Staněk die triomfantelijk glimlacht. Korte gespannen pauze. Dan gaat de telefoon. Terneergeslagen laat Vaněk zich in zijn leunstoel vallen. Staněk loopt naar de telefoon en neemt de hoorn op. In de telefoon. Hallo… wat?... Nee!... Kan dat... wacht ’s… ja, ja… en waar zijn jullie? Zeker... natuurlijk… fijn... ja, ik wacht wel... Dááág... Staněk legt de hoorn neer en staart dof voor zich uit. Lange pauze. Vaněk staat in verlegenheid op. Staněk wordt nu pas gewaar dat Vaněk nog steeds aanwezig is en wrevelig richt hij zich tot hem. Dat kan je beneden in de kolenketel in brand steken...
Wat?
Hij is net bij Anna langsgekomen, in de mensa…
Wie?
Nou, Javůrek natuurlijk!
Wat? Hebben ze hem vrijgelaten? Geweldig! Dus het heeft toch geholpen dat je via via iets gedaan hebt. Maar goed dat we die petitie niet een paar dagen eerder hebben opgesteld... ze zouden voet bij stuk hebben gehouden en hadden hem vast en zeker niet vrijgelaten! Staněk kijkt Vaněk een ogenblik onderzoekend aan, dan glimlacht hij plotseling, stapt opgelucht op hem af en pakt hem met beide handen vriendschappelijk bij de schouders.
Denk er verder maar niet meer over na, jongen. Het risico dat je meer schade aanricht dan dat je helpt, daar ontkom je niet aan. Als je daar rekening mee moet houden, zou je helemaal niets meer kunnen doen. Kom, ik zoek een paar enten voor je uit... Staněk neemt Vaněk bij de arm en brengt hem naar de deur. Op potsierlijke wijze sloft Vaněk met zijn voeten over de vloer omdat de geleende pantoffels hem te groot zijn en een andere manier van lopen onmogelijk maken.

doek


Vertaling Sjoerd de Jong


TSL 70