<       TSL 56 – REDACTIONEEL       >



tsl56

Een groot deel van dit nummer is gewijd aan poëzie: Russische, Tsjechische en Poolse. Van Russische gedichten hebben we wel vaker zowel de originele tekst als de vertaling gepubliceerd. In dit nummer plaatsen we – voor de kenners, liefhebbers en nieuwsgierigen – van sommige gedichten die uit het Tsjechisch en Pools zijn vertaald de oorspronkelijke tekst naast de vertaling.

Het nummer opent echter met een beschouwing over de Russische literatuur van het (bijna) afgelopen decennium. Wat is er aan de hand met die literatuur? Er wordt heel weinig vertaald uit de Russische literatuur van nu en je kunt je afvragen waarom dat zo is. Heeft de Russische literatuur in de Poetin-era haar genialiteit en kracht verloren? Is ze misschien op stervens na dood? Teruggevallen in de relatieve onbekendheid waarin ze vóór de negentiende eeuw verkeerde, voordat Poesjkin haar daaruit verloste?

Al blijkt er niet veel belangstelling te bestaan voor de contemporaine Russische literatuur, vertaald uit het Russisch wordt er nog steeds veel en ook goed. Van de vier uitgeloofde prijzen van het Internationale Vertaalcentrum voor Russische literatuur gingen er twee naar Nederland. Froukje Slofstra kreeg haar prijs voor de vertaling van Leven & lot van Vasili Grossman, Marja Wiebes en Margriet Berg voor hun tweetalige bundel van de poëzie van Anna Achmatova. Hans Boland werd onderscheiden met de RusPrix Award 2010 voor zijn persoonlijke bijdrage aan de ontwikkeling van de Nederlands-Russische culturele betrekkingen op het gebied van de literatuur. Hierbij zal zijn unieke eenmansvertaling van het verzameld werk van Poesjkin, die in een vergevorderd stadium van voltooiing is, zeker een rol hebben gespeeld. TSL feliciteert deze winnaars van harte.

Oktober/november 2010

 

 

 

<       TSL 56      >